N°. 2432. Woensdag A". 1868'.% 15 Januari. LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden, per 3 maandenf 3.00. Franco per post3.85. Afzonderlijke Nommers0.10. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering- van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIEN. Van 1-6 regels ƒ0.75; iedere regel meer0.12* Geboorte-, huwelijks- en doodberichten van 1-4 regels ƒ0.90; iedere regel meer„0.15. HET FENIANISME. II. In de tweede helft van I860 deden de Fe nians weinig van zich hooren en het scheen dat de samenzwering genoegzaam was gefnuikt. Doch het was de stilte die een storm voorafgaat. In het begin dezes jaars vereenigden zij zich weer in grooten getale te Dublin en trokken, toege rust met geweren, revolvers en andere wapenen, meerendeels uit Amerika afkomstig, naar Tal- laght, waar zij hunne broeders vondendoch de troepen joegen hen daar uiteen, na ver scheidene hunner gevangen genomen te hebben. Yan dat oogenblik af rustten zij niet; hunne woelingen en aanslagen overtroffen in stoutheid al de overige; hunne plannen waren zoodanig beraamddat in verschillende plaatsen, niet alleen van Ierland, maar ook van Engeland, zooals te Liverpool, Manchester en zelfs te Londen want de Ieren zijn in die steden sterk verte genwoordigd gelijktijdig of opeenvolgend een oproer moest uitbarsten, waarbij het gewone appendix van vernieling, in zoover dit uitvoer baar was, niet vergeten werd. De gebeurtenis, die in September jl. te Manchester plaats greep, heeft evenwel, wegens de daaruit ontstane ge volgen, de meeste sensatie gemaakt. Twee Fe- niansche hoofden, Kolrnel Kelly en kapitein Deasy, die te Manchester eene gewichtige ge heime zending vervulden (de broederschap heeft, evenals elke samenspanning, vele geheimen, waarin slechts eenige hoofden ingewijd zijn) vielen in handen der politie. Er werden nu plannen beraamd om hen te bevrijden en de Fenians aangewezen, die zich met de uitvoering daarvan zouden belasten. Het plan gelukte maar al te zeer. Terwijl Kelly en Deasy in den ge vangenwagen vervoerd werden, vielen de bedoelde Fenians het rijtuig aan, wisten het portier te openen, joegen den sergeant van politie Brett, die in het rijtuig zat, een kogel door de borst en bevrijdden alzoo de beide gevangenen. Yijf Fenians werden, als schuldig aan dien moord, veroordeeld, en hoewel tot dusver nog geen enkel doodvonnis aan een Fenian was voltrok ken, scheen het der regeering ditmaal met de executie ernst te zijn. Wel verhieven duizenden hunne stem en drongen op gratie aan, deels op grond dat de misdaad, evenals het geheele Fe- nianisme, slechts uit een staatkundig oogpunt beschouwd moest worden, maar de regeering meende voor dien aandrang niet te moeten zwich ten en eindelijk een streng voorbeeld te moe ten stellen. Twee der veroordeelden, waarvan de een onschuldig werd geacht en de ander ver zachtende omstandigheden in zijn voordeel had, ontvingen wel is waar gratie van de doodstraf, doch de drie overigen ondergingen den 23sten November te Manchester hun doodvonnis. Zoo wel in het vereenigd koninkrijk als elders ging hierover een kreet van verontwaardiging op, maar de waarheid gebiedt te zeggen, dat de regeering ook door tal van organen der open bare meening in het gelijk werd gesteld. Het hoofdbestuur te Dublin had voor de executie een uitvoerig manifest aan de buitenlandsche agenten der broederschap gezonden, waarin aan gekondigd werd, dat na eiken gerechtelijken moord van Engeland aan de broederschap, een aanzienlijk Engelschman door de hand van een Fenian zal vallen; doch voor het overige was dit manifest in bezadigde woorden vervat. Aan die bedreiging in het manifest is tot nu toe nog geen gevolg gegeven, hoewel de Fenians er zeker niet voor terugdeinzen. Opmerkelijk is het echter, dat hunne aanslagen sedert de executie te Manchester op verbazende wijze zijn toege nomen en in stoutheid bijna aan het ongeloof lijke grenzen. Hunne euveldaad te Clerkenwell, waar zij de gevangenis in de lucht wilden doen vliegen op een oogenblik, dat een paar hunner broeders, aldaar gevangen, geacht konden wor den de gewone wandeling op de plaats te doen, en dezen alzoo de gelegenheid te verschaffen om te ontvluchten, zette de kroon op hun werk. Wij hebben uit de berichten uit Noord- Amerika gezien, dat de Iersche onafhankelijk heid, niet vestiging der republiek, het doel der Fenians is. Tins ley's Magazine bevatte onlangs een opstel van een hunner Iersche hoofden, waarin erkend wordt, dat noch herstel van grieven, noch afschaffing der staatskerk, noch verdeeling van den grond het oogmerk der broederschap is. lerlands onafhankelijkheid met de republiek, ziedaar wat, volgens dit op stel, haar alleen kan bevredigen, en zij zal niet rusten zoolang dit doel niet bereikt is. Voors hands is het haar genoeg, als zij door haar woe len eene agitatie gaande houdt, totdat Engeland in een oorlog wordt gewikkeld, die uit den aard der zaak de kans voor haar gunstiger moet maken. Doch wij hebben dien getuige niet noodigeene in de maand Maart jl. uitgevaardigde proclamatie, geteekend //het voorloopig gouvernement", laat daaromtrent geen twijfel over. In dat stuk wor den al de grieven van Ierland tegen de regeering opgesomd en de ellende der Ieren toegeschreven aan de aristocraten, die hen steeds als vijanden behandeld en zich meester gemaakt hebben van den grond, ten gevolge waarvan duizenden ge noodzaakt waren den Oceaan over te steken om elders in hun levensonderhoud te voorzien. In deze proclamatie worden verder al de Ieren op geroepen om naar de wapens te grijpen; gelijk heid van rechten voor allen, icheiding van kerk en staat en algemeen stemrecht worden als de grondslagen der te vestigen republiek opgegeven. Eene ietwat communistische strekking is voorts in dit stuk niet te miskennen. Hoe komt het nu, dat de broederschap zoo weinig succes gehad heeft want wat de Fenian in Tins ley's Magazine ook zeggen moge, zij zet het kapitaal harer plannen niet uit om rente af te werpen in een mogelijke toekomst, als Engeland te eeniger tijd in oorlog gewikkeld wordt. De proclamatie laat ten dien aanzien ook niet den minsten twijfel over. Hoe komt het dan dat de Fenians, ruim van geld en wapens uit Amerika voorzien, en bij duizenden sterk, bij de nadering van Engelsche troepen zelfs niet eenmaal tot staan zijn gekomen, maar dadelijk verdreven werden of uiteengingen? Het ant woord hierop kan kort zijn. De Fenians hebben slechts den steun van een gering gedeelte der bevolking, en wel van de behoeftigste en dus minst ontwikkelde fractie. Al wie eenigen wel stand geniet, wendt zich van de broederschap af, en de geestelijkheid, die de agitatie van O'Con- nell zoozeer ondersteund en ook den opstand van 1798 bevorderd heeft, is haar zoo vijandig mogelijk. De scheiding van kerk en staat zou reeds alleen voldoende zijn om de antipathie te verklaren; doch ook in alle andere opzich ten stooten het Fenianisme en de geestelijkheid elkander af. De min of meer communistische denkbeelden, die men de broederschap te recht of ten onrechte ten laste legt, kunnen natuurlijk niemand meer dan de geestelijkheid tegen de borst stuiten, en in zake van regee- ringsvorm is de republiek haar ideaal niet. Wil men niettemin aannemen, dat eene Iersche re publiek gevestigd kan worden en elementen van duurzaamheid bevat, dan is dit nog alleen denk baar onder voorwaarde, dat zij steun ontvangt van Noord-Amerika, en alzoo zou men, onaf hankelijk wordende van Engeland, zich afhan kelijk maken van een anderen staat, insgelijks protestantsch en puriteinsch, een staat dus, voor wien de sympathie niet veel grooter kan zijn. De Ieren kunnen het zelfs in hun tweede va derland, dat hen zoo liefderijk opneemt en waar zij alle rechten genieten, niet uithouden, zonder met hunne weldoeners van tijd tot tijd in eene vechtpartij te geraken. De groote Amerikaansche republiek, hoezeer zich over Engeland beklagende, heeft buitendien getoond niet in troebel water te willen visschen. Zij is zeer prikkelbaar, niet vrij van aanmatiging, en de oorzaak hiervan is niet ver te zoeken; zij is verklaarbaar uit hare jeugd en uit het besef harer kracht; maar het moet gezegd worden, hare diplomatie is eerlijk, en in dat opzicht kan Europa, waar men zich

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1868 | | pagina 1