N°. 2659. Zaterdag A°. v 10 October. B I N GENLAND. PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden, per 3 maandenf 3.00. Franco per postn 3.85. Afzonderlijke Nommers0.10. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagenuitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIEN. Van 1-6 regels f 0.75; iedere regel meerƒ0.12*. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten van 1-4 regels ƒ0.90; iedere regel meer0.15. LEIDSCH DAGBLAD. LEIDEN, 9 October. Heden werd alhier, in eene algemeene verga dering van de Leidsche Maatschappij van Wel dadigheid, door de hoofddirectie verslag uitge bracht over den toestand dier maatschappij, gedurende het boekjaar 1867/1868. Hieruit bleek dat er aan 244 hoofden van buisgezinnen voor levensmiddelen, huishuur, schoolgelden, enz. was uitbetaald eene som van /'3802.54s. De afdeeling B had weder aan vele personen werk verschaft: daar de bestellingen van het ministerie van koloniën en van oorlog echter dit jaar minder waren geweest dan het vorige zoo was er slechts voor f 11729.77 aan loon betaald, tegen 15264.665 in het vorige jaar. De afdeeling C der maatschappij, de Hulp bank, verheugt zich bij voortduring in toene- mendeu bloei. Er werd in 1867 uitgeleend eene som van 43320 aan 434 personen. De hoogste som die uitgeleend werd is f 400de voorschotten van 100 waren het meest in aantal; daarop volgden die van f 200, en dan die van 50. Voorts werd er eene commissie benoemd om de rekening van het afgeloopen boekjaar na te zien, die met een batig saldo van f 3855.35 sluit, terwijl de twee aftredende leden van het hoofd bestuur, de heeren J. Baert en P. JDe Eremery, bij acclamatie werden herkozen. Omtrent den staat van het postwezen is het volgende ontleend aan de stukken door de re geering bij de Tweede Kamer ingediend In de maand Augustus 1868 zijn verzonden 1,850,630 binnenlandsche portbetalende brieven, tegen 361,311 in Augustus 1850; bet getal bui- tenlandsche brieven, waarvan port ten behoeve van het rijk is geheven, was in Augustus 1868 546,341 tegen 183,531 in Augustus 1850. In 1867 zijn aangeteekend 475,111 brieven tegen een vast recht en 3764 brieven met aangifte van geldswaarde tegen een opklimmend recht. Het getal der binnenlandsche postwissels heeft in 1867 bedragen 287,853 voor eene geldswaarde van f 2,636,080 zijnde gemiddeld f 9.16 per brief. In 1867 zijn verzonden 10,587,122 binnen landsche en buitenlandsche gedrukte stukken. De gezamenlijke inkomsten der postadministratie hebben in 1867 bedragen ƒ2,411,701.41s tegen /"2,311,406.33s in 1866 en f 1,350,553.11s in 1849. De uitgaven bedroegen in die driejaren, 1S67 1,274,785.30; 1866 /"1,248,448.37s; en in 1849 f479,400.18s. Het personeel is in 1866 vermeerderd met 2 kommiezen, 19 brievenbestellers, 20 brieven gaarders, 1 adsistent, 1 kantoorknecht, 24 con ducteurs en 18 postboden. Het gezamenlijk ambtelijk en bezoldigd personeel der postadmi nistratie bestaat thans uit 2710 personen. In 1867 zijn met de post verzonden 26,809,355 portbetalende brieven, zijnde 1,200,000 meer dan in 1866, en 16 millioen meer dan in 1851; voorts 8,726,731 gefrankeerde brieven, zijnde 7 millioen meer dan in 1852; terwijl in 1867 te gelde gemaakt zijn 8,451,253 postze gels, zijnde bijna 7 millioen meer dan in 1852. Naar men verneemt, is bij de regeering eene aanvrage tot concessie aanhangig voor een spoorweg, die Amsterdam, door de Haarlem mermeer, Tegelrecht met Dordrecht zou verbin den. Het 'plan moet reeds bij den waterstaat onderzocht4 zijn, doch van die zijde eenige be zwaren ontmoet hebben ten opzichte van de overbruggingen van rivieren, die daarbij on vermijdelijk zijn, en die vernieuwde belemme ring, bij de reeds bestaande en ontworpen over bruggingen voor de staatsspoorwegen, voor de scheepvaart zouden veroorzaken. De aanvrage moet gedaan zijn door den heer "Van Vlissingen van Amsterdam c. s. De Amsterdamsche correspondent van de N. R. Courant vertelt dat in de hoofdstad eenige R. Katholieken natuurlijk behoort de heer J. A. Alberdingk Thijm hierbij bezwaren bij de plaatselijke schoolcommissie hebben inge diend tegen een boekje, dat als prijs voor de scholen door die commissie was goedgekeurd. Van dat protest zijn afschriften gezonden aan den minister van binnenlandsche zaken en aan den inspecteur van Noord-Holland. Het boekje is van den bekenden hoofdonderwijzer te Am sterdam P. J. Andriessen, en is getiteldD o zoon van den zeeroover. Drie bezwaren worden tegen dat boekje ingebrachtin de eerste plaats zou daarin staan, dat de moordaanslag van Balthasar Gerards op den prins van Oranje door een dominicaner geestelijke zou zijn goedge keurd; dit historisch feit schijnt met de leer der R.-K. kerk niet te vereenigen te zijnin de tweede plaats, dat paus Sixtus van zwijnenhoe der tot de pauselijke waardigheid is opgeklom men, nadat hij als kardinaal zich ouder en zie kelijker zou hebben geveinsd dan hij was. Dit nu zou strijden tegen het dogma der kerk, dat het conclave der kardinalen de pausen kiest door den Heiligen Geest. In de derde plaats zou in het werk te lezen staan, dat keizer Constantijn de Groote //in een droom" voor een bekenden veldslag een kruisteeken gezien had, waaronder hij zou overwinnen. Dit zou eene moderne of rationalistische verklaring van won deren zijn. Over deze zaak wordt nog nader aan dat zelfde blad geschreven: Als curiositeit kan ook vermeld worden, dat men hier verzekert, dat een zeer geacht en als goed Roomsch Katholiek bekend hoofdonderwij zer het bewuste geïncrimineerde werk zou heb ben gegeven als prijs aan kinderen uit Roomsch Katholieke gezinnen, waar hij les gaf. Wel een bewijs van het gezochte van de bezwaren tegen dat werk, geschreven door een man, aan wien niemand, die hem kent, de bedoeling of den toeleg toeschrijft om iemand, wie dan ook, in zijne godsdienstige begrippen te krenken, hetgeen dan ook noch uit de drie reeds vermelde punten van aanklacht, noch uit het verband van het geheele werk met eenigen redelijken grond valt af te leiden. De verontwaardiging over een zoo danig zoeken van bezwaren is dan ook schier algemeen, ook onder vele Roomsch Katholieken, die het voor de zaak van hunnen godsdienst eer schadelijk dan voordeelig achten om daaronder politieke oogmerken te mengen, maar haar daar van zuiver wenschen te houden. Gisteren ontvingen wij het Staatkundig en Staathuishoudkundig jaarboekje voor 186 8, uitgegeven door de Vereeniging voor de Statistiek in Nederland, 20ste jaargang. Tevens is uitgegeven een algemeen register op alle thans verschenen jaargangen, waardoor de waarde van deze jaarboekjes zeer verhoogd wordt. Een rijke schat van statistieke gegevens treft men in deze reeks aan. Geheel zonder onder steuning van de regeering en bijna uitsluitend door de leden der vereeniging worden jaarlijks belangrijke bijdragen over verschillende onder werpen bijeenverzameld en uitgegeven. Zoo bevat ook de jaargang 1868 weder een rijken voorraad van statistieke bescheideneen algemeen statistiek overzicht van Nederland in 1866, volgens de provinciale verslagen, en een van de Oost- Indische bezittingen in 1S64, volgen het re- geeringsverslag. Daarbij verschillende bijdragen over bevolking, gezondheid, onderwijs, armwe zen, financiën, handel, brievenport, telegrafen en spoorwegen. De overtuiging is algemeen, dat alleen eene juiste kennis van de bestaande toestanden, vrij van meer of min eenzijdige beschouwingen, en alleen gebaseerd op positieve feiten, den weg kan banen tot wegruiming van het verkeerde in onze maatschappij, en tot duurzame hervor mingen. Die kennis zoo nauwgezet mogelijk te bevorderen is het doel der statistiek, en daartoe wil de genoemde vereeniging door de uitgave harer jaarboekjes het hare bijdragen. Alleen door zulke uitgaven is het ook mogelijk, om tegen te gaan dat er nog dikwijls zoovele on juistheden op naam van de statistiek worden verdedigd. Wordt de statistiek, gelijk in deze jaarboekjes, streng wetenschappelijk behandeld, dan zal ook de tegenstand, dien zij daardoor van verschillende zijden nog ondervindt, ver dwijnen. Het verslag van het onderzoek in de af- deelingen van den gemeenteraad der ge- meentebegrooting van 's-Gravenhage voor 1869, en het antwoord van burg. en weth. daarop behelst o. a. dat verschillende leden het oogenblik gekomen achten om de hondenbelas ting af te schaffen, die tot groote bezwaren aan leiding geeft, weinig opbrengt, terwijl het hoofd doel, de vermindering der honden, daardoor niet bereikt wordt. B. en W. wederspreken dit. Ver scheidene leden wenschen eene proef te nemen met de nieuw uitgevonden Amerikaansche bui zen tot verkrijging van goed drinkwater. De bedoelde buizen schijnen, volgens B. en W., zeer bruikbaar te zijn, wanneer de plaats goed drinkwater oplevert, maar er is aldaar juist ge-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1868 | | pagina 1