ken, do frissche koelte uit het noordoosten, de
schaarste van water en de afwezigheid van zoo
vele mannen die wegens den arbeid op het land
niet spoedig huiswaarts konden keeren, een en
ander boezemde bij eenig bedaard nadenken de
overtuiging in, dat de geheele stad in gevaar ver
keerde en binnen korten tijd een prooi der vlam
men worden zou. Wel werden de plaatselijke
brandweerraiddelen zoo spoedig mogelijk in wer
king gebracht, maar alras bleek daarvan het vol
strekt ongenoegzame zoowel van 's Heerenbergals
van het naburige Zeddaui, toen de brand ook tot de
tegenoverliggende huizen en schuren met hooi
en stroo gevuld oversloeg, ja zich zelfs in de
nokken van verdere afgelegen gebouwen en ook
in den top der tamelijk verwijderde R.-C. kerk
vertoonde. Men wist niet waarheen zich het
eerst te wenden; maar waarheen men zich met
de enkele spuiten waarover beschikt kon worden
ook wendde, nergens was men in staat de
woedende kracht des vuurs te stuiten, terwijl
wat men hier of daar scheen te winnen vier
voudig verloren werd op andere plaatsen.
De toestand werd inderdaad met elk kwar
tier bedenkelijker en de velen die tot hier met
ongeloofelijke inspanning voor anderen gear
beid hadden, werden genoodzaakt of voelden
zich gedrongen op het behoud hunner eigene
woningen en bezittingen bedacht te zijn. Wel
dra vertoonden al de straten een schouwspel
van jammerlijke verandering. Men kon zich
soms door het opgestapelde en door elkander
geworpen huisraad hier en daar slechts met
moeite heen worstelen en werd bij elke schrede
door tranen en gebeden tot persoonlijk hulp
betoon gedrongen.
In dezen wanhopigen toestand kwam eensklaps
vreemde hulp opdagen. De brandweer van het
naburige Emmerik baande zich een weg. In de
meest volmaakte orde geleid door bekwame
hoofden en bestuurd door den burgemeester
dier stad, werden de medegebrachte spuiten op
de meest gevaarlijke punten geplaatst en zoo
doelmatig aangewend, dat binnen weinige uren
aan het woedende element paal en perk gesteld
werd. Vierentwintig gebouwen waren tot een
puinhoop geworden en 40 huisgezinnen van
dak beroofdmaar de stad was gered. Gelukkig
dat de wind nagenoeg geheel was gaan liggen,
zoodat toen de helpers uit Emmerik naar
hunne woonplaats terugkeerden, de verdere blus-
-sching aan de bevolking der plaats zelve kon
worden overgelaten, die daarmede den ganschen
nacht nog de handen vol genoeg heeft gehad.
Wie als vreemdeling getuige is van zulke
tooneelen en dus met meer kalraen blik al wat
er gebeurt gadeslaat, acht zich ook in staat een
meer juist en rechtvaardig oordeel te vellen over
sommige dingen die later misschien niet zonder
hartstocht ter sprake worden gebracht. Niet
weinige daden van zeldzame onverschrokken
heid en zelfopoffering zouden kunnen vermeld
worden, en inzonderheid de kloeke volharding
waarmede twee mannen te zamen alleen den
toren der R.-C. kerk hebben gebluscht. Maar
ook feiten van minder aangenamen aard hebben
plaats gehad die in het rechte daglicht behoo-
ren gesteld te worden, al ware het maar alleen
om ze uit de omstandigheden te verklaren en
te verontschuldigen. De edele menschenvrienden
uit Emmerik hebben misschien wel eenige reden
te klagen over gemis van orde bij de bevolking
der bedreigde stad en over de min welwillende
behandeling, die zij van sommige lieden uit den
geringen stand moesten ondervinden. Maar hoe
kon dit haast anders, wanneer het sauve qui
peut de geesten en harten min of meer heeft
bedwelmd en opgewonden. Wie zal de schuld
van enkele lichtzinnigen op de gansche burgerij
willen werpen Dit is zekerin het hart van
alle weidenkenden heeft Emmerik zich een zuil
gesticht, en de naam van den waardigen burge
meester Frank die uit eigen zak eene premie
had uitgeloofd van 10 thl. voor de eerste spuit
die te 's-Heerenberg zou aankomen en onver
moeid van 't begin tot het einde zelf het gan
sche beleid der zaken op zich nam waarlijk
die naam zal in veler gezegend aandenken
blijven, ook al mocht zulk een treffend blijk
van internationale menschlievendheid onverhoopt
niet nog op eene andere wijze schitterend be
loond worden.
De adelborst der 3de kl. bij het koninklijk
instituut voor de marine te Willemsoord C. G.
Van Gorkum wordt, op daartoe gedaan ver
zoek, met den laatsten dezer maand eervol uit
den zeedienst ontslagen.
Z. M. heeft herbenoemdtot kantonrech
ters te IJselstein Jhr. Mr. J. P. Strick van
Linschotente Loenen Jbr. Mr. J. B. Strick
van Linschoten; te Rhenen J. C. P. E. Menso;
tot plaatstvervangende kantonrechters, te Amers
foort G. E. C. Croiset; te Rhenen Dr. H. Menso.
Z. M. heeft benoemd tot 2den luit. bij het
wapen der inf., bij het 1ste reg., den cadet
Jonkheer J. A. Barnaart; bij bet 2de reg, de
cad W. C. Staring, H. M. Nepveu, G. Blan
ken, C. Lem en H. L. Vorstenbos; bij het 3de
reg., de cad. W. A. Van der Mandere, J. C.
Morren en E. A. O. Was; bij het 4de reg.,
den cad. W. N. Roldanus; bij bet 5de reg., de
cad. A. P. Yaillant en H. C. Greve; bij het
6de reg., de cad. A. R. Kraijenhoif van de Leur,
C. C. H. Smit, M. H. A. J. Van Meurs en Jhr.
E. H. F. Leyssius; bij het 7de reg., de cad.
T. A. De Man, O. W. Westerouwen van Mee-
teren, J. C. J. Van Ogten en W. J. L. Wij-
mans; bij het 8ste reg., de cad. G. W. de Ronde,
Jhr. L. Engelen van Pijlsweert en Jhr. D. R.
Gevers Deynoot; tot 2den luit. bij het wapen
der cavalerie: bij het 3de reg. huz., de cad.
C. A. baron Bentinck en F. M. baron Van
Lynden; bij het 4de reg. huz., den cad. J. K. J.
Van Sou; bij het wapen der artillerie: bij het
reg. veld-art., de cad. J. De Waal en J. C.
Swaving; bij het 1ste reg. vesting-art., de cad.
N. J. A. P. H. Van Es en P. C. J. Visser;
bij het 2de reg. vesting-art., de cad. M. A. Ge-
linck en W. J. Van Hoytemabij het 3de reg.
vesting-art. de cad. S. J. Van Nooten, N. Klaas-
sen, P. De Wijs en T. Van Exter; tot 2den
luit. bij het korps ingenieurs, min. en sap., de
cad. F. J. Haver Droeze, J. A. Lindo, G. J.
Collard, A. F. Swaan, Jhr. A. W. Quarles van
Ufford en J. W. N. Cramer, allen herkomstig
van de Kon. Mil. Academie.
Z. M. heeft 1°. den majoor J. W. Bodegrave,
van het 7de reg. inf., op verzoek op non-act.
gesteld en zulks in afwachting dat omtrent hem
nader zal worden beschikt; 2°. bij het wapen
der inf. benoemd bij het 7de reg. tot majoor,
den kapit. van de 1ste klasse A. F. Beijen, van
het reg. gren. en jagers.
Z. M. heeft benoemd tot 2den luit. bij het
leger in O.-L: bij het wapeu der inf., de cad.
W. J. N. Bosboom; H. C. P. De Bruyn, C. E.
Makkiuk, C. W. A. De Jongh, J. J. Ten S iet-
hoff, C. P. J. Van Vliet, H. M. Buyskes, R.
G. J Sutherland, L. C. Piekkaart, J. B. H. A.
Van den Bossche, L. J. van der Burg, A. K.
Van der Garden, J. Van der Maaten, G. P. Van
der Garden en H. Stutterheimbij het reg.
Oost-Ind. caval. den cadet M. W. F. M. Van
Berkel; bij het wapen der art., de cad. L. L.
André, H. G. Droste, A. Lugt en F. W. Ha
merter; bij het korps der genie en sappeurs den
cad. Lettink allen herkomstig van de Kon. Mil.
Academie.
Z. M. heelt benoemd tot 2den luit. bij het
wapen der arfcill. van de landmacht in West-
Indië, den cad. J. Bueno de Mesquita, herkom
stig van de Kon. Mil. Academie.
Z. M. heeft met ingang van 1°. Sept. benoemd
tot apothekers 3de kl. bij den militairen genees
kundigen dienst in Oost-Indië, de voor die be
trekking opgeleide kweekelingen der pharniacie
F. A. C. Valkenhoff, W. Pontier en I|
Schroder; in West-Indië, den voor die be:J
king opgeleide kweekeljng der pharraacie
De Groot.
De Thermometer van Fahrenheit teekencif
hier Maandag des namiddags te 5 uren 72°, 1
N. W., des avonds te 8 uren 67°, te 10 J
65°. Dinsdag 's morgens te 5 uren 63°,
te 8 uren 70°, 's namiddags te 12 urec|
te 4 uren 85°.
KOLONIËN.
De Javasche Courant van den 12den
bevat het eervol ontslag op verzoek ver!-
aan den heer C. F. W Wiggers van Kerci
als president van de Javasche Bank, en del
noeming van den vroegeren directeur van
ciën, thans secretaris van de Bank, den heer
penheim, tot zijn opvolger.
In den Javabode leest men het v<
Naar wij vernemen, is op de vraag, aas|
hoofden van het gewestelijk bestuur gericht,
trent de werking der maatregelen van het
rale bewind tot afschaffing der passen en
tiugslagen, het antwoord in het algemeen
bevredigend uitgevallen. Bijna zonder uiti)
dering moet verklaard zijn, dat de klacbi
welke in den laatsten tijd over de veiligij
zijn aangeheven en waarover door de reai
nairen in Nederland en hunne organen iel
pers en in het ministerie een zoo onzi
marktgeschrei is aangeheven, niet in het tnii
verband staan met de afschaffing der rott:
slagen.
Alleen zoude volgens sommigen de afschal
der passen eenige meerdere moeilijkheid Id
opsporing van misdadigers opleveren.
Dat overigens de waarborgen voor de
soonlijke vrijheid der inlanders en met beo
lijkgestelden nog veel te wenschen overlaat,
weder blijken uit eene aanschrijving van
procureur-gen., krachtens welke, in strijd
eene constante jurisprudentie, het bezit
opium, van den pachter van een vorig jaar,
kocht, alsnog strafbaar moet worden geacliii
voor de landraden vervolgd. Talrijke huis:
kingen in deze residentie zijn hiervan het
volg geweest, meestal op instigatie en oo:
aanvoering van bezoldigde lasthebbers de3 pi
ters voor het loopende jaar. Leveren dergelrl
huiszoekingen eenig resultaat op, dan wordt!
den regel de bezitter van amfioen in prevents
hechtenis gesteld, om daarin te verblijven, tl
dat hij door den landraad en, zoo er geapp;
leerd wordt, door den raad van justitie, volgt
de gevestigde jurisprudentie, zal zijn vrij:
sproken.
In het algemeen kan men zeggen, dat
kolossale toepassing van preventieve hechtei
waarmede bijna iedere klacht, van hoe ont
duidenden aard ook, wordt geboet, een kaul
is der inlandsche rechtsbedeeling en een cl
hoofdoorzaken van de overbevolking der geve
genissen, waarover nog op zoo vele plaat-
rechtmatige klachten worden aangeheven.
Onder de ingezonden stukken zal men ere;
vinden over den waterstaat, waarbij op het gen
eener hooggeplaatste autoriteit wordt beke:
gesteld, dat van de 7 millioen voor den wat:
staat over 1867 uitgetrokken, slechts 3 millio:
zouden zijn besteed. //Autant de gagné
Tennemi," zal men waarschijnlijk in Nederlas
zeggen, bij het vernemen van een feit, waaraan
Indië een achterstand van 6000 zaken en b
verval van eene menigte openbare werken
danken is. Dat niettemin of liever dientet
gevolge toch geld verspild wordt, kan blijke
uit het navolgende staaltje aan de omstrek:
der hoofdplaats ontleend. Aan den weg nl. nsi
Bekassie wordt p. m. /"1000 's maands aan wee
werkers betaald. Deze hebben echter noch im