Op 5 December (St.-Nicolaasfeest) zijn
tusschen de verschillende stations van de Hoi-
landsche IJzeren Spoorweg maatschappij verzon
den 10,890 bestellingen.
De aanvankelijke uitslag van het natuur
kundig staats-examen te Utrecht is gunstig
te noemen; 3 militair geneeskundige kweeke-
lingen en 1 burger candidaat hebben bereids
geheel voldaande overige adspiranten zijn nog
werkzaam.
Uit IJselstein wordt van 9 De
cember gemeld: Hedenavond omstreeks te 6
uren brak op de buurt den Panoom, even bui
ten de kom dezer gemeente, ten huize van O.
Van Zoelen, koopman in vodden en beenderen,
een hevige brand uit, die dusdanig in hevigheid
toenam, dat ondanks de ijverige pogingen der
brandweer weldra zes woningen door het woe
dende element in de asch lagen en slechts de
belendende huizen met alle krachtsinspanning
voor vernieling konden beveiligd worden, waar
toe drie brandspuiten dezer plaats, bijgestaan
door die der naburige gemeente Benschop, die
op het eerste alarm bereidvaardig was toege
sneld, medewerkten. Van den inboedel dier per-
ceelen is schier niets gered kunnen worden de
huizen waren tegen brandschade gewaarborgd,
de inboedel niet. Door dit ongeval zijn de be
woners van alles beroofd geworden.
Dr. J. J. Van Loenen, pred. te Harde-
garijp, heeft voor het beroep naar 's- Bosch
bedankt.
Het adres, dat gisteren bij de Tweede Kamer
aan het slot der zitting tot eenige discussie
aanleiding gaf, was van eenige ingezetenen van
het dorp Prins, in Friesland, houdende verzoek
om toepassing van art. 36 der wet op het lager
onderwijs voor het dorp hunner inwoning.
De Thermometer van Fahrenheit toekende al
hier Donderdag des namiddags te 5 uren 40°, des
avonds te 8 uren 42°, te 10 uren 44°.
Vrijdag 's morgens te 5 uren 44°, Wind: Z. "W.,
te 8 uren 46°, 's namiddags te 12 uren 46°,
te 4 uren 50°.
BUITENLAND.
Oostenrijk. De zitting van den rijksdag te
Pesth is gisteren gesloten. In de troonrede
worden de gelukkige uitkomsten opgesomd
van de werkzaamheid des rijksdags, hetgeen t9
danken is aan het oprechte bondgenootschap
tusschen den koning en de natie. De rijksdag
heeft een einde gemaakt aan den onzekeren
toestand. De beide deelen van het rijk zijn
onafhankelijk van elkander ten aanzien van
eigen aangelegenheden en oefenen een gelijk-
matigen constitutioneelen invloed uit op de
gemeenschappelijke aangelegenheden der monar
chie. De rijksdag heeft zijn zwaartepunt in
eigen midden gezocht en gevonden en schrijdt
met verjongde kracht voort op den nieuwen
weg, welks einddoel vrede en welvaart is, als
mede handhaving der positie, die de monarchie
in den Europeeschen staat toekomt. De ko
ning koestert de overtuiging, dat de nieuwe
grondslag, die tot dusverre reeds zooveel goeds
tot stand gebracht en de monarchie 'gesterkt
heeft, geheel aan de behoeften der natie beant
woordt.
Duitschland. Op gisteren, den eersten dag
waarop de inschrijving ten behoeve van de Bu-
meensche spoorwegleening was geopend, is reeds
voor meer dan het geheele bedrag ingeschreven.
Frankrijk. De Parijsche Académie des
sciences morales et politiques" heeft Zaterdag
jl. voor het eerst uitgereikt den door den heer
Victor Cousin ingestelden prijs voor de geschie
denis der oude wijsbegeerte. De uitgeschreven
prijsvraag had tot onderwerp Socrates als
metaphysicus beschouwd." De prijs is toege
wezen aan den heer Alfred Fouillée, leeraar in
de wijsbegeerte aan het lyceum te Bordeaux.
Engeland. Het schroefstoomschip Great Bri
tain is in 53 dagen van Melbourne te Liver
pool aangekomen dit is de kortste reis, welke
men zich kan herinneren.
Het parlement is geopend, en de volgende
week zal de troonrede worden uitgesproken. De
heer Denison is wederom gekozen tot Speaker.
Italië. Er heeft Dinsdag 11. eene nieuwe
uitbarsting van de Etna plaats gehad, die op
Malta zichtbaar was op een afstand van 120
mijlen.
Spanje. In eene circulaire van den minister
Figuerola wordt den gouverneurs aanbevolen
alle wettige middelen aan te wenden om de
belastingschuldigen te noodzaken hunne belas
tingen te betalen.
Tusschen Xeres en Puerta Santa Maria zijn
de spoorweg en de telegrafen vernield door
ontsnapte galeiboeven uit Cadix, die echter we
der gevangen genomen zijn.
Voor de leening is tot een bedrag van 374
millioeff realen ingeschreven.
De gemeenteraad heeft de vermindering
der weekloonen der arbeiders van den staat
gehandhaafd.
De voorstellen betreffende de capitulatie
der insurgenten te Cadix zijn van de hand
gewezen. Het gerucht dat 800 soldaten, be
stemd naar Cuba, zich bij de insurgenten heb
ben aangesloten, wordt tegengesproken. Het
gerucht dat te Pampeluna onlusten zijn uitge
barsten, wordt insgelijks tegengesproken. Be
halve te Cadix is het overal rustig.
INGEZONDEN.
ONS TOONEEL.
Gaf ik vroeger eene beschouwing over ons
tooneel en wel wat betreft de verwaarloozing
daarvan, ik wil nu spreken over de opvoeding
voor het tooneel en vond dezer dagen daarvoor
eene gegronde aanleiding. In hoeverre wordt
de weg naar het tooneel gemakkelijk gemaakt
Door niets; veeleer wordt die weg versperd,
en er doen zich tal van moeilijkheden voor,
die den adspirant ontmoedigen en hem van zijn
voornemen doen afzien. Vandaar het treurige
verschijnsel dat zoo weinige krachten zich aan
het tooneel wijden. Wie zijn het, die tegen
woordig tooneelartisten willen worden Meestal
hulponderwijzers of apothekers-leerlingen, die
bij moeilijke examens gedropen zijn, oneerlijke
of luie kantoorklerken, pedante rederijkers, in
éen woord, menschen die in eene of andere
betrekking niet deugen; deze willen, om den heer
te kunnen spelen, artist worden. Maar, geluk
kig! het lukt hun niet altijd.
Mijn oordeel is voor velen misschien wel wat
hard, en ik beken daarom gaarne, dat er gun
stige uitzonderingen zijn. Het feit bestaat echter.
Hoe staat het nu met de opleiding? De oplei
ding voor het tooneel laat zeer veel te wenschen
over. Niet alleen is het toch de regisseur, die
daaraan zijne zorgen moet wijden, maar ook
het geheele personeel moet tot die leiding bij
dragen. De medeartisten moeten den nieuweling
steunen; zij moeten aan zijn spel, hoe gering
zijne rol ook zij, hunne aandacht wijden elke
voetstap op de planken moet hem gemakkelijk
gemaakt worden; vooral moet hem vrijmoedig
heid gegeven wordenen hoe dikwijls wordt
juist die hem ontnomen door onverschilligheid,
inattentie of wat dies meer zij
Heeft de jeugdige tooneelspeler werkelijk
aanleg, dan zijn deze bezwaren wel te over
winnen; hij moet in de gelegenheid gesteld wor
den om zich te oefenen, maar helaasde goede
rollen zijn al dikwijls bestemd voor den lieve
ling van de directie; de nieuweling, dien het
waarachtig te doen is om vooruit te komen en
te veel blijken van zijn vlucht geeft, wordt uit
jalouzie de métier op den achtergrond gesteld
en blijft op den achtergrond. Geen wonder dan
ook, dat hij baloorig wordt en minder werk
van zijn spel maakt en weg is verdienste,
weg ontwikkeling, verloren het genie 1
En wat de zorg voor moraliteit betreft, och,
wat zal ik daarvan zeggen Zij behoort tot
de opleiding van de jonge tooneelspelers en
toch vergeet men dat beschaving en goede
zeden eerste vereischten zijn om een goed too
neelspeler te worden en om bij het publiek ge
zien te zijn. De jonge artist moet beschaafd
zijn en goede manieren kennen; en, is hij niet
de lieveling, dan wordt hier geen zorg voor
gedragen. Hij moet voorts geschiedenis kennen,
om de historische personen goed te kunnen weer
gevendoch een cursus bestaat hier niet voor.
Hij moet universeel ontwikkeld zijn, menschen
en wereldkennis bezitten, maar er is niemand
die er hem op wijstalle opleiding bepaalt zich
tot zijne rol en verder gaat zij niet. Hij
mist den mentor, dien hij op zijn kunstenaars
loopbaan zoo noodig heeft.
Zij, die eenige kennis van het tooneel heb
ben, zullen mij gelijk geven en erkennen dat
het zoo is. Bovendien zou ik een voorbeeld
kunnen bijbrengen van een jong mensch, die
bij Boobol, Tjasink en Peters geëngageerd is
en wien, door de verschillende intriges van
geoefende artisten, het zoo moeilijk gemaakt
wordt, dat hij het onmogelijk langer dan het
loopende speeljaar kan uithouden. Is er werke
lijk aanleg in dien jongen man, dan moest Pe
ters zijn beschermer zijn en straffen bepalen
voor wie hem in zijn werk bemoeilijken. Of zou
Peters soms ook de warmte van de kunst-zon
liever voor zich alleen hebben Hoe is het dezer
dagen gegaan met een jong Amsterdammer?
Peters liet dezen debuteeren in den //Lasteraar":
voor een nieuweling was zijn spel uitstekend
volgens het oordeel van Hofdijk en Schimmel
bij uitnemendheid beviel hij aan het publiek;
en wat deed de directie? Ofschoon de .nieu
weling het recht had op drie debuten, werd hem
reeds de tweede geweigerd, en men gaf hem
letterlijk een slag in het aangezicht het jonge
talent werd door het slijk gesleurd. Is dat
opbouwing of vernietiging van het talent Zal
de jonge man nu een anderen weg zoeken
Of heeft hij er genoeg van? dan is deze
weer voor het tooneel verloren. Dit zijn twee
feiten en zoo zijn er meer.
Voor ditmaal eindig ik mijne beschouwing.
En nu de aanleiding die ik tot dit schrijven
vond. Jl. Dinsdag was ik bij de tooneelvoorstel-
ling van de vereeniging: Harmonie. Er werd
opgevoerd: //Het was maar een loods" van
A. Buysch. Die voorstelling is bijzonder ge
lukt en het personeel verdient allen lof. Er zijn
natuurlijk aanmerkingen te maken, doch men
moet niet uit het oog verliezen, dat het allen
dilettanten zijn. Uit dit oogpunt wil ik de uit
voering bespreken; dat ik dus ook mijn aan
merkingen meedeel spreekt van zelf.
Het lste bedrijf zat flink in elkander en
werd juist afgespeeld. Amanda was eene recht
lieve tante; hare houding en wijze van voor
dracht waren uitstekend en hare naïveteit was zeer
gepast. Herman was in het jongenskarakter
onbetaalbaar en zonder overdrijving: le meer
heeft deze jonge liefhebber aanspraak op goed
keuring, omdat het de eerste maal was, dut hij
het tooneel betrad; in houding en spel was het
te zien, dat hij zijne rol begreep. Willem Lier-
veld speelde uitstekend, zooals wij dat van
hem gewoon zijn; zoo ook Maarten Herman,
en ik ben er van overtuigd, dat deze vier per
sonen zeer veel aanleg voor het tooneel heb
ben, maar.... hunne opleiding? Welbegrepen
zij hun rol; maar toch zijn er nog fijne pun
tjes die beter konden zijn. Stijntje Kokinje was
onovertrefbaar en kon door eene geoefende
tooneelspeelster niet verbeterd worden. Bram
verdient mede eene gunstige vermelding. Maar
waarom was Amanda in het laatste bedrijf zoo
verschrikkelijk koud en houterig? De goedkeu-