Vrijdag
A°. 18&8.
28 Augustus.
i\\ 2622.
LEIDSCH
'V-.
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden, per 3 maandenf 3.00.
Franco per post3.85.
Afzonderlijke Noramers0.10.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagenuitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
Van 1-6 regels 0.75; iedere regel meerƒ0.121.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten van
1-4 regels/0.90; iedere regel meer0.15.
Leiden, 37 Augustas.
De Epoque geeft in cijfers eene merkwaar
dige beschouwing over den invloed der Fransche
regeering in 1863 en na dien tijd. Daaruit blijkt
dat de regeeriQgspartij in de laatste jaren be
langrijk is afgenomen en daarentegen de oppositie
even zooveel versterkt is geworden. Sinds 1863,
zoo berekent dit blad, heeft de regeering 220,000
stemmen bij de verkiezingen minder gehad, dan
in dat jaardie berekening is gemaakt over 52
kiesdistricten; in 1863 verkregen de regeerings-
candidaten meer dan een millioen stemmen, en
de candidaten der oppositie ruim 300,000 stem
men bij de verkiezingen die sinds dien tijd in
die districten plaats hebben gehad, hebben de
regeeringscandidaten slechts 842,000, die der
oppositie 525.000 stemmen verkregen.
Deze cijfers toonen aan, dat het keizerlijke
regime in plaats van meer vertrouwen bij de
bevolking op te wekken, hoe langer hoe meer
tegenstand ondervindt. En vraagt men hoe die
cijfers verkregen zijn, dan erlangen zij nog veel
meer gewicht, en de verhouding voor de regee
ring wordt nog veel ongunstiger. Waren de
cijfers een juiste maatstaf van den toestand der
partijen, dan zou nog de regeeringspartij eene
belangrijke meerderheid boven de andere hebben,
en de verhouding van haar tot de oppositie zou
nog staan als 5 tot 3. Maar bedenkt men, hoe
de verkiezingen plaats hebben, hoe de regeering
door hare ambtenaren hare candidaten laat on
dersteunen, dan hebben die cijfers nog eene
geheel andere beteekenis. Die ondersteuning toch
ia niet eene indirecte, de bemoeingen van pre
fecten en maires bestaan niet eenvoudig in en
kele wenken, en geschieden niet in het geheim;
maar openlijk wordt de regeeringscandidaat door
deze ambtenaren als de man, dien het volk kie
zen moet, aangewezen. Bij de laatste verkiezingen,
onder anderen, werd de candidaat der oppositie
als de vijand van de regeering voorgesteld. Be
denkt men nu welken invloed hooggeplaatste
regeeringsbeambten bij het volk hebben, vooral
in een land, waar de staat zich met alles be
moeit, waar het getal van lagere ambtenaren
of van personen, die middellijk of onmiddellijk
vau den staat afhankelijk zijn, buitengewoon groot
is dan komt men noodzakelijk tot de con
clusie, dat eene regeering, die onder die omstan
digheden slechts bij der bevolking steun
Tindt, zwak is: onder dat aantal toch zijn
er niet weinigen, die, zoodra de kansen der re
geering slecht staan en deze op het punt staat
te vallen, zich zonder aarzelen van haar zullen
afwenden en de andere partij omhelzen. Wordt
de oppositie sterk, voorziet men den val der
regeering, verdwijnt haar prestige, dan slui
ten dezen zich spoedig aan bij de machtiger
partij, omdat de drijfveeren, die hen zoolang op
de hand der regeering hielden, vrees, eerbied
foor de gestelde machten, of hoop op verbete
ring, ophouden te bestaan.
Men moet niet vergeten, dat eene dergelijke
statistiek in Frankrijk nog geheel iets anders
is dan in landen met een constitutioneelen
regeeringsvorm. Die cijfers zouden in die landen
ten hoogste aantoonen, dat er eene verandering
van ministerie ophaüden was; meer niet. In
Frankrijk echter geldt het de quaestie, omtrent
het bestaan van den keizer. Te recht kon de
prefect, bij de laatste verkiezing, verklaren, dat
wie voor den candidaat der oppositie stemde,
zich tegen het keizerrijk verklaarde. Alle oppo
sitie toch is tegen den keizer, want hij alleen is de
verantwoordelijke mande oppositie verlangt
veel, maar dat alles kan alleen de keizer geven
het is tegen den staatsvorm, dat oppositie
gemaakt wordt; en wanneer eenmaal in het
wetgevend lichaam de oppositie meerderheid was
geworden, dan zou öf de keizer zijn gansche
regeeringsstelsel moeten veranderen öf de ver
gadering moeten sluiten. Want hoe weinig
macht dat lichaam ook heeft, toch zou het nog
dergelijke belemmeringen in het kunstige weef
sel, dat Napoleon III als regeeringsvorm voor
Frankrijk heeft geweven, kunnen aanbrengen,
dat het spoedig geheel uit-eén zou scheuren.
In Napoleons stelsel is er slechts voor twee
partijen plaats die vóór of tegen den keizer
zijn. Alle diegenen toch die eene verandering
van politiek verlangen, kunnen die verandering
niet verkrijgen dan door oppositie te maken
tegen dengeen die de eenige is, van wien die
politiek afhankelijk is, den keizer. Alle hervor
mingen moeten van hem uitgaanen als een
genadige vorst deelt hij nu en dan van zijne
gaven uitmaar hoe streelend het ook voor hem
moge zijn, om, bijwijze van voorzienigheid, over
het Fransche volk te heerschen, de groote keerzijde
er van blijkt dan, wanneer het volk inziet dat
die voorzienigheid niet onfeilbaar is.
Gevaarlijk, zonder eenigen twijfel, is de toe
stand. De feiten van de laatste maanden kun
nen dit daarbij nog nader aantoonen: de dis
cussies in het wetgevend lichaam, waar zelfs
vroegere regeeringsgezinden zich bij de oppositie
aanslotende meerdere vrijheid, die de dagbla
den zich veroorloven, en die tot steeds menig-
vuldiger processen aanleiding geven; de oppo
sitie in vele deelen van het rijk tegen de invoe
ring van de nieuwe legerorganisatiehet leven
dat alom ontwaakt, na de invoering der wet
op de vereenigingen, blijkens de talrijke vergade
ringen, van allerlei aard, bijgewoond door dui
zenden menschen, waar wel is waar niet over
politieke onderwerpen gesproken wordt, maar
toch vragen worden behandeld, van economischen
of socialen aard, die het Fransche volk niet
minder warm maken dan gene, en bij welker
behandeling dikwijls de nadeelen van het keizer
lijke regime treffend moeten uitkomen. Wel is de
politie bij die vergaderingen zorgvuldig waak
zaam, maar het kan niet anders of er ligt
vooral omdat het hier het Fransche volk is in
die samenkomsten een gevaar voor de regeering,
juist daarom omdat zij zoolang dergelijke bij
eenkomsten verboden heeft.
Hoe zal het einde zijn? Zal Napoleon nog
eenmaal beproeven om door een oorlog de aan
dacht van het Fransche volk van den binnen-
landschen toestand af te leiden, en zich de
harten zijner onderdanen door een of andere
schitterende veldtocht te winnen Maar in eiken
oorlog bestaan twee kanzen en naast de hoop
op een zegepraal staat de vrees voor een neder
laag. Daarin ligt de moeilijkheid. Wat zal het
zijn als het Fransche leger eens verslagen werd
Zou op den dag, waarop dit geschiedde, niet tevens
Napoleons val beslist zijn En dat een neder
laag mogelijk is, daaraan moge de keizer vroe
ger getwijfeld hebben hoe meer de Duit-
sche natie zich als eene natie constitu
eert, hoe meer kans daartoe bestaat. Ook
mag men niet vergeten, dat, in tegenstel
ling van de laatste regeeringsjaren van den
vorigen koning, de wensch naar vrede bij de
Fransche bevolking algemeen is, en slechts zeer
enkele dagbladen nog oorlogzuchtige plannen
voorstaan. De laatste verkiezing van den advo
caat Grévy geschiedde dan ook onder de leus
van //vrede."
Slechts éen middel blijft over om het gezag
te behouden; en dit is, dat de keizer aan den
wensch van de oppositie gehoor heeft. Hoe
vreemd het schijnen moge dat een Napoleon
aan het hoofd van een vrijgevig bestuur sta,
en hoe weinig men ook, voor tien jaren, dit
als eene wenschelijke zaak voor het keizerrijk
beschouwde de tijden zijn veranderd, en de
oppositie zelve reikt hem hierbij de hand. Wan
hoopten vroeger alle voorstanders eener con-
stitutioneele monarchie aan de verwezenlijking
hunner ideeën door een Napoleon, waagden zij
het daarom ook niet, aan het keizerrijk hunne
eischen te stellen in den laatsten tijd be
ginnen zoowel in als buiten de kamer verschei
dene stemmen op te gaan, die een liberaal kei
zerrijk verlangenverandering van dynastie,
zoo zeggen deze, is gevaarlijk en wisselvallig,
want welke krijgen wij in de plaats van deze
terug? Zoovele pogingen, door ons in den laatsten
tijd aangewend om hervorming, in onze toe
standen teweeggebracht, gingen steeds gepaard
met de verdrijving der dynastie. En wat heb
ben wij daardoor verkregen Die illusiën heb
ben ons geleid, om liever gemeenschappelijk te
streven naar zulke hervormingen als wij wen-
schelijk oordeelen en hare vervulling niet te zoe
ken bij een geheelen omkeer van zaken.
Deze denkbeelden maken o. a. den grondtoon
uit van het boek, door Prevost Paradol onlangs
uitgegeven onder den titel van //la nouvelle
France." De hervormingen, die in Frankrijks
regeerinsvorm, naar het oordeel van den schrij
ver, gemaakt hehooren te worden, zijn uitvoe
rig hierin ontwikkeld. Het is voor de eerste
maal, dat onder het keizerrijk zulk een werk
verschijnteen soort van critiek van de consti
tutie. Een voor een gaat de schr. de belang
rijke regeeringsbeginselen na en zijne con
clusie is, dat alleen een constitutioneele regee
ringsvorm met verantwoordelijke ministers en
de noodige vrijheden, welke vorst ook die vrij
heden verleene, Frankrijk van den ondergang
kan redden.