ran den Utrechtschen heer Buys vertelt, er
volstrekt geene melding van heeft gemaaktals
zoodanig toch kan men niet aanmerken de en
kele zinsnede, voorkomende in de Haarl. Courant
van heden, waarin te lezen staat, dat Prof. Teile
gen beginselen en denkbeelden ontwikkeld heeft,
welke het D. v. Z.-H. in eene scherpe critiek
wederlegt."
Aan het belangrijk artikel van Prof. Tellegen
ontleenen wij éene niet onaardige bijzonderheid.
Onder deonjuistheden", voorkomende in het
rapport van den ministerraad, rangschikt Prof.
T. ook dit beweren: de ontbinding van
het Duitsche verbond had in 1848 en 1849
nog eens plaats gehad en daarna was Limburg
toch opnieuw aan Duitschland gehecht geworden."
In dat beweren ligt, volgens den hoogleeraar,
een grief verscholen tegen het eerste ministerie
Thorbecke, even alsof dit Limburg, dat los was,
weder aan Duitschland zou hebben verbonden.
Om nu de onjuistheid van dit beweren aan te
toonen, beroept Prof. T. zich o. a. op een ge
zegde van den minister van buitenl. zaken in
de zitting der Tweede Kamer van 28 Nov. 1860,
aldus luidende: //de heer Van Wintershoven
heeft gezegd: in 1848 was rechtens en feitelijk
de band (tusschen Limburg en Duitschland)
verbroken. Ik meen dit te moeten tegenspreken
en juist op het terrein der feiten."
Wie was toen minister van buitenl. zaken
vraagt Prof. T. Graaf Van Zuvlen."
De N. Utr. Courant meent, dat niets
beter op de herhaalde Kamer-ontbinding toe
passelijk is, dan het bekende examen, voorko
mende in Molière's Malade imaginaire", waarbij
de examinandus antwoordt op de vraag, welke
geneesmiddelen op de kwaal moeten toegepast
worden
Clysterium donare,
//Postea seignare,
//Ensuita purgare."
Maar als dat niet helpt, vraagt de examinator
verder, en de kwaal hardnekkig blijft aanhouden,
wat dan Antwoord van den examinandus
//Reseignare, Repurgare, Reclysterizare
WETENSCHAP EN LETTEREN.
Volgens het Engelsche blad //the Post" zal
Prof. Wheatstone tot ridder worden benoemd,
//als bewijs van erkentenis wegens zijne veelja
rige toewijding aan eene uitvinding, die meer
dan ooit eenige andere heeft toegebracht tot
bevordering der beschaving en van den wereld
vrede." Hiermede wordt bedoeld hetgeen men
aan hem te danken heeft ten opzichte der prac-
tische aanwending van den electrischen telegraaf.
Men erkent in Engeland, dat anderen evenzeer
op die eer aanspraak maken, doch men meent
toch ten dien opzichte meer verplichting aan
hem te hebben dan aan andere uitvinders. Ge
lijk men weet, is zijn naam in de wetenschap
pelijke wereld reeds sedert nagenoeg een veer
tigtal jaren bekend en wordt hij ook genoemd
al> de uitvinder van den stereoscoop. Hij is
thans 66 jaar oud. Reeds vroeger werd hij be
noemd tot lid van het Fransche Legioen van
Eer, gelijk hij ook lid is van de voornaamste
wetenschappelijke vereenigingen in Europa.
BUITENLAND.
Oostenrijk. Aan de Pesther //Lloyd" wordt
uit de hofkringen te Weenen het volgende
gemeld, voor welks juistheid de schrijver zegt
in te staanDe keizer ontbood dezer dagen
den hoogleeraar in de geschiedenis, den heer
Rudolph, onderwijzer van den kroonprins, ten
einde zich naar de vorderingen van den jeug
digen prins te informeeren. Toen nu het gesprek
op het historisch onderwijs viel, zeide de keizer
Ik wensch dat gij bij het onderwijs aan mijn
zoon de voorkeur geeft aan die historische wer
ken, die de geschiedenis in liberalen geest op
vatten en geschikt zijn om als zoodanig de ont
wikkeling van mijn zoon te bevorderen
Frankrijk. De wet op de leger-organisatie
is ten slotte gisteren aangenomen en wel met
199 tegen 60 stemmen.
Eergisteren had de heer Gressier, rappor
teur van het ontwerp betreffende de leger-
organisatie, in het wetgevend lichaam aan
gekondigd dat de commissie, ingevolge den
wensch der kamer, toestemde in de opheffing der
faculteit om bij de nationale mobiele garde een
plaatsvervanger te stellen. De heer Paul mier
heeft daarna een amendement ingediend tot be
houd dier faculteit. De heer Rouher heeft het
verbod dier remplaceering verdedigd. Het amen
dement Paulmier is daarop verworpen met 167
tegen 76 stemmen. De minister Yuitry heeft
vervolgens medegedeeld, dat de regeering een
wets-ontwerp zal indienen tot liquidatie der
//Caisse de l'Armée." De kamer had eergisteren
drie artikelen aangenomen en was dus gevorderd
tot art. 14, het laatste, en waarover gisteren
discussie heeft plaats gehad.
Gisteren zijn er geene belangrijke discussiën
meer gevoerd.
Nu heeft de kamer de volgende orde van den
dag voorgesteld 1° de interpellatie van den heer
Lanjuinais over de kerkhoven van Parijs; 2°.
de wet op de drukpers; 3°. het recht van ver-
eeniging.
De kamer is tot 27 dezer verdaagd.
Volgens eene correspondentie uit Bor
deaux van het Russische offieieele marine blad
zijn Frankrijk en Engeland bezig in de Middel-
landsche Zee krijgstoerustingen te maken.
Engeland. Er is per telegraaf officieel be
richt ontvangen van kolonel Merewether, uit
Senafeh, in Abysinië, meldende dat hij den 28sten
December Ategerat heeft bezocht, dat de troe
pen een afstand van 30 mijlen zijn gevorderd,
en dat de wegen bruikbaar zijn zoowel voor de
muilezels als voor de jagers. Er is water en
weide in overvloed. Volgens de geruchten was
Theodorus reeds Laota genaderd en was Wagshun
op marsch gegaan, om hem te bestrijden. De
epidemie onder de paarden had geheel opge
houden.
Koningin Victoria heeft een dagboek uit
gegeven van hare reizen in Schotland. Exem
plaren van dit werk, allerprachtigst gebonden,
zijn aan verscheidene gekroonde hoofden ten
geschenke gezonden, o. a. een aan den schrijver
van //het leven van Julius Cesar." Het eerste
gedeelte van dit dagboek is gewijd aan de twee
eerste bezoeken, die de koningin aan Schotland
heeft gebracht, namelijk in 1842 en 1844.
Italië. De heer Ratazzi is in de kamer der
afgevaardigden opgekomen tegen de onvolledige
en onjuiste publiekmaking door den minister
Menabrea van de politieke documenten die op
zijne honding in de Garibaldiaansche beweging
betrekking hebben. Nadat de heeren Menabrea
en Mari den heer Ratazzi hadden beantwoord,
heeft de kamer toch uitgemaakt, dat de nieuwe
documenten, door dezen ter tafel gebracht, ook
zullen gedrukt worden.
Indien men sommige Weener dagbladen
kan gelooven, dan zouden Frankrijk en Italië
het reeds eens zijn omtrent eene nieuwe orer-
eeukomst, bestemd om de September-conventie
te vervangen. De //Debatte" meent zelfs te
weten, dat het nieuwe verdrag ontworpen is
met goedkeuring van den Heiligen Stoel.
Spanje. Het gebeurt niet dikwijls, dat par
lementen te weinig te doen hebben. Dit is ech
ter te Madrid oorzaak, dat de zitting der ka
mer geschorst is.
Mexico. Volgens berichten uit New-Tork
van den 2den dezer hield de insurrectie in Yu
catan nog aan en had Juarez een besluit uit
gevaardigd, waarbij alle gewezen keizerlijke
manschappen verbannen worden. Berichten uit
Mexico melden, dat Juarez generaal Diaz met
3000 man naar Yucatan gezonden heeft om
den opstand te onderdrukken.
Japan. TJit Japan wordt van 6 December
gemeld, dat het bericht betreffende de aftreding
van den Taikoen zich heeft bevestigd voorts dat
zijne macht aan den Mikado is opgedragen en
dat de opening der haven van Jeddo tot 1 April
is uitgesteld.
CORRESPONDENTIE.
Een geacht ingezetene dezer stad heeft om
eenige regelen doen toekomen naar aanleiding
van de verontschuldigingen, door de directie
van het postkantoor gemaakt over den onlangs
genomen maatregel, om het publiek niet meer
op het kantoor zelf toe te laten. De geachte
inzender is van oordeel, dat het met dat al zeer
onaangenaam is //om in een korten, engen gang,
met allerlei menschen saamgedrongen, het oogen-
blik te moeten afwachten, waarop men voor een
luikje kan dringen, om te kunnen spreken met
iemand die ongezien blijft en de menschen dik
wijls met onbegrijpelijke orakelspreuken weg
zendt." Hij meent dat al zijn er onbescheiden
heden op het postkantoor gepleegd, dit nog geen
reden kan zijn om het kantoor voor iedereen
te sluiten dat men aldaar on bescheiden en slechts
behoeft te weren en zeer goed te werk kan
gaan volgens den populairen regel//men moet
zijn volkje kennen." Hij vindt dat dit een flinker
houding zou zijn, dan //zich te verschuilen ach
ter een antediluviaansch ministerieel bevel."
Wij zijn het met onzen geachten correspon
dent eens, dat het publiek reden heeft niet met
de tegenwoordige inrichting tevreden te zijn,
en dat de maatregel, die hij voorslaat, eenvou
diger en practischer zou zijn, dan die absolute
maatregel, die tegenwoordig wordt toegepast
en waarvan menigeen de onaangenaamheden
dagelijks ondervindt. Om der wille van een paar
onbescheidenen ook aan de bescheidenen een
veel te bescheiden plaatsje toe te wijzeD, dat
wel eens tot onbescheidenheden aanleiding geeft,
is zeker wat kras. De directie van het postkan
toor zal gewis zijne klacht wel in overweging
willen nemen.
GEMENGDE BERICHTEN.
In Delfshaven heeft men in den nacht van
8 op 9 Januari een standbeeld van Piet Hein
opgericht, vervaardigd vansneeuw. Op een
voetstuk staat de beroemde zeeheld, rustende
met den rechtervoet op een kanon, terwijl de
veldheersstaf in de rechterhand heenwijst naar
het plaatsje, waar hij het levenslicht aanschouwde
en dat slechts eenige passen van het beeld ver-
wijderd is. Het beeld is geplaatst in het plant
soen dicht bij de Hervormde kerk. Op het voet
stuk prijkt een toepasselijk gedicht. Moge er al
op den vorm en stand van het beeld iets af te
wijzen zijn, het hoofd roemt men als een waar
kunststuk en de gelijkenis moet volgens be
staande afbeelding van den admiraal volkomen
zijn.
Nauwelijks werd in den vroegen ochtend
van den 9den het beeld ontdekt, of onmiddel
lijk werd het met vlaggen getooid en dien
avond a giorno verlicht, terwijl van tijd tot
tijd bengaalsch vuur werd ontstoken. Alles kwain
op de been, en in jaren heeft Delfshaven zulk
een feestdag niet gekend. De jeugd, anders zoo
baldadig, heeft uit eerbied voor oud-Hollands
admiraal, zelfs niet getracht het beeld in het
minst te beschadigen, zoodat het zich nog in
onbeschadigden toestand bevindt.
Naar men zegt, is het beeld des nachts door
twee werklieden van de cementsteen-fabriek en
een Mr. steenhouwer vervaardigd. Bij het beeld
was dien dag een bus geplaatst voor de armen
van de verschillende gezindten.
Een tinnegieter zond onlangs het volgende
aan de Arnh. Courant:
//De ministerieele pers is gewoon de schrij
vers van de tegenpartij ti© noemen //tinnegie
ters". Dat hindert me! "Waarom? Wel, om-