N°. 2645. Donderdag A°. 24 September. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden, per 3 maandenf 3.00. Franco per post3.85. Afzonderlijke Nommers0.10. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIEN. Van 1-6 regels 0.75; iedere regel meerf 0.124. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten van 1-4 regels 0.90; iedere regel meer0.15. Lelden, 33 September. In landen waar het constitutioneele leven Op teer lagen trap staat, heeft eene troonrede een njzonder gewicht. Waar de toekomst van de lersoonlijke willekeur van den vorst af hankelijk s, en deze zijne plannen in het geheim beraamt, laar hebben de woorden van dien vorst, met eden, eene bijzondere beteekenis. Behoort dat aod buitendieü tot een der eerste mogendheden, lan wacht gansch Europa, vol nieuwsgierigheid, ïaar hetgeen in zijne rede vermeld zal worden, en, il logenstrafte de uitkomst dikwijls de verwachtin gen, toch zoekt men in de woorden vau den louverein eenige zekerheid te krijgen omtrent ien algemeenen politieken toestand. Wij, die iu het bezit zijn van een deugdellj- en constitutioneelen regeeringsvorm, wij, die niet ut de mogendheden van den eersten rang be- iooren, wij verwachten minder van de troonrede, erwikkelingen met het buitenland behooren bij us, gelukkig, tot de zeldzaamheden. Wij mogen met belangstelling den loop der zaken in Europa iagaan, een direct aandeel nemen wij er, als kleine uogeudheid, niet aan. Ouze regeering werkt niet het geheim, en de toestand van ons land is ons even zoo goed bekend als aan den Koning. Je keuze van zijne raadslieden geeft ons einde- reeds een antwoord op de richting, die in iet bestuur zal gevolgd worden. Al stelt men het dan als een waarborg voor 3e eendrachtige samenwerking der staatsmach- :en op prijs, wanneer de Koning jaarlijks de littingen der Staten-Generaal in persoon wil :>penen, en al zal ook in buitengewone omstan- iigheden het koninklijk woord in tegenwoordig- jeid der volksvertegenwoordigers uitgesproken gewichtigen invloed kunnen uitoefenen, de troonrede kan ons niet ieder jaar eene verras sende tijding brengen. De Troonrede, die Maandag ie uitgesproken, heeft echter eene karakteristieke zijdehet is bondigheid. Geene phrases, geene schoonklin- iende woorden treft men er in aan. Kort en duidelijk wordt alles vermeld wat te vermelden Het is als een wegwijzer voor de werkzaam- lieden der Staten-Generaal, en het //geene woor- 3en, maar daden" spreekt van het begin tot het einde uit iederen zin. Er wordt niet getracht om in eenige schel klinkende volzinnen den toestand onzer bui ten- ^ndsche bezittingen te schetsen, er wo rdt ge- gd: //De toestand van ons uitgebreid overzeesch gebied is niet met een woord aan te duiden." Ea daarop wordt verwezen naar het verslag. Uit de paragraaf, die hierop volgt, blijkt echter, dat de regeering ernstige plannen heeft om de Indische zaken krachtig aan te pakken. Mochten sommigen zich bevreesd gemaakt hebben over ouze verstandhouding met Pruisen, ten aanzien van de quaestie der Rijnvaart, de troonrede geeft dezen vreesachtigen de verzeke ring, dat onze betrekkingen met de andere mo gendheden niets te wenschen overlaten. Wat een ieder zeker met blijdschap zal gele zen hebben is de geruststellende verklaring om trent onze fiuanciën. Uit de gewone middelen zullen alle uitgaven gevonden geworden. Ook wordt er weder de indiening van ver scheidene wetten beloofd: wetten op het hooger onderwijs, tot afkoopbaarstelliug van de tienden, tot afschaffing van het zegel op drukwerken, enz. Op zich zelve beteekent deze belofte weinig. Reeds meermalen werden deze wetten beloofd de wet op het hooger onderwijs bijna in elke troonrede. Behalve de belofte in de troonrede is het toch uog noodig, voordat de wetten tot stand komen, dat zij worden ingediend, dat zij worden behandeld eu dat zij worden aangeno men. Vele ontwerpen kom-an niet eens in de eerste phase: dikwijls blijven zij ook tusschen de eerste en de tweede: zoo o. a. in het vorige jaar, toen de troonrede zoo bijzonder mild in bet beloven was geweest. Er werden verscheidene ontwerpen ingediend (sommigen, zagen wij met blijdschap, zullen thans weder worden aangeboden); maar tot stand kwam niets. Er zijn verscheidene dingen meer voor de totstandkoming van wetten noodig, dan eene eenvoudige belofte in de troonrede. Wij hebben nog naar andere dingen te vragen, voordat wij ons eenigszins durven vleien, dat ons Staatsblad werkelijk in bet volgende jaar zal verrijkt wor den. En doen wij dat, dan mogen wij dit jaar werkelijk verwachten, dat verscheidene der be loofde wetten de drie phases gelukkig zullen doorloopen. Wij hebben ministers, die in de verschillende betrekkingen, die zij vroeger bekleedden, bewezen hebben, dat zij ijverig en nauwgezet het werk opvatten, dat hun te doen staat. Wij hebben ministers, die reeds bij den aanvang getoond hebben met de volksvertegenwoordiging te willen samenwerken; en parlementaire strikes heb ben wij dit jaar niet te vreezen. Wij hebben eindelijk ministers, wier beginselen door de meerderheid der volksvertegenwoordiging ge deeld wordenwij kunneD dus verzekerd zijn, dat zij ook omtrent de beginselen, waarop de wetten zullen steunen, eenstemmig zullen zijn. Welnu, nemen wij dit alles in acht, dan mogen wij vertrouwen, dat het nieuwe zittings jaar ook door onze volksvertegenwoordigers zal worden aangevangen met den ernstigen wil, om niet alleen door woorden, maar vooral door da den te toonen, dat zij hunue plichten goed be grijpen; dan mogen wij vertrouwen dat de wenach des Konings zal vervuld wordendat de werk zaamheden der Staten-Generaal tot krachtige bevordering van 's lands belang zullen strekken BINNENLAND. LEIDEN, 23 September. De tijdingen uit Spanje brengen heden wei nig zeker nieuws doch, al moge het ook waar zijn, wat de France meldt, dat de nieuwe minister Concha aan Spanjes diplomatieke agenten in het buitenland eene dépêche beeft gezonden, waarin hij de verzekering geeft, dat de regee ring den opstand zal onderdrukken, zoo geven de berichten geenszins aanleiding tot het ver moeden, als zou hier werkelijk reeds een aan vang mede gemaakt zijn. Nog steeds schijnen er telegrammen uit Ma drid te komen alzoo zou de gemeenschap niet verbroken, of althans hersteld zijn. Uit Madrid wordt van eergisteren het volgende uittreksel uit het regeeringsblad gemeld Het door de ministers aangeboden ontslag is aangenomen, en de maarschalk Concha is tot voorzitter van den raad van ministers benoemd Deze is nog niet geslaagd in het samenstellen van een nieuw kabinet. De regeering heeft drie legerafdeelingen opgericht, in Catalonië, in Cas- tilië en in Andalusië, waarover het bevel ge voerd zal worden door de generaals Pezuela, Manuel Concha en Novalichez; de kapitein- generaal van Madrid heeft op de hoeken der straten een verbod doen aanplakken tegen alle samenscholingen het voorloopig bewind te Sevilla heeft den generaal Espartero tot president benoemd, die evenwel aldaar niet aanwezig is; de macht der opstande lingen in Andalusië wordt geschat op 14,000 soldateu en 11 oorlogschepen, met 5000 man de opstand neemt in omvang toe. Volgens de Gaulois van gisteren is de geheele kust tusschen Malaga eD Carthagena in op stand, en is ook geheel Gallicië onder de wa penen. De koningin was, naar de laatste berichten, gisteren nacht uit San-Sebastiau naar Madrid vertrokken. Enkele berichten trachten nog steeds het ern stige van den opstand te verbloemen. Zoo deelt een telegram van gisteren uit Madrid mede, dat behalve Andalusië geheel Spanje in rust is, en het publiek gerustgesteld is door de maatrege len, die de regeeriug genomen heeft. Dit bericht strookt echter zeer weinig met alle andere tij dingen; cn ware ook alleen het Zuiden in op stand geweest, dan was de koningin wel dade lijk, gelijk eerst het plan was, naar Madrid vertrokken. De officieele //Abendpost" van Weeneu be helsde gisteren'een telegram uit Madrid, waarin gemeld wordt, dat aan de koningin de volgende eischen der insurgenten zijn voorgelegd abdi ceering ten gunste van den kroonprins en bij eenroeping der Cortes, als nationale constitu- eerende vergadering.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1868 | | pagina 1