jaarlijksche vergadering gehouden der vereeni-
ging van burgerlijke ingenieurs. Het samenval
len dier vereeniging met de feesten der réunie
van oud-studenten had ten gevolge, dat er meer
leden tegenwoordig wareu dan gewoonlijk het
geval is. De vereeniging mag zich steeds in bloei
verblijden. Er werd besloten dat de volgende
algemeene vergadering te Utrecht zal worden
gehouden.
Gisteren-ochtend omstreeks halfvijf is nabij
de Zwet, tusschen Delft en Overschie, bij het
passeeren der postkar, een koetsier hangende
aan een hek gevonden, terwijl paard en rijtuig
in de sloot lagen. Het paard was nog levend.
Volgens opgave van den tolgaarder was bedoeld
rijtuig den tol gepasseerd mee passagiers. De
oorzaak van dit ongeval is onbekend.
Vrijdag 11. gebeurde te Alkmaar het
volgende dat wel als eene bijzonderheid in ge
meente-administratie mag gelden. Van de 15
leden, uit welke de gemeenteraad bestaat, zijn
4 aangewezen als arabtenareu van den burger
lijken stand. Een zeeman, Donderdag uit zee
gekomen en na weinige dagen weder derwaarts
gaande, wenschte dien dag te trouwenalles
was klaar, doch toevallig waren al de vier hee-
ren ambtenaren van den burgerlijken stand af
wezig. In allerijl werd nu de raad bijeengeroe
pen en daar de heeren trouw opkwamen, kon
de raad een lid tot ambtenaar benoemen en het
gewenschte huwelijk gesloten worden.
Uit Medemblik schrijft menHetgeen
dezer dagen uit Zwolle is gemeld omtrent een
verzoek van den burgemeester dezer gemeente
om zooveel mogelijk te voorzien in het ontstane
gebrek aan water in deze gemeente, is geheel
onwaar. Tot op dit oogenblik toch is uit de
groote regenbakken der alhier gevestigde rijks
gebouwen in de behoefte voorzien geworden.
Een paar dagen geleden viel te Makkum
tegen den avond de toren van het naburige
dorpje Engwier om. Metselaars hadden hem
juist van eenig oud gesteente ontdaan, om hem
vervolgens weer wat op te knappen. "Wellicht,
dat hij daar niet tegen konalthans, hij stortte
in naar de zijde, waar men hem het meest ver
zwakt had. Als bijzonderheid wordt verhaald,
dat de toren vóór den val driemaal rond
draaide". Ongelukken hebben niet plaats gehad.
Uit B h e d e n wordt van den 18den
Juli gemeld: Na eene langdurige droogte, bij
eene tropische hitte, die voor de veldvruchten
en inzonderheid het veevoeder een zeer ongun
stige uitkomst deed vreezen, ontlastte zich gis
teren boven deze en aangrenzende gemeenten
een hevige donderbui, vergezeld van stortregens
en hagelslag, die, ofschoon hier en daar nog al
verwoesting aanrichtende, toch eene zeer ge
wenschte verkwikking heeft aangebracht.
Uit Nieuw veen meldt men van den
17den Juli: Werd in de vorige week alhier het
lijk binnengebracht van een in deze gemeente
te huis behoorenden jongeling, die op een dorsch-
kleed onder Waddinxveen was doodgebleven,
gisteren bezweek onder deze gemeente door de
buitengewone hitte op zoodanig kleed een werk
man van ruim ÖOjarigen leeftijd, terwijl in het
begin dezer week in het naburige Leimuiden
eene zwangere vrouw door een noodlottig toe
val, mede op een dorachkleed, haar einde vond.
De hitte is ondraaglijk, bijzonder voor de land
arbeiders, zoodat alhier en te Zevenhoven de
rogge algemeen bij den nacht wordt gemaaid
of gesneden. Lang hebben de weilanden in de
drooggemaakte Nieuwkoopsche en Zevenhoven-
sche polders aan de droogte en verschroeiende
hitte weerstand geboden, doch thans worden
velen ook aan de heide gelijk, zoodafc de vee
houders ten einde raad zijn en zij, die gelijk
tijdig teelboeren zijn, hunne haver doen af
maaien, om die het vee tot voeder te doen
strekken.
In den avond van Zondag den 12den
Juli jl. is te Elspeet een verschrikkelijke mis
daad gepleegd. Twee jongens hebben op den
openbaren weg een moordaanslag begaan op den
persoon van Gerrit van Milligen, in de buurt
schap Uddel woonachtig. Zij zouden hem ver
moord hebben, waren zij niet in hunne dolle
woede gestuit; het geschreeuw der koeien van
een nabijzijnd huis maakte de bewoners wakker,
die, opgestaan en naar buiten gegaan zijnde,
aan hun snooden toeleg een einde maakten,
want zij namen nu in allerlijl de vlucht. De
verslagene is zoodanig aan hoofd, hals en armen
verwond, dat men aanvankelijk voor zijn leven
vreesde en 't ook met hem zoude gedaan ge
weest zijn, zoo hem niet door toedoen van den
veldwachter M. Dijkgraaf spoedig geneeskun
dige hulp ware toegediend. Op vijf, zes plaat
sen lagen ontzettende plassen bloed. De zaak
is reeds in handen der justitie overgegeven.
Men verneemt nader met opzicht tot den
spoorweg BommelHedel, dat er geene ver
zakkingen hebben plaats gehad, wel eene verschui
ving van den grond naar de loot, terwijl de
boog, ter voorkoming van scheuring, werd ge
stut. Alles is thans in de beste ordeer wordt
over den boog weder gereden. Men is met het
werk aan de baan tot aan het station gevorderd.
Ten bewijze van een vroegtijdigen oogst
kan worden vermeld, dat er "Vrijdag 11. aan
de Groningsche beurs reeds nieuwe rogge en
nieuwe zwarte haver ter verkoop werd aange
boden.
Yan den onlangs overleden bisschop van
Breda, verhaalt men het volgend straaltje
van menschlievendheid. Men meldde hem op
zekeren dag dat eene vrouw, buiten aan de
deur, om eene aalmoes vroeg. Hoe oud is
zij vroeg de bisschop Ik denk wel een
goede zeventig" //En ziet ze er nog al arm
uit?" O, wat dat betreft, ze ziet er uit
alsof ze in geen acht dagen gegeten had."
Geef haar een rijksdaalder." Is dat niet
wat veel?... het is een Jodin!" //Wat! een
Jodin?!" //Helaas, ja!!" //Zoo! dat is
eene gansch andere zaakgeef haar tien gul
den zij verdient dat voor het vertrouwen dat
zij in mij stelde door zich tot mij te wenden."
De Eerste Kamer der Staten-Generaal zal
hedenavond te zeven uren vergaderen. Het
eenig ontwerp dat zij te behandelen heeft, is
dat tot bekrachtiging der nadere overeenkomst
met de Amsterdamsche Kanaal-maatschappij ge
sloten.
Z. M. heeft benoemd tot rector magnificus
aan de hoogeschool te Groningen, voor het
academiejaar 1S681S69, den hoogl. W. Hecker.
Z. M. heeft als blijk van goedkeuring en
tevredenheid verleend de bronzen medaille en
een loffelijk getuigschrift aan J. Schefman en
H. Hameleers te Maastricht, wegens het red
den eener vrouw aldaar, in den avond van den
24sten Eebruari 1868.
Z. M. heeft benoemd tot ontv. der dir.
bel. te Weert c. a. den heer J. A. Kessels, thans
te Cuyk c. a.
De Thermometer van Fahrenheit teekende al
hier Maandag des namiddags te 5 uren 78°, des
avonds te 8 uren 70', te 10 uren 68°. Dins
dag 's morgens te 5 uren 68°, Wind: Z. W., te 8
uren 73°, N. W., 's namiddags te 12 uren 79°, te 4
uren 80°.
BUITENLAND.
Bblgie. Te Antwerpen werd een der sjou
werlieden, een oppassend man van 50 jaar, ten
gevolge der hitte door zonsverbijstering aange
tast. Hij ijlde naar een der schepen, die in de
haven lagen, klom naar boven en wierp zich van
den top van den mast in het water, uitroepende
dat hij vliegen ging. Met moeite is de man ge
red en naar het hospitaal gedragen.
Brussel viert feest, schrijft men van daar,
en zal gedurende de geheele week feest vieren.
De kermis, die sedert jaren kwijnende was, ijl
thans weder in vollen gang, dank zij het initi
atief eener commissie, gepatroniseerd door hel
gemeentebestuur. De kosten van het feest wor
den gedekt door eene tombola, waarvan de bil
jetten 10 centimes kosten. Er zïjn er omstreeki
een millioen geplaatst, terwijl de ter verloting
bestemde voorwerpen niets kosten, aangezien zij
door particulieren ten geschenke zijn gegeven
Het laatste nommer, dat getrokken wordt, winl
een biljet van 1000 fr. De feesten, door het
prachtigste weder begunstigd, werden geopend
door een optocht, waaraan zes leeuwen deelna
men, behoorende tot een Amerikaanschen circu-
Men berekent dat het aantal vreemdelingen
thans in Brussel zich bevindende, meer dai
100,000 bedraagt.
Oostenrijk. Volgens de Oesterr. Correi
pondenz" heeft de internationale conferenti;
voor de telegraphie hare werkzaamheden geëin
digd en zal zij heden hare laatste zitting hou
den tot onderteekening van het internationale!
verdrag.
De regeering van dit rijk heeft overigen!
eene moeilijke taak te vervullen, wegens dei
steeds toenemenden tegenstand der E. C. gee*
telijkheid op den door haar ingeslagen vrijzin
nigen weg. Gelijk reeds is medegedeeld heeft
die tegenstand op sommige plaatsen reed;
tot wanordelijkheden geleid. Yoegt men daarbij
de stelselmatige agitatie in Boheme van den
kant der ultra-Czechen, dan moet men erken
nen dat de taak der regeering zwaar is en zij
slechts door krachtige maatregelen de bestaande
moeilijkheden kan te boven komen. De kardi
naal prins aartsbisschop van Praag, heeft dezer
dagen een herderlijken brief verzonden, door'
de Boheemsche bisschoppen onderteekendde
toon, welke in dit stuk heerscht, is uiterst
scherp en de zoogenaamde confessioneele wet
ten worden daarin ton strengste afgekeurd.
Yan verschillende zijden wordt bevestigd,
dat het keizerrijk Oostenrijk, in 1804 door
Keizer Erans gesticht en omvattende al de erfe
lijke en kroonlanden, Hongarije daaronder be
grepen, zal ophouden onder dien naam te be-J
staan en voortaan worden genoemd, de Oosten-1
rijk-Hongaarsche monarchie. Het gevolg daarvan
zal zijn, dat de naam van Oostenrijk, voortaan
slechts zal worden toegepast op de zeventien
Cis-Leithaanscbe provinciën die gezamenlijk eene
soort van naamlooze staatkundige vennootschap
vormen. De Duit-schers van Oostenrijk zullen
deze verandering toejuichen, maar de Czechen
en de Polen zullen niet nalaten, tegen dien
gedwongen herdoop te protesteeren. Aan de
gevoeligheid der Hongaren is door de bena
ming van Oostenrijk-Hongaarsche monarchie
opnieuw te gemoet gekomen.
Frankrijk. Te Amiëns zijn bij de wedren
nen, den 12den dezer aldaar gehouden, de tribu
nes ingestort waarop de studenten van de daar
gevestigde school gezeten waren. Zeven personen
werden zwaar gekwetst; vele andere kregen
lichtere wonden. Een vrouw heeft het leven er
bij verloren.
De keizer is gisteren ochtend naar Plombiè-
res vertrokken.
De France" en de Etendard" weêrspreken
het bericht, dat Frankrijk aan de Spaansche
regeering van de jongste samenzweering beeft
kennis gegeven. Eerstgenoemd blad zegt, dat
het bijna zeker is, dat de zitting van het wet
gevend lichaam Zaterdag e. k. gesloten zal
worden.
Engeland. Het manuscript van een gedicht,
door professor Morley in het Britsch Museum
gevonden, en door hem aan Milton toegeschre
ven, geeft aanleiding tot een ijverigen penne-
strijd. Lord Winchelsea zet in een schrijven
aan den uitgever van de Times" uiteen, dat het
gedicht eene aaneenschakeling is van zegswijzen
en beelden, die onmogelijk uit de pen van
Milton kunnen gevloeid zijn. Ook op den vorm
maakt de briefschrijver verscheidene aanmer-