Donderdag
3 September.
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden, per 3 maandenf 3.00.
Franco per post.3.85.
Afzonderlijke Nommers0.10.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
Van 1-6 regels 0.75; iedere regel meer0.12°.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten van
1-4 regels 0.90iedere regel meer0.15.
Leiden, 3 September.
//he monde marche" is eene stelling, die door
menigeen vaak herhaald wordt. En terecht. De
algemeen© ontwikkeling gaat altijd voort, nu
spoediger en dan langzamer, maar altijd vooruit.
Wil men die stelling bewijzen, dan wijst men
op de belangrijke uitvindingen van onze eeuw,
op den vooruitgang der nijverheid; men verge
lijkt den politieken toestand van vroeger en van
later tijd. En overal vindt men vooruitgang.
Minder gemakkelijk is het om het bewijs te
leveren, dat de ontwikkeling ook werkelijk zich
hoe langer boe meer uitstrekt tot de laagste
klassen van de maatschappij. Men heeft weinig
middelen om zich hiervan te vergewissen. Welken
graad van ontwikkeling de laagste klassen be
reikt hebben, is moeilijk te constateeren. Bij
hoevelen heeft het onderwijs eenige vruchten
gedragen En hoevelen hebben in onzen tijd
nog in het geheel geen onderwijs genoten
Eenige gegevens daaromtrent leveren ons de
opgaven van hen, die jaarlijks bij de militie
worden ingedeeldzij, die alsdan niet lezen en niet
schrijven kunnen, krijgen daarin onderricht, en
zoo heeft men eene vrij juiste statistiek van het
aantal miliciens, die jaarlijks noch lezen noch
schrijven kunnen.
Wij laten hier volgen eene opgave omtrent
hen, die in de jaren 1848, 1853, 1858 en 1863
noch lezen noch schrijven konden, verdeeld
naar de verschillende provinciën.
Van de 100 ingelijfden bij de nationale militie
konden noch lezen noch schrijven:
I
1848
1853
1858
1863
In Noord-Brabant
43
40
38
30
Gelderland.
25
29
22
23
Zuid-Holland
18
18
19
15
Noord-Holland
14
6
11
9
Zeeland.
30
32
31
20
Utrecht.
26
24
23
20
Friesland
22
18
17
13
OverLjsel
22
23
16
19
Groningen.
15
14
13
14
Drente
11
11
11
8
Limburg
34
27
28
26
Totaal 24 °/0. 22 °/0. 21 °/0. 18°/c.
Ook in 1865 was het aantal miliciens, die
noch lezen noch schrijven konden, over het ge-
heele land gerekend, 18°/0< De trapsgewijze ver
mindering in dit tabelletje is zeer belangi'ijk.
Elk jaar zijn de gegevens volkomen gelijksoor
tig de vermindering in de verschillende jaren
bewijst dus zonder eenigen twijfel vermeerde
ring van beschaving.
Het onderscheid van de verschillende provin
ciën is eveneens belangrijkwij wijzen hier
slechts op, zonder voor 't oogenblik naar de oor
zaken onderzoek te willen doen. Dat Drente
den eersten rang bekleedt is wellicht foe te
schrijven aan de gestichten aldaar.
Moge men de uitkomsten ook niet zeer be
vredigend vinden, wanneer men niet let op de
verhouding in de verschillende jaren, doch alleen
op de eindcijfers, waaruit wij zien dat toch
18°/0 van de miliciens noch lezen noch schrij
ven konden, aan zal een ieder des te meer daar
door overtuigd worden, dat zij, die op uitbrei
ding van het onderwijs steeds aandringen, geen
ongelijk hebben.
Maar men behoort zich te wachten voor over-
drevene zwarte beschouwiugenkon men over
de gansche bevolking eene opgave krijgen om
trent de verhouding van hen die noch lezen
noch schrijven kunnen tot hen die het wel
kunnen, dan zou de verhouding waarschijnlijk
nog eenigszins gunstiger zijn, daar zij die tot
de hoogste standen der maatschappij behooren,
door nummerverwisselaars of rempla9anten wor
den vervangen en voor-1 van de eerste cate
gorie is het zeer twijfelachtig of zij tot het ont
wikkelde deel der natie behoort: de remplafan-
ten, die dikwijls reeds gediend hebben, zullen
voor het meerendeel wel hebben leeren lezen
en schrijven.
Nog eene opmerking ten slotte: gaarne zou
den wij, gelijk de minister Heemskerk in zijne
rede van 12 Maart 1867 deed, uit de cijfers van
1863 eene conclusie trekken, ten voordeele van
onze thans bestaande onderwijswet. Doch hare
werking zal eerst later moeten blijken. Den
lsten Januari 1858 ingevoerd, en eerst drie jaren
daarna algemeen in werking getreden, kan die
wet op de miliciens van 1863 geen of weinig
invloed gehad hebben. De meeste kinderen ver
laten op 12jarigen leeftijd de school, en de
lotelingen van 1863 waren den lsten Januari
185S reeds allen 13 jaren.
"Wel mogen wij ons vleien, dat wanneer van
de 15 jaren na 1863 eenmaal eene dergelijke
opgave zal kunnen gegeven worden, de verhou
ding nog veel gunstiger zal zijnen dat er dan
niet meer behoeft gevraagd te worden of men
lezen of schrijven kan, maar of men goede
boeken gelezen heeft, en zuiver Nederlandsch
schrijven kan.
BINNENLAND.
LEIDEN, 2 September.
Uit de discussiën, gisteren op het Congres
gehouden over het Woordenboek, deelen wij nog
het volgende mede:
Nadat Dr. Yan Vloten over de trage uitgave
had geklaagd, en o. a. had uitgerekend, dat de
redacteur van het "Woordenboek 112 jaren oud
zou moeten worden om het werk tot stand te
brengen, en alzoo aangedrongen had om eene
commissie te benoemen, ten einde met de uit
gevers in overleg te treden over de middelen
tot herstel, antwoordde de voorzitter, dat het
Congres sedert het Rotterdamsche Congres
niets meer met het Woordenboek te maken
had.
Prof. Yreede en Dr. De Jager bestreden Dr.
Van Vloten op enkele punten, en vooral de
laatste betuigde zijne groote sympathie voor
het werk de omstandigheden verhinderden hem
echter om veel tijd aan de medewerking van
het Woordenboek te wijden.
Dr. Van Vloten, vernemende dat het Con
gres zich niet meer met de zaak bemoeide, vroeg
nu aan de aanwezigen of zij zich met hem wil
den vereenigen om met de uitgevers in overleg
te treden; met name wendde hij zich tot Dr.
Beets. Deze trad daarop onder luide toejui
chingen op en herinnerde, dat de jaren zoo
snel vlieten, als men werkt aan eene groote
onderneming, en zoo langzaam, als men op 't re
sultaat wacht. Spr. herinnerde aan de droogma
king van 't Haarlemmermeer. Zoo menigeen had
ook gevraagdWat zal er van de droogmaking
worden Men heeft het gezien. En als dan nu
de vraag gedaan wordt: //Wat zal er worden
van het Woordenboek?" dan antwoordt spr.
met vertrouwen: een woordenboek!
Spr. begrijpt wel, dat de heer Van Vloten
meende, dat hier in het Congres de zaak tot
practische resultaten kon gebracht worden; maar
nu wij weten, dat het Congres van de zaak af
is, nu vervalt dat; nu kan hier niets anders
gedaan worden dan invloed oefenen op de
stemming van het vaderland tegenover deze
onderneming. Zal het Congres dien bemoedi
gend of ontmoedigend doen zijn?
In sierlijke bewoordingen herinnerde spreker
daarop aan de geschiedenis van den transat-
lantischen kabel, zoo vol teleurstellingen. Maar
in Engeland, dat zoo groot is in zulke zaken,
heeft men den man, die niet geslaagd was, eene
ovatie gebracht en toegeroepen//Gij hebt het
goede voorhoud moed
Prof De Vries trad nu op onder toejuiching
der vergadering. Er zijn, zeide hij, onderwerpen
somtijds, waarover het voor sommige sprekers
ondoenlijk is te sprekenmaar de toejuiching
heeft zijne terughouding overwonnen. Spr. heeft
zich steeds in deze zaak gehouden bij het wei
nig spreken en liever handelen. De nagenoeg
voltooide zevende aflevering van het Woorden
boek ligt hier ter tafel. Indien iemand teleur
gesteld is, dan is spr. dat zelf. Spr. moet ech
ter berusten, en waar met inspanning van alle
krachten een snelle gang onmogelijk is geble
ken, wil hij niet meerder spoed ten koste van
het werk maken. Spr. herinnert aan zijne be
lofte, om zijn leven te wijden aan deze zaak
hij herhaalt hier plechtig die belofte en ver
klaart zich bewust aan die taak tot nu toe al
zijne krachten te hebben gewijd, gelijk hij nog
hoopt te doen, in verband met zijn tegenwoor-
digen medewerker en de medewerkers, die hij
later nog mocht krijgen.
Gisterenmiddag werd in de groote zaal van