BINNENLAND.
noodig „had om tot uitbarsting te komen, omdat
men het einde van den burgeroorlog in Amerika
wilde afwachten, daar men overtuigd was, zonder
de hulp van de Ieren uit Amerika niets te
kunnen uitrichten. Hoe dit zij, eerst in 1865
kon de samenzwering op eene eenigszins nieuwe
deelneming rekenen van de arbeidende klasse
in Ierland, welke op zeer weinig ontwikkeling
kan roemen, terwijl men, om het vaderlands
lievende gevoel op te wekken, haar den naam
van Eenianisme had gegeven, waarvan de her
innering nog niet geheel bij de bevolking was
verdwenen. Het bleek ook weldra dat in Ierland
vele nachtelijke bijeenkomsten waren gehouden
om zich in den wapenhandel te oefenen, zoodat
de regeering het in de maand September raad
zaam achtte, om te Dublin, Cork en elders in
Ierland maatregelen van voorzorg te nemen.
De nasporingen van het gouvernement waren
niet vruchteloos. Het vond wapenen en papieren
die in beslag werden genomen; eenige leiders
werden gearresteerd, de garnizoenen versterkt
en de kust nauwkeurig bewaakt, want eene
landing van Ieren uit Amerika was beloofd. Dat
de laatsten, misschien ook Amerikanen, voort
durend aanzienlijke geldelijke ondersteuning aan
de Eenians hadden gezonden, was aan geen twij
fel onderhevig.
Doch door al die maatregelen werd de bewe
ging niet onderdrukt. Zij nam integendeel toe.
De regeering verdubbelde nu hare voorzorgen
en middelen van bedwang en er volgde arres
tatie op arrestatie. Het is niet onze taak om
in uitvoerige bijzonderheden te treden nopens
hetgeen verder is voorgevallen. Onze lezers
zullen zich de hoofdmomenten er van nog wel
herinneren, zooals de gevangenneming van Ste
phens, het opperhoofd der Eenians in het moe
derland, of de head-centre, gelijk hij ge
noemd werd, zijne avontuurlijke ontvluchting
uit de gevangenis, de schorsing der habeas-
corpus-act in Ierland, de veroordeeling van
vele Eenians tot langdurige tuchthuisstraf, enz.,
alsook de vruchtelooze poging der Amerikaan-
sche Eenians, om door middel van een inval in
Canada, waar ook vele Ieren gevestigd zijn,
een opstand in die kolonie uit te lokken. Het
is aan geen twijfel onderhevig, dat zij ten deze
op de meerdere of mindere ondersteuning, althans
op de oogluiking der Amerikaansche regeering
gerekend hebben doch hierin, evenals in zoovele
andere opzichten, hebben zij zich bedrogen ge
zien. Wordt vervolgd.
LEIDEN13 Januari.
Met deelneming zal zeker door velen hier te
lande en ook binnen deze stad het bericht
ontvangen wrorden van het overlijden van den
heer Athanase Coquerel, den vader, predikant
der Hervormde gemeente te Parijs, vroeger pre
dikant der Waalsche gemeente te Amsterdam,
die Vrijdag 1.1. ten gevolge van een herhaalden
aanval van beroerte is bezweken. Het schijnt
dat de vele smartelijke ervaringen der laatste
jaren, niet het minst die welke hem in zij ie betrek
king ten deel zijn gevallen, den bejaarden, ofschoon
nog krassen man te hevig hebben geschokt, om
hemde spanning, waarin de liberale fractie derPa-
rijsche gemeente tegenwoordig verkeert met het
oog op de kerkelijke verkiezingen, die den 19den
dezer moeten plaats hebben, te kunnen doen ver
dragen.
"Wij vestigen voorloopig de aandacht onzer
lezers op eene eergisteren bij den boekhande
laar Martinus Nijhoff te 's-Hage verschenen
brochure van Dr. W. J. A. Jonckbloet, lid der
ontbonden Tweede Kamer, getiteld//Het ka
binet Van Zuylen. Een woord aan het Neder-
landsche volk," waarop wij eerstdaags terug
komen.
Binnen de gemeente Amsterdam heb
ben in het afgeloopen jaar plaats gehad 8671
geboorten (waarvan 4450 van het mann. en
4221 van het vrouwel. geslacht), 6831 sterfge
vallen (3371 van het mann. en 3460 van het
vrouwel. geslacht), 2213 huwelijken en 41 echt
scheidingen.
Gedurende het jaar 1867 hebben in de
gemeente Arnhem plaats gehad 1116 geboor
ten, 737 sterfgevallen en 296 huwelijken.
Te 's-Hertogenbosch zijn in 1867
geboren 811 kinderen, overleden 674 personen,
en voltrokken 193 huwelijken. De bevolking be
draagt 24,460 hoofden.
Ook te Roermond heeft zich een comité van
dames gevormd tot inzameling van bijdragen
voor het eere-vaandel, door Nederlandsche vrou
wen aan Z. H. den paus Pius IX aan te bie
den, en bovenal tot stichting van een fonds
voor een invaliedenhuis, reeds aangekocht en St.-
Petrus-Oord genaamd, bij Soest, voor verminkte
of tot den dienst ongeschikte Nederlandsche
zouaven.
Men schrijft uit Gorcum: Een aantal
kiezers in dit district, waaronder zelfs vele con
servatieven, zijn voornemens, om hunne stem
niet uit te brengen op den heer Simons, lid
der ontbonden Tweede Kamer der Staten-Ge*
neraal. Behalve dat genoemde heer gedurende
den tijd, dat hij lid der Kamer is, niets heeft
gedaan, waaruit zijne geschiktheid voor die be
trekking blijkt, en door ongesteldheid dikwijls
afwezig is, zoo kan men het niet goedkeureu,
dat de heer Simons, als commissaris van het
//Dagblad van Zuid-Holland en's-Gravenhage,"
er toe medewerkt om zijne medeleden der Ka
mer op de schandelijkste wijze te laten vergui
zen in het //Dagblad".
De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier
Zaterdag des namiddags te 5 uren 25°, WindZ. O.
des avonds te 8 ureu 25°, te 10 uren 27°, Z. W. Zon
dag 's nachts te 12 uren 28°, te 3 uren 29°, 's morgens
te 5 uren 30°, te 8 uren 32°, 's namiddags te 12
uren 35°, te 4 uren 36°, 's namiddags te 5 uren
35", 's avonds te 8 uren 34°, te 10 uren 35°.
Maandag 's nachts te 12 uren 36°, te 3 uren 36°,
's morgens te 5 uren 36°, te 8 uren 36°, 's namiddags
te 12 uren 38°, te 4 uren 38°.
BUITENLAND.
Frankrijk. Men is volstrekt niet gerust om
trent de plannen van Erankrijk met betrekking
tot den vrede van Europa. Zoo schrijft de //In
valide Russe": //De vredesbetuigingen van de
officieuze Eransche pers weerklinken vruchteloos
en stellen niemand gerust. Ongeacht de vriend
schapsbetuigingen van Frankrijk, wordt het wan
trouwen tu8schen de mogendheden sterker dan
ooit. De voortdurende discussiën over leger-
hervormingen bewijzen de noodlottige geheime
plannen van Erankrijk voor het toekomende
jaar.'-'
Hiertegenover moeten wij evenwel een bericht
stellen, aan een der Berlijnsche bladen ontleend,
volgens hetwelk graaf Yon Bismarck zich on
langs bij zijn verblijf te Bernburg omtrent den
politieken toestand in dien zin zou hebben uit
gelaten, dat een oorlog met Frankrijk tijdens de
eerstvolgende jaren nog wel onkel in de ver
beelding zou bestaan. Hij heeft, volgens de be
doelde mededeeling, dit vooruitzicht met feite
lijke gronden gestaafd en de aanwezigen bepaal
delijk aangemaand, alle vrees ten dien opzichte
te laten varen.
"Waartoe dan echter al die oorlogstoebereid
selen in Erankrijk? Met Italië schijnt de regee
ring op een bijzonder goeden voet te zijn. De
Italiaansche gezant was Woensdag 11. tegenwoor
dig op het bal op de Tuilerieën, en naar het
geen men daarvan hoort, is hij daar bijzonder
vriendschappelijk ontvangen. Ook moet hij er
een zeer langdurig gesprek met prins Napoleon
hebben gehad.
Zouden dan al die regeeringstoebereidselen allen
voor de expeditie tegen Japan moeten dienen?
Ja tegen Japan. Want men verneemt, dat de
Eransche regeering voornemens zou zijn om ge
zamenlijk met Engeland een oorlog tegen Japan
aan te vangen, tot ondersteuning van den tai-
koen; en voor die expeditie worden reeds toe
bereidselen gemaakt.
Intusschen is het Eransche fregat//Orenoque"
met materieel voor de artillerie te Civita-Yec-
chia aangekomen.
Italië. De regeering heeft nu al de officiëele
stukken publiek gemaakt, welke op de Garibal-
distische beweging betrekking hebben, zooals de
kamer dat verlangd had, nadat de minister Me-
nabrea den heer Ratazzi had doen gevoelen, dat
hij dezen verdacht hield van de Garibaldistische
beweging te hebben bevorderd. Uit die stukken
blijkt, dat de heer Ratazzi eerst gepoogd heeft
de beweging meester te worden en dat hij ze
daarna oogluikend heeft toegelaten, ja hier en
daar bevorderd waarschijnlijk in de hoop,
dat zoo te Rome zelf een opstand zou uitbarsten.
Turkije. Het schijnt dat de Oostersche quaes-
tie tegenwoordig op verre na niet de minst
belangrijke is, niettegenstaande, of misschien
juist omdat het publiek van de onderhandelin
gen niet veel bespeurt. Met die quaestie
toch brengt men in verband de reis van den
Pruisischen gezant te Parijs, graaf Yon Goltz,
naar Berlijn, waar hij langdurige en herhaalde
conferentiën heeft gehad met den koning en
met graaf Yon Bismarck. De heer Yon Goltz
is zoo spoedig mogelijk weer naar Parijs terug
gekeerd en heeft aanstonds eene samenkomst
met den Franschen minister van buitenlandsche
zaken gehad. En nu beweert men, dat de heer
Yon Goltz die reis alleen om redenen van ge
zondheid heeft ondernomen. Dat de gezant lij
dende is valt niet te ontkennen. Men zegt zelfs
dat hij een longkwaal heeft en weldra eene ge
vaarlijke operatie zal moeten ondergaan. Maar
zijn reis is niet van dien aard geweest, dat zij
heilzaam zou kunnen zijn voor zijne gezondheid.
In welken zin men evenwel van het gerucht
der Oostersche quaestie moet spreken, is niet
duidelijk.
De Belgische //Indépendance" deelt eene dé
pêche mede uit Londen, inhoudende dat lord
Stanley Servië heeft aanbevolen tegenover de
Porte eene vredelievende houding aan te nemen.
Yoorts wordt daarin gemeld, dat het zich niet
bevestigt, dat lord Stanley tot het kabinet van
St.-Petersburg de vertoogen zou hebben ge
richt, waarvan de //Epoque" heeft gesproken.
Yolgens de //France" zou Oostenrijk scherper
vertoogen tot Servië hebben gericht.
Die verwikkelingen tusschen de Porte en Ser
vië staan in verband met de zaak van Monte
negro, waarover men alleen per telegraaf, eeni-
gen tijd geledeniets heeft vernomen. Daarom
trent zijn echter nadere berichten ontvangen,
waaruit blijkt dat de Montegrijnen besloten
zijn de wapenen weder op te vatten, wanneer
de Porte goedvindt op hunne eischen verder
geen acht te slaan. Yoor zooverre men kan na
gaan, is het Eransche gouvernement evenwel
daartegen opgekomen en heeft het den vorst
van Montenegro aangemaand de zaken niet
zoover te drijven, maar alleen te vragen wat
hij billijkerwijze kan rekenen te zullen verkrij
gen. De Eransche consul te Scutari moet tot
dat doel opzettelijk naar Cettinje zijn gereisd
en aldaar ook geslaagd zijn in het verijdelen
der plannen van Rusland, hetwelk zoo gaarne
weer de Montenegrijnsche quaestie in het leven
zou roepen, ten einde daarvan een pendant te
te maken op het vraagstuk betreflende Candia.
Men weet althans nu dat de Montenegrijnen al
leen op het aandrijven der Russen er toe ge-