MET 1 KEBRUARIJ 1869 Lede uit St.-Peter3burg, waarin gezegd wordt, lat het artikel van het //Journal de St. Peters burg" waarin op een verbond van Rusland en f ruisen wordt gedoeld (zie ons N°. 2677) vol trekt niet officieel is, en dat het slechts een Brief is, aan het //Journal de St. Petersbourg'1 lericht, waarin het persoonlijk gevoelen van correspondent wordt ontwikkeld, doch Jaaraan het gouvernement geheel vreemd is. Amerika. De heer Seymour heeft eene rede lehouden, die met veel geestdrift is aangehoord waarin hij aantoonde dat de politiek der Ipublikeinsche partij sedert de onderdrukking In den opstand een compleet fiasco heeft ge laakt. I Te San Francisco heeft eene aardbeving plaats tehad, die eene geweldige schudding te weeg- lacht. Vele straten zijn vernield. I Uit.Mexico wordt gemeld dat Santa Anna Boor de partij van Durango tot keizer is ge- loclameerd. AMSTERDAMSCUE BRIEVEN. XI. 3 November 1868. Mijnheer de Redacteur. [Evenals elk goed huisvader heeft ook Am- Lrdam zich in de laatste dagen voorbereid op dingen die komen zullen, door na te gaan Beveel het uitgeven kon, en de wijsheid van gemeenteraad heeft als uitkomst van dat |derzoek de som van 5,200,000 vastgesteld. begrooting is gedurende vier achtereenvol- lode dagen, in middag- en avondzittingen, be- pdeld en op den vierden dag kon men de S&dsleden herkennen aan hun uitgemergeld en tek gelaat, sporen van den uitputtenden vier- jagschen veldslag, die over de verschillende |sten der begrooting geleverd was. Waar is i Homerus, die met gloeiende kleuren den Inval en de verdediging schildert, waar de pdarus, die den triomf bezingt van aanbe- feding over eigen beheer, waar de Tyr- die de curatoren van 't Athenaeum met Inge zangen aanspoort tot krachtige reorga- patie van die instellingHelaas, wij heb- geen dichters meer, voor dit onderwerp lield genoeg Proza alleen moet er ons door- (Ipen, en in proza moet ik u dus berich- dat er dit jaar veel meer gediscuteerd, dat begrooting veel heviger aangevallen, dat priii meer wijziging is gebracht, dan ten vori- i jare. Ik kan u natuurlijk niet lastig vallen It de opsomming van alle posten waarop pende men ten zijn aangenomen, en geef u dus («en den indruk terug, dien de loop der dis- fcaên in den raad op mij gemaakt heeft. |ij kwam het voor, dat de verschillende leden het dagelijksch bestuur meer dan vroeger fileerd, elk op zich zelf, stonden, waar- zij misschien aan zelfstandigheid van opinie ponen, maar aan weerstandsvermogen zeker 1 verloren, zoodal de verschillende voor- lllen van wijziging meer kans hadden van jpgeuoinen te worden. Bij een groot aantal pdsleden daarentegen bestond m. i., zonder f zij er zich rekenschap van gaven, een stre- i om zoo weinig mogelijk aan het dagelijksch ftuur over te laten, nu de man, die zooveel 1 den raad vermocht, en die tevens zulk krachtige impulsie aan het dagelijksch be- lUr gaf, nu Fock niet meer burgemeester is. J geef bovenstaande conjectuur voor wat zij is fea doe ik u opmerken dat ook zij mij terug legt tot hetgeen ik in een vroegeren brief zeide, namelijk dat Fock een zeer ge likt burgemeester was voor Amsterdam, l'-lp éen incident bij de behandeling der be- Poting wensch ik uwe aandacht nog te vesti- Het is het voorstel van den heer Muller Is' om aan alle professoren aan het Athenaeum traktement toe te kennen van f 4000, tegen intrekking van het genot der college-gelden, en met de bepaling dat Prof. Boot, die thans meer dan ƒ4000 geniet, in 't vervolg dat meerdere zal verliezen, maar als vergoeding voor dat verlies eenige uren vrijen tijd zal erlangen, daar dan de heer Kappeijne Van de Copello, de rector van 't Gymnasium, het onderwijs in het Grieksch zal overnemen. Hoe vindt ge die vergoeding? Stel u voor, dat de Twentsche fabrieksheeren aan hun werklieden voorstelden hun salaris in te houden, maar ook als ver goeding geen werk van hen vorderden? Ik verneem dat Prof. Boot met die generositeit niet tevreden is, en ik kan het den man niet kwalijk nemen. Waarom hem niet gelaten wat hij tot nu toe genoten heeft, al streed dat met de uniformiteit, die het sine qua non schijnt te zijn van alle moderne reorganisatie? Intus- schen, het voorstel is niet aangenomen, doch aan curatoren verzonden met verzoek om indie ning van een^geheel plan tot hervorming van 't Athenaeum. Die hervorming van 't Athenaeum is sedert jaren een pium votum. Ik herinner mij den tijd toen ik er voor dweepte, toen ik er niet aan twijfelde, dat, was Amsterdam eens een vrije universiteit met het jus promovendi, onze geheele studeerende jongelingschap bij honder den en bij duizenden naar de hoofdstad zou toestroomen, dat de overige academiën ver laten, de halve stad Leiden als bleekveld of als vetweiderij, Utrecht als groot spoor wegstation, Groningen als menistenhemel ingericht zouden worden 1 Maar achze zijn vervlogen die zoete droomenl Nog kwijnt het Athenaeum, Dog ziet Leiden met trots op zijn drom van juristen, Utrecht op zijn talrijke theologanten, en van waar zal de hulp ko men? De wet op het hooger onderwijs, zal zij zoo radicaal te werk gaan, wanneer zij uit de bureaux van 't ministerie te voorschijn komt? Neen, 'tis niet te verwachten, en thans zeg ik ook, 't is niet te hopen, o. a. om de zeer eenvoudige en practische reden, dat die wet in dat geval met nagenoeg algemeene stemmen zou verworpen worden, en ik aan dit ministerie nog een lang en gelukkig leven toewensch. Maar waartoe dient dan eene reorganisatie van het Athenaeum; tenzij men onder dat woord ook afschaffing begrijpe? Wij hebben al drie universiteiten. De eischen eener voldoende ver tegenwoordiging van alle vakken van hooger onderwijs worden steeds hooger, en dat ons vaderland ternauwernood voldoet aan de vraag naar goede hoogleeraren, dat bewijzen de veel vuldige benoemingen van vreemdelingen tot het professoraat. Het voorstel Muller, waarvan ik straks sprak, gaat uit van de gebleken onmo gelijkheid om tegen de thans vastgestelde hono raria de hoogleeraarsplaatsen behoorlijk te be zetten. Is het daD niet een moeilijk te verde digen luxe, met nog grooter kosten dan tot nu toe, eene instelling in stand te houden, wier voorwaarden van bestaan zeker niet verbe terd zullen worden door de aanstaande wet geving op het hooger onderwijs, en die dus evenzeer zal kwijnen als thans? Waarom zich niet gehouden aan de krachtige aankweeking van het medisch onderwijs, dat voor een jaar hier is georganiseerd. Voorloopig schijnt men nog niet van deze denkbeelden doordrongen te zijn. Althans het verzoek aan de curatoren van 't Athenaeum zal toch wel een anderen zin hebben dan een con signatie in den doofpot? t.t. Q. N. ACADEMIEN1EUWS. Utrecht, 2 November. Bevorderd tot doc tor in de heelkunde de heer Marcus Juda, me- dicinae doctor, geboren te Paramaribo, na ver dediging van Stellingen. T00NEELNIEUWS. Rotterdam. Woensdag 4 November 7% uur, //Der Troubadour von Verdi". HANDEL. Rotterdam, 2 Nov. Tarwe 50 ets., Rogge 25 ets., Winter en zomer Gerst 50 ets., Erw ten 25 ets. lager. Overigens onveranderd. Meekrap. Daar de vraagprijzen meestal veel te hoog waren was de handel niet zeer groot. STATEN-GENERAAL. Tweede Kamer. Aan de leden van de Tweede Kamer is rond gedeeld het antwoord van den minister van koloniën op het afdeelings-verslag der Kamer betrekkelijk de Indische begrooting voor 1869. De minister geeft gaarne toe, het verkieslijke om het staatkundig beleid bij Hoofdstuk IX te behandelen. De minister zal zoo mogelijk de wetsontwerpen tot regeling van de suiker-cul tuur en tot uitgifte van gronden in Ned. Indie nog vóór de lente indienen. Het voorstel om trent de heerediensten is afhankelijk van de Indische overwegingeninmiddels moeten de bestaande gepresteerd worden. Overigens doet de minister menige toezegging op wetgevend- of administratief gebied; zoomede velerlei inlich tingen, doch hij acht in details treden der Ka mer omtrent het Indisch bestuur bedenkelijk. De Rekenkamer heeft bezwaar gemaakt tegen de verevening van den overtocht van den heer Huët, als in strijd met de bestaande regeling nopens vrijen overtocht. Aan den heer Andrae is werkelijk 5000 gulden voor overtocht toegekend in plaats van 1500, waarop hij recht had. Uit de retroacta van 1867 blijken de motieven dier afwijking niet. Van Januari 1869 zal de gouvernements-risico op iedere scheepslading producten gebracht worden op 330.000. Zitting van heden. Er is ingekomen een ontwerp van wet tot gedeeltelijke invoering van de wet van 1861, regelende de rechterlijke inrichting. De stukken in de zaak van Huet zijn in handen gesteld eener commissie, bestaande uit de HH. Storm, Dullert, Kemper, Van Golt- 8tein en Bots. De beraadslagingen over de In dische begrooting 1869 zijn op morgen bepaald. ADVERTENTiEN. Voorspoedig bevallen van eenen Zoon M. REIMERINGER Zwaardbmaker. Leiden, 3 November 1868. Eenige kennisgeving. Voor de vele bewijzen van deelneming, ons betoond bij de geboorte van ons kind, betuigen wij hartelijk dank. W. PLEYTE. C. M. PLEYTE, Tempelman van der Hoeven. VisitedagenWoensdagDonderdag en Vrijdag 4, 5 en 6 November. De Crediteuren van den Heer S. J. R. ATTAMA worden verzocht hunne rekenin gen vóór 12 November a. in te zenden bij J. C. MEIJER, Hoogstraat N°. 4. verlangt men te huren op vrolijken stand, een HUIS met 7 of 9 Kamers liefst met TUINTJE, van alle gemakken en goed drinkwater voorzien. Aanbiedingen met opgaaf van stand en huur prijs worden franco verzocht onder Lett. Z, adres G. J. VAN LEEUWEN, Boekhandelaar te LeijdenHaarlemmerstraat.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1868 | | pagina 3