Veel was er reeds van de stukken en splinters j
bijeen verzameld, maar nog was de boomgaard
er als 't ware mede bezaaid. Stukken van ge
barsten ijzeren hoepels, ringen en bouten lagen
onder het hout verspreid. Een zwaar stuk hout
was over eene bijschuur door de boomen ge
vlogen, een ander stuk meer dan 150 el weg
geslingerd. De pannen op de stookhut waren
meest allen verbrijzeld, aan de noordzijde der
behuizing en der schuur 5S glasruiten vernield.
Een glasraam in den gang was eenigermate
verzet, eene deur met een stevigen grendel
voorzien, opengeslagen. Die verbrijzeling der
pannen en der glazen, het verzetten van het
raam en het openslaan der deur schijnt hoofd
zakelijk door de geweldige persing der lucht
geschied te zijn. "Weinige splinters toch had
den de ruiten geraakt. Nergens was eenig spoor
van brand te ontdekken alleen scheen de grond
onder den seinpaal een oogenblik als met een
vuurgloed bedekt. Geen der juffers had letsel
bekomen. De paal stond bij de pomp, waar het
werkvolk, voor het aan tafel gaat, gewoon is
zich te wasschen. Een weinig later en het volk,
dat zich gedeeltelijk in de stookhut, gedeeltelijk
in de bijschuur ophield, zou zich op de plaats
der vernieling bevonden hebben. Wat zoude
hun lot geweest zijn Een der meiden was
bezig het eten op te brengen. De lamp vloog
uit, het eten was met glasgruis overdekt en
onbruikbaar. De schrik had echter allen den
eetlust benomen. De boerenplaats is metgeene
bliksemafleiders voorzien. De seinpaal is de aflei
der geweest, waardoor zeker een groot onheil
verhoed is. De heer L. heeft het plan dadelijk
goede afleiders op de behuizing en schuur te
plaatsen."
De minister van oorlog, het wenschelijk ach
tende, bij het ontstaan van brand in de maga
zijnen der korpsen van het leger dadelijk bij
het ontdekken van het gevaar, eenige middelen in
het werk te kunnen stellen, om onheilen te voor
komen, heeft diensvolgens tot de intendanten in
de militaire afdeelingen het verzoek gericht om
do hoofdadministratiën der korpsen onder hun
toezicht uit te noodigen, een zeker aantal met
water gevulde tonnen en een daaraan geëven-
redigd aantal ledige emmers aan te schallen en
zulks naarmate van de behoefte en in overeen
stemming met de localiteit. Bij de bereden korp
sen moeten in de stallen, tot gelijk einde, der
gelijke vaten worden geplaatst, waar te gelege
ner tijd van de voorhanden zijnde emmers kan
worden gebruik gemaakt.
De minister van oorlog heeft de aandacht
van de betrokken autoriteiten gevestigd op het
geen in acht moet worden genomen of wel ge
bruikelijk is, bij het bezoek van vreemde oor
logschepen in verschillende versterkte zeeplaat
sen, waar de omstandigheid zich voordoet' dat
zich dikwerf geen Nederlandsch oorlogschip ter
reede bevindt, waardoor de officieren der land
macht onkundig blijven van de beleefdheids
vormen bij de aankomst van de vreemde oor
logsbodems.
Voortaan zullen de soldaten-scherpschutters
als bewijs van onderscheiding, met den sabel
gewapend zijn, en door hen, aan dat wapen}
zoowel in als buiten dienst, de gewone sabel
kwast worden gedragen.
Z. M. heeft benoemd tot ridder der orde
van den Nederl. Leeuw Mr. D. Everwijn, raad
van legatie, zaakgelastigde a. i. der Nederlanden
te Londentot ontv. der dir. bel. en acc. te
Blokzijl c. a. J. Habbema, thans ontv. derzelfde
middelen te Gorredijk c. a.vergunning ver
leend aan M. "W. Van der Tak, cons, der Ne
derlanden te Kanagawa, tot het aannemen en
dragen der versierselen van ridder der orde van
Frans Joseph, hem door Z. M. den keizer van
Oostenrijk geschonkenaan H. Doijer Jzn. ge-
pens. boekh. en offic. van justitie enz. voorden
dienst der Ned. bezittingen ter Kuste van Guinea,
vergunning verleend tot het aannemen der ver
sierselen van ridder der orde van het Legioen
van Eer, hem door Z. M. den keizer der Fran-
schen geschonken; aan P. A. C. H. T. A.
"Werdmüller van Elgg, burgem. van Zandvoort,
vergunning verleend tot het aannemen en dra
gen der versierselen van ridder 4de kl. der orde
van de Kroon, hem door Z. M. den koning van
Pruisen geschonken.
Bij koninklijk besluit vaa 30 October jl.,
is tot ridder der orde van den Nederlandschen
Leeuw benoemd Mr. J. G. De Bruyn, voor
zitter van de finantieele commissie uit den ge
meenteraad van Rotterdam.
Bij koninklijk besluit van den 4den dezer is
aan G. A. Morel, te Tilburg; J. Oeters, L.
Rosenboom en L. Van Gemert, te DeilA. De
Haas en A. Van der Zijde, te Overschie; N.
Buytenweg, te Haarlemmerliede en Spaarn-
woude, en P. F. Alfrink, te Amsterdam, ver
gunning verleend tot bet aannemen en dragen
van het hun door Z. H. den paus toegekende
kruis //Fidei et Virtuti."
Bij koninklijk besluit van den 5den dezer,
is bij de schutterij te Katwijk benoemd: tot
off. van gez. der 3de kl. Dr. H. B. VanRhijn;
tot audit, bij den schuttersr. L. C. J. Blanken;
tot 2den luit. A. Franchimon.
Z. M. heeft tot leeraar aan de rijks hoogere
burgerschool te Helmond benoemd den heer
J. Van Dyck te 's-Hertogenboschen aan J.
AV. Van Asten, op zijn verzoek, eervol ontslag
verleend als burg. der gem. Huisseling.
De Thermometer van Fahrenheit teekende al
hier Vrijdag des namiddags te 5 uren 40°,Wind:
N. AV., des avonds te 8 uren 38°, te 10 uren
38°. Zaterdag 's morgens te 5 uren 36°,
te 8 uren 38°, 's namiddags te 12 uren 44°,
N., te 4 uren 42°.
BUITENLAND.
Pruisen. In de zitting van het Huis der
Afgevaardigden zijn gekozen met 227 van de
246 stemmen, tot president de heer Von For-
ckenbeck met 173 van de 244, tot eersten vice-
president de heer A7on Köller en met 161 van
de 222 stemmen, tot tweeden vice-president de
heer Von Bennigsen.
De minister van financiën heeft het budget
overgelegd. Het deficit bedraagt 5,200,000 tha
ler, dat gedekt zal worden door verkoop van
de activa. De netto ontvangsten beloopen
236,638 thl. minder dan in het vorige jaar.
De koning heeft aan Emanuel Geibel een
jaargeld van 1000 thaler verleend, totdat voor
hem eene hoogleeraarsplaats met behoorlijke be
zoldiging zal openvallen. Men herinnert zich,
dat de koning van Beieren dien heer een jaar
geld heeft ontnomen, wegens het vervaardigen
van een Pruisischgezind gedicht.
Oostenrijk. In den rijksraad is de excep-
tionneele toestand van Praag een punt van
debat geweest. De minister van binnenlandsche
zaken verklaarde dat de regeering, ten gevolge
van officieele berichten, in den eerstvolgenden
tijd te Praag gebeurtenissen kan verwachten,
waarbij eene botsing zou worden uitgelokt, en
betoogde bierbij dat er geen andere keus dan
tusschen bloedvergieten en handhaving van den
exceptionneelen toestand zou overblijven. Hij
voegde er bij, dat de regeering geene oppositie
onderdrukte, maar alleen zich nauwgezet hield
aan haar grondwettig standpunt. Na deze mee-
dedeelingen verklaarde de rijksraad met eene
groote meerderheid, dat de verordening betref
fende den exceptionneelen toestand voldoende
gerechtvaardigd was.
Frankrijk. De //Droit" meldt, dat eene
rechterlijke instructie ingesteld is betreffende
de manifestatiën, die den 2den dezer op het
kerkhof Montmartre op het graf van den op
eene barricade gedooden afgevaardigde Baudin
plaats hadden en betreffende de inschrijving,
die door de //Avenir" en de //Réveil" geopend
is, om voor Baudin een gedenkteeken op J du
richten. I f2
Engeland. De koningin der Nederlanden :I da
eergisterenavond te Loüden gearriveerd. I sta
Spanje. De beurs te Madrid is gedaald c;l uii
geruchten van oneenigheden tusschen de unk» git
nisten, progressisten en democraten betreffend te
de redactie van het manifest van het kiescd
mité op de reeds vastgestelde grondslagen. eei
is weer eene bijeenkomst bij Olozaga gehoude-.! bu
en ten slotte is de overeenstemming hersteld,I tre
Eergisteren heeft er te Madrid een bas! ia
ket plaats gehad van progressisten en unionisten! we
Olozaga heeft ten gunste der unie van de pari ine
tijen gesproken. Het democratisch-monarchistiscW alg
comité heeft nog geen programma gearresteer;! wa
ten gevolge van gebrek aan overeenstemming! ov
Men geloofde dat heden de kieswet het licht zod en
zien; daarbij zal de datum der verkiezing?:! nu
en die der bijeenroeping van de Cortes vast! op
gesteld worden.
De Russische en Pruisische gezanten worded tri
verwacht. na
ACADEMIENIEUWS. I
Leiden, 7 Nov. Bevorderd töt doctoren i:li va
het Romeinsch en hedendaagsch recht de heet!
A. E. Dronkers, geb. te Middelburg, met Ste l
lingenen de heer A. J. Haarselhorst, geb. tel
Obdam (West-Friesland), met een academisc.l
proefschrift, getiteld//Iets over het beneficeI
van inventaris of voorrecht van boedelbescbnjl
vipS"b<
GEMEENTERAAD. I
Arergadering van den Gemeenteraad van Ley ll je
den, op Maandag 9 November 1868, 's namid-H^
dags te drie uren. Ij,
Onderwerpen 1°. Benoeming van een hulp! vr
onderwijzer der le klasse aan de openbare schoo II ti
voor meer uitgebreid lager onderwijs le klasscHdi
voor jongens. 2°. Yoordragt tot het verleeneiHvi
van afschrijving van plaatselijke directe belastiD;Hgi
aan diverse personen. 3'. Adres van J. L. HooiHd
waarbij deze verzoekt om de brug enpoortaa-wa
het Zijl- of Kaarsjeslaantje te mogen doen vei Ik
vangen door een hek met beschoeijing. I I
CORRESPONDENTIE. Den heer P. geveiB^
wij in bedenking zijne klacht bij de bevoegd?I j
autoriteit te doendit zal, dunkt ons, weD
schelijker zijn, dan haar in ons blad op t«B 5
nemen. I
VERBETERING. In ons nc. van Vrijdag! 1
6 Nov. staat in het ingezonden stuk op del
2de pag. 2de kolom v. o.: Wijders dat het!
aanzienlijk kapitaal //dat de Armenbakkerij zeer I
ten nadeele van het Huiszittenhuis genomen!
had, enz.; men leze hiervoor: gewonnen had.
STATEN-GENERAAL.
Tweede Kamer.
De minister van koloniën zegt in zijn ant- I
woord nopens Hoofdstuk IX der staatsbegroo- I
ting voor 1869, dat hij hoopte voor de openbare I
beraadslagingen van dat hoofdstuk het maximum- I
cijfer voor de subsidiën der koloniën Surinam* I
en Cura9ao volgens hare herziene begrootingeu I
te kunnen aangeven. Loslating der koloniëD, H
zegt de minister (hetgeen slaat op de W.-In- I
dische), is een denkbeeld tegen welles verwezen I
lijking vrij belangrijke bezwaren zijn, zoolang I
de wensch daartoe niet van de koloniën zelve I
uitgaat. Intusschen wordt er veel prijs opge- I
steld, dat de gezindheid der vertegenwoordiging I
op dit punt zich meer en meer openbare. Het
verlaten ter gelegener tijd van de bezittingen I
ter Kuste van Guinea, zegt de minister, ver- I
dient alleszins overweging.
Bij de overweging van het wetsontwerp I
tot wijziging van Hoofdstuk II (Hooge Colle- I
ges) der staatsbegrooting voor 1867, werd de I
handelwijze van den afgetreden minister van I
financiën, onder wiens verantwoordelijkheid ge- I