J\°. 2635.
Zaterdag
A0. 1868.
12 September.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden, per 3 maanden f 3.00.
Franco per post3.85.
Afzonderlijke Nommers0.10.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
Van 1-6 regels 0.75; iedere regel meerf 0.13*
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten van
1-4 regels 0.90; iedere regel meer0.15.
Lelden, il September.
Wij hebben ons voorbehouden op de verkie
zing voor onzen Gemeenteraad, welke Dinsdag
8. s. moet plaats hebben, terug te komen, zoo
dra wij zouden weten, wien men aan den can-
didaat van Grondwet en Koning en
Algemeen Belang wil overstellen.
De keuze is nu gedaantegenover Mr. P.
C. Lezwiju staat Mr. S. Le Poole. Of de
nieuwe kiesvereeniging Regt voor Allen
een eigen candidaat zal stellen is ons op het
oogenblik dat wij schrijven nog niet bekend;
uiaar dit staat nu reeds vast, dat de twee ge-
uoemde heeren de hoofdpersonen zullen zijn in
den aanstaanden verkiezingsstrijd.
Wij wenschen nu over de beide candidaten
openhartig onze meening te zeggen, en zoo wij
dit ooit zonder moeite konden doen dan is het
thans, omdat wij nooit minder dan nu in den
verkiezingsstrijd eene personen-quaestie vinden.
Wie aan den naam van Lezwijn het tegenwoor
dig zoo geliefkoosde woord //radicaal" mocht
willen vastknoopen, zou zich zeker bij elk Leide-
naar belachelijk maken; want zóo weinig pleegt
die candidaat zich in den politieken strijd op
den voorgrond te stellen, dat wij zelfs niet ge-
looven dat eene van de bestaande kiesvereni
gingen, hem onder hare leden telt. Maar omge
keerd, geen, Leidenaar van welke richting ook,
die zijne hulde zal weigeren aan de rechtscha
penheid, het helder oordeel en de groote finan-
tieele talenten van den heer Lezwijn, want hoe
ook verdiept in zijne eigen handelszaak, zijn
ru8telooze ijver wist jaren lang tijd te vin
den om zich te mengen in allerlei administra
tion, en elk van die administratiën wij
vreezen ook hier geen tegenspraak heeft hij
door zijne talentvolle en ijverige hulp ten zeerste
aan zich verplicht. Heeft onze Gemeenteraad
door den dood van den heer De Moen een al
gemeen erkende finantieele specialiteit verloren,
door de benoeming van den heer Lezwijn tot
zijn opvolger kan men zeker zijn eene andere,
niet minder algemeen erkende specialiteit in de
ötadsvertegenwoordiging terug te brengen.
De tegenpartij wij erkennen het gaarne
ia dezen keer gelukkig geweest in hare keuze.
Als mensch, als verdienstelijk industrieel, als
gelukkig beoefenaar van economische wetenschap
pen en als warm menschenvriend, heeft Mr. S.
Le Poole onze volkomen sympathie. Maar even
zeer als die voortreffelijke eigenschappen alge
meen worden gewaardeerd, evenzeer is het een
geheim voor niemand, dat Le Poole op kerke
lijk gebied tot de partij der meest geavanceerde
orthodoxie behoort, en juist deze eigenaardigheid
geeft aan zijne candidatuur hare wezenlijke be-
teekenis. Immers, indien de twee kiesverenigin
gen, welke Mr. Le Poole tot haren candidaat
kozen, niet in de candidatuur van Mr. Lezwijn
willen berusten, dan moet het zijn dat zij in
den eersten iets vinden wat in den tweeden
wordt gemist, en dat onderscheid, wij zoeken het
overal te vergeefs behalve in de kerkelijke rich
ting. Met andere woorden omdat men in Le
zwijn een voorstaader meent te zien vaQ ons
schoolwezen, stelt men iemand tegenover hem,
van wiens kerkelijke richting men mag onder
stellen, dat hij tot de verklaarde tegenstanders
van dat schoolwezen behooren zal.
Men ziet hetde personen vallen weg in den
aanstaanden verkiezingsstrijd, en twee beginselen
treden in hunne plaats. De uitslag van de stem
ming, welke Dinsdag moet plaats hebben, zal
eene openbaring zijn vin sympathie of van
antipathie tegen het schoolwezen zooals het
hier te Leiden bestaat, niets meer maar ook
niets minder. Wij ontveinzen het niet, wij zien
met klimmend leedgevoel .hoe de politieke strijd
in staat en stad meer en meer met den kerke-
lijken strijd wordt samengeweven, en hoe het
daarbij schier uitsluitend om het bestaan of
niet bestaan van de volksschool te doen is. Wij
maken de tegenpartij geen verwijt van den
ijver, welke zij in dien strijd openbaart, van
hare pogingen om door huisbezoek en andere
middelen kiezers te winnen voor hare zaak;
wij betreuren slechts de lauwheid, welke daar
tegenover staat aan onze zijde. Ware het
mogelijk hoofd voor hoofd het gevoelen van
onze kiezers te vernemen en alle stemmen te
tellen laat staan te wegen dan twijfelen
wij geen oogenblik of de groote meerderheid
zou aan onze zijde staan. Maar hoe dikwijls
reeds is het voorgekomen, dat op den dag der
verkiezing die meerderheid vruchteloos wordt
gezocht, terwijl de tegenpartij in gesloten ge
lederen haar staatsburgerrecht komt uitoefenen.
Hoe weinigen in elk geval aan onzen kant, die
begrijpen, dat er nog iets anders en iets meer
te doen is, dan eenvoudig hunne stem uit te
brengen; die begrijpen, dat ook zij verplicht
zijn niets te verzuimen wat strekken kan om
de overtuiging, welke hen zeiven vervult, in
wijder kring te verspreiden.
Of is dan het behoud van die volksschool
voor ons niet meer eene heilige zaak en zijn wij
plotseling blind geworden voor al de rampzalige
gevolgen, welke ons bedreigen, zoo ooit die
school mocht ophouden te bestaan Men make
zich toch geen illusiënde strijd is hier en
overal in Nederland volkomen dezelfde, en die
strijd loopt over niets anders dan het zijn of
niet zijn van de gemengde volksschool.
Wij weten zeer wel, dat de uitslag van de
verkiezing te Leiden dien grooten strijd in geen
geval beslissen zal, maar wij weten ook, dat
elke zege hier door de tegenpartij behaald, een
stap ia tot de eindelijke algeheele overwinning,
en dat er inderdaad eene groote mate van licht
zinnigheid noodig is om in den tegenwoordigen
gespannen toestand dien enkelen stap voor
waarts, door de tegenpartij gedaan, zonder be-
teekenis te achten. Daarenboven, hebben wij dan
hier te Leiden niets te verdedigen? Wij spre
ken nog niet van de verdere ontwikkeling van
ons volksonderwijs, maar vragen alleen, of er
iemand is naïef genoeg om te gelooven, dat
Leiden op den duur behouden zal wat het
reeds verworven heeft, wanneer de partij, welke
het bestaande veroordeelt, over de meerderheid
in onzen gemeenteraad beschikken zal?
Wij kunnen niets meer doen dan telkens
en telkens weder te waarschuwen, en allen op
lettend te maken op de ernstige teekenen des
tijds rondom ons. Moge althans dezen keer dio
waarschuwing niet ijdel blijken!
BINNENLAND.
LEIDEN, 11 September.
Naar wij vernemen, viert Dr. G. W. A. Plaat
a. s. Maandag de herinnering aan zijne 25jarige
praktijk als geneesheer hier ter stede.
In het onlangs in de Bijlagen van het Bij
blad verschenen Regeeringsverslag van
den staat der hooge-, middelbare- en
lagere scholen over 1868/67 lezen wij
o. a. het volgende:
//De hoogere burgerschool te Leiden mag
een der best georganiseerde genoemd worden.
Aanvankelijk stonden gebrekkige hulplokalen
hare ontwikkeling in den weg, maar sedert in
September 1866 het nieuwe, voortreffelijk inge
richte gebouw, in gebruik werd genomen, is
hierin verbetering gekomen. Ook het onderwijs
in de meeste vakken is zeer te prijzen. Hulp
middelen zijn ruimschoots voorhandenvoor de
eerste inrichting van natuur- en scheikunde ia
f 6000 besteed."
Op dit bijzonder gunstig oordeel der regee
ring mag men zich te meer beroemen, wanneer
men bedenkt, dat slechts van zeer enkele scho
len in dergelijke vleiende bewoordingen gespro
ken wordt en dat het verslag de groote gebreken
van andere in het minst niet verzwijgter zijn
inderdaad scholen die in het verslag een onge
lukkig figuur maken. Wij hopen dat het me
degedeelde allereerst voor den gemeenteraad en
ook voor de commissie van toezicht en het on
derwijzend personeel een spoorslag te meer moge
zijn, om op den ingeslagen weg voort te gaan.
Alleen vragen wij de opmerking of in het vol
gend verslag het oordeel over de hulpmid
delen wel zoo gunstig zal zijn, sinds in het
afgeloopen schooljaar de som, die jaarlijks daar
aan besteed mag worden, door den Raad zoo
aanmerkelijk ia ingekort.