N°. 2468. Woensdag A0. 18( 26 Februari. LEIDSCH ;rl> DAGBLAD? PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden, per 3 maandenf 3.00. Franco per post3.85. Afzonderlijke Nommers0.10. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon-en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIEN. Van 1-6 regels f 0.75; iedere regel meerf 0.12s Geboorte-, huwelijks- en doodberichten van 1-4 regels ƒ0.90; iedere regel meer0.15. B I i\ NENL A N D. LEIDEN, 25 Februari. De klerk \Y. T. Wanner van het rykstele- graafkantoor alhier is in dezelfde betrekking naar Rotterdam overgeplaatst. Omtrent het advies der kamer van koop handel en fabrieken te Amsterdam op de vraag van den minister van justitie hoedanig de tegenwoordige toestand der makelaardij is en hoe men oordeelt over de wenscheUjkheid eener herziening der op dat stuk geldende be palingen, blijkt thans nader, dat die kamer, naar men aan het Handelsblad verzekert, in hare laatste zitting heeft besloten, deu minister Diede te doelen dat de tegenwoordige toestand onhoudbaar is en dat, bij eene nieuwe regeling dier quaestie, de geheele titel uit bet Wetboek Tan Koophandel moet geschrapt wordendat de aanstelling en beëédiging van overheidswege moeten opgeheven worden en dit beroep geheel moet worden vrijgelaten, evenals elk ander be roep. Naar wij vernemen, heeft, het H. M. de Koningin behaagd den heer E. Gerdes, te Haarlem, als blijk van HD. belangstelling in de werkjes van dien schrijver, een prachtig silveren inktkoker met gouden inzetsels ten ge- Bcheuke te geven. Er bevindt zich hier in de laatste dagen, ichrijft Dien uit Vlissingen, eene geheele vloot van Engelsche visschersschepen. De En- gelsche visscliers hebben, voorbij de Noord- Hindert, in de richting van Ostende, eene groote en rijke oesterbank ontdekt, waar zij, ondanks de hevige branding, dagelijks werk zaam zijn en dien arbeid ruim beloond zien. Hie schuitjes zijn sterk bemand en veroorzaken hier eene bedrijvigheid, die vele voordeelen afwerpt. Bakkers zijn dag en nacht voor hen bezig; winkeliers, groentenverkoopers en slach ters kunnen niet genoeg aanbrengen. Het is I Vreemd dat onze visschers van het bestaan dier bank tot heden niets schijnen geweten te hebben. Voor de uiterlijke restauratie der St.-Jans- kerk te 's-Hertogenbosch wordt door Mr. Versteld, raadsheer bij het pro?, gerechtshof 1 in Noord-Brabant, nogmaals een beroep gedaan Op den kunstzin zijner protestantsche landgenoo- j ten. Uit zijne opgave blijkt, dat, terwijl de zaak le Leiden, Arnhem en Groningen aanvankelijk I Sympathie gevonden heeft, de twee koopsteden I en zelfs 's-Gravenliage niet de minste belang- I jstelling getoond hebben. //Er is geen twijfel aan, waarde protestont- I fccke landgenootenzoo schrijft Mr. Yers- fl feld, //of dat groote werk zal ook zonder onze medewerking tot stand kotnen. Maar het ware jammer dat het zonder onze medewer- king werd daargesteld, en het tijdstip der vol- tooiing van die grootsche onderneming, nogja- Ven en jaren werd vertraagd, zoodat niemand I pnzer dat tijdstip heieven zal. Het ware jammer dat het door onze onverschilligheid zijn schoonste sieraad zou missen en niet zou worden een ge wrocht van den algemeenen kunstzin, van Ne derlands christelijke! broederliefde en eensgezind heid." De audiëntie van den minister van oorlog zal op Donderdag den 27sten, en die van den miuister van marine op aanstaanden Vrijdag, den 28sten dezer, niet plaats hebben. De Staats-Courant bevat den staat, aan wijzende het door elke provincie te dragen aan deel in de lichting der nationale militie van 1868, ten bedrage van 11000 man daaruit blijkt dat het aandeel van Zuid-Holland is 1955, terwijl 5100 ingeschreven zijn. Aan het departement van marine is he den aanbesteed het maken van eenen ijzeren lichtstand met koperen lantaarn en het stellen van den op den berm van Weisoorden in Zeelandalles met den aankleve daarvaneen en ander ten dienste van de invoering van een nieuw stelsel van verlichting op de]Westerschelde. Daarvoor waren elf biljetten ingekomen. De minste inschrijvers waren de heeren D. A. Schretlen en Comp. te Leiden voor f2000 Bij koninklijk besluit is, op het door hem gedaan verzoek, aan den kap. der inf. van het leger in N. Indië W. Broek, thans met verlof hier te flande, een eervol ontslag verleend uit Zr. Ms. militairen dienst, met toekenning van pensioen. Z. M. heeft benoemd tot griff. der arr.-rechtb. te Zierikzee, Mr. W. L. J. Spoor, thans subst.- griff. bij de arr.-rechtb. te Eindhoventot subst.- griff. bij de arr.-rechtb. te Eindhoven, Jhr. Mr. A. J. J. van Sasse van Ysselt, thans recht.- plaatsv. in die rechtbank en adv. te Eindhoven de heeren O. Blanck en C. AY. Boman respec tievelijk tot Ned. consul en vice-cons, te Stok- holmbij de dd. schutterij te Leiden tot 2den luit. J. AY. H. de Moulin, thans schutter. Z. M. heeft verleend de volgende pensioenen, als aan: J. H. Mullemeister, comm. bij het dep. van financiën, ten bedrage van ƒ914; R. Yran- cken, raad-adviseur bij het dep. van financiën, 2410; P. Koster, inspect, van de dir. bel. en het kadaster, f 159S; .Thr. P. M. Sandberg, inspect, der posterijen, f 1920; J. O. van Dugteren, ontv. der dir. bel. en acc., f 1110 P. J. Nortier, visit, bij 's rijks bel., 1236Mr. A. C. H. Geukama Bakker, prov. direct, der dir. bel. enz., f 2622. De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier Maandag des namiddags te 5 uren 46°, Wind: N. W., des avonds te S uren 46°, te 10 uren 46°. Dinsdag 's nachtste 12 uren 46°, te 3 uren 46°, 's morgens te 5 uren 46°, te 8 uren 48°, 's na middags te 12 uren 52°, te 4 uren 49°. Encore un mot sur Sadowa is de titel van een opstel, geplaatst in de //Revue des deux mondes" en geschreven door M. L. Buloz. In dit artikel worden nog eenmaal, nadat achttien maanden zijn voorbijgegaan, de oorzaken nagegaan van den onverwachten en schitterenden Pruisi- schen veldtocht in 1S66 en van den beslissenden eindslag te Sadowa. De schr. stelt zich de vraag, of werkelijk de groote vrees voor Frankrijk gewettigd is, of die gelukkige uitkomsten van Pruisen zich niet nog uit bijomstandigheden laten verklaren, waarvan wel is waar met talent is partij ge trokken, maar bij een treffen tusschen Frank rijk en Pruisen niet of niet meer te vreezen zijn, en of de nieuwe wet op de legerorganisatie met hare vele gebreken en met de groote op positie die zich daartegen geopenbaard beeft noodzakelijk is. Schr. wijst in de eerste plaats op de wape ning der Pruisische troepen, waardoor 1 Prui sisch soldaat gelijk stond met 5 Oostenrijkers de groote voordeelen daaraan ontleend verval len nu Frankrijks leger met Chassepot-ge- weren die in Italië reeds wonderen ver richt hebben gewapend is. Doch bijna nog meer dan aan hare Zündna- del-geweren heeft Pruisen te danken aan de fou ten van zijne vijanden; geen partij trekkende van de omstandigheden, wilde Benedek den tijd en de plaats voor een slag geheel van zijne eigene inzichten afhankelijk stellen, en liet daardoor de gelegenheid voorbijgaan om de Pruisische le gers afzonderlijk tot een gevecht te dwingen wachtte zoolang totdat deze zich vereenigd had den en met gezamenlijke krachten hem onver wacht tot het leveren van een slag noodzaakten. Maar niet alleen deze fout was het, waaraan Pruisen zijne zegepralen te danken heeft. Te Sa dowa was alle voordeel van het terrein aan de zijde van Oostenrijkhet Oostenrijksche leger had tijd gehad om zich zoo te stellen als het voordeeligst was; het had hier en daar zijne versterkingen opgericht, en in den aanvang van den slag trachtten de Pruisische troepen ook te vergeefs door het vijandelijke leger heen te bre ken. Door het onverwacht innemen van een enkel punt, dat slecht verdedigd werd en voor de positie van het Oostenrijksche leger onmisbaar was, wisten de Pruisen de kansenten hunnen voor- deele te doen overslaan, en daardoor de schit terende overwinning te behalen, die Oostenrijk noodzaakte den Prager vrede te sluiten. Beide deze voordeelen moeten in rekening gebracht worden, zegt de schr., maar er zijn nog meer omstandigheden, die meer dan de sterkte en de geoefendheid van het leger op den uitslag zijn van invloed geweest. Pruisen had in den strijd geen vijand te vree zen dan Oostenrijk, en het had jaren lang zich op den oorlog voorbereid. De regeering had zich zelfs bij de vertegenwoordiging gehaat ge maakt; zij had de landweer niet meer zooals vroeger afzonderlijke korpsen laten vormen, maar hen bij het leger ingedeeld Steeds bedacht op den grooten slag, dien het Oostenrijk wilde toe brengen, had de regeering in de quaestie der Ilolstein-Sleeswijksche provinciën gelegenheid ge vonden, om haar krachten te beproeven en de- proef bleek gelukt te zijn, volkomen gelukt, toen Oostenrijk medeging en in eene gemeen-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1868 | | pagina 1