Volgens telegram van gisteren zijn al de be schuldigden vrijgesproken. Oostenrijk. De Landdagen zullen binnen weinige dagen geopend worden en men kan in de kroonlanden, die eene gemengde bevolking hebben, hevige debatten te gemoet zien. Het feudalisme, het ultramontanische en het foede- ralisme, zullen zich de hand reiken om de con stitutie aan te vallen, de wettigheid van den rijksraad en zijne besluiten te bestrijden en aan de regeering ernstige moeilijkheden voor te be reiden. In eene laatste conferentie, welke de Gzechische leden van den Boheemschen Landdag iu de volgende week aldaar zullen houden, zal een besluit genomen worden omtrent de vraag, of de Czechen in den Landdag zullen zitting nemen. De fractie Clam Martinitz is er tegen. Bij de opening van den Landdag zullen de mi nisters Herbst en Van Plener als leden tegen woordig zijn. Engeland. In Engeland is men ijverig bezig de kiezerslijsten volgens de nieuwe wet op te stellen. Hoewel eene vergelijking tusschen het aantal kiezers van thans en van vroeger, wegens de nieuwe indeeling der kiesdistricten, op vele plaatsen moeilijk is, kan men van eenige steden toch het groot verschil met cijfers opgeven. Te Birmingham waren vroeger 14,000 kiezers, thans 42,000; te Liverpool vroeger 23,000, thans 37,750; te Glascow vroeger 16,000, thans 46,000. De uit slag moet, naar men zegt, de gemaakte bereke ningen te bovengaan. Uitvoerige tabellen had den echter reeds globaal, toen de kieswet behandeld werd, de gevolgen van de uitbreiding van het stemrecht, gelijk Disraëli voorgesteld bad, met cijfers aangetoond. Jl. Maandag is te Londen eene meeting in het Crystal-palace gehouden door hen, die de afschaffing van de staatskerk in Ierland, gelijk door Gladstone voorgesteld is, afkeuren. De vergadering werd door 4000 menschen bij gewoond. Tusschen Spanje en Engeland dreigt een conflict te ontstaan over de aanhouding van een schip. Een Engelsche schooner, die met passa giers en granen van Oran kwam, is op de hoogte van Carthagena aangehouden en opge bracht, niettegenstaande zij de Engelsche vlag beesch en hare papieren in orde waren. In laatstgemelde stad is de bemanning, op verden king van zeerooverij, gedurende 30 uren door de politie gevangen gehouden en daarna weder vrij gelaten. De Britsche consul heeft geprotesteerd tegen deze handelingen, in afwachting dat het gou vernement beslissen zou wat er moest 'gedaan worden. Spanje. De hertog en de hertogin van Mont- pensier hebben uit Portugal een brief aan ko ningin Isabella geschreven, waarin zij krachtig protesteeren tegen hunne uitzetting uit Spanje. Tooreerst komen zij op tegen de door de re geering vooropgezette verklaring, dat hun naam tot leus voor de revolutie zou kunnen dienen verder verklaren zij dat zij tegen alle wet en recht uit het land zijn verwijderd; dat de span- ting in het land toegeschreven moet worden aan oorzaken, waaraan zij geheel vreemd zijn, en ten slotte beklagen zij zich bitter over de handelwijze der ministers, die, hen volledige vrij heid gelaten hebbende in de keus omtrent hun toekomstig verblijf, niettemin heimelijk bij de Portugeesche regeering geïntrigueerd hebben, °pdat hun het verblijf te Lissabon ontzegd Korde, zijnde het ook aan deze verfoeilijke han delwijze toe te schrijven, dat zij een geruimen tijd aan boord van het oorlogschip //stad Ma drid" hebben moeten doorbrengen. INGEZONDEN. Leiden, 19 September 1868. Mijnheer de Redacteur, Vergun mij s. v. p. een klein plaatsje in Uw e&cht bladhetgeen ik wensch te schrijven, welligt tot leering strekken. Dinsdag namiddag compareerde aan het Bu reau van Politie 7 gealimenteerde mannen en een particulier inwoner, in het Gereformeerde Minnehuis alhier, alle om gehoord te worden als getuigen in zake, eener mishandeling, aan den Binnevader gepleegd. Bij hun binnentreden in genoemd Bureau, werd hun door een aldaar aanwezige agent de vraag gedaan //moet jelui allemaal opgehangen worden?" Volgens mijne bescheiden meening, is die politieman, al zeer slecht bekend met het gewicht en den ernst, waarmede een politie be ambte, behoort doordrongen te zijn, en meen ik dat zulk een beambte, wat beter moest weten, welke taal, hem tegen ieder mensch, zoo wel arme, als rijke past. UE. Dienaar. GEMENGDE BERICHTEN. Aan het Nederlandsch Magazijn", dat zich door zijne onderhoudende artikelen onderscheidt, is het volgende ontleend Eenige jaren geleden verspreidde zich plotse ling te Parijs het gerucht, dat Doré, die met zijn teekenpen rijker geworden was dan de grootste kunstenaar ooit geweest is, ondanks zijne fabel achtige productiviteit, nog een volledig werk in verscheidene honderd bladen in zijne porte feuille had liggen. Dat wou niemand gelooven, want al teekende hij dagelijks ook tien uren, dan scheen het toch stoffelijk nog onmogelijk, dat na al het door hem uitgegevene er nog iets anders en dat van zulk een omvang uit zijn teekenpen zou gekomen zijn. Hij zelf ontkende hardnekkig het bestaan van zulk een werk. En toch konden de stemmen, die dit zelfs in zijn gezicht staande hielden, niet tot zwijgen worden gebracht, en eene indiscretie moest er wel begaan zijn, want op zekeren morgen stormde de boekhandelaar Mame uit Tours als een commissaris van politie zijn atelier binnen met den uitroep //Je hebt den bijbel geïllustreerd deillus- tratiën zijn mijn, vraag er maar voor wat je belieft!" Het nu volgend tooneel schijnt in een blijspel t'huis te behooren aan de eene zijde ontkennen en aan de andere zijde bepaald vol houden hier standvastig weigeren, daar hard nekkig aanhouden. Eindelijk valt Doré door de mat en laat zich verlokken om den boek handelaar zijne teekeningen te toonen, onder voorwaarde, dat deze hem niet meer van uit geven zal praten. Ziet ge," zei Doré, een geïllustreerde en daarbij een door m ij geïllustreerde bijbel zou in de oogen van het groote publiek aan eene profanatie gelijk zijn. Iedereen weet, dat ik een man van de wereld in de volste beteekenis van 't woord ben een heilig beeldje zou men mij misschien nog vergeven, maar den geheelen bijbel De vooringenomenheid zou het welsla gen bij het eerste blad al reeds //verijdelen." Maar om 's hemels wil wanneer hebt ge dat alles dan kunnen doen over de twee honderd bladen riep Mame. //In mijn vrijen tijd tusschen twaalf en drie uren 's nachts! Niemand zal 't begrijpen, dat ik mijn geheelen kunstenaars-scheppingsgeest in den bijbel zoek en vind. Met welk home risch gelach zou Parijs de nieuwigheid begroe ten, dat Gustave Doré met al de vurigheid van zijn hart naar het oogenblik snakt, dat hij slechts heiligen beeldjes schilderen kanDe karikaturist van het //Journal pour rire", die madonna's teekent! Ge ziet, dat het onmogelijk isDeze teekeningen heb ik voor mij gemaakt niet voor 't publiek ik heb er tien jaar nacht voor nacht aan gewerkt, en in mijne vrije uren, als ik die had, studeerde ik in het Louvre Egyptische en Babylonische archeologie, om mij de tooneelen van den bijbel beter te kunnen vooratellen. Bekijk de teekeningen maar eens, 't is 't beste wat ik ooit gemaakt heb, maar ge zult zelf begrijpen, dat het eene dwaasheid is, om die als een geheel uit te geven." Maar de heer Mame luisterde in het ge heel niet meer naar hetgeen Doré zei langer dan een uur was hij in de aanschouwing van dat reusachtig werk verzonken, en toen hij opstond, liep hij naar Doré toe en zei de volgende merk waardige woorden, die wij woordelijk teruggeven en die zoowel beide mannen kenschetsen, als ze kere Eranschen toestanden schilderen, die in ons klein landje, waar de heeren uitgevers niet hunne bankbiljetten over het algemeen zeer '■-.aam zijn, als sprookjes uit de//Duizend en et r. ïhfc' voorkomen. //Beknibbel maar niet, Doré ik ben volko men in je macht. Dit werk m o e t ik hebben, dat staat vast 't zou een schande voor me zijn, als ik 't niet uitgaf; vraag maar wat je wilt; ik ruïneer me als ge vast blijft houden; maar meer dan 400,000 franken, zegge //viermaal honderdduizend franken" zijn deze teekenin gen, als ze op hout gesneden zijn, niet waard 1" Ofschoon Doré zich er maanden lang tegen verzette, kwam de zaak toch tot standhij maakte alleen de voorwaarde, dat de houtsneden onder zijne leiding zouden uitgevoerd worden en zoo als hij juist voorspeld had, vermaakten zich het publiek en de critiek er op allerlei wijze over, toen het werk aangekondigd werd, en zwegen ver bluft, toen het eindelijk verscheen. De 230 bladen als een gezamenlijk werk beschouwd, door éen man in vierduizend nachten tot stand ge bracht is een der meest verbazingwekkende scheppingen van den jongsten tijddit is aan geen twijfel onderhevig. De boekhandelaar Mame, die den aldus geïllustreerden bijbel tegen 200 franken het exemplaar verkocht, heeft on danks het ontzaglijke honorarium zeer goede za ken gemaakt en buitendien nog de gouden me daille op de wereldtentoonstelling daarvoor ver kregen. In het dorp Gumowo heeft een boeren knecht, die aan het ploegen was, een grooten koperen ketel gevonden, bevattende 60,000 fr. in Eransche goudstukken. De ouden van het land verhalen hieromtrent, dat twintig jaren geleden een Eranschman alles had doorzocht in de velden naast dat waar de schat is gevon den. De Eranschman verklaarde dat hij, tijdens den oorlog met Rusland, had geholpen om een gedeelte der krijgskas te begraven, maar dat het hem onmogelijk was, om de plaats te ont dekken, waar het goud werd verborgen. GEMEENTERAAD. VERGADERING van den Gemeenteraad van Leyden, Donderdag den 20sten Augustus 1868, 's namiddags te twee uren. Onderwerpen: 1°. Verzoek van H. C. C. Kramers, om ontslag als hulponderwijzeres aan de openbare school voor meer uitgebreid lager onderwijs 2de klasse, voor meisjes. 2°. De reke ning van de inkomsten en uitgaven der ge meente, over 1867. 3°. Suppletoire staat van begrooting, dienst 1868. 4°. Voord ragt tot be looning van schatters en beschrijvers voor de plaatselijke directe belasting, met suppletoiren staat van begrooting. 5°. Bezwaarschriften bij Gedeputeerde Staten van ZuidHolland inge komen tegen het kohier der plaatselijke directe belasting, 1868. 6°. Adressen van P. J. Van Sonderen, H. Huntelman, B. Kok en W. Mon- tagne, om pensioen. 7°. Stukken iu zake den afstand van gemeentegrond aan H. Veefkind Zoon. 8°. Adres van W. C. en J. B. Zuurdeeg, tot bekoming van gemeentegrond. 267ste Staals-Lotcrij. Trekking van 18 Augustus. N°. 16129 f 200. N°. 1467, 5039, 15621, 19269 100. Trekking van 19 Augustus. Prijzen van f 1000 en daarboven N°. 6530 [2000. N°. 11966 f 1500. N°. 2403 en 7125 ƒ1000.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1868 | | pagina 3