N°. 2442.
Maandag
A0. 1868k
27 Januari.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden, per 3 maandenf 3.00.
Franco per post3.85.
Afzonderlijke Nommers0/10.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon-en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
Van 1-0 regels 0.75; iedere regel meer/0.12s
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten van
1-4 regels ƒ0.90; iedere regel meer0.45.
DE FRANSCHE LEGERORGANISATIE.
II.
In elk land, waar het parlementaire stelsel
geregeld werkt, zou het, wanneer de vertegen
woordiging 6©ne regeerings-voordracht met groote
meerderheid heeft aangenomen, zonderling zijn
te vragen: //hoe denkt de natie er over Soms,
onder zekere omstandigheden, kan zulk eene
vraag te pas komen, als do vertegenwoordiger
een gewichtig wetsvoorstel van de regeering heeft
verworpen, niet als zij het heeft goedgekeurd.
In dit laatste geval wordt de natie geacht reeds
uitspraak te hebben gedaan door het orgaan
harer mandatarissen. Doch deze eenvoudige orde
van gedachten, deze constitutioneele logica geldt
niet voor Frankrijk, 't Is waar, er zijn daar ook
twee kamers; doch de eene, de senaat, wiens
leden door den keizer voor hun leven benoemd
worden, kunnen wij geheel buiten rekening
laten, want niemand zal in deze instelling een
lichaam willen zien dat de natie vertegen
woordigt. De tweede kamer, het wetgevend
lichaam, wordt door het volk gekozen, en wel
op den meest democratischen grondslag: bij
algemeen stemrecht. Het is thans onze be
doeling niet de waarde van dit stelsel te toet
sen; maar wij mogen niet onopgemerkt laten,
dat de beschaving te weinig bij de geringe en
bij de nog geringere klasse in Frankrijk is
doorgedrongen, om het kiesrecht veilig aan
haar te kunnen toevertrouwen. Men zou echter
met het stelsel, dat in ieder geval or evenzeer
een is als elk ander, vrede kunnen hebben, in
dien het eerlijk toegepast werd. Maar het stellen
van oflïcieele, aan het regeeringsbeleid verknochte
eandidaten verlamt het geheel en al. Het recht
om als candidaat op te treden is bovendien ge
reglementeerd het recht van vereeniging, meer
nog dan elders noodig in een land, waar de
groote hoop, die niet redeneert, voorgelicht
moet worden, bestaat er niet, en als ware dit
alles nog niet genoeg, stellen de prefecten en
hunne handlangers in 't geheim tal van kunst
middelen in het werk, om de eandidaten der
oppositie verdacht te maken. Hier moet dus
wel degelijk de vraag gedaan worden//hoe
denkt de natie er over?"
Wij hebben gezien dat niet minder dan zestig
afgevaardigden tegen de wet hebben gestemd.
Als zich zulk eene minderheid openbaart tegen
eene door de keizerlijke regeering als eene
levens-quaestie beschouwde wet, is eigenlijk
bovengenoemde vraag overbodig. Dan moet
de natie er wel ten eenenmale tegen zijnwant
men verlieze niet uit het oog dat zeer velen van
de minderheid wel den moed gehad hebben er tegen
te stemmen (of de vrees, met het oog op hunne
herkiezing), maar dat misschien nog veel meer
leden van de meerderheid dien moed (of die
vrees) niet hebben gehad. Het is overigens van
algemeene bekendheid, dat het wetsontwerp bij
zijne verschijning een kreet van misnoegen in
het geheele land heeft doen opgaan, zoodat de
regeering het raadzaam heeft geacht om het
ontwerp, dat reeds meer dan van een jaar dag-
teekent, ?in de vorige zitting onafgedaan te laten
en alzoo de gemoederen tijd te geven tot be
daren te komen. //De regeering wil het land
tot een groot legerkamp maken!" was dekreet
waarmede het ontwerp begroet werd. Het moet
wel is waar gezegd worden, dat de oorspronke-
kelijke voordracht nog verder ging; de keizer
toch wilde niets meer of minder dan de alge
meene dienstplichtigheid; maar de commissie,
de verantwoordelijkheid dier bepaling niet op
zich durvende nemen, verwierp haar. Uit dat
oogpunt is de wet dus aanneembaar geworden,
doch men heeft niettemin een kijkje in 's kei
zers gedachten gekregen, dat de volbloed opti
misten rijke stof tot nadenken moet geven.
AVil men voorts een bewijs, rechtstreeks van
de natie, hoe thans nog over de legerorganisa-
tie, ook in andere opzichten gewijzigd, gedacht
wordt? Yoor eenige dagen moest in twee de
partementale districten, te Tours en te Péronne,
de verkiezing van twee afgevaardigden plaats
hebben. Het waren districten, waar de regee
ring altijd zeker was van hare zaak, maar on
der den invloed der legerorganisatie werden de
eandidaten der oppositie gekozen.
Gaan wij thans in korte trekken de hoofd-
bepaliugen der wet na.
Hare strekking dat behoeft niet gezegd
te worden is eene vermeerdering van 's lands
krijgsmacht. Nu stonden der regeering twee
wegen openverhooging der jaarlijksche lich
ting met behoud van den tegenwoordigen dienst
tijd (en in dat geval achtte de minister van
oorlog, dat de jaarlijksche lichting met 30,000
man vermeerderd, dat is tot 130,000 man opge
voerd moest worden) of behoud van de tegenwoor
dige lichting met verlenging van den diensttijd.
Het is het laatste, waartoe de regeering heeft
besloten, en de rapporteur in de kamer ver
heugde er zich over in bet rbelang van land
bouw en industrie zoowel als in dat eener
goede militaire organisatie. Dientengevolge wordt
de duur van den diensttijd gebracht van 7, of
eigenlijk van 6% jaren want de dienst on
der de tegenwoordige wet wordt gerekend in
te gaan met 1 Januari,, terwijl de recruten eerst
den lsten Juni onder de wapens komen
op 9 of 9Ya jaren. Doch hier staat tegenover,
dat de soldaat in vredestijd niet al deze 9 of
9% jaren in actieven dienst blijft. Na verloop
van vijf jaren gaat hij namelijk tot de reserve
over en kan hij slechts in oorlogstijd weer bij
het actieve leger ingelijfd worden.
De tweede titel der wet handelt over de
oprichting eener mobiele nationale garde, eene
nieuwigheid en geene nieuwigheid, al naar men
wil. Bij de wet van Maart 1831 was reeds de
organisatie van eene soortgelijke instelling be
paald, doch daar de algemeene toestand spoedig
een gunstig aanzien had gekregen, bleef deze
organisatie 37 jaren lang achterwege, totdat de
keizerlijke regeering deze instelling op nieuwe
grondslagen te voorschijn riep. Zij zijn hoofd
zakelijk de volgende: De mobile nationale garde
is samengesteld uit alle manschappen van 20
tot 25 jaar; die bij de loting voor den actie
ven dienst een hoog nommer hebben getrokken,
die van dezen dienst vrijgesteld zijn doch niet
wegens lichaamsgebreken of gemis aan de ver-
eischte lengte en die voor den actieven dienst
een plaatsvervanger hebben gesteld. Zij kunnen
alleen in oorlogstijd en krachtens eene wet
onder de wapens geroepen worden tot verdedi
ging der vestingen, der kust, der grenzen en
tot handhaving der binnenlandsche rust. Twin
tig dagen vóor de indiening van zulk eene wet
kan de regeering hen echter reeds bijeenroepen
in eene of andere plaats van hun departement,
eene bepaling die gewichtig genoeg is, daar zij
de regeering in staat otelt de vertegenwoordi
ging voor een soort van fait accompli te
brengen. Volgens het oorspronkelijk ontwerp
zou de mobiele nationale garde een effectief van
4S5,000 man geleverd hebbendoch door eenige
wijzigingen der kamer, o. a. door het aannemen
van een amendement tot niet-toelating der
plaatsvervanging, zal zij 575,000 man sterk zijn.
Als men dus de gewone verminderingen in
rekening brengt, die een leger in vredestijd door
ziekte, sterfgevallen als anderszins ondergaat,
kan Frankrijk over eene strijdmacht van meer
dan 1,300,000 man beschikken. Drukt dit cijfer
niet reeds alleen den oorlog uit? De rappor
teur liet zich dan ook de volgende woorden
ontvallen: //Wanneer het evenwicht verbroken
is, moet het hersteld worden, en het laat zich
niet herstellen door eene overeenstemming der
volken en zelfs niet door de bemoeiingen van
conferenties. De oorlog wordt daartoe ver-
eischt."
Tegen bovengenoemd cijfer heeft de regeering
aequivaleerende cijfers van andere staten over-
gesteld. Zoo zeide de minister van staat dat
Rusland in oorlogstijd 1.440.000 man op de been
kan brengende Noord-Duitsche Bond 1.300.000,
ongerekend het contingent, waartoe de Zuid-
Duitsche Staten, krachtens de of- en defensieve
verdragen, gehouden zijn; Oostenrijk 1.200.000;
Italië 900.000 man, terwijl Frankrijk in 1859,