sche Boldaten stonden gisteren op het slagveld
te huilen, dat zij er niet op mochten inloopen;
zij begrepen niet, dat zij zoodoende den dood
in den mond zouden loopen. Over een paar
Europeanen, die de plaat poetsten, zal de krijgs
raad vonnissen. Ik moet op wacht, en eindig
dus; wanneer er weer gelegenheid zal zijn, weet
ik niet."
De minister van justitie heeft een wetsont
werp aangeboden tot gedeeltelijke invoering
der wet van den 31sten Mei 1861 (Staatsblad
n°. 49), houdende eene nieuwe rechterlijke in
richting.
Dat ontwerp luidt aldus:
Art. 1. Met den lsten Januari 1869 treden
in werking de eerste afdeeling, met uitzondering
van het tweede lid van art. 31 en het eerste
lid van art. 34, benevens de artt. 93, 94 en
96, tweede lid, der wet van 31 Mei 1861
(Staatsblad n°. 49), behoudens de volgende be
palingen.
Art. 2. Art. 4 wordt gelezen als volgt:
//Het openbaar ministerie wordt uitgeoefend
door den procureur-generaal bij den hoogen
raad, de procureurs generaal bij de provinciale
gerechtshoven, de officieren van justitie bij de
arrondissements-rechtbanken en de daartoe in
de wet aangewezen ambtenaren bij de kanton
gerechten."
Art. 3. Het voorlaatste lid van art. 21 wordt
gelezen als volgt:
De rechters plaatsvervangers en de rechter
lijke ambtenaren, aan wien, ingevolge het 3de
lid van art. 93, het drijven van handel blijft
vergund, bovendien, wanneer zij verklaard zijn
in staat van faillissement."
Art. 4. In Art. 93, 1ste lid, vervallen de
woorden:
//voor zooverre die in wezen blijven."
In art. 93, 3de lid, wordt in plaats van
//lid, secretaris of penningmeester", gelezen:
//lid of secretaris."
Art. 5. In plaats van gerechtshoven", waar
dit woord voorkomt in de bij deze wet in wer
king gestelde bepalingen, wordt gelezen //pro
vinciale gerechtshoven."
Art. 6. Met den lsten Januari 1869 vrorden
ingetrokken
de artt. 1 tot en met 18, 19 voor zooveel
betreft de wijze van eedsaflegging der onder
scheidene rechterlijke ambtenaren, 20, 22 tot
en met 29, 31 voor zooveel de kantonrechters,
plaatsvervangers betreft, 32, 33, 34, 35, 37,47, 48,
49, 51, 52, 62, 63, 64, 72, 73, 84, 85, 86, 10s]
109 en 111 der wet op de rechterlijke organi
satie en het beleid der justitie;
de artt. 3 en 4 der wet van 26 Frimaire, IYde
jaar (7 December 1795) en het Arrêté van het
Directoire Exécutif van 28 Brumaire an VI
(18 November 1797);
en alle bepalingen omtrent het hooren van
het openbaar ministerie in zijne conclusiën in
burgerlijke zaken, anders dan bij een beroep
in cassatie.
Uit de memorie van toelichting blijkt het
volgende
In de vorige zitting werd aan de Kamer in
gediend een ontwerp van wet tot inwerking
stelling van de bepalingen der wet van den
31sten Mei 1861 (Staatsblad n°. 49) over de
benoeming en het ontslag der rechterlijke amb
tenaren en over de rechterlijke tucht.
De hoofdzakelijke aanleiding tot dit wetsont
werp was, blijkens de memorie van toelichting
2), de al meer en meer gebleken noodzake
lijkheid om, met voorziening in eene thans be
staande leemte der wet, het mogelijk te maken,
leden der rechterlijke macht, die door hoogen
ouderdom of door aanhoudende ziels- of lichaams
ziekte buiten staat zijn hunne bediening waar
te nemen, daaruit, ook buiten hunne toestem
ming, te ontslaan.
De bepalingen over de benoeming en het
ontslag der rechterlijke ambtenaren en over de
rechterlijke tucht behooren nu wel onder de
belangrijkste van de eerste afdeeling der wet
van 1861. Er bestaat echter geen voldoende
grond, om deze los te maken van die afdeeling,
tenzij het bewijs kon worden geleverd, dat hare
overige bepalingen niet vatbaar zijn voor eene
dadelijke invoering naast de tweede en volgende
afdeelingen der organisatie van 1838. Dit nu
is, naar de overtuiging van den minister,
het geval niet. De voorschriften aangaande
de rechterlijke macht in het algemeen vor
men een afgerond geheel. Zoo deze goed
zijn, dan zijn zij ook geschikt om te gelden
naast elke regeling der rechterlijke macht in
het bijzonder, die van 1838 zoowel als die
van 1861.
Do voorloopige invoering der geheele eerste
afdeeling van de nieuwe rechterlijke inrichting,
met de daarvan onafscheidelijke overgangsbe
palingen (artt. 93 en 94) en de slotbepaling
van art. 96, alin. 2, is niet alleen mogelijk, zij
is ook wenschelijk.
Immers zij bevat, behalve de regeling van de
benoeming en het ontslag der rechterlijke amb
tenaren en der rechterlijke tucht, nog een aan
tal bepalingen over andere onderwerpen, die zich
gunstig van de thans geldende onderscheiden.
Hier zij alleen verwezen naar de afschaffing
der conclusiën van het openbaar ministerie in
burgerlijke zaken (behalve in cassatie) en van
de vacantie der rechterlijke macht.
Z. M. heeft benoemd tot dir. der verzame
ling van munten en penningen aan de hooge-
school te Leiden Dr. L. J. F. Janssen, thans
conserv. bij het archaeol. kabinet te Leiden,
uit welke betrekking hij tevens eervol wordt
ontslagen.
Hedenmorgen is in het Oude-Mannen-
en A^rouwenbuis alhier een treurig ongeluk
gebeurd. Eene 94jarige, die aldaar hare dagen
sleet, is, ten gevolge van het omvallen eener
stoof, door den kolendamp/en rook gestikt.
In het vorige jaar kwam te Amsterdam,
onder den naam van Jonathan, eene vereeni-
ging tot stand, die zich ten doel stelde om de
militairen gedurende de wintermaanden door
voordrachten of andere vermakelijkheden eenige
nuttige en aangename verpoozing te verschaf
fen. In navolging, maar tevens met geheele
wijziging van dat voorbeeld, heeft het departe
ment Haarlem van de Maatschappij tot Nut
van 't Algemeen begrepen, zich ook daar ter
stede het lot van den soldaat te moeten aan
trekken. Uitgaande van de overtuiging, dat het
verblijf in de sombere cantines van eene ka
zerne alles behalve aangenaam is, en menig
militair daardoor verleid wordt om zijne uren
van rust te slijten hetzij op zijne slaapzaal,
hetzij in de herberg, heeft het willen beproe
ven, in de kazerne zelve eene gelegenheid te
openen, waar de manschappen eene huiselijker
en gezelliger toevlucht zouden kunnen vinden.
Dientengevolge heeft zich een commissie ge
vormd uit een drietal leden van het depar
tementaal bestuur en uit drie officieren van bet
reg. huzaren (de infanterie werd juist verplaatst),
zijnde de majoor Fundter en de luitenants
Couvóe en baron Van Heemstra, ten einde po
gingen tot verwezenlijking van dat voornemen
in het werk te stellen. Voorloopig door de bur
gerij en tevens door eene gift van het hoofd
bestuur van bovengenoemde Maatschappij vol
doende ondersteund, heeft de commissie het
voorrecht gehad, de lees- en uitspanningzaal
Mars voor de militairen te kunnen inrichten,
welke Maandag-avond feestelijk werd inge
wijd. De zaal is voortaan dagelijks, van
's morgens 10 tot 's avonds 10 uren, voor al de
bewoners der kazerne geopend. Ruim genoeg
voor een honderdtal bezoekers, 's avonds helder
met gas verlicht en behoorlijk verwarmd, is
daar aangebracht een goed ingericht buffet,
waar tegen de allermatigste vergoeding (bijv.
3 cents voor een glas stevig bier, 1 cent voo-
eene kop koffiesterke drank is er geweer]
de gewone ververschingen eener cantiue te vC:
krijgen zijn. Eene goedgevulde boekenkast geefi
ten minste voor het begin, genoegzamen voo:
raad van degelijke uitspannings-lectuurde bes-
Nederlandsche tijdschriften en eenige courante:
liggen op de leestafeleene tweede tafel dras:
het noodige schrijfgereedschapverder bestü
er gelegenheid om te spelen: men vindt ereei
biljart en eenige gymnastiektoestellen. In et
woord, de kazernebewoner heeft door deze i;
richting eene vergoeding gevonden voor k:
gemis van den huisselijken haard en een
zellig verblijf in zijne vrije uren.
Uit Goes schrijft men dd. 3 dezer:
//Gisterenavond zijn hier de grondslagen p
legd voor eene voorschotsvereeniging en spaa:
bank, door de gedeeltelijke vaststelling
statuten en de keuze van een bestuur, i
Vereeniging voor volksbelangen had een g;
schriftje verspreid, waarin het doel van zuli
eene vereeniging werd uiteengezet en de nerinr
doenden en handwerklieden werden uitgenc
digd om tot het oprichten van zulk eene vt-
eeniging mede te werken. Daarbij waren oq
werpstatuten gevoegd, geschoeid op de leg
van dergelijke in Duitschland bestaande
eenigingen.
//Uit het Maandag 26 October 11. talrijk in
gekomen publiek verklaarde zich reeds aanstond
een vijfentwintigtal bereid zulk eene voorschot-
vereeniging en spaarbank op te richten, terv
dat aantal nu reeds tot 43 is aangegroeid
//Men koestert aldus de hoop dat binnc
eenigen tijd door de op te richten vereenigq
in twee groote behoeften zal worden voorzie:
door namelijk op eene flinke wijze krediet:
verschaffen aan neringdoenden en handweri
lieden, en door op eene zekere wijze de spai-
penningen der mingegoeden tegen eene mat-
rente uit te zetten.
//De leden der vereeniging nemen zelvenb:
bestuur en de leiding der vereeniging op zt
//Het kapitaal der bank zal bestaan uit
aandeelen der leden, f 75 groot, iu maandelijks:
bijdragen van minstens 50 cent bijeen te brd
gen, uit opgeuomen gelden, alsmede uit de gi
den der spaarbank, voor welke opgenomd
gelden en spaarinlagen de leden der vereenigi:
hoofdelijk aansprakelijk zullen zijn. Dit ks[
taal zal alleen aan leden der vereeniging w.
den voorgeschoten tegen een interest van i
pCt., welke hooge interest echter verminder^
wordt, doordat de winst daaruit voortspra
tende weder onder de leden als divides,
wordt verdeeld, naarmate de grootte van ieders
aandeel.
//Te verwonderen is het, dat reeds niet vrcf
ger iu andere plaatsen van ons vaderland zulb
vereenigingen zijn opgericht, daar behoefte as:
krediet en gebrekkige vervulling daarvau dr
klacht van vele neringdoenden en bandwer:'
lieden is. Met grond mag men dan ook thac;
verwachten, dat wanneer de poging, te Go*
aangewend, met goeden uitslag wordt bekroon:
(en dit zal van de leden zeiven afhangen) zv
rot navolging in andere steden van ons vader
land zal opwekken."
De Thermometer van Fahrenheit teekendeal'
hier Donderdag des namiddags te 5 uren 43°, Wint
N. W., des avonds te 8 uren 40°, te 10 ure:
38°. Vrijdag 's morgens te 5 uren 3T
te 8 uren 39°, 's namiddags te 12 uren 41'
te 4 uren 41°.
BU1TENLA N D.
Rusland. In antwoord op artikelen van de
//Kölnische Zeitung", de //Weser Zeitung" eD
//Lloyds", naar aanleiding eener rede van des
Russischen minister van openbaar onderwijs te
Warschau over het Panslavismus, ook in an*