lEIDSCH N°. 2038. VVoensdair 10 September. AGBLAD. PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden, per 3 maandenf 3.00. Franco per post3.85. Afzonderlijke Nornmers0.10. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagenuitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIEN. Van 1-6 regels 0.75; iedere regel meerf Ü.lc2fc. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten van 1-4 regels ƒ0.90; iedere regel meer0.15. BINNENLAND. LEIDEN, 15 September. De //Nieuwe bijdragen ter bevordering van it onderwijs en de opvoeding", van Augustus, at het verslag der vergaderingen van de in- ecteurs van het lager onderwijs, van 17 -23 te 's-Gravenhage gehouden. Omtrent drie zaken werd door den minister it gevoelen der inspecteurs ingewonnen. Yoor- |rstwelke middelen zouden kunnen worden ingewend, om in het gebrek aan geschikte eekelingen te voorzien Evenmin als vroeger mde de vergadering afdoende middelen aan de md geven. Verhooging der toelagen heeft hier daar gunstig gewerkt. Ook de aanstelling m vrouwelijke kweekelingen zoude meer alge- ien beproefd kunnen worden. Eindelijk werd >or de vergadering den minister in bedenking ;even, om de kweekelingen aan de rijks-kweek olen en aan de normaal-lessen nog een jaar het verkrijgen der akte van hulponderwijzer het genot der toelage te laten, mits zij ge- |Fende dat jaar als kweekelingen van aan te |zen scholen werkzaam bleven, ie twee eerste middelen zullen beproefd wor- geldelijke bezwaren zullen het beproeven het laatste verhinderen. 'oor den minister was verder gevraagdDoor middelen kan worden verhinderd, dat de ndigheden, door kinderen op de lagere school ;edaan, na het verlaten dier school weder ïloeienr1 Uit de gehouden discussie blijkt, herhalingscholen, Zondagscholen en ook hier daar fabriekscholen het kwaad trachten te minderen, maar dat in het algemeen het on wijs voor volwassenen hier te lande nog veel wenschen overlaat, vooral in vergelijking met Igië en Frankrijk, waarom de vergadering den lister voorstelt, om het oprichten van scholen volwassenen opnieuw bij de besturen in innering te brengen. Afzonderlijk onderwijs mannelijke en vrouwelijke leerlingen schijnt die scholen raadzaam. Bovendien achtte de 'gaderiug de oprichting van schoolbibliotheken wenschelijk. derde vraag van den minister had betrek- op de reeds besliste quaestie omtrent het olbezoek der bedeelden. Gelijk bekend is, en de inspecteurs tegen de opgelegde ver- chting. 'rie punten waren door inspecteurs ter over gegeven. ooreerst werd gevraagd, of een gemeentebe- jur het recht heeft, de gemeente in school den te verdeelen en daardoor de ouders te 'plichten, hunne kinderen naar een bepaald gewezen openbare school te zenden. groote meerderheid der vergadering kende recht aan het gemeentebestuur toede rnin- heid wilde dit recht niet uitstrekken ten op- ite der betalende leerlingen. Bij nader schrij- is gebleken, dat de minister het gevoelen meerderheid deelt. unnen ook meisjes deel nemen aan de be ende normaallessen, zooals hier en daar ge- irt? Hoewel de vergadering het niet stellig wilde afkeuren, en veel van lokale omstandigheden afhangt, wenschte men meer algemeene inrich tingen bepaald voor vrouwelijke kweekelingen, waarvan men te Rotterdam, A msterdam, Maas tricht en Leeuwarden uitmuntende resultaten heeft gezien. Bij deze gelegenheid werd het denk beeld geopperd, om op het voorbeeld van Zwit serland in de grootere gemeenten lagere scholen te stichten voor kinderen van zes tot acht jaar, met vrouwelijk personeel aan bet hoofd. Op voorstel van een der iuspecteurs meende men het niet ongepast om opnieuw in herinne ring te brengen, dat bij vergelijkende examens meer moet worden gelet op praetische geschikt heid dan op de theoretische kennis. In verband met het eerste punt, waaromtrent door den minister het gevoelen van de inspecteurs werd gevraagd, verdient het melding, dat te Am sterdam op een der armscholen reeds in het vorige jaar eene proeve is genomen met het aanstellen eener vrouwelijke kweekeling, en dat de gunstige uitslag dier proefneming er toe geleid heeft om haar op _:eer scholen voor te zetten. Naar wij vernemen, zoo schrijft de Arnhem- sche Courant, is dezer dagen een belangrijk werk aan het departement van binnenlandsche zaken voltooid; namelijk een alphabetisch ingerichte catalogus van al de waterstaatskaarcen, die zich in de archieven van dat departement bevinden. Die catalogus, een vrij lijvig boekdeel, moet op zeer verdienstelijke wijze door den beer Putters, ambtenaar bij genoemd ministerie, zijn bewerkt. Dit werk is niet in den handel gebracht. Slechts weinige exemplaren zijn ten dienste van het per soneel van den waterstaat gedrukt. Daar het raadplegen van dergelijke kaarten dikwerf voor belanghebbende personen of colleges van groot nut kan ziju, zou het wel te wenschen geweest zijn dat deze arbeid ook voor het publiek ver krijgbaar ware gesteld. Naar men mededeelt zijn, in verband met den dienst voor en na den brand in den militairen stal der rijdende artillerie te Amersfoort, twee personen beneden den rang van officier gede gradeerd en bevinden zich twee andere artille risten in verzekerde militaire bewaring. De //Indépendance Beige" bevat een antwoord aan de //Nordd. Allg. Ztg.", waarin de voor stelling van de feiten omtrent de quaestie der Rijnvaart-akte, zooals die in de //Indép." gege ven was, onjuist werd genoemd. Dit antwoord laat de vraag, of de feiten juist waren voorge steld of niet, onbesproken en betoogt alleen het recht van Nederland om kunstwerken op zijn gebied aan te leggen, zonder daarvoor de toe stemming der overige Rijnoeverstaten noodig te hebben. Het voorgedragen en door Neder land geweigerd, artikel 2 van het te sluiten traktaat sluit niet in zich, dat de Noord-Duit- scbe Bond eenig toezicht op onze wateren ver langt. Integendeel, het zou aan Nederland geen andere verplichtingen opleggen dan die voort vloeien uit artikel 3 titel I van het Mainzer- tractaat, waarin uitdrukkelijk bepaald wordt; //De schepen aan de onderdanen der Oever- staten toebehoorende en een deel uitmakende van de Rijn-vaart, zullen niet verplicht zijn over te laden of last te brekenvarende uit de wa teren des Rijns, door het koninkrijk der Ne derlanden, in de opene zee en omgekeerd. //De gemeenschap met de opene zee zal, in geval van reehtstreeksche doorvaart door de Nederlanden, zonder lastbreking voor de zoo even gemelde schepen, zoowel bij hun uitloopen door de Lek of de AVaal, als bij hun binnen komen uit de zee, in die zijtakken plaats hebben langs de meest gebruikte vaarwateren, namelijk de schepen, welke van de Lek zullen gebruik maken, langs Rotterdam en den Briel, en die, welke zich van de Waal zullen bedienen, langs Dordrecht en Ilollevoetsluis, door liet Hollandsch Diep en het Haringvliet, alles onder de bedingen en voorwaarden in het tegenwoordig reglement vervat, voor zooverre die daarop van toepassing zouden zijn." De //Indép." nu deelt mede, dat het Pruisen volstrekt niet te doen is om de vaart over den Rijn, maar dat het bezwaar beeft tegen den bruggebouw en vooral tegen de brug die Rot terdam en Feyenoord zal verbinden. Daarvan wordt gevaar geducht voor de vrije vaart over den Rijn, en nu is er geen quaestie van, dat zoo werkelijk de vaart door die brug mocht be lemmerd worden, krachtens het aangehaald trac- taat, óf de bruggebouw zal moeten achterwege blijven, óf een even goed vaarwater worden daar- gesteld. Naar deze lezing zou dus de quaestie dezelfde zijn als die met België over de afdamming der Schelde. Niemand ter wereld kan Nederland beletten de Schelde af te dammen, een brug over den Rijn te leggen of eenig ander kunst werk te makenmaar Nederland is volgens de tractaten verplicht België langs de Schelde, Duitschland langs den Rijn, of door een even goed water een onbelemmerde vaart te verze keren. Zoodanig vaarwater nu maakt een deel uit van het plaa der overbrugging. Arnk. C. In het Engelsche Weekblad //The Athenaeum" staat eene aankondiging van de Engelsche ver taling van Max Havelaar. Meende men vroeger in Engeland, zoo ongeveer luidt de aanvang van dit artikel, dat de Nederlanders hunne koloniën op verstandige wijze bestuurden en daarbij de strikste rechtvaardigheid voor oogen hielden, thans is eeu boek verschenen, waarin dat be stuur ons van een gansc.h andere zijde wordt geschilderd. Het is geen vreemde, die dat boek geschreven heeft, en geen naijver is het dus welke den schrijver zulke vreeselijke beschrijvingen in de pen gaf -" de auteur is een Nederlander, die zijne betrekking heeft verlorenomdat hij zulke toestanden wilde openbaar maken. En in Nederland zelf heeft, onder meerderen, do Leid- sche hoogleeraar Veth niet alleen den schrijver gelijk gegeven, en erkend dat zulke dingen als

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1868 | | pagina 1