TIJDSCHRIFTENDAGBLADEN ENZ. BUITENLA N D. KOLONIËN. In hefc Algemeen Overzicht van den //Java- bode" leest men het volgende: De concessie is thans verleend aan de firma Dümmler en C°. voor den aanleg en de exploi tatie van een tramway van Batavia tot Meester Comelis en Pasar Tanah-Abang. Het geschatte kapitaal der op te richten naamlooze venuoot- schap ad f 450,000 is bereids zoo goed als vol- geteekend. De vorige week heeft alle residenten en assis tent-residenten op de respectieve hoofdplaatseu hunner gewesten in groot costuum vereenigd gezien, tot opluistering van de verpachting der differente middelen. De uitslag, voor zoo veel bekend, is onder de gewone berichten medege deeld. Daar bij een systeem van verpachting de meerdere of mindere concurrentie, welke dik wijls van allerhande bijomstandigheden en com binatiën afhangt, een der voornaamste elemen ten van den pachtschat is, zoo is het moeilijk uit de vergelijking met vorige jaren eenige slot som te trekken ten opzichte van de meerdere of mindere welvaart der belastingschuldigen. De gouvernements-veiligen van koffie en suiker zijn als volgt afgeloopeu: koffie 24,000 pic. gem. f 37.85*/5, suiker 95,000 pic. gem. /'13.28'/5. Yan suiker sprekende, moeten wij weder een ergerlijk incident mededeelen uit de geschiede nis der comptabiliteits-wet, betreffende hare toe passing in Indië. Zoo als men weet, wordt aan de suikerriet plantende bevolking het plantloon door de regeering in drie termijnen uitbetaald: de 1ste termijn van, zoo wij ons niet vergissen, f 45 per bouw zoodra de bibiet in den grond is: de tweede termijn zoodra het aantal picols per bouw globaal bekend is, en het surplus na de definitieve vaststelling der verkregen picols. Thans moet, volgens onze goede informatiën, in Japara (en waarschijnlijk wel overal) nadat de bibiet reeds in September in den grond is gebracht, de eerste termijn van het plantloon nog niet aan de bevolking zijn voldaan. In de fabriek P. in dezelfde residentie moet zelfs het surplus plantloon van 1S66 nog niet zijn uit betaald, en de bevolking te dier zake bij den fabriekant hebben gedoleerd. De veeziekte op Sumatraas Westkust heeft thans, blijkens de officieele opgave, reeds 74,651 karbouwen en 50,453 runderen weggerukt. Des niettemin wordt niets vernomen omtrent het zenden vau veeartsen of van eenigen anderen buitengewonen maatregel, doch ziet men alleen de begrooting van het departement van onder wijs, eeredienst en nijverheid, onderafdeeling veeartsenijdienst, voor 186S met f 1000 vermin deren. Door het lid van den raad van Indië W. E. Kroesen is ontslag uit zijne betrekking met verlof naar Hederland gevraagd. Hetzelfde ver zoek is, naar men ons verzekert, gedaan door den heer O. van Pees. In het algemeen overzicht van het Bat. Hand. leest men: Wij kunnen van Java geen nieuws berichten dat bijzonder aandacht ver dient. De voortdurende regens beletten den krachtigen voortgang der werkzaamheden aan den spoorweg; aan de havenwerken te Sama- rang is niet alleen niets gedaan, maar men ver neemt ook niets van voorbereidende werkzaam heden (bakken van steenen, verzamelen van ma terialen, aanwerven van koelies enz.), zoodat er kans bestaat, dat het jaar 1868 dezelfde uit komsten zal opleveren als 1867. 't Is echter waarschijnlijk, dat de vervanging van den direc teur der openbare werken (die met de Pransche mail van Januari vertrekt) ook verandering zal brengen in den gang van het departement; de opvolger van den directeur, de heer P. J. C. Beijerinck, is niet alleen een man van uitste kende kunde als ingenieur, maar ook van voort varendheid, gelijk hij o. a. bij de zaak van den Antoniustoren op Bangka en bij andere gele genheden heeft bewezen. Yan Celebes meldt men, dat eene kleine expeditie heeft plaats gevonden, om eenige kleine hoofden, daar vorsten genoemd, wegens weer spannigheid te tuchtigen. De vorst van Mand- har was wegge!oopen, en het Indisch gouwt., dat genadiger is dan de koning van Pruisen, zou hem doen vervangen, waarvoor gewoonlijk een lid der familie wordt gekozen. Door den gouverneur van Nederlandsch-Indië zijn o. a. de volgende beschikkingen genomen: Benoemdtot resid. van Bezoekie de resid. van Krawang I. F. Sekultze, tot pred. bij de evang gem. te Batavia P. L. de Gaaij Fortman, laatst, pred. bij de prot. gem. te Samarang; tot griff. bij den omg. rechter in de vijfde afd. de griff. bij den, raad van just, te Amboina Mr. C. A. Grampré Mo lière; tot omg. rechter iu de vijfde afd. het lid in den raad van just, te Soerabaya Mr. C. Canter Aisschertot 3den comm. op het res. kant. te Pa- lembang de ambt. op wachtg. O. H. van der Meer Mohr. Ontslagenbij de kamer van koopli. en nijverk. te Soerabaya op verz. eervol wegens vertrek als lid Mr. II. W. 's Jacob, eervol wegens vertrek, als lid van den res. raad te Riouw Jhr. C. G. J. Bar- naart. Overgeplaatstbij de gen. dienst te Gonborg de off. van gez. 2de kl. L. C. A. llombach van het groot mil. hosp. te Samarang. De Spectator van 25 Januari behelst het volgende Toen de gebroeders Grimm achtereenvolgend door den dood waren afgeroepen van de taak om hun groote werk, het algemeene woorden boek der Duitscke taal, te voltooien, toen het Duitsche volk zich met leedwezen afvroeg of die reuzenarbeid, eerst ten deele gereed, moest blijven steken, toen vond men in Dr. Hil- debrand een jeugdig geleerde, die, toegerust met de noodige bekwaamheid, het schoone werk wilde ten einde brengen. Dr. Hildebrand was echter leeraar aan het gymnasium te Leipzig, maar zoo groot bleek de algemeene deelneming in het lot van Grimm's "Woordenboek, zoozeer werd de voltooiing daar van als eene nationale zaak beschouwd, waartoe geheel Duitschland, zoo noodig, moest en ook zou medewerken, dat het stedelijk bestuur van Leip zig den docent van het gymnasium nagenoeg algeheele ontheffing van zijne werkzaamheden verleende en daardoor den heer Hildebrand in de gelegenheid stelde de hem aangeboden op dracht te aanvaarden. Dezer dagen, toen de termijn van het verlof verstreken was en men over de vernieuwing daarvan onderhandelde, is het gebleken, dat bij den Koord-Duitschen rijksdag het plan bestaat, den heer Hildebrand geheel van zijn leeraars ambt los te maken en hem alzoo uitsluitend aan het woordenboek te verbinden. Terwijl wij deze feiten uit den Augsburger Allgemeine Zeitung aanteekenen komt ons daarbij een ander woordenboek voor den geest, dat tot nog toe wel niet door den dood der redacteurs gestremd is, maar toch te langzame vorderingen maakt, omdat de hoofdpersoon, de ontwerper en ziel van het grootsche geheel, nog niet door een maatregel, gelijkstaande met dien welke voor Dr. Hildebrand zal genomen worden, de zoo noodige gelegenheid erlangd heeft om zich uitsluitend aan zijne vaderlandsche taak te wij den, eene taak, waarin het Nederlandsche volk getoond heeft niet minder belang te stellen dan onze naburen in het werk van Grimm en Hil debrand. In het Gemeenteblad "Weekblad van Bur gerlijke administratie, leest men Uit de Amst. Courant nemen wij het vol gende over: Onlangs werd ons uit eene gemeente in Fries land, Scharnegoutum, gemeld, dat de pogingen om aldaar eene bijzondere school voor christe lijk nationaal onderwijs op te richten, door den heer Smeding, openbaar onderwijzer aldaar, wer den tegengewerkt, waarvan o. a. overtuigend bleek uit eene circulaire, door hem aan de in gezetenen gericht, en waarin hij zich ongunstig over het bijzonder onderwijs uitliet //als zou dit eenheid tusschen kerk en school verbreken, en tweedracht en godsdiensthaat aankweeken in de harten der jeugd." De hoofdcommissie der //vereeniging voorchris telijk nationaal schoolonderwijs" achtte de mid delen, door den heer Smeding gebezigd ter be strijding van het bijzonder onderwijs, niet in overeenstemming te zijn met de wet en met zijn karakter als openbaar onderwijzer. Zij wendde zich derhalve per adres tot den minister van binnenlandsche zaken, met de vraag: //of het een openbaar onderwijzer vrij staat zich in het publiek over bet bijzonder onderwijs uit te laten op eene wijze, zooals dit door den heer Smeding is gedaan F" De voorzitter der gemelde hoofdcommissie, de heer Mr. J. de Neufville te Amsterdam, ont ving daarop de volgende beschikking, die wij als een deugdelijk bewijs te meer beschouwen van de //waarlijk onpartijdige en billijke han delingen des ministers van binnenlandsche zaken": //De minister van binnenlandsche zaken gezien het berjgt van den inspecteur van liet lager onderwijs in de provincie Friesland, dd. 30 December j 1., N°. 609 geeft aan de hoofd commissie der //vereeniging voor christelijk na tionaal onderwijs" te kennen, dat bereids door het schooltoezigt den onderwijzer Smeding het verkeerde zijner handelingen is onder het oog gebragt, en dat de minister vertrouwt, dat ge noemde onderwijzer zich van herhaling daarvau zal onthouden, zooals lnj heeft beloofd. (get.) Heemskerk." 's Gravenhage, 8 Jan. 1868. "Wij mogen niet ontveinzen dat dit bericht ons zeer onaangenaam, ja pijnlijk heeft aange daan. De handeling van de regeering komt ons voor, in strijd te zijn: met de //onmiskenbare" bedoeling van de schoolwet, die in al. 23 alleen het oog heeft op het onderwijs i n de school met het, bij uitnemendheid Hederlandseh, recht j om, behoudens de verantwoordelijkheid volgens de wet, zijne gevoelens en denkbeeldeu te openbaren. De onderwijzer die niet meer voor zijne leerlingen staat, heeft dat recht iu //dezelfde" mate als ieder ander. Deze zaak heeft een treurig antecedent. Iu de Limburgsche gemeente Yijlen heeft, in 1866, de onderwijzer op de openbare school zijn ont slag van den gemeenteraad bekomen, omdat hij//in particuliere gesprekken" denkbeelden had verkondigd, in strijd met sommige leerstel- li ogen der Katholieke kerk, èn omdat hij wer ken van J. J. Rousseau en Ernest Renau iu zijn bezit en //horribile dictu gelezen" had Toen de regeering in 1857 voorstelde aan de bezwaren van sommigen tegen de gemengde school te gemoet te komen door het verleenen van rijkssubsidie tot instandhouding van bij zondere scholen, zeide de heer "Wintgens thans minister van justitie //Dat is de taak niet van de regeeringdat is een terrein, geheel vreemd aan haren aard en bestemming, waarop zij zich dus niet moet begeven, waar in de toekomst de grootste moei lijkheden voor haar zouden geboren worden." "Wat zoude de heer Heemskerk zijn ambtge noot voor justitie antwoorden, wanneer dezs thans, in zake Smeding, de woorden van 57 herhaalde? Belgie. De algemeene beraadslagingen over de legerwet, welke thans in de kamer van ver-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1868 | | pagina 2