De heer Dullert heeft verklaard het man
daat als afgevaardigde voor het kiesdistrict A rn-
hem aan te nemen.
Te Groningen zal alzoo eene nieuwe ver
kiezing plaats hebben, en wel op Donderdag
2 0 Februari a. s., terwijl de herstemming, zoo
die uoodig is, zal plaats hebben op Donderdag
5 Maart daaraanvolgde.
Te Arnhem is Donderdag bij het ver
nemen van den uitslag der herstemming de op
gewondenheid groot geweest. Den heer Dullert
werd door een talrijke stoet ingezetenen eene
serenade gebracht; ook den heer Sloet van de
Beele werd per telegraaf de vreugde der Arn-
hemsche ingezetenen medegedeeld.
Het getal landverhuizers uit de provincie
Friesland naar Noord-Amerika was in 1867
belangrijk grooter dan in vroegere jaren. Er
vertrokken in het geheel uit 20 gemeenten 347
personen, waaronder 116 hoofden van huisge
zinnen of vrijgezellen, 60 vrouwen en 1 dienst
bode. De overigen waren allen kinderen. In
1866 vertrokken uit 9 gemeenten 43 personen
in 1865 uit 5 gemeenten 25.
Z. M. heeft benoemd tot commissaris van
politie en waterschout te Hellevoetsluis en tot
commissaris van rijkspolitie op het kanaal van
Yoorne J. \V\ Kröller, te Delftbevorderd met
ingang van 1 Maart a. s., tot luit. t/z. 1ste kl.
den luit. t/z. 2de kl. A. J. Visser; tot luit. t/z.
2de kl. den adelborst 1ste kl. M. R. Wagner;
en tot adj.-adm. de scheepskl. G. J. Guichard,
J. W. Groeneyk, J. F. de Vries, J. L Kroese
en A. de Leef.
Z. M. heeft op verzoek aan A. J. van Santen
eervol ontslag verleend als ontv. der dir. bel.
en acc. te 13edum, behoudens aanspraak op pen
sioen en aan den O.-I. hoofdambtenaar W. C.
Happé, gewezen resident van Menado, thans
met verlof hier te lande, met toekenning van
pensverleend ten blijke van goekeuring en
tevredenheid de bronzen medaille, benevens een
loffelijk getuigschrift1°. aan L. H. F. Gold
man, oud 14 jaren, wegens het met levensge
vaar redden van een jongeling uit de Tjiliwong-
rivier te Batavia, op 15 Mei 18672°. aan den
inlander Piean, politie-dienaar bij den contro
leur der districten Riam-kiwa en Kanan, in de
residentie Zuid- en Ooster-afdeeling Borneo, we
gens het met levensgevaar redden eener inland-
sche vrouw uit de Riam kiwa-rivier op 10 April
1867.
De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier
Vrijdag des namiddags te 5 uren 42°, WindZ. W.
des avonds te 8 uren 42°, te 10 uren 42°. Zater
dag's nachts te 12 uren 40°, te 3 uren 39°, 's mor
gens te 5 uren 39°, te 8 uren 40°, 's namiddags te
12 uren 43°, N. O., te 4 uren 41°.
De Nieuwe Goessche Courant vermeldt den
tekst van het adres, dat in verscheidene steden
circuleert, om eene nieuwe ontbinding aan den
koning te vragen. Het begin luidt aldus:
//Beminde Koning!
//Diep ontroerd en geheel als ter neer gesla
gen komen wij, uwe getrouwe onderdanen, ons
leedgevoel en tevens onze verontwaardiging open
hartig voor uwen troon blootleggen, over den
uitslag der verkiezingen, op 22 Januari jl. plaats
gehad. De onbeschaamdheid van een aantal ra
dicale drijvers, die den eerbied voor uwe konink
lijke waardigheid hebben uitgeschud" (zeker als
tegenhanger voor het //bloot leggen" der andere
partij) //doet ons het ergste vreezen; waarom
wij het niet kunnen verbergen, openlijk te ver
klaren, dat die partij hoogstens uit een vierde
deel der bevolking bestaat, en waarvan dan
nog stellig de helft blindelings door den stroom
der onbeschaamdste leugens, die eenige radicale
dagbladen hebben durven exploiteeren, is mede-
gesleept, zoodat eigenlijk slechts een achtste
deel valschelijk voor de volksstem wordt ge
houden en zij, uw getrouw volk, dat tot de
zeven achtste deelen behoort, moet het
ongeluk gedwee aanzien, om naar de dagen van
1795 te worden teruggevoerd." (Die radicalen
zijn dus eigenlijk reactionairen).
//Wij komen daarom met diepen eerbied, door
innige liefde verbonden aan Uwer Majesteits
doorluchtig stamhuis, tot uwen troon, met de
bede dat het Uwe Majesteit moge behagen, dat
volk, dat u en uw stamhuis op het hart
draagt, met uwe vaderlijke zorg te omvatten,
en het toch niet prijs te geven aan de vijanden
van uw huis, maar die moedig terug te drijven,
door de Tweede Kamer andermaal te ontbin
den, totdat de wetten zoodanig gewijzigd zijn,
waardoor de mogelijkheid afgesneden is, dat
geene veroveraars van ministerieele zetels
immermeer in 's lands vergaderzaal kunnen ko
men, en daardoor voor de omverwerping van
uwen troon de gevaren afgewend blijven."
(Wie die HH. //veroveraars" zijn blijkt niet:
waarschijnlijk bij vergissing vragen de adres
santen nu wetten, krachtens welke de Tweede
Kamer uit niets anders dan uit veroveraars"
bestaat. Een waarlijk antiek Romeinsch idee
De Arnh. Courant maakt hierbij de volgende
juiste beschouwing, dat, aangezien er tot het
wijzigen van wetten, eene Kamer vereischt
wordt, en deze op 't oogenblik niet bestaat, de
adressanten den koning dus niets anders vragen
dan grondwetsschennis en eedbreuk. Welken in
vloed eene dergelijke wetsverandering zal hebben
om bij de verkiezingen do goede te bescher
men tegen de booze Vb der bevolking is niet
duidelijk.)
//Sire, wij mogen in dit beslissend tijdstip,
waarin het vaderland op den rand van den af
grond gebracht is, niet verbergen, dat het ge-
heele onderwijs er op ingericht is, om allen
eerbied voor onze glorierijke geschiedenis en de
wonderen, die God Almachtig door uw huis
aan Nederland gedaan heeft, te vernietigen en
een geslacht voort te brengen, dat met God en
godsdienst den spot kan drijven, zooals er een
groot deel onder de oppositie in de Tweede
Kamer geweest is en nu weder komen zal. Dat
onderwijs is geheel berekend om uwen troon te
ondermijnen en de roode republiek te bevor
deren. Gedenken wij slechts aan de geschiedenis
der Fransche omwenteling van 1789 en aan de
noodlottige dagen, die daardoor over ons vader
land zijn aangebroken!"
Het adres gaat nog verder in dien geest door
het is genoeg om te doen zien van welk kaliber
het is. Dat menschen die blijken geven geen
voldoend lager ouderwijs genoten te hebben,
tegen dit onderwijs uitvaren, is zeer natuurlijk.
Zij veroordeelen iets wat zij niet kennen. Eene
ernstige wederlegging van den iuhoud is dan ook
volstrekt overbodig.
De Arnhemsche Courant vermeldt het navol
gende, waarop wij wel de aandacht vestigen
Ter algemeene waarschuwing vermelden wij,
dat zich hier ter stede een geval heeft voorge
daan van //slepende rottekruit-vergiftiging," ver
oorzaakt door //groen behangselpapier" in eene
slaapkamer. De bijzonderheid hierbij is deze,
dat een //schoorsteen" van een naburig huis met
een der wanden van de slaapkamer in onmid
dellijke aanraking was, waardoor de ontleding
en vervluchtiging van het arsenic-zout boven
mate plaats had en de lucht der kamer steeds
was vermengd met arsenic-waterstofgas, aan den
zwaveligen reuk duidelijk te onderkennen.
Het bedoelde behangselpapier, door den schei
kundige, apotheker B. Miedema, alhier, nauw
keurig onderzocht, is gebleken eene groote hoe
veelheid arsenic-zuur koper te bevatten. Moge
dit voorbeeld ter algemeene waarschuwing strek
ken, en de goê gemeente toch eenmaal inzien,
dat de meeste der groene behangselpapieren,
zongordijnen, kunstbloemen, enz. voor de gezond
heid niet slechts schadelijk kunnen zijn, maar
zelfs allengs, door slepende vergiftiging, den dood
kunnen aanbrengen.
B U I T E X L A N D.
Oostenrijk. De keizer en de keizerin zijn
den 6den Februari te Pesth aangekomen en door
de bevolking op hartelijke wijze en met illumi
natie begroet.
Het plan is, dat H. M. hare bevalling, welke
in den loop der maand April wordt te gemoet
gezien, aldaar zal afwachten. Het middel ooi
aldus de nationale ijdelheid der Hongaren te
streelen zal zeker op den verderen loop der on
derhandelingen met de delegatie niet ongunstig
werken.
In de zitting der commissie van de rijks-
dags delegatie, belast met het onderzoek der
begrooting, is gisteren het budget van buiten]
zaken in behandeling gekomen. De heer lleck-
bauer stelde voor de opheffing van het gezant
schap in Saksen en verscheidene kleine Duitsclie
vorstendommen, en tevens dat de gezant in
Wurtemberg door een zaakgelastigde zal worden
vervangen. Na laugdurige discussie verklaarde
de heer Yon Beust, dat ofschoon de regeering
zich met verscheidene gebeurtenissen, welke de
bepalingen van den Prager vrede overschreden,
zonder verzet heeft vercenigd, niettemin de zich
thans ontwikkelende eindelijke staat van zaken
in Duitschland voor Oostenrijk niet onver-1
schillig is, waarbij de onderstelling niet blijft
uitgesloten, dat hij tot stand zal kunnen komen
onder vriendschappelijke verstandhouding tus-
schen Oostenrijk en Pruisen; op grond dezer
beschouwingen betoogde hij de noodzakelijkheid
van het behoud der gezantschappen. Bij het
voorstel, om de ambassade te Rome op te hef
fen en alle ambassadeurs te vervangen door
gevolmachtigden, verklaarde de heer Yon Beust,
dat, met het oog op de hangende quaestie be l
treffende het concordaat, het wenschelijk was,l
dat geene verandering werd ingevoerd, welkel
den schijn eener demonstratie zou kunnen I
hebben.
In de zitting van de militaire commissiel
van de rijksraad-delegatie heeft de minister vanI
oorlog verklaard, dat eene vermindering derI
troepen in 't algemeen onmogelijk is, doch bijl
de cavalerie, artillerie en muziekkorpsen is eenel
besparing doenlijk, zoodat de regeering dan ooll
verminderingen op die posten toestaat. De heerl
Yon Beust, over den politieken staat van zake:l
geïnterpelleerd zijnde, heeft zich ten dien aac-l
zien uitvoerig uitgelaten, en zeide ten slotte,I
dat men zich naar zijne meening in een staall
van vrede bevindt, die het doet voorkomen 1
dat elk gevaar voor oorlog eerst door buiten B
gewone gebeurtenissen moet ontstaan. Doc.i
wanneer nu ook al van alle zijden het strever.B
is om gevaar te voorkomen en er alle reden ui
om op het behoud van den vrede te hopen, zo I
is het daarentegen toch noodzakelijk het legc'l
op zulk een voet van vrede te houden, dat me®
zoo noodig een ontzag inboezemende positI
innemen en in korten tijd slagvaardig zijn kacB
Frankrijk. Terwijl het bekende vonnis tegf-1
de dagbladen, om het verslag geven der zittinge®
van het wetgevend lichaam, algemeen reden tel
klachten geeft, gelijk van zelf spreekt, is er toe*
een, voor wien dit vonnis toch zijne goede zijul
heeft. Het is de bekende schrijver Prevost P®
radol, die, gelijk men weet, reeds sinds jaren*
het //Journal des Débats," en vroeger in
//Courrier de Dimanche" er zich op toeleg:*
om juist al die dingen te bespreken, die m®
in Fransche bladen niet mocht bespreken.
bespreekt hij dan nu ook terwijl alle ander®
bladen zwijgen de discussien over de dru®
perswet op de volgende wijzen.
//Indien men," zoo zegt hij, //bij toeval tba®
eens in eene Fransche vergadering een wetsoD®
werp op de drukpers behandelde, en iudi®
eveneens door een toeval, waarvoor wij ere*
min kunnen instaan als voor het eerste, e.®
der sprekers beweerd had, dat er geene bijz°®
dere drukpers-delicten bestonden, en dat alz®