J* BINNENLAND. N°. 248^. LEIDSCH A°. 18® \4Mjdag DAGBLAD. 2| Maart. PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden, per 3 maandenf 3.00. Franco per post3.85. Afzonderlijke Nommers0.10. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIEN. Van 1-6 regels 0.75; iedere regel meer0.12s Geboorte-, huwelijks- en doodberichten van 1-4 regels 0.90, iedere regel meer0.15. Leiden, 20 ITlaart. Een uittreksel uit do beraadslagingen over het rapport der commissie, in wier handen de diplomatieke bescheiden zijn gesteld, hebben wij gisterenavond reeds gegeven. Het nieuwe lid de heer Koorders toonde, dat welke deugden hem ook mogen sieren, die van bescheidenheid hem niet kenmerkt: het eerst vatte hij het woord op, en de wijze, waarop hij dat voerde, ontlokte eene terechtwijzing van de zijde zijner eigene partij de heer J. K. van Goltstein zeide dat de heer Koorders geen groot denkbeeld had van liberaliteit, daar het geen goede inlei ding in deze vergadering was om zoo weinig deferentie te betoonen jegens de gevoelens van andersdenkenden en hen te laken, omdat zij niet dadelijk protesten hadden gesteld. Het ge- heele buitenlandsche beleid van den graaf Van Zuylen maakte het onderwerp uit der rede van den heer Koorders, waarvan de conclusie was dat er niets op dat beleid viel aan te mer ken. Spr. vond zelfs gelegenheid om zich over de onderwijs-quaestie uit te laten, en verklaarde do gevoelens daaromtrent van den minister van buitenlandsche zaken niet te deelen. Hij ving den strijd aan over het rapport, dat hij eene acte van beschuldiging noemde, en welks onderteekening door de minderheid der commissie hij zeer afkeurdeverschillende leden hadden aanmerkingen op het rapport: de heer W. van Goltstein achtte het rapport //eenzij dig" en het wierp //een blaam op het beleid van den minister van buitenlandsche zaken"; de kleurlooze conclusie strookte geenszins met het verslag; de heer Storm van 's Gravesande oor deelde eveneens, dat het rapport niet overeen kwam met de conclusie; de heer Van Wasse- uaer Catwyck meende dat de conclusie een goed- of afkeuring moest behelzenterwijl eindelijk de heer Rochussen zich geheel vereenigde met de bezwaren van den heer Koorders daartegen in gebracht; en hij verklaarde het rapport onder teekend te hebben zonder bijvoeging eener af zonderlijke nota, om de werkzaamheden der ver gadering niet op te houden. De heer J. K. van öoltstein verdedigde het, en de heer Godefroi meende dat de stukken geene nieuwe gezichts punten aanboden. In de discussiën van heden verwachten wij eene verdediging van het rapport door de'meer- derheid der commissiealleen kunnen wij de op merking niet weerhouden, dat de bewering, als zoude het rapport niet met zijne conclusie over eenstemmen, ons onjuist voorkomt. //Het rapport is niet een eenvoudig overzicht," zeide do heer Storm, //maar het behelst een cri tiek." Die critiek is echter geen critiek over den inhoud der stukken, maar over destukken zelve. De commissie moest onderzoeken in hoe verre de nieuw overgelegde stukken het beleid van den minister in een nieuw daglicht stelden. Daartoe was zij benoemd, en dit deed zij. Om een eenvoudig overzicht der stukken ,te geven, daartoe wordt geene commissie vereischt. Zij beschouwde de nieuwe stukken in verband met de reeds verschenen bescheiden. Uit het rapport van die commissie nu blijkt, dat zij vermeent, dat die stukken weinig nieuws bevattenhet oordeel indertijd door de Kamer over het be leid van graaf Van Zuylen uitgesproken was dus, naar hun inzien, niet onjuist geweest. AV"at zou zij anders doen, dan voorstellen, om die stukken voor kennisgeving aan te nemen Eene nieuwe afkeuring kwam niet te pas; die stuk ken geven daartoe geene aanleidingde com missie stelde dus voor dat de Kamer zou doen, wat elke vergadering doet, wanneer zij na het onderzoek van eene of andere missive niets bij zonders te zeggen heeftdie stukken voor ken nisgeving aan te nemen. LEIDEN20 Maart. In het Deventer Weekblad komt een eerste artikel voor over het wetsontwerp van het hooger onderwijs. Het was vroeger reeds met vreugde begroet. Enkele kleine aanmerkingen worden er op gemaakt: de definitie van hooger onder wijs wordt afgekeurd, omdat zij ook het middel baar onderwijs omvat; de benaming athenaea wil het doen vervallen die te Deventer en te Maastricht vallen onder de termen van gym nasia volgens de nieuwe wet; dat te Amster dam kon behouden blijven onder den naam van gemeentelijke hoogeschool; over de faculteit der letteren wordt gezegd dat hierbij gevoegd moet wordenwijsgeerige en geschiedwetenschap, tenzij men van beide laatste eene afzonderlijke en vijfde faculteit wilde makendie van wijs begeerte en geschiedenis. Deze toch, meent het blad, vereischen gezamenlijk wel eene afzon derlijke faculteit, evenals ook een afzonder lijk doctoraat. Dat daarentegen het nieuwe wetsontwerp de tegenwoordige vijfde faculteit, die der godgeleerdheid, laat vervallen, is niet anders dan goed te keuren. Tegen de beschou wingen der nieuwe Utr. Courant (die wij reeds mededeelden) voert het blad in de eerste plaats het volgende aanmen voorziet den dood der theologische wetenschap. //Yrage wat is dio theologische wetenschap? Ik kan daarvoor geene andere bepaling vinden dan de beschou wing van wetenschappelijke zaken uit een on wetenschappelijk oogpunt. En hoe eer zulk een oogpunt dus wordt opgegeven, hoe beter juist voor de wetenschap zelf." Dat de leeraren der kerk door een dergelij- ken maatregel minder wetenschappelijk zullen worden, is hunne zaak, en dat het vrije onder zoek en de leervrijheid van de seminaria zul len gebannen zijn dit zal tot schade der leeraars en der kerk strekken. //Zij zullen dus steeds wel hun best doen althans zooveel van dat vrije onderzoek mee te dragen, als hun kerkelijke vooroordeelen maar eenigszins zullen toelaten." Wat eindelijk de opmerking der Nieuwe Utr. Courant betreft omtrent de wen- schelijkheid, dat de verschillende richtingen iu de wetenschap zullen vertegenwoordigd zijn, en dat bij kerkelijke scholen de eene richting de andere zal overheerschen hieromtrent wordt beweerd dat elke richting slechts te zorgen hebbe, dat zij eene school opricht. Kort na de ontdekking van eene nieuwe planeet door den heer Coggia te Marseille, waar van in de nieuwsbladen reeds melding is ge maakt, heeft onlangs do heer Wilhelm Tempel, insgelijks te Marseille, eene tweede nieuwe pla neet ontdekt. Laatstgenoemde is de 97ste der kleine planeten, welke ziek tusschen de loopba nen van Mars en Jupiter om de zon bewegen. Tot ons genoegen kunnen wij mededeelen, dat door den minister van binnenlandsche zaken bij de staatsspoorwegen bevorderd is ouzo stad genoot de heer A. van der Togt van opzichter 2de klasse tot opzichter lste klasse. Uit het dezer dagen openbaar gemaakte verslag van bestuurderen der Noord-en Z u i d- HollandscheRedding-Maatschappij over 1867 blijkt onder meer het volgende. Van de red dingmiddelen, door de maatschappij langs onze kusten geplaatst, is in de meeste gevallen met vrucht gebruik gemaakt; zij zijn het middel geweest tot het behoud van het leven van 52 personen, die anders vermoedelijk eenen gewis- sen dood ter prooi waren geworden. Dat aan het doel der maatschappij bij velen onzer lnnd- genooten waarde wordt gehecht, bleek in het afgeloopen jaar uit verscheidene giften, die aan bestuurderen werden toegezonden. Zoo mocht onder anderen de maatschappij ontvangen een legaat van wijlen mevrouw de wed. Orobio de Castro, te Amsterdam. Do heer Josua van Eik, lid van de Provinciale Staten van Noord-Hol land, deed mede het aanbod om de kosten te voldoen van eene nieuwe reddingboot, die op zijn verlangen te Petten zou worden geplaatst, tot vervanging der oude, die aldaar aanwezig was. Deze aanbieding werd door bestuurderen in dank aangenomen. In den loop van hot jaar werden eene nieuwe reddingboot en wagen naar Scheveningen gezonden, die bij de voorloo- pige daarmede genomen proeven uitmuntend heb ben voldaan. Het boothuis aldaar, waarvan de lig ging, naar het oordeel van bestuurderen, niet gunstig was om bij strandingsgevallen spoedig met de boot gereed te kunnen zijn, werd naar een geschikt terrein, daartoe kosteloos ten ge- bruike afgestaan, overgebracht. Ook te Zaud- voort werd een nieuw boothuis opgericht. Deze boothuizen zijn alle naar een vastgesteld mo-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1868 | | pagina 1