Maandag
A°. 186&
17 Augustus.
N°. 2612.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leidenper 3 maandenf 3.00.
Franco per post3.85.
Afzonderlijke Nommers0.10.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagenuitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
Van 1-6 regels 0.75; iedere regel meerf 0.12s.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten van
1-4 regels 0.90; iedere regel meer0.15.
BINNENLAND.
LEIDEN, 15 Augustus.
II. M. de Koningin bracht hedennamiddag
te twee uren, met gevolg, in een rijtuig, met
vier paarden bespannen, gezeten, een bezoek
aan deze stad en bezocht vervolgens de Hortus
en de Sterrenwacht, waarna H. D. omstreeks
halfvier weder naar het Huis ten Bosch terug
keerde.
Gedurende deze week zijn dagelijks in het
werkhuis alhier opgenomen van 113 tot 127
volwassen personen en van 57 tot 68 kin
deren.
Aan de zwem- en badinrichting //Rhijn-
zigt" zijn gedurende deze week 1433 baden
gebruikt.
In de Purmerender Courant leest men het
volgende
In Utopia, een land in Nergenshuizen, waar
men in menig opzicht ver vooruit is, hechtte
men een overgroot gewicht aan gemakkelijkheid
van vervoermiddel.
//Van zóo overwegend belang achtte men dit,
dat toen voor eenige jaren een nieuwe grond
wet werd vastgesteld, men daarin de bepaling
opnam, dat de Staat een algemeen transport
wezen inrichten zou, opdat bekendheid met alle
oorden des lands te gemakkelijker het deel van
geheel de bevolking zou kunnen worden.
Aan die bepaling der grondwet is met spoed
en op onbekrompen wijze gevolg gegeven. Een
flink spoorwegnet verbindt de verschillende dee-
len des rijks. Voor nette stations, ruime wacht
kamers, goede wagens, een uitstekend beambten-
personeel is er gezorgdkortom, men heeft geen
reden tot klagen, en 's Konings onderdanen
kunnen naar hartelust reizen. Zij zijn dan ook
recht in hun schik en tevreden.
//Tevreden, ja, maar toch niet allen 1 De heer
X. vindt zoo'n spoorwagen wat al te modern.
Hij acht het gevaarlijk, roekeloos, hemeltergend,
met zoo'n ding te rijden. Daarom richt hij voor
zich en zijne vrienden een ouderwetschen bol
derwagen in, en ze trekken daarmede op een
sukkeldrafje het land door.
//Vrijheid, blijheid is het in Utopia. Niemand
misgunt hun dus de pret, en tot zoover gaat
alles goed. Maar ziet, op zekeren dag komen
de heer X. en zijne vrienden tot de ontdek
king, dat al die koetsiers en paarden en wagens
en tuigen en stallen toch nog al een beetje
kostbaar zijn, en zij verlangden toen wel het
genot van huh epuipage apart voor zich te be
houden, maar de kosten er van door den staat
te zien dragen.
In het eerst achtte het publiek dat al te
dwaas. Maar de heer X. en de zijnen hielden
vol, en zooals de kansen nu staan, is het niet
geheel onmogelijk dat zij nog eens hun zin
krijgen.
//"YVie weet of dan het volk niet nog wel in
de handen klapt! Dan zouden het rare lui
zijn, die Utopianen!
//Zou hunne dwaasheid ook geheel zonder
voorbeeld wezen Of zou men in Nederland
ten opzichte der onderwijsquaestie misschien even
dwaas kunnen worden?"
De heer Groen van Prinsterer heeft in een
2de nummer over Heiligerlee en Ultramon-
taansche critiek" de critiek voortgezet over
de rede van den heer Brouwers, en zijne ver
ontwaardiging uitgesproken over de wijze waarop
deze de historie reconstrueert of liever destrueert.
De heer Groen toont aan, hoe Dr. Nuyens
aanspraak heeft op lof en dankdeze heeft door
zijne Geschiedenis der Nederlandsche beroerten
in de zestiende eeuw," een stoot gegeven aan
eene nuttige polemiek, maar de heer Brouwers
maakt die door het exceptioneele zijner kunst
bewerking" onmogelijk. De heer Groen geeft
enkele citaten uit de reden van heer Brouwers,
wier onjuistheid hij bewijst door aanhalingen
uit het werk van Dr. Nuyens, en noemt dan
ook ultramontaansche critiek een critiek, die be
neden alle critiek is.
De wijze, waarop de heer Brouwers van de
archiven van het Huis van Oranje gebruik heeft
gemaakt, om daaruit de ergste verwijten tegen
Lodewijk van Nassau te bewijzen, zal de heer
Groen in een volgend nummer behandelen.
Aan het slot van zijn betoog beantwoordt
de heer Groen de laatste der vier vragen, waartoe,
naar het hem voorkomt, de rede van den heer
Brouwers aanleiding geeft. Ligt voor Z. M.
den Koning, bij tegenstelling met het geloof
zijner gereformeerde voorvaderen, grondleggers
der Republiek, in het roomsch-katholieke geloof
de meest vertrouwbare waarborg tegen annexatie
en tegen revolutie Ik ben (zegt de schrijver)
nog geen vijand geworden van mes amis de
Berlin." De herinnering der volkshistorie en
de band, daardoor tusschen Pruisen en ons ge
legd, zijn bij mij niet in vergetelheid geraakt.
Ik verloochen mijne Duitsche en protestantsche
verwantschap nog niet. Ik vergeet niet, dat het
geen wij in een Pruisischen staatsman, ondanks
zijne verwonderlijke schranderheid en veerkracht,
misprijzen, aan Eransch-revolutionairen bodem
ontleend is. Ik vergeet niet, dat Bismarck en
de keizer der Franschen beiden uitstekende
kweekelingen zijn der Napoleontische school,
wedijverende in sluwheid of felheid, en dat,
waar de keus twijfelachtig is, wij Nederlanders
(aan de zestiende eeuw ook in de negentiende
gedachtig) bij het aangaan van bondgenoot
schappen, vooral niet door ultramontaansche
sympathieën of antipathieën, tot eene triple-alli-
antie, naar annexation reeds veel gelijkende,
moeten worden verleid."
De keizerlijke commissie voor de Parijsche
wereldtentoonstelling van het vorige jaar heeft
aan de commissie voor de afdeeling //Geschie
denis van den Arbeid" vergund, aan de inzen
ders in die afdeeling eene, op hunnen naam
staande, bronzen medaille toe te kennen, als
blijk van erkentelijkheid jegens die inzenders,
aan wie, uit den aard der zaak, geene bekro
ningen ten gevolge van een vergelijkend onder
zoek konden worden toegewezen. De voor Ne
derlandsche inzenders in die afdeeling bestemde
medailles zijn dezer dagen aan het Nederlandsche
departement van binnenlandsche zaken ontvan
gen en aan die inzenders toegezonden.
In het begin van dit jaar werden door
de algemeene Onderwijzersvereeniging te Rot
terdam aan de besturen der onderwijzersver-
eenigingen en gezelschappen van Zuid-Holland
twee circulaires verzonden om alle onderwijzers
en voorstanders van het onderwijs op te wekken,
om jaarlijks een of meer bijeenkomsten te hou
den, ten einde door kennismaking en samen
werking op nuttige wijze voor het onderwijs
samen te werken.
Den 30sten Mei jl. had te Rotterdam
eene samenkomst van gecommitteerden van ver
scheidene Zuid-Hollandsche onderwijzersvereni
gingen plaats, ten einde een reglement vast te
stellen of eene commissie daarvoor te benoemen,
de eerste vergaderplaats te bepalen, en de eerste
regelings-commissie aan te wijzen.
Het doel dier samenkomst is volkomen be
reikt: Elk opgekomen© was overtuigd van het
nut van zoodanige provinciale vergaderingen,
als boven bedoeldtot het houden daarvan
werd besloten bij eene commissie, bestaande
uit de HH. J. A. Yan Dijk te Leiden, C. A.
Hofman te 's-Hage en L. B. Fikkert te Rot
terdam, benoemd tot het opmaken van een regle
ment; Schiedam werd als eerste vergaderplaats
aangewezen, en de gecommitteerde uit het 6de
district verzocht, aldaar eene regelings-commissie
samen te stellen. Yan het reglement, reeds op
gemaakt, zijn de volgende bepalingen de voor
naamste
Er wordt jaarlijks, altijd op Zaterdag, ten
minste éene vergadering gehouden. (Yan wie
en met welk doel is hierboven reeds aangewe
zen). De kosten der localiteit en andere onver
mijdelijke uitgaven worden gedragen door de
opgekomenen. Op elke vergadering wordt de
plaats van de volgende bijeenkomst, en tevens
eene nieuwe regelings-commissie benoemd, zoo
veel mogelijk uit opgekomenen in of nabij de
bepaalde plaats. De voorzitter van de regelings
commissie is tevens voorzitter van de vergade
ring. Den heer inspecteur van 't lager onder
wijs in Zuid-Holland wordt het eere-voorzit-
terschap aangeboden.
De werkzaamheden worden bepaald door de
regelings-commissie, met inachtneming van de
volgende punten: na. De op de agenda voor
komende onderwerpen (van moreelen, intellec-
tueelen en politieken aard en in verband met
het onderwijs) worden zooveel mogelijk mon
deling behandeld, b. Geen spreker mag meer
dan 15 minuten achtereen, of meer dan twee
maal over hetzelfde onderwerp het woord voe
ren, tenzij de vergadering het veroorlooft, c.
Ter bevordering van het gezellig verkeer zal
de pauze zoo ruim mogelijk genomen worden.
d. Er zal op de vergadering gelegenheid gege
ven worden tot meedeelen van ervaringen en
wenschen op paedagogisch gebied, e. De agenda
wordt opgemaakt door de regelings-commissie