N°. 2615.
Donderdag
A°. 1868.
20 Augustus.
EIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leidenper 3 maandenf 3.00.
Franco per post3.85.
Afzonderlijke Nommers0.10.
Deze Courant wordt dagelijksmet uitzondering
van Zon- en Feestdagenuitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
Van 4-6 regels 0.75; iedere regel meerf 0.12*.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten van
1-4 regels/0.90; iedere regel meern 0.15.
Leiden, 19 Augustus.
Eene revolutie heeft steeds haren grond in
niet-erkenning van ontstane behoeftendoen deze
zich gevoelen, dan wordt een ieder hoe langer
meer doordrongen van de noodzakelijkheid
eener hervormingen vindt de algemeene over
tuiging bij de overheid geen steun, dan wacht
zij zoolang, totdat zij door de omstandigheden
of door het talent van dezen of genen gehol
pen, als het ware met een aureool omgeven,
I zich met geweld een weg baant en zegevierend,
met omverwerping van het bestaande, de we-
i reld binnentreedt.
Het nieuwe idee doet zich dan in al zijn
grootheid zien. Anders is het bij eene geleidelijke
organische ontwikkeling, wanneer regeering en
volksovertuiging gelijken tred houdenonge
merkt vangt men aan, menigeen bespeurt niet
eenmaal de verandering, en vaak geschiedt het,
waDneer men na jaren tot den oorsprong van
eene hervorming wil afdalen, dat men moeite
heeft, om den hervormer, onder zijne tijdge-
nooten, weer te vinden.
Zoo is er dezer dagen in ons land door de
regeering eene gedachte uitgesproken, die, thans
nog bij velen waarschijnlijk onopgemerkt, eene
groote hervorming in den maatschappelijken
toestand van een deel onzer natie kan teweeg
brengen. Bij eenvoudige circulaire heeft onze
minister van binnenlandsche zaken den grond
gelegd voor eene ruime, belangrijke uitbreiding
van den werkkring der vrouwen hier te lande.
//Bij circulaire," zoo lezen wij in de bladen,//is
//door den minister van binnenlandsche zaken
//in overweging gegeven, om bij gebreke van
//voldoend mannelijk personeel voor kweekelin-
//gen op de scholen voor lager onderwijs, daar
//vrouwelijk personeel aan te stellen, dewijl de
//ondervinding heeft geleerd, dat jonge meisjes
//in het omgaan met kinderen van 6—8 jaren
//in den regel jongelingen overtreffen."
Do wet laat het geheel vrij, om mannelijke
of vrouwelijke kweekelingenonderwijzers of
onderwijzeressen te gebruiken, en bij hare be
handeling werd het nog bepaald uitgesproken,
dat er geen wettelijk bezwaar bestond, om vrou
wen aan het hoofd van openbare scholen te
plaatsen. Toch worden, voor zoover wij weten,
op alle lagere scholen voor jongens en meisjes,
slechts mannelijke onderwijzers gebruikt.
De ministerieele circulaire strekt du? alleen om
de aandacht der belanghebbenden te vestigen
op iets wat reeds vroeger geschieden kon, maar
niet geschied isop iets, wat velen, al zijn er
slechts weinigen die het uitspreken, als zeer
gewenscht voorkomt. Yindt de gedachte, in de
circulaire uitgesproken, weerklank, dan zal het
aan haar te danken zijn, dat men in 1868 begonnen
is, met de opvoeding der jeugd op de openbare
scholen voor een deel aan vrouwen toe te ver
trouwen.
Wij gelooven niet te veel te zeggen, wan
neer wij bewerendat elke poging om den
werkkring der vrouw uit te breiden, bij het
verlichte deel van het yolk wordt toegejuicht.
Wij gelooven niet aan eene emancipatie der
vrouw, die haar op eene lijn stelt met den man
vele zijn de behoeften in het maatschappelijke
leven, aan wier vervulling zij vreemd moet
blijven. Toch kunnen aan haar verscheidene
betrekkingen worden toevertrouwd, die nu nog
het uitsluitend gebied van den man zijnen
aldus kan ook voor de vrouwen een ruimer
arbeidsveld worden geopend, dat voor de maat
schappij en voor haar zeiven meer vruchten zal dra
gen, dan dat waartoe zij tegenwoordig als gezel-
schapsjufvrouwen of huishoudsters hare toevlucht
moeten nemen. Onder die, voor haar zoo bij
uitstek geschikte, betrekkingen rekenen wij het
geven van onderwijs. Amerika leert ons wat
zij hierin vermogendaar is een groot deel van
het onderwijs aan haar toevertrouwd. En zijn
wij eenmaal 50 jaren verder, dan zal men zich
waarschijnlijk verwonderen, dat vroeger aan
mannen was toevertrouwd, wat zoo speciaal de
roeping der vrouw kan genoemd wordenhet
onderwijs van jonge kinderen. Geduld en tact
om met kinderen om te gaan, het vermogen
om te weten wat een kinderverstand begrijpen
kan, eene zachtheid van gemoed, om het kind
te leiden, wie zal deze eigenschappen liever bij
een jongen man, dan bij eene jonge vrouw
zoeken Of liever wie zal het tegenspreken, dat
de een daarvoor in de meeste gevallen volkomen
ongeschikt, de andere als door de natuur daartoe
aangewezen is?
De weg, dien onze minister wil opgaan, komt
ons alzoo in allen deele wenschelijk voorwij
wenschen echter verder te gaan, dan hij wil.
De circulaire spreekt van kinderen van 6—8
jaar; het voorbeeld van Amerika leert ons, dat
men nog veel verder kan gaan. Ook getuigt
de circulaire zijn de woorden juist weerge
geven van een wankelen, van eene angstval
ligheid, die niemand goed zal keuren. De onder
vinding heeft geleerd, zoo schrijft de minister,
dat jonge meisjes in het omgaan met kinderen
van 6—8 jaren in den regel jongelingen over
treffen; welnu, dan is er geen twijfel aan, of
jonge meisjes moeten als kweekelingen gebruikt
worden. Maar in den aanhef lezen wij dat
vrouwelijke kweekelingen eerst bij gebreke van
voldoend mannelijk personeel moeten in aan
merking komen. Het is als hadden de mannen
een verkregen recht, maar moeten de kinderen
daaronder lijden?
Doch dit bezwaar is minder. "Willen de hoofd
onderwijzers den wenk begrijpen, dan is deze
circulaire het begin van eene werkelijke, be
langrijke verbetering in onzen maatschappelijken
toestand.
BINNENLAND.
LEIDEN, 19 Augustus.
Terwijl in andere landen verordeningen be
staan, waarbij bepaald wordt, dat bij een zeke
ren graad van warmte de scholen gesloten wor
den, wordt bier zelfs in de grootste hitte zoo
wel 's morgens en 's middags school gehouden.
Het spreekt van zelf, dat het onderwijs, dat
dan gegeven wordt, weinig productief kan zijn.
Vooral moet het in de school van mejufvrouw
Renssen ondraaglijk heet zijn eergisteren-mid-
dag stond de thermometer aldaar op 87°: wij
vernemen dat sommige kinderen, uit gezond
heidsmaatregel, slechts een deel van den dag
komen. Het is niet te verwonderen dat in een
locaal, dat in gewone tijden reeds als ongeschikt
is verklaard, het in dezen zomer bezwaarlijk is
uit te houden. Wij vertrouwen dan ook dat,
mochten zelfs, nadat burg. en weth. een voor
stel gedaan hebben om eene nieuwe school te
bouwen, nog eenige leden in den raad van die
noodzakelijkheid niet overtuigd geweest zijn, zij
thans geene bezwaren meer daartegen zullen
hebben, en bij de begrooting de noodige gelden
daartoe zullen toestaan.
Naar men verneemt, zullen de met Zweden en
Zwitserland gesloten postverdragen met den
lsten September a. s. in werking treden. Het
port der gefrankeerde brieven van Zweden zal
25 cents bedragen, en dat der ongefrankeerde
35 cents. Voor de gefrankeerde brieven naar
Zwitserland zal, mits zij over Duitschland ver
zonden worden, een port van 15 cents verschul
digd zijn, en voor de ongefrankeerde 25 cents.
Het enkele port wordt voor beide berekend
tot een gewicht van 15 wichtjes. Voor nieuws
papieren en verdere gedrukte stukken, alsmede
voor monsters van koopwaren, naar en van
Zwitserland, zal geen hooger port dan van 4
cents per 40 wichtjes worden ingevorderd.
Het postverdrag met Italië zal met 1°. Octo
ber aanstaande in werking treden. Voor de ge
frankeerde brieven per 10 wichtjes zal een
port van 25 cents zijn verschuldigd; voor de
ongefrankeerde van 35 cents. Dagbladen en
verdere gedrukte stukken zullen tegen 5
cents per 40 wichtjes gefrankeerd kunnen
worden.
Men verneemt ook, dat het postverdrag tus-
schen Nederland en den Noord-Duitschen Bond
waarschijnlijk nog in den loop van dit jaar in
werking zal komen. Overeenkomstig de bepa
lingen van die conventie, zullen alle brieven
bestemd voor Duitschland, met inbegrip van
de Zuid-Duitsche Staten, Baden, Beieren en
Wurtemberg, alsmede van geheel Oostenrijk,