N°. 52713.
Zaterdag
A°. 1868.
12 December.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden, per 3 maandenf ó.OO.
Franco per postn 3.85.
Afzonderlijke Nommers0-16.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
Van 1-6 regels 0.75iedere regel meerf 0.126
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten van
1-4 regels 0.90 iedere regel meer0.15
BINNENLAND.
LEIDEN, 11 December.
Bij de algemeene beraadslagingen over het hoo-
ger onderwijs gaf de heer Gef ken zijne bezwaren
te kennen tegen de opheffing van de theologi
sche faculteit, gelijk bij het ontwerp-Heems-
kerk was voorgesteldde heer Bichon vroeg,
wanneer het nieuwe ontwerp van wet zal wor
den ingediend
De minister van binuenlandsche zaken ant
woordde hierop het volgende, waaruit, zoo wij
ons niet bedriegen, het gevoelen van de tegen
woordige regeering over het door den heer
Gefken besproken punt kan blijken:
//Mijnheer de voorzitter, zonder in eene bepaalde
I omschrijving te kunnen en te willen treden van
hetgeen in de nieuwe wet op het booger onder
wijs, die thans aanbangig is bij den raad van
state, zal voorkomen, meen ik toch den heer
Gefken er opmerkzaam op te moeten ma
ken dat, ware dat ontwerp gelijkluidend ge-
I weest met en van hetzelfde denkbeeld uitge
gaan als dat van de vorige regeering, ik dat
laatste ontwerp niet zou hebben ingetrokken,
i Het verschil van zienswijze dat in menig op-
zicht tusscben mij en mijn voorganger omtrent
het hooger onderwijs bestaat, is als het ware
van zelf een antwoord op hetgeen de geachte
spreker heeft gevraagd. Op hetgeen de heer
Bichon van IJsselmonde in het midden heeft
gebracht heb ik te antwoorden dat, zoodra het
ontwerp van den raad van state in mijne han
den zal zijn teruggekomen, ik het zoo spoedig
mogelijk bij de Kamer zal indienen. Ik hoop
dat reeds in het begin van het volgende jaar
te kunnen doen."
In antwoord aan den heer J. K. Van Golt-
stein over het benoemen van vreemdelingen
zeide de minister het volgende: Eene grief van
den geachten spreker is, dat de regeering vooral
hare aandacht schijnt te vestigen op buiten-
landsche geleerden en die geleerden hier brengt
om de leerstoelen aan onze hoogescholen te be
zetten. Zoolang deze regeering aan het bewind
is, mijnheer de voorzitter, is slechts óen vreem
deling benoemd, en wel om deze redendat de
I curatoren van de Leidsche hoogeschool alleen
dien vreemdeling hadden voorgedragen ter ver
vulling van de openstaande plaats.
De heer Van Wassenaer van Catwyck, het
middelbaar onderwijs besprekende, gaf als zijne
overtuiging te kennen, dat dit onderwijs het
I grootste nut kan doen.
Onze afgevaardigde toch had //te treurige
herinneringen aan de kostschool, waar hij eenige
jaren had doorgebracht, en die, hoewel er meer
dan [1200 'sjaars voor hem betaald werd, in
I een allerellendigsten toestand verkeerde, om niet
te erkennen dat de concurrentie met het open
baar middelbaar onderwijs, het privaat middel
baar onderwijs uitnemend tot zijn plicht bren
gen zal."
Vreemd is het, dat op dit betoog volgde eene
veroordeeling van het aantal scholen; de spre
ker keurde het af dat overal burgerscholen voor
middelbaar onderwijs werden opgericht. Maar
meent die spr. dan, dat er concurrentie zou be
staan wanneer er slechts hier en daar scholen
van dien aard werden opgericht, en dat bijv. het
privaat middelbaar onderwijs te Leiden beter
zou worden, omdat er te Haarlem een goede
school voor zulk onderwijs bestond?
Nog klaagde de heer Van Wassenaer van
Catwyck er over, dat als leeraren aan de middel
bare scholen geplaatst werden vroegere predikan
ten, die om gewetensbezwaren hunne bediening
hadden opgegeven. De minister Fock antwoordde
hierop, dat van de 400 leeraren, die aan de
hoogere burgerscholen werkzaam zijn, slechts 8
vroeger predikant geweest zijn, terwijl 3 na
voltooiing hunner theologische studiën, nooit
beroepen zijn geworden.
In de maand October zijn aan het postkantoor
alhier bezorgd de volgende brieven, naar het bui
tenland, die wegens onbekendheid der adressanten
niet bezorgd zijn kunnen worden Lz. De Mooij
te Lodi; A. C. Mug te juiège; T. H. Otto te
Frankendaal; T. Hooiberg te Frankfort; J.
Kneppelhout te Hamburg; B. Kosters te Neuen-
kirchen; Langelaan te NieuwenhuizenAd.
Hoffmann te Nurnberg; Ch. Lelong en Japi
Hart, beiden te Parijs.
In het, met meer dan gewone zorg bewerkte,
verslag van den toestand der provincie Fries
land in 1867, komen, in het hoofdstuk dat o.
a. aan het //onderwijs" gewijd is, zeer belang
rijke statistische opgaven voor. Ten einde een
volledig overzicht te leveren van het getal der
schoolgaande kinderen in verhouding zoowel tot
de bevolking in elke gemeente als tot die der
provincie, geeft het verslag staten van het ge
tal leerlingen1° op de scholen voor openbaar
lager en meer uitgebreid lager onderwijs, 2°
op de bijzondere scholen voor lager en meer
uitgebreid lager onderwijs, 3° op de openbare
en bijzondere scholen voor lager en meer uit
gebreid lager onderwijs, in verhouding tot de
bevolking.
Volgens die staten bedroeg het getal leer
lingen over de provincie op iedere 100 van
de mannelijke bevolking 15.4, op iedere 100
van de vrouwelijke bevolking 12.9, en op iedere
100 van de geheele bevolking 14.1. In de ge
meente Ameland bereikte het getal leerlingen
in verhouding tot de bevolking het hoogste
cijferin de gemeente Bolsward was dit het
laagste. In de eerste gemeente was 't namelijk
20.5 op iedere 100 van de mannelijke bevol
king, 19.3 op iedere 100 van de vrouwelijke
bevolking en 19.9 op iedere 100 van de ge
heele bevolkingen in de gemeente Bolsward
13.7 op iedere 100 van de mannelijke bevolking,
10 op iedere 100 van de vrouwelijke bevol
king en 11.8 op iedere 100 van de geheele be
volking.
In de 24 gemeenten, met eene bevolking van
155,835 zielen, waar //kosteloos" onderwijs ge
geven werd, bedroeg het getal leerlingen 14.9
van iedere 100terwijl in de overige 19 ge
meenten, te zamen eene bevolking hebbende
van 134,835 zielen, het getal leerlingen 13.2
op iedere 100 bedroeg.
Op deze laatste cijfers vestigen wij de aan
dacht, omdat sommigen zoo dikwijls den, na
tuurlijk oprecht gemeenden, raad geven.- hef
schoolgeld, dan zal men veel meer gebruik van
de school maken, want men waardeert het
meest datgeen waarvoor men zich eenige opof
fering getroosten moet.
(Weekblad voor burg. adm
Aan de weerkundige waarnemingen, op het
prov. observatorium te Den Helder gedaan,
ontleenen wij de volgende belangrijke opgaven
Normale stand van den barometer op 6 De
cember 759.29 strepen. Werkelijk was de stand
des barometers Zondag-middag 753,40, 's na
middags te 4 uren 751,10, 's avonds te 8 uren
748, te middernacht 740.80 en 's Maandag-
's morgens te 4 uren 740.40 strepen.
Na dien tijd werd weder rijzing waargeno
men, zoodat de stand te 8 uren 's voormiddags
752.15 en den volgenden middag te 12 uren
757 02 strepen was.
De winddruk was Zondag-middag en ook ge
durende den avond en nacht zeer afwisselend.
Onder anderen werd Zondag-'s avonds te 6 uren
eene drukking van 0.1 pond op de vierk. el
en te 10 uren daarna van 44 pond waarge
nomen.
Te 11 uren des avonds was de winddruk 18,
te 12 uren 24 en 's morgens te 5 uren 22
pond op de vierk. el. Te 6 uren echter nam
de sterkte van den winddruk zoozeer toe, dat
een winddruk van 107 pond werd waargenomen.
Een uur daarna was de drukking weder 25
ponden op de vierk. el. De richting van den
wind, voor den storm Z.-W., was tijdens den
grootsten winddruk N.-W.
Nog teekenen wij het volgende aan omtrent
de gesteldheid der lucht. De thermometer tee-
kende op 1 December 1°.37 C., dat is 4.03 on
der den normaal, op 5 December 10.27 O. dat
is 5.37 boven den normaal; op 6 December
9°.67 C. of 4.97 boven den normaal.
(Held. en N. D. Gt.)
Het luchtverschijnsel, waarvan wij gisteren
melding maakten, is ook nog op andere plaatsen
waargenomen: Den 7den December des namid
dags te 4 uren bij stil weder en een heldere
lucht, zoo wordt ons geschreven, werd te Schalk
wijk, prov. Utrecht, gezien een platvormige
vuurbol, waarvan de lengte ruim het dubbel
was van de breedte, in de richting van het
westen naar het oosten. De zeer laDge vuur-
streep, welke zij achterliet, waren blauwachtige
vonken; zij werd aan 't oog onttrokken, vóór
er eene uiteenspatting plaats had.