N°. 2617.
Zaterdag
A°.
22 Augustus.
BINNENLAND.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leidenper 3 maandenf 3.00.
Franco per post3.85.
Afzonderlijke Nommersn 0.10.
Deze Courant wordt dagelijksmet uitzondering
van Zon- en Feestdagenuitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
Van 1-6 regels f 0.75; iedere regel meerƒ0.12*.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten van
1-4 regels/0.90; iedere regel meer0.15.
Lelden, 21 Augustus.
Het besluit gisteren in den gemeenteraad ge
nomen juichen wij van harte toe. De raad heeft,
gelijk men gisterenavond heeft kunnen lezen,
aan burgemeester en wethouders opgedragen,
om een onderzoek in te stellen naar hetgeen
zou gedaan moeten worden om Leiden van duin
water te voorzien. Een eerste stap is alzoo ge
daan. Het gemeentebestuur heeft die belangrijke
zaak, die wel een levensquaestie van Leiden mag
genoemd worden, zich aangetrokken: het bleek
dat de leden algemeen de overtuiging hadden,
dat thans wel degelijk de gemeente het initiatief
moest nemen, en zoo is dan ook eenparig het
besluit daaromtrent genomen.
De gemeenteraad heeft, naar ons inzien, al-
zoo het bewijs gegeven, dat het zijne roeping
begrijpt. Waar een behoefte zoo groot, zóo
algemeen is als deze, waar de particuliere indus
trie niet genegen schijnt, om daarin te voor
zien, daar is het noodzakelijk, dat het bestuur
van de gemeente zich die zaak aantrekke. Het
ligt daarom geheel binnen den kring der ge
meentebevoegdheid aan de gemeentebesturen is
opgedragen de zorg voor den gezondheidstoe
stand en het zou aarzelen, om een maatregel
te nemen, van zoo groot belang daarvoor, als
bet verschaffen van drinkbaar water?
Wij Nederlanders zijn trotsch op onze ge
meente-instellingen, en andere natiën benijden
ons: de gemeente zorgt voor de gezamen
lijke belangen van allen, die binnen hare gren
zen wonen: het is het juiste beginsel van self
government, dat niet de staat, door zijne
ambtenaren, hunne zaken voor hen bestuurt, maar
dat de gemeenteleden zeiven die belangen beharti
gen. De gemeente heeft dan ook een gansch anderen
werkkring dan de staat; zij zal in de eerste plaats
voor de materieele belangen zorg dragen, waar
aan in den regel de staat vreemd blijft: dit
wordt te dikwijls vergeten. Wat voor den staat
geldt, geldt ook voor de gemeente, meenen som
migen, en daaruit komt men tot gansch val-
sche conclusion.
Onze gemeenteraad heeft dit begrepenmen
ziet hier te Leiden in, dat een goed bestuur ook
nog te zorgen heeft voor andere dingen, dan voor
verlichting en voor bestrating of voor die din
gen, die met name aan zijn zorg zijn opge-
Ontstaat een behoefte, waarin de gemeente
leden niet ieder afzonderlijk kunnen voorzien,
en die toch allen gevoelen, dan moet het, ligt
bet in hare macht, middelen zoeken om die te
vervullen.
Nog ligt de uitvoering van het plan in het
verschiet. Het besluit, gisteren genomen, is nog
niet eens een begin van uitvoeringen al
hopen wij ook, dat het onderzoek niet te lang
zal duren toch zal nog geruime tijd ver-
loopen, eer wij het frissche duinwater binnen
onze muren hebben. Maar de uitvoering achten
wij thans verzekerd; de gemeenteraad heeft ons
daarvoor een waarborg gegeven; en dit plan is
uitvoerbaar: dat kunnen de goede resultaten van
de Amsterdamsche onderneming bewijzen.
LEIDEN, 21 Augustus.
Wij bespraken in ons blad van eergisteren
de circulaire van den minister van binnenlandsche
zaken, omtrent de vrouwelijke kweekelingen.
Tot aanvulling van dit artikel vermelden wij,
dat reeds sinds eenigen tijd in zeer enkele plaat
een jonge meisjes als kweekelingen gebruikt
worden: dit heeft o. a. in den Haag plaats.
In de Haagsche Kroniek van de Groninger
Courant wordt een statistiek gegeven van de
ambtenaren bij de ministerieele departementen.
Daaruit blijkt, dat Nederland van den Haag uit
geregeerd en geadministreerd wordt door niet
minder dan 398 ambtenaren, behalve de zeven
ministers en een onnoemelijk aantal klerken.
De N. R. Courant en het Handelsblad be
helsden voor eenige dagen twee ingezonden
stukken over de uitsluiting der vrouwen op
het taalkundig congres, dat eerstdaags te 's-Hage
zal gehouden worden.
Een lid der regelings-commissie voor dit con
gres schreef aan de N. R. Courant van heden
daaromtrent het volgende
Vergun mij, naar aanleiding van het inge
zonden stuk, voorkomende in het N°. uwer
courant van eergisteren, en dat, zoo al niet
woordelijk, dan toch zakelijk overeenkomt met
een ander stuk, dat aan het Handelsblad werd
ingezonden, u een plaatsje te verzoeken ter toe
lichting van den daarin gewraakten maatregel
der regelings-commissie voor het Tiende Neder-
landsche taal- en letterkundig congres. Ik
wenschte zoodoende misverstand weg te ne
men. Tegen het misbruik, dat de in zijne eigen
liefde gekrenkte redacteur van het Haagsche
Dagblad er van gelieft te maken, zal ik natuurlijk
niet opkomen: die man blijft in zijne rol.
Door het bureau der regelings-commissie
werd, naar ik vertrouw ingevolge rijp beraad,
indertijd besloten, geen vrouwen uit te noodi-
gen, om als lid tot het congres toe te treden.
Het bureau deelde zulks in eene algemeene
vergadering aan de regelings-commissie mede,
en tevens, dat zich desniettemin eene vrouw
had aangemeld, om als lid aan het congres deel
te nemen en er als spreekster op te treden.
Het bureau liet het nu aan de vergadering
over, of zij, met het oog op die onvoorziene
omstandigheid, het genomen besluit wilde hand
haven, of wel wenschte, dat daarop werd terug
gekomen. Na empele beraadslaging werd, op
verschillende gronden, waaronder er zijn, die,
al worden zij nu gepersifleerd, toch zeer afdoende
zijn, tot het eerste besloten. AVellicht droeg
tot dat besluit bij de overweging, dat zoo de
vrouw, om wier wil op het genomen besluit
teruggekomen of daarop eene uitzondering zou
moeten gemaakt worden, als spreekster op een
maatschappelijk congres nog op hare plaats zou
kunnen geacht worden, hare aanspraken, om
aan de werkzaamheden van een taal- en letter
kundig congres deel te nemen, minstens betwist
baar mogen heeten.
"Wat nu overigens de gelegenheid betreft
voor dames, om het congres bij te wonen en
daarvan de vruchten te plukken, welke de
schrijvers van de ingezonden stukken in uwe
courant en het Handelsblad zoo hoog schijnen
te waardeeren, zij is, geloof ik, zoo ruim moge
lijk opengesteld door de uitdrukkelijke bepaling,
daaromtrent in het programma opgenomen. De
dames, die daarvan gebruik willen maken, be
hoeven echter het geleide van een heer, die lid
is. Kan dit eenig bezwaar opleveren voor eene
fatsoenlijke vrouw, bovenal voor eene vrouw,
die, boven hare zusters in kenDis en ontwik
keling uitmuntend, ongetwijfeld gemakkelijk
meer dan een heer zal vinden, die het zich tot
eene eer zal rekenen, haar te geleiden? Wat
mij betreft, ik zie er zelfs iets galants in, dat
dames geen lid behoeven te zijn, dus ook geen
f 2.50 behoeven te betalen, om de zittingen van
het congres te kunnen bijwonen.
Ten slotte nog dit: Sommige uitdrukkingen
in de ingezonden stukken doen mij wel gevoelen
uit welken hoek de storm tegen het besluit der
regelings-commissie waait, maar zij strekken niet
om de kracht der ingebrachte beschuldigingen
te versterken.
's-Gravenhage, 20 Augustus 1868.
Men heeft het volgende schrijven ontvangen
van de Kust van Guinea, waar de toestand hoogst
ernstig is:
In mijn laatsten brief stelde ik u den toe
stand nog al gunstig voor: dit was ongelukkig
slechts van korten duur. Tegenwoordig is die
zeer kritiek. Er heerscht te Elmina een groote
spanning, die zich misschien weldra in een
feitelijk verzet zal uiten.
Ik kan niet ontveinzen, dat mij zulks be
vreemdt; de Elmina's hebben ten allen tijde
van hunne trouw aan het Nederlandsch gou
vernement doen blijken: van waar nu dat
verzet
Simbo, Ekwafoe en andere boschkrommen
worden door de Fantijnen gedwongen, zich aan
hunne zijde te scharendagelijks worden El
mina's die zich te ver in het bosch wagen, ge
vangen genomen en vermoord; nu willen de
Elmina's slag leveren om den omtrek van vijan
den te zuiveren, doch het bestuur weigert hun
daartoe het gevraagde verlof.
Wij mij betreft, ik liet hen vechten, het komt
er op eenige honderden negers niet op aan, als
men den vrede daarvoor koopen kan. Boven
dien zullen zij zich niet aan de weigering sto-