BUITENLAND.
ging te Alkmaar hebben hunnen instructeur,
den heer J. G. Bruggraaf, eene eeresabel aan
geboden.
Volgens een schrijven uit Goes aan do
N. R. Courant hoopt men in dat kiesdistrict
met de nieuwe verkiezingen eene fout te kunnen
herstellen, door het kiezen van den heer Saay-
mans Vader begaan. Gemelde correspondent
meent, dat die heer zijn mandaat alleen aan
eenige onnoozele kiezers en aan eenige grappe-
makers te danken heeft gehad. Eene aardigheid,
zegt hij, voor de tweede maal herhaald, houdt
op eene aardigheid te zijn.
De verkiezingen voor het kerkelijk kies
college te Leeuwarden zijn afgeloopen. Er
zijn ingeleverd 698 stembriefjes, waarvan 3 van
onwaarde. 46 personen hebben de volstrekte
meerderheid bekomenzoodat voor 24 eene her
stemming moet plaats hebben, die gehouden zal
worden op Maandag den 13den Januari a. s.
Het valt vooralsnog moeilijk te bepalen, welke
richting de overwinning heeft behaald de recht
zinnige echter in geen geval. Er zijn 3 kerke
lijke kiesvereenigingen in het leven geroepen
eene, bestaande uit het algemeen diakengezel
schap, die moderne, liberale, en enkele gema
tigde orthodoxe candidaten steldeeene, onder de
zinspreukRecht voor alle richtingen", die
ultra- en gematigd-moderne en eenige libe
rale candidateu koos; de derde, //de Bijbel",
staat de gematigd-orthodoxe richting voor, tot
welke ook, misschien behoudens eene enkele
uitzondering, al hare candidaten behooren.
Het door de commissie der stedelijke gas
fabriek te Schiedam aanbevolen drietal ter
vervulling van het opengevallen directeurschap
aan die fabriek, bestaat uit de heeren J. -J.
Roelants, gasdirecteur te Vlaardingen, D. J.
Kramer Jr., onder-gasdirecteur te Rotterdam,
en J. Singels, ingenieur te Delft.
Behalve de drie kweekscholen voor onder
wijzers, zijn aan 29 openbare scholen in ons land
normaallessen verbonden; terwijl daarenboven
van regeeringswege, overeenkomstig het 2de lid
van art. 12 der wet, 67 hoofdonderwijzers met
die opleiding zijn belast.
Men verneemt dat de directie van het
provinciaal Utrechtsch genootschap van kunsten
en wetenschappen tot buitenlandsche leden van
dat genootschap heeft benoemd de heeren
L. Jottrand (den vader), adv. bij het hof van
appèl te Brussel, en E. A. E. Quetelet, adj.-
astronoom bij het kon. observatorium te
Brussel.
Te Brummen heeft Zondag 11. reeds
eene hardrijderij op schaatsen plaats gehad op
de grachten van het landgoed Voorstonden, die
tot algemeen genoegen is afgeloopen.
De goederentrein van Tilburg naar
Breda is Donderdag-avond even voorbij het
station aldaar op een verkeerd spoor geloopen,
ten gevolge waarvan eenige wagens gederailleerd
zijn, zonder dat er verdere ongelukken hebben
plaats gehad.
In de week van 29 December 1867 tot
en met 4 Januari 1868 hebben zich geene ge
vallen van veetyphus in het rijk voorgedaan.
De Indische mail, per Engelschen dienst,
is den 5den dezer uit Alexandrië verzonden
en wordt den lOden te Marseille verwacht.
Z. M. heeft benoemd tot proc. bij het prov. ger.
in Limburg en de arr.-recktbank te Maastricht Mr.
J. H. T. L. Micheels, adv. te Maastricht.
(Herplaatsing wegens eene misstelling in de
Staats-Courant).
Eerv. ontsl. W. J. de Gerard uit zijne betr.
van ontv. der dir. bel. en acc. te Heerlen c. a.
(Limburg).
De Thermometer van Fahrenheit toekende alhier
Dinsdag de9 namiddags te 5 uren 29°, des avonds
te 8 uren 29°, te 10 uren 28°. Woensdag
's nachts te 12 uren 26°, te 3 uren 2G°, 's morgens te 5
uren 26°, Wind:N. O., te 8 ureu 26°,'s namiddags
te 12 uren 28°, te 4 uren 25°.
NECROLOGIE.
Mr. J. E. PRINGLE,
(in levon Proc.-Generaal bij het Provinciaal-
Gerechtshof van Gelderland.)
Der Nederlandsche magistratuur is in Pringle
een man ontvallen, die inderdaad iets meer dan
een naakt doodbericht verdient. "Worden toch
in den rechterlijken ambtenaar gevorderd on
afhankelijkheid van karakter, onkreukbare eer
lijkheid, rechtskennis en ijver, alle deze eigen
schappen waren in hem in zoo gelukkigen
mate vereenigd, dat het velen verbazen, anderen
grieven moest, dat eerst zoo laat en toch nog te
weinig zijne verdiensten zijn erkend en gewaar
deerd. Yoor zijn rechterstoel geen aanzien van
personen, de vijand als de vriend vond daar
een veilige schuilplaats; partijen en hare pleitbe
zorgers waren hem niets dan gedingvoeren
den of hunne vertegenwoordigers, het recht
alleen zooals hij het opvatte, kon bij hem zege
vieren. Zijne rechtskennis was zoo uitgebreid en
omvattend als zij van eenig practisch man kon
worden geëischt en bijna elke tak der rechts
wetenschap vond in hem den grondigen beoefe
naar. Wie herinnert zich b. v. niet zijn werkzaam
aandeel aan de indertijd benoemde commissie
tot het ontwerpen eener politiewet, wie niet zijn
doorwrocht en uitgewerkt pleidooi, over eene
hoogst moeilijke hem zelf betreffende tiendquaestie,
waarin de scherpzinnigheid van den pleitenden
advocaat wedijvert met de gemoedelijkheid van
den onderzoekenden rechter. Zijne kennis, werd
alleen overtroffen door zijne blakende zucht tot
het vergaren en het vermeerderen daarvan;
geen arbeid was hem te zwaar waar het gold
de beslechting van ingewikkelde rechtsvragen,
waaraan hij had deel te nemen, en nog levendig
is bij mij de herinnering hoe hij, lid van onze
Arr.-Rechtbank, het gansche vijfde deel van
Savigny's systeem had doorgeworsteld, om zich
het moderne condicticn-stelsel, waarop ik mij
voor de toepassing van het nieuwe recht meende
te kunnen beroepen, eigen te maken. Eu met
deze zijne liefde voor de wetenschap verbond
hij een rusteloozen ijver in het waarnemen zij
ner betrekking. Yelen mijner stadgenooten kun
nen het getuigen, hoe Pringle zijn tijd ver
deelde tusschen zijne rechterlijke werkzaamhe
den en zijne boeken. Is het wonder, dat hij
korrelig kon zijn, ja soms gloeien van ver
ontwaardiging, als hij in anderen den ijver raisto,
dien hij zelf in zoo ruimen mate bezat, en hij,
helaas! maar al te dikwerf moest ondervinden,
hoe door slapheid en traagheid de loop van
processen ten koste der partijen werd belem
merd en vertraagd
Yermoeht Pringle veel, eene zaak vermocht
hij niet, hij wist niet van plooien, hij kon niet
buigen. Fier in het bewustzijn van steeds
naar eed en plicht te handelen, ontzag hij niemand
en niets, waar hij meende te strijden voor waar
heid en recht. Levendig van gestel en door zijne
eerste indrukken als weggesleept, miste hij wel eens
die lijdelijke kalmte, die de rechter nimmer mag
verzaken, en geraakte hij daardoor soms in ern
stige botsingen, ook met hen die zijne edele hoeda
nigheden wisten op prijs te stellen; maar dit
zijn gebrek was //le défaut de ses qualités."
Yijand van alle veinzerij, dreef hij de oprecht
heid tot hare uiterste grens, wars van al wat
banaal was, van al wat hem middelmatig toescheen
hetzij in kunst of in wetenschap, mat hij allen naar
zijn eigen maat, en vond hij dan zooveel bene
den zich, hij wist zijn wrevel niet te onder
drukken. Maar hoe kon hij aan den anderen
kant weer ingenomen zijn met al wat hem geble
ken was boven het middelmatige te staanHoe
blij en opgewekt en opgetogen wat hij, als hij
do vorderingen gadesloeg, die de wetenschap
gemaakt hadmet welke liefde wijdde hij zich
aan de moderne strafrechts-theorieën, aan het in
zijn oog philanthropische cellulaire gevangenis
stelsel, waarvan de meer algemeene toepassing
het ideaal zijner wenschen was. Want, in weer
wil dier forsche en sterk geteekende gelaats
trekken, die den oppervlakkigen beschouwer eer
terugstootend dan aantrekkelijk schenen, klopte
in hem een edel, een warm en gevoelig hart, dat
het menschdom liefhad, al uitte hij zich in veel
minder zoete en zachte bewoordingen, dan ons
conventioneel leven medebrengt. En zoo was hij,
zonder daarover telkens te spreken, een man van
diepen godsdienstzin, vrij van alle bekrompen
dogmatisme of dweeperij. Zoo eindelijk was hij
gloeiende van liefde voor het vaderland dat hij had
helpen verdedigen, voor de vrijheid, voor onze
grondwet en de door haar in het leven geroepen
instellingen, doch te gelijk een man van regel
eu van orde, die hoegenaamd niets van het ge
zag, ja zelfs niets van het prestigo zou hebben
prijsgegeven, waar het betrof eerbied voor de
wet en do overheid, de achtbaarheid der jus
titie, waarvan hij een zoo waardig priester was!
Had ik recht te zeggen, der Nederlandsche
magistratuur is een man ontvallen
J. E. GOUDSMIT.
Belgie. Hoewel de clericalen en de radicalen
beiden ontevreden zijn met de inrichting van het
nieuwe kabinet, zoo gelooft men toch, dat het
bijzonder geschikt is om de zaken met vaste
band en naar den zin van de meerderheid der
natie te leiden. Den 14den dezer zal de kamer
bijeenkomen en alsdan spoedig in behande
ling nemen het rapport van den heer Yan
Humbeeck betreffende de wet op do militaire
organisatie, waarin deze tot aanneming van het
ontwerp concludeert met enkele wijzigingen iu
de détails.
Dpitsciiland. De'te Caracas wonende Duit-
schers hebben bij graaf Yon Bismarck aanzoek
gedaan tot het vestigen van een vertegenwoor
diger van den Duitschen Bond bij de regeering
van Yenezuela. Als reden wordt opgegeven, dat
aldaar 1500 a 1600 Duitschers wonen, eu dat
de uitvoer naar Duitschland 31 pet. van den
geheelen uitvoer, de invoer uit Bremen, Ham
burg en Altona 30 pet. van den geheelen invoer
bedraagt.
Aan den Noord-Duitschen rijksdag is een
vaandel gezonden door de Duitsche bevolking
te New-Orleans. Dit vaandel, ter lengte van G
ellen uit eene zware zijden stof in de bonds
kleuren bewerkt en mot zilveren franje versierd,
prijkt in het midden met het opschrift: //Aan
het Duitsch parlement, 1867; de Duitschers te
New-Orleans." De vlaggestok is voorzien van
een massief zilveren knop. Daar de rijksdag op
dit oogenblik geene zitting houdt, is het ge
schenk bij het bureau der eerste kamer gede
poneerd.
Frankrijk. De Pruisische en Noord-Duitsclie
gezant, baron Yon der Goltz, zou gisterenochtend
van Berlijn naar Parijs terugkeeren. Sommige
bladen meenen, dat niet alle voorden, welke
de keizer op Nieuwjaarsdag tot dezen gezegd
heeft, publiek gemaakt zijn, en niettegenstaande
de vredelievende verklaringen die men vernomen
heeft, is de onrust omtrent de toekomst nog
lang niet weggenomen. De wet op de legeror-
ganisatie werkt die onrust in de hand.
Op die wet is een amendement voorgesteld
door iemand, die geen lid van het wetg. lichaam
is, en door een geestelijke.
Broeder Philippe, superior-generaal der
broeders Ignorantijnen van de Christelijke leer,
heeft aan het wetgevend lichaam eene nota ge
zonden, waarin hij zich beklaagt over het on
gunstig effect, dat de wet op de leger-organisatie
hebben moet op de godsdienstige instelling der
broeders, die genoodzaakt zullen zijn minstens
500 scholen te sluiten op den dag na de uit-