Bewaarschool Groenesleeg. BROODBAKKEBSKNECHT. paar jaren den loop der zaak aan. Het bestuur der fabriek zal ijverig de zaak blijven behar tigen, en te oordeelen naar wat ik al reeds gezien heb, zal de zaak bloeijen, het debiet zal toenemen en misschien zal er dan wel iets voor uitdeeling overschieten. De bepaling van den prijs van het brood is aan het bestuur overgelaten. De beweegredenen tot het stellen van dien prijs, kan ik niet meê- deelen, hier komt vertrouwen in het bestuur te pas; indien X dat niet heeft dan wijst art. 15 onzer statuten hem den weg aan, hoe hij zon der het groote publiek in de zaak te betrekken of er veel leven over te maken, zijn wantrou wen ter plaatse waar het behoort kan uitdruk- keu. Heeft hij betere bestuurders aan de hand, dan is hij aan de goede zaak verplicht die aan te wijzen, hij kan bij voorraad rekenen op mijne dankbaarheid. D. HARTEYELT. BEROEPEN ENZ. Nederlandsche Hervormde Kerk. Beroepen: te St.-Pancras: J. Wijs te Oude-Niedorpte Noordeloos: S. H. J. de Wolff te Blaauwkapel; te Britsum: IJ. Rader- srna (aangenomen)te BurenG. H. Bleeker te Fijnaart en Heiningente Babyloniënbroek c. a.H. Rombach te Giesen en Rijswijk. Bedankt: te Aalst: door P. J. R. Laan te Maassluis; te Ommen: door N. Osti te Hattem. Christel. Afgesch. Geref. Kerk. Beroepen: te Wanswerd: J. H. Wiersma te Amersfoort; te Hattem: R. Sybrandi te Marrumte MaaslandE. Diemer te Sassen- heim. Aangenomen: Te Beekbergen: door H. Cramer 'te Lunteren te Surhuisterreendoor J. Reinink te Westmaas. Bedankt: te Naalwijk en te Gibbsvill (Amerika): door D. J. Grootenhuis te Maas sluis. Overleden: H. A. de Vos, emer. pred. te Delft. ACADEMIËN IE UW S. Utbecht, 20 Maart. Bevorderd tot doctor in de beide rechten de heer C. F. A. Knijff, geb. te Leeuwarden, na verdediging van Stel lingen en de heer F. Uyttenboogaart, geb. te Loenen, na verdediging van zijn academisch proefschrift, getiteld//Eenige opmerkingen over de artt. 884 en 957 B. W." 21 Maart. Bevorderd tot doctor in de beide rechten de hoeren W. L. van Voorst Vader, geb. te Goes, en P. A. J. Bouvin, geb. te Oos- terland bij Zierikzee, beiden na het verdedigen van Stellingen. Groningen, 21 Maart. Bevorderd tot doctor in de beide rechten de heer J. H. de Ranitz, geb. te Groningen, na verdediging van Stel lingen. RECHTSZAKEN. Gewezen vonnissen in strafzaken door bet kantongerecht te Leiden op den 16den Maart 1S68. 1 wegens zonder aanzegging sneeuw van de straat geruimd. 2 zonder aanzegging de straat geschrobd. 1 zonder voorkennis 15 vaten bron olie te vervoeren. 5 het verontreinigen der straat. 2 het baggeren in den Rijn zonder con sent van het Hoogheemraadschap van Rijnland. 1 zonder vergunning kippen los op straat te laten loopen. 1 het werpen van vuilnis op straat. 2 van asch in het water. 1 wegens door de Vrouwensteeg in verkeerde richting te rijden. 2 met ongemuilbande honden voor een kar te rijden. 1 in gesloten jachttijd een haas te vervoeren. 0FFIC1EELE BERICHTEN. Eerste Huwelijks-Afkondiging te Leiden, den 22sten Maart 1868 K. A. Scheld jm. 27 j. en W. J. Verhoeven jd. 21 j. J. M. Groen jm. 22 j. en M. Wijn- nobel jd. 25 j. W. Sirat wedr. 43 j. en S. W. Thiel wed. 48 j. L. G. de Bruijn jm. 25 j. en J. I. van den Bosch jd. 23 j. V. A. de Peters jm. 28 j. en J. J. A. Hazenberg jd. 26 j. GEMENGDE BERICHTEN. Men schrijft uit Zwolle dd. 20 Maart Gisterennamiddag is hier aangekomen een bende Zigeuners, sterk ongeveer dertig personen, met eenige paarden en wagens. Zij hebben hunne tenten opgeslagen op een veld buiten de stad, en leven daar evenals de zooveel beschreven heidenhorden, welke in vroeger jaren ons land doorkruisten. Rondom een groot vuur gelegerd zitten mannen en vrouwen, waaronder de mees ten met lange zwarte haren, sommigen zelfs half naakt, met een eind pijp in den mond, zich te amuseerenzij nemen de kinderen, waaronder er zijn van nog geen 4 weken oud, nu en dan eens van den grond en houden ze eens even boven het vuur, om hen ook van de warmte te laten genieten, waarvan zij overigens in dit jaargetijde in hun luchtig costuum a 1' Adam weinig hinder hebben. Het geheel levert bij avond een fantastisch gezicht op en doet ons denken aan het bekende verhaal Preciosa. Zij geven voor uit Hongarije te komen en spreken met moeite een soort van plat Duitsch; hun hoofdman is bont opgetakeld met verzilverde eierschalen enz.; allen schijnen in groote mate de kunst hunner voorouders te hebben overge nomen, namelijk bedelen. Tweede Kamer der Staten-Generaal. Zitting van 23 Maart. De beraadslagingen worden voortgezet, naar aanleiding van de interpellatie-Thorbecke en de daarbij voorgestelde motie-Blussé, luidende //de Kamer, gehoord de inlichtingen des ministers, is van oordeel, dat geen landsbelang de jongste ontbinding der Kamer vorderde, en sluit de beraadslaging." De heer Blussé nam, ter beantwoording der opmerkingen en beschuldigingen tegen zijne motie ingebracht, als uitgangspunt de negen punten, hoewel in gewijzigde orde, door den heer De Bosch Kemper in de zitting van 6 Maart, ter bestrijding dier motie, gesteld. De motie was wél reglementair en grondwettig, om dat zij was eene verklaring dat de Kamer niet voldoende acht de inlichtingen door de regee ring gegeven op eene interpellatie, die grondwet tig is. De motie miskende niet de rechten der kroon, dat heeft de Min. van binnenl. zaken zelf erkend bij zijn antwoord aan den heer Vader; zij had niet de strekking om onze regeerings- vorin in een republiek te veranderen, ware dat de strekking, spr. had haar niet voorgesteld. Dat zij nadeelige gevolgen voor de wetgeving kon hebben, was mogelijk, maar hoe was er te wer ken met eene regeering, wanneer men een be staand twistpunt alvorens niet had uitgerecht? De motie gaat rechtstreeks op het doel af, zeide spr., op het doel om af te keuren de hebbelijk heid der regeering tot het geven van advies om te ontbinden. De regeering heeft het middel in handen de voorgewende dubbelzinnigheid der motie weg te nemen door te verklaren dat zij er eene kabinets quaestie van maakt. De Min. van binnenl. zaken gaf te kennen, reeds verklaard te hebben dat de regeering eene kabinets-quaestie zag1°. zoo de Kamer weigerde de inlichtingen des Min. van buitenl. zaken te hooren, en 2°. zoo eene afkeurende conclusie ware voorgesteld geworden. Zij kon zich dus, na de dubbelzinnigheid der motie te hebben betoogd, van verder debat onthouden. De heer De Bosch Kemper beantwoordde den heer Blussé, n. a. van diens bestrijding van sprekers argumenten, welke hij nader uiteen zette, terwijl hij bleef volhouden dat de eenige grondwettige weg was: het aanbieden van een eerbiedig adres aan den Koning. Hij zou de indiening van zulk een adres voorstellen, maar eerst nadat hem gebleken was dat geen spre kers meer het woord wenschten te voeren, daar hem anders smoring der debatten zou kunnen worden verweten. De heer Dumbar zou voor de motie stem men, hoewel door de verklaring der regeering, dat zij daarvan niet haar //zijn of niet zijn" afhankelijk stelde, het belang der motie was verloren. Hij wenschte er de verklaring bij te voegen, dat het weinig vertrouwen dat hij nog in sommige leden van het kabinet stelde, door de herhaalde ontbinding geheel en al verdwenen is. Hij wees er nog op, dat de Min. van binnenl. zaken losweg een lid der vertegenwoordiging van hoogverraad had beschuldigd, door te ver klaren dat de motie was een coup d'état, een greep naar de souvereiniteit. De heer Fransen van de Putte deed uitko men de zonderlinge stoute wending van het Ministerie sedert Zaterdag, waarbij hij aantoonde dat het zedelijke kracht mist. Op het verwijt des heeren De Bosch Kemper dat na 1853 motiën van orde en afstemming van begrootingen zijn te baat genomen, antwoordde spr. dat de voor naamste schuldigen in deze zijn de conservatieven, waaronder-de meeste der tegenwoordige minis ters "VVat het gevolg zal zijn van de motie, gaat ons niet aan, zeide spr., wèl het ministerie die bovendien noch de koloniale, noch de onder- wijsquaestie tot oplossing had gebracht. De Min. van binnenl. zaken beantwoordde den heer Fransen van de Putte. De heer Haffmans de motie-bestrijdende, ver dedigde de houding der regeering. De heer Koorders, hoewel niet in het alge meen moticn als ongrondwettig beschouwende, zou tegen deze motie stemmen, omdat zij z. i. is eene onware motie, daar ze het feit der ont binding losrukt van de verwerping der begroo ting van Buitenl. Zaken. Nadat de heer Jonckbloet nog 't woord ge voerd had, werd de motie met 39 tegen 34 stemmen aangenomen. Na den afloop dezer stemming stelde de heer De Bosch Kemper voor om een adres aan den Koning aan te bieden. Morgen hierover beraadslaging. ADVEKTENTIEN. Belanghebbenden worden uitgenoodigd tot bij woning eener OPENBARE LES op Donderdag 26 Maart des morgens te tien uren. Namens het bestuur, W. PLEYTE. Tegen goed loon kan met 1 Mei geplaatst worden een Brood bakkersknecht, van de P. G. en voorzien van goede getuigschriften. Adres, met franco brieven, onder letter A., bij den Boekhandelaar W. CAMBIER van NOO- TEN te Alphen aan den Rijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1868 | | pagina 3