HH. Schoenmakers, NEDERLAND EN ORANJE. dat ik dit eerzaam bedrijf sedert jaren uitoefen. Men zegt me dat dit tinnegieters-schelden moeilijk te stuiten zal zijn. Is dit zoo, en moet de nijverheid hier volstrekt in 't spel komen, dan verzoek ik dat de liberale pers ook eene aan de nijverheid ontleende benaming bezige tegen de wederpartij. Welk bedrijf men kieze, is mij eigenlijk onverschillig. Ik neem het eerste het beste, dat van mijn buurman. Deze is ver lakker", en wel bepaald//Oost-Indisch verlakker". Ik verzoek dus dat uwe courant voortaan te genover de //tinnegieterij" stelle de verlakkerij" (speciaal Oost Indisch")". De grootste koude, welke ooit in Europa werd waargenomen, was die van 1737, toen le den der Pransche academie zich naar Lapland hadden begeven om er een der graden van den poolcirkel te meten. Bij het openen der ver warmde kamer, waarin zij zich bevonden, con denseerde de binnendringende koude hunne ademhaling tot sneeuw, die in dichte vlokken nederviel. Niets is te vergelijken met de koude, welke de Engelsche vestiging aan de Hudsonsbaai te verduren heeft. De huizen daar zijn gebouwd van steenen, waardoor de muren eene gemid delde dikte hebben van een el. De vensters zijn zeer smal en door zware luiken bedekt, die ge regeld 18 van de 24 uren gesloten zijn. Men maakt daar viermaal daags de kachels aan, die expresselijk voor deze huizen zijn vervaardigd, en sluit de schoorsteenen af, zoodra het hout is verkoold. Des nachts worden de kamers ver licht door gloeiende kogels, die men voor de vensters hangt. Ondanks die voorzorgen, bevrie zen daar de sterke dranken, brandewijn niet uitgezonderd, tot in de kleinste, best verwarmde afsluitingen en de wanden der kamers, ja de bed den zelfs zijn met eene ijslaag van eenige stre pen dikte bedekt, die men genoodzaakt is, da gelijks weg te nemen. De berichten uit Italië maken alle mel ding van den buitengemeen strengen winter en de groote massa sneeuw, die er viel. Op alle spoorwegen in Opper-Italië naar Florence was het verkeer verbroken. De sneeuw was in zulk eene hoeveelheid gevallen dat de communicatie niet alleen tusschen Bologne en Pistoja, maar ook tusschen Bologne en Piacenza, Bologne en Perrara had opgehouden. Uit Porretto meldt men dat eene sneeuwlawine van 50 el hoogte en 100 el lengte den weg had versperd. On gelukken hebben daarbij niet plaats gehad. Ook in Spanje heeft men dit jaar een zeer stren gen winter. De wolven komen '%uit de Sierra Morena naar de omstreken van Cordova. In Villefranca en Katalonië was den 3den en 4den Januari de koude zoo hevig, dat men de pompen op de openbare pleinen met warm water ont dooien moest. Vele fabrieken moeten stilstaan, daar het water der watervallen, waardoor zij in beweging worden gebracht, bevroren is, iets wat nooit plaats had. De Llobregat nabij Bar celona is zoo hard bevroren, dat de arbeiders, die aan eene brug werken, op het ijs konden staan. Uit Gasselte schrijft men van den 3den dezer het volgende Zekere H. K. alhier, een bekwaam en ijverig kleermaker, begaf zich, nadat hij den geheelen dag op de gebruikelijke wijze bij zijne buren Nieuwjaar gehouden had, des avonds in eene kroeg, waar niet zelden door de bewoners wordt medegewerkt, om overigens goede menschen over te halen tot het menigvuldig gebruik van ster ken drank. De man dronk althans een bierglas vol spiritus uit en viel daarna onmiddellijk dood van den stoel. Hij laat eene weduwe met vijf kinderen na. Dezer dagen is per telegraaf uit China gemeld, dat te Hongkong een uitgestrekte brand heeft gewoed. Uit de Maandag 11. van daar ont vangen mailberichten blijkt, dat die brand op Donderdag 28 November des avonds te 7 uren is uitgebroken in het katoenmagazijn der firma Morgan, Lambert Comp. aan den Koninginne weg. De brand sloeg dadelijk over op de houten gebouwen der firma Shelhass Comp., die weldra geheel in vlam stonden. Spoedig was alles in de weer; hoogere en lagere autoriteiten, officieren van het leger en de vloot, soldaten, matrozen, zij allen snelden te gelijk met de brandspuiten naar de plaats des onheils, om onder medewer king van een groot aantal personen uitdeChi- neesche bevolking deel te nemen aan de maat regelen tot blussching en redding. Er was dus hulp genoeg voorhanden, doch ongelukkig ont brak het aan het meest dringend vereischte in zulke oogenblikken, namelijk aan orde en disci pline. De politie, van wier maatregelen natuur lijk zeer veel afhing, was een geruimen tijd ner gens te vinden, evenmin als de manschappen die aan de spuiten moesten werken, zoodat men zich aanvankelijk moest behelpen met een paar par ticuliere spuiten, voor zooverre men die tijdig genoeg daar ter plaatse kon krijgen. En toen men eindelijk zoover klaar was dat er eene ge regelde hulp kon georganiseerd worden, ontstond er alweder oponthoud, doordien eerst de zee lieden met de militairen twist kregen, waarna deze laat-sten in botsing kwamen met de politie, die het op hare beurt bovendien te kwaad kreeg met de tot bijstand toegesnelde menigte. Het gevolg hiervan was, dat er allerlei verkeerde en tegenstrijdige orders werden gegeven, zoodat de officieren en ambtenaren op het laatst zeiven niet meer wisten wat zij moesten aanvangen. Te midden dezer wanorde bemoeide het personeel der /'/Peninsular and Oriental Company" zich met niets anders dan met de blussching, en zoowel daaraan als aan de goede werking der medegebrachte stoombrandspuit was het toe te schrijven, dat de vlam verhinderd werd zich naar den - oostelijken kant uit te breiden en de ge bouwen der firma John Burd Comp. gespaard bleven. Intusschen werkte het vuur naar de wes telijke zijde zooveel te heviger voort, zoodat er om het onheil te stuiten, niets anders overbleef dan een blok huizen aan de Praija tot aan het havenmeester-bureau in de lucht te doen sprin gen. Daar inmiddels eindelijk alles zoover in orde was gekomen, dat er nu geregelde bevelen konden gegeven worden, zond een van de hoof den der brandweer een paar patrouilles te paard naar een der militaire magazijnen om buskruit. Ongelukkig ging dit ook weer alles behalve vlug yan de handwant hetzij de orders niet goed begrepen of niet goed overgebracht waren, al thans de patrouilles renden drie a viermaal heen en weer van den brand naar het magazijn, zon der dat zij nog een ons kruit medebrachten, zoodat op het laatst het volk van het Engelsche oorlogschip //Ocean" in allerijl de noodige hoe veelheid van boord haalde. Nu ging het er met kracht op los en weldra vlogen in de dichtbe bouwde buurt de houten gebouwen het eene na het andere in de lucht. Aanvankelijk scheen het alsof dit toch niet zou baten, daar de vlammen zich reeds over een te wijden omtrek verdeeld hadden, maar bij aanhoudende inspanning ge lukte het toch eindelijk het vuur meester te worden, nadat de geheele Jervois-straat en een groot gedeelte yan Bonhamstrand vernield wa ren. Evenwel, hiermede was alles niet afgeloo- pen, want door het overwaaien van vuur en vonken begon het houtwerk der huizen op ver schillende plaatsen weder te ontvlammen, ten gevolge waarvan do militairen den geheelen nacht door bezig moesten blijven met gebouwen in de lucht te doen springen, omdat er niet overal genoeg water tot blussching voorhanden was en men dus moest vreezen dat de vlammen weer te veel voedsel zouden krijgen, vooral toen een pakhuis met salpeter, een met katoen en zoo nog andere met licht brandbare stoffen werden aangetast. Dat er bij dit een en ander menschen zijn omgekomen, is wel te denken, doch daar omtrent heeft men nog niets met zekerheid ver nomen. Daarentegen wist men dat een aantal soldaten en andere personen gekwetst zijn ge worden. Verreweg het grootste deel der ver nielde goederen en panden was Chineesch eigen dom, waarvan het meerendeel niet tegen brand schade verzekerd was. Hierbij komt dat een aantal winkeliers en andere particulieren, die van den brand bevrijd zijn gebleven, er toch erg genoeg aan toe zijn, doordien velen, en daaronder zelfs een aantal Europeanen, van de algemeene wan orde misbruik maakten, met in de winkels en huizen op de schandelijkste wijze te plunderen te stelen of het aanwezige in hunne brooddronken heid te vernielen. Het totaal der schade kon bij de afzending dezer berichten wel bij louter gis sing, maar niet met eenigen voldoenden grond worden begroot. ADVERTENTIES. Heden overleed mijne geliefde Echtgenoote GRIETJE LA BREE, in den ouderdom van 67 jaren. H. J. P. P. VAN EWIJK. Leyden, 14 Januarij 186S. In een Saaijetwinkel wordt ge vraagd een burger-meisje P. G. Eigenhandig geschreven briefjes onder Lett. Ii. worden ingewacht aan het Bureau Leidsch Dagblad. Er wordt tegen Mei gevraagd nabij Leiden in een klein gezin, eene bekwame Dienstbode van goede getuigen voorzien. Als meid alleen tegen goed loon. Adres Letter UI. bij den Boekhandelaar C. KOOYKER, Nieuwen Rijn. "Wordt gevraagd tegen de maand Mei eene Keukenmeid R. C., goed kunnende koken en bewijzen van goed gedrag kunnende overleggen tegen goed salaris. Adres onder de letters JL. G. bij den Boekhandelaar J. W. VAN LEEUWEN, Breestraat te Leiden. De ondergeteekende met primo February eigenaar zijnde van de Tabaks- en Sigaren- handel genaamd van ouds het Wapen van Delfl in het Gangetje, geeft door deze kennis de zaak met primo February voor 14 dagen wegens vertimmering zal gesloten worden. A. L. J. HOTZ. die genegen mogten zijn, om binnen den tijd van zes wekenbinnen deze stad te doen maken, van vier en dertig paar gewascht leede ren mans hooge schoenen; alsmede door het aanbrengen van nieuwe voorstukken, halve zolen, randen en achterlappen, aan genoemd getal, gedurende dit jaar te doene reparatie, kunnen hunne inschrijvingsbiljetten, met opgave der kosten per paar, voor of op den 20 Januarij a. s. inleveren aan den Eersten Commissaris van politie alhier, bij wien de voorwaarden ge hoord kunnen worden. Voor de verkiezing van 2 leden voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal, op Woens dag 22 Januarij a. s., worden door de kiesvereeni- ging Nederland en Oranje aanbevolen Mr. G. Groen vnu Prinslercr en Olto liarou van Wassenaer Calwyck, ons afgevaardigd lid uit de ontbonden Kamer. Namens de Kiesvereeniging voornoemd A. TIELEMAN, Voorzitter. A. J. RIJSHOUWER, L. Secretaris.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1868 | | pagina 3