mastklimmen zijn er zilveren prijzen. Op genoem den datum zal, zoo ik goed ben ingelicht, van 's middags 12 tot 's nachts 12 uren de kapel van het 4de reg. inf. uit Leiden zich doen hoo- ren eu zal des avonds het dorp geïllumineerd worden. Uit het verslag over het jaar 1867, ge daan door Gedep. Staten aan de staten der pro vincie Zuid-Holland, dat aan de leden der Staten is toegezonden, blijkt, dat de bevolking der pro vincie op 31 December 1867 beliep 681,321 zielen, als 329,265 van het mannelijk en 352,056 van het vrouwelijk geslacht, vermeerderd sedert 31 December 1866 met 7560, als 3812 van het mannelijk en 3748 van het vrouwelijk geslacht. Yan de geborenen, ten getale van 27,391, wa ren 26,133 echt en 1258 onecht. Gestorven 20465, als mannen 10,389 en vrouwen 10,076. Yan de gestorvenen waren 14,223 ongehuwd en 3886 gehuwdweduwnaars 825 en weduwen 1531. Huwelijken zijn gesloten 6003, als jongens en jonge dochters 4486, jonkmans en weduwen 251, weduwnaars en jonge dochters 809 en we duwnaars en weduwen 457. Scheidingen van tafel en bed 5 en echtscheidingen 42. Onder de overledenen behoorde 1 man boven de honderd jaren. Onder de bevolking waren op uit. December 1867 begrepen 5399 personen behoorende tot de land- en zeemacht, 836 ge vangenen (609 mannen en 227 vrouwen), 798 krankzinnigen. De bevolking is sedert de laatste tienjarige volkstelling op 31 December 1859 vermeerderd met 61,941, als mannen 32,963 en vrouwen 28,978. De landverhuizing is in 1867 veel minder geweest dan in 1866. Het getal kiezers voor leden der prov. staten beliep 17,357. Het getal der kiezers voor de leden van den gemeenteraad bedroeg 28,234. Nopens de ver- eemging van gemeenten wordt in het verslag o. a. van den minister van binnenlandsche zaken gezegd, dat bij missive van 16 Januari 1868 gedep. staten werden verzocht, om, in verband met de wet van 22 Dec. 1867, een nieuw plan teontwerpen tot opheffing der gemeenten Hof van Delft en Viaardinger-ambacht en tot ver andering der grenzen van eenige nabij gelegen gemeenten. Ter voorbereiding daarvan zijn door gecomcoïteerden uit het college van gedep. sta ten reeds eenige conferenticn gehouden met de betrokken gemeentebesturen en andere belang hebbenden, weshalve er uitzicht bestaat, dit al thans voor zooveel van hen afhangt, de bedoelde opheffing en grensverandering in 1868 zal kun nen tot stand komen. .Betrekkelijk de verandering van grensschei ding tusschen de gemeenten [Rotterdam, IJsel- monde, Charlois en Katendrecht lezen wij in iiet verslag: Na de aanbieding, bij onze missive van den llden December 1866, n°. 20, van het ontwerp eener verandering van de grenzen tusschen de genoemdo gemeenten, met dien ver stande, dat de wet welke deze grensverandering zou regelen eerst zal in werking tredon nadat de nieuwe wijk van Rotterdam, door overbrug ging, met de tegenwoordige gemeente zal zijn verbonden, verzocht de heer minister van binnen landsche zaken ons, bij missive van den 22sten Februari 1867, n°. 165 (2de afd.) om eene kaart, aantoonende zoowel de tegenwoordige grenzen van die gemeente, als die zij, volgens bovenbe doeld ontwerp, zouden erlangen, met aanwijzing van de punten, welke in de nieuwe grensom- schrijving worden genoemd. Daartoe door den hoofdingenieur van den wa terstaat in het 10de district in staat gesteld, werd die kaart met de daarbij verlangde nadere omschrijving, bij onzen briei van den 22sten Mei 1867, n°. 8, aan den heer minister aangeboden en tevens in overweging gegeven in den boven bedoelden zin eene wetsvoordracht aan de wet gevende macht in te dienen. Sedert hebben wij van deze aangelegenheid niets naders vernomen. De toestand der begraafplaatsen is, volgens de gemeenteverslagen, over het algemeen gun stig. Over het algemeen verkeerden de kerkge bouwen in voldoenden toestand en daar, waar dit minder het geval was, werd naar de middelen omgezien om den toestand to verbeteren. Het getal der lagere scholen beliep: open bare 324, als gewoon lager onderwijs 270, meer uitgebreid lager onderwijs 54; totaal 324; ge subsidieerde bijzonderegewoon lager onderwijs 2, meer uitgebreid lager onderwijs 11totaal 13; niet gesubsidieerde bijzondere 192, als ge woon lager onderwijs 74, meer uitgebreid lager onderwijs 118; Het getal der onderwijzers en onderwijzeressen bij alle lagere scholen beliep 448, hulponderwijzers 819, kweekelingen (man nen) 596, hoofdonderwijzeressen 82, hulponder wijzeressen 189 en kweekelingen (vrouwen) 102. De kosten van het openbaar lager onderwijs beliepen f 858,022.14®. In het algemeen mag de toestandj van het armwezen in 1867j niet onbevredigd worden ge noemd. Het afgeloopen jaar was niet vrij van ram pen en tegenspoeden, voor den landbouwer zoo wel als voor den veehouder. Het geheel verlies van runderen, ten gevolge van den veetyphus, heeft in drie jaren tijds in deze provincie bedragen (de afgemaakten er on der begrepen) 65,102 runderen. De berichten nopens den toestand der vis- scherij luiden algemeen gunstig, zelfs was die in sommige streken buitengewoon voordeelig. Omtrent de fabrieksnijverheid was in som mige opzichten uitbreiding en bloei op te mer ken, in andere opzichten was de toestand ech ter minder gunstig. Het verslag eindigt met de opmerking, dat volgens de verschillende gedane mededeelingen, het jaar 1867 in vergelijking met 1866 vrij gunstig mag worden genoemd. Mochten'ook nog de gevolgen van den algemeenen oorlog zich doen gevoelen in een schralen oogstzoowel als het nog voortduren der veeziekte velen zwaar hebben gedrukt, toch mag men in vele opzich ten dankbaar getuigen van ontwikkeling in de provincie Zuid-Holland, die de toekomst met vertrouwen doet te geinoet gaan. Sedert eenige dagen zijn te 's - Ha g e geruch ten in omloop nopens veranderingen die in het personeel van de Departementen van algemeen bestuur, waarschijnlijk met het begin van het volgende jaar, zullen plaats hebben. Zij staan in verband met het opmaken der staatsbegroo- ting voor 1868, waarmede het ministerie zich thans bezig houdt. Prins en prinses Humbert, met hun ge volg, hebben eergisterenavond de muziekuitvoe ring in den Zoöl. Botanischen tuin met hunne tegenwoordigheid vereerd. Op Zaterdag den 25steu Juli 11. had te N ij- megen, in het gebouw tot Nut en Genoegen, de 23ste Algemeene Vergadering van het Ge nootschap ter bevordering van de kennis der Entomologie plaats. Yele leden uit alle oorden van ons land had den zich daar vereenigd. De vergadering werd te 10 uren voorm. geopend en geleid door Dr. A. W. H. van Hasselt, uit Utrecht. Uit het verslag van den Secretaris bleek, dat de toe stand van het Genootschap zeer gunstig mag worden genoemd. Het aantal der leden, zelfs dat der donatri ces, groeit steeds aandat der donatrices ver meerderde nog zelfs staande deze vergadering. De gunstige toestand der kas liet wederom toe het aankoopen van belangrijk boekwerken, die de kostbare bibliotheek meer en meer zal doen beantwoorden aan haar doel, namelijk op kostelooze wijze de leden in staat te stellen om hunne kennis te vermeerderen van de minst geachte schepselen, doch uit wier verwonderlijk en sierlijk maaksel de volmaakte hand des Schep pers niet minder duidelijk blijkt,, dan in het menschelijk lichaam zelf. Zeer belangrijke mededeelingen op Entomo logisch gebied werden gedaanvele werden door de fraaie voorwerpen zelve of ook door afbeel. dingen opgehelderd. De vergadering duurde tot 4 uren. Te vijf uren vereenigden de leden zich aan een maaltijd, waaraan eene aangename, zeer vriendschappe lijke stemming heerschte, en waarbij hartelijke belangstelling in bet Genootschap en zijne le- deu, zich door menige warme toespraak lucht gaf Des anderendaags maakten al de leden eeo uitstapje naar de bosschen van de Water- eo Wester-Meerwijk. Ddar werden, onder begunsti ging van het fraaiste weder, onderzoekingen ge daan. Menig belangwekkend voorwerp werd ge vangen en medegenomen, ter herinnering van de nuttige en aangename dagen van 25 en 26 Juli 1868, te Nijmegen en in zijne omstreken doorgebracht; eene herinnering, die de leden zeker zal aausporen om in deze voor de beoefe ning der Entomologie in ons land zoo belang rijke streek, meermalen samen te komen. De luits. ter zee der 2de kl. E. J. Stokhuy zen, J. H. De Bruyn, A. A. Escher en P. I) A. Frankamp, de officier van gez. der 1ste kl J. G. Arend, de officier van gezondheid der 2de kl. J. C. Yan Dooremaal, de officier van gez 3de kl. J. F. Manikus en de adjunct-administra teurs H. Horneer, J. W. Groeneyk en E. Fa bius, allen dienende op Zr. Ms. transportschip met stoomvermogen //Java", worden met dee löden dezer op non-activiteit gebracht. Op dat transportschip worden met den 16deu daaraanvolgende geplaatst: de luits. ter zee 2d kl. J. W. Yisser, F. K. Engelbrecht, W. Yan Hoogeuhuyze en E. Haitsma Muller, de officier van gez. 3de kl. W. Schoondermark en do scheepsklerken J. J. Yan Diemen en W. A Le Rutte. Tevens worden de luits. ter zee 2de kl. W. Böhtlingk en L. Backer Overbeek met laatst gemelden datum geplaatst, eerstgenoemde Zr. Ms. drijvende batterij//Neptunus" en laatst gemelde op Zr. Ms. wachtschip te Willemsoord Z. M. heeft W. Gruyter Jr., kunstschil der te Amsterdam, vergunning verleend tot het aannemen en dragen der versierselen van ridder lste kl. met goud en kroon van de Huis- Yerdienste-orde van Hertog Peter Friedrich Lud wig, hem door den groothertog van Oldenburg geschonkenaan A. Yan der Horst, Q. I. Yan Zon, A. H. Preun en A. J. Yollebregt, allen te Delft, vergunning verleend tot het drage van het hun als zouaven in dienst van Z. den paus toegekende kruis van Mentana met medaille. Z. M. heeft Dr. G. J. Mulder, hoogl. in wis- en natuul-k. faculteit aan de hoogeschool te Utrecht, op verzoek eervol ontslagen, met dankbetuiging voor de door hem bewezen dien stenvoorts benoemdtot leeraar aan de rijks hoogere burgerschool te Roermond Dr. M. Roosten te Maastrichtbij den plaatselij ken staf, tot majoor plaatselijken kommandant van de 3de kl. te Helder, den kapit. lste kl. A. E. J. Charlier, van het 5de reg. inf.; bij het wa pen der inf., tot kap. 3de kl. (naar ouderdom van rang) den lsten luit. J. A. De Graaft", van het wapen, thans voor den tijd van vijf jareD gedet. bij het leger in O.-I.; bij het 5de reg., tot kapit. 3de kl. (naar ouderdom van rang) den lsten luitenant-adj. J. L. Mulder, van bet 2de regiment; bij het wapen der inf., bij het 4de reg., tot kapit. 3de kl. (naar ouderdom van rang) den lsten luit. A. M. Yan der Heide, van het reg. gren. en jag.; in zijn rang over geplaatst bij het reg. gren. en jag. den kapit. H. F. C. Hardenberg, van het 4de reg. inf.; den maj. plaats, komm. 3de kl. te Helder W- F. G. L. Driessens, op zijne aanvrage, op non- activiteit gesteld, en zulks in afwachting dat omtrent hem nader zal worden beschikt; aan G. A. Oskamp, doet. in de wis- en natuurk. te Leiden, opgedragen de tijdel. waarneming der betrekking van leeraar in de wis- en natuurk. bij het kon. inst. voor de marine te Willemsoord;

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1868 | | pagina 2