de verbruikers moet zijn, indien de ziekte lang
geduurd heeft, of geneesmiddelen zijn aangewend,
die vergiftigd zijn.
Yan de veetyplius verneemt men te Delfs-
liaven niets, en de veehouders bezoeken de
markten en verzenden hun vee als vroeger,
doch sommigen lijden veel nadeel door de reeds
van ouds bekende longziekte.
De berichten omtrent de scheepvaart op
onze rivieren bij het invallen van den vorst,
lieten gisteren eene spoedige stremming van alle
gemeenschap vreezen.
De rivier de Maas voor Delfshaven was in den
afgeloopen nacht dicht gevroren en de scheep
vaart dientengevolge geheel gestremd. De Oude
Maas was ook geheel met drijfijs bezet en
geraakt nu en dan geheel vast.
De scheepvaart op de rivier voor Dordt was
gestremd. Het meerendeel der stoombooten had
dan ook de dienst gestaakt; alleen de Middel-
burgsche boot en die van het Belgische en
Staatsspoor voeren nog. De rivier was vol drijfijs.
Evenzoo achter het eiland.
Uit Alblasserdam wordt van 1 Januari ge
schreven
Het ijs op de rivier de Lek, dat zich reeds
gisterenmorgen in groote hoeveelheid vertoonde,
is sedert aanmerkelijk toegenomen. Hedenmor
gen gaat de rivier vol ijs en is de passage ten
hoogste moeilijk.
Uit Zalt-Bommel wordt van 31 December
gemeld
Ten gevolge van het menigvuldige drijfijs in
de rivier heeft men heden de gierpont moeten
opbergen, zoodat de diligences moeten overpak
ken, en de overtocht alleen met roeibooten ge
schiedt. De werkzaamheden aan de dijkverleg-
ging te Tuil zijn door de strenge vorst ook
weder gestaakt.
Men leest verder in de Staatscourant:
1 Januari. Te Keulen de rivier over bijna de
helft met drijfijs bedekt.
31 December. Te Nijmegen vertoonde zich in
de "Waal een weinig drijfijs. Eenige schepen varen
reeds de haven binnen.
31 December. Te Arnhem is de rivier met
eenig drijfijs. Tot het opruimen van de schip
brug wordt aanstalte gemaakt.
31 December. Te Westervoort in de rivier
een weinig drijfijs. De overtocht geschiedt met
pont en schuit.
Uit Krimpen a/d IJssel schrijft men van
gisteren
Heden namiddag omstreeks 3 uren heeft het
ijs hier bijna twee slachtoffers geëischt. Drie
jongelingen van deze gemeente begaven zich
naar Capelle a/d IJssel om schaatsen te rijden;
twee van hen hadden het ongeluk door het ijs
te vallen en schoten beiden onder de schotsen,
doch kwamen van tijd tot tijd boven water. De
derde had het geluk om op den wal te springen
en wendde terstond pogingen aan, om zijne
makkers te redden, hetgeen hem dan ook mocht
gelukken.
Men schrijft uit Yelzen: De ellende
onder de arbeiders aan het kanaal door Holland
op zijn smalst is moeilijk te beschrijven. Ten
gevolge der staking van de werken voor onbe-
paalden tijd, is bijna de geheele bevolking van
de heide onder de gemeente Yelzen van elk
eerlijk middel van bestaan beroofd en gaat zij
met rassche schreden de uiterste ellende te ge-
moet. In deze maand zijn reeds meer dan 500
arbeiders ontslagen. Het onmisbaarste huisraad,
ja zelfs de oudste kleederen worden te gelde
gemaakt. Wordt niet spoedig in dezen jammer
lijken toestand op de eene of andere wijze voor
zien, dan wacht de ongelukkige arbeiders een
verschrikkelijk lot.
Eergisterenmiddag te vier uren is de stoom
boot //Tom Pouce," der koninklijke Nederland-
sche stoomboot-maatschappij te Amsterdam, aan
de Noord aan den grond gevaren en na door het
zwaaien van het achtergedeelte gestooten te heb
ben, lek geworden. Door onmiddellijk verleende
hulp der stoombooten Dordrecht n°. 5 en n°. 1
van de binnenlandsche Schroefstoomboot-Ree-
derij, is het mogelijk geworden door met ver
schillende pompen werkzaam te zijn en het ge
maakte gat te vinden en te voorzien, lading en
schip te behouden en te halfacht in de haven
te Dordrecht binnen te brengen.
De ziekte onder de schapen te Hoorn
neemt toe. In het noorderkwartier hebben zelfs
sommige landlieden al hunne schapen verloren.
Men meent de oorzaak dier epidemie te vinden
in de veelvuldige regens, ten gevolge waarvan
de weilanden te lang onder water gestaan hebben.
Men verzekert te Middelburg, dat, in
gevolge wijziging der onlangs vastgestelde re
geling der garnizoenen, het tegenwoordig garni
zoen ook na Mei daar zal blijven. Te Ylissin-
gen zullen na dien tijd 8 kompagniën infanterie
in bezetting blijven.
In dit jaar zijn van het instructie-batailjon
te Kampen ruim 400 korporaals naar de regi
menten gezonden; terwijl meer dan 500 jonge
lieden bij dat batailjon geplaatst werden.
Men verneemt te Groningen, dat de
heer P. J. Dienders met het Pruisische gou
vernement onderhandelt, ten einde concessie te
verkrijgen om de Noorderlijn met de Hanno-
versche West-baan over de rivier de Eems in
verbinding te brengen.
Den llden dezer zal de litterarische fa
culteit der hoogeschool te Groningen het
admissie-examen afnemen.
Eenige dagen geleden meldde men uit
Harlingen dat weldra eene veemarkt zou
opgericht worden. Deze zou plaats hebben op
Dinsdag en Donderdag, terwijl het Woeusdag
gewone weekmarkt is. Ged. staten ontvingen ver
zet daartegen van Bolsward, op grond dat het
daar Donderdag weekmarkt is. Bolsward ligt
tamelijk geïsoleerd, geheel van de spoorweglinie
verwijderd. Sneek adviseerde; geene veemarkt,
want dan zou er te Harlingen gedurende drie
dagen markt zijn dat zou voor Harlingen na-
deelig zijn en tevens Sneek benadeelen, want
Sneek houdt Dinsdag markt van vee. Leeu
warden wil Donderdag geen veemarkt, want
het heeft zelf dien dag vóormarkt; te meer,
eene veemarkt te Harlingen is overbodig. Alle
die drie gemeenten houden vol, hunne opinie
te uiten in het belang van Eriesland en zijn
handel en veeteelt.
Z. M. heeft verl.: 1°. de zilveren mcd. en een
loffelijk getuigschrift aan G. G. Molenaar, zeeloods-
schipper te Ylielanden 2°. de bronzen med. en
een loffelijk getuigschrift aan P. Pronker, binnen
loods, W. Molenaar, J. Krul, en C. F. Ree, zee-
loodsen, en P. K. Knop, kweekeling te Ylieland,
wegens het met de reddingsboot van Ylieland, bij
zwaren storm, redden van twaalf man der equipage
van het in de Noorder buitengronden tusschen
Vlieland en Terschelling gestrande Pruisische bark
schip die Braut, op den 23sten November 1867.
Z. M. heeft verder nog ben. tot burgem. der
gem. Sneek Mr. L. R. A. Hamerster Dijkstra, tot
burgem. der gem. Rolde, Jhr. J. A. G. van der
Wijck, eerv. ontsl. W. van Rekum, als burgem.
van Stratum; ben. bij het wapen der art., bij het
reg. rijdende artillerie, tot lsten luit. den 2den luit.
P. Haitsma Muller, van het reg.
De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier
Dinsdag des namiddags te 5 uren 26°, Wind: O.,
des avonds te 8 uren 24°, te 10 uren 43°, Z. O.
Woensdag 's nachts te 12 uren 21°, te 3 uren 21°,
's morgeus te 5 uren 24°, te 8 uren 25°,'s namiddags
te 12 uren 28°, te 4 uren 24°, 's namiddags te 5 uren
23°, Z. O., 's avonds te 8 uren 22°, te 10 uren 21°.
Donderdag 's nachts te 12 uren 23°, te 3 uren 24°,
's morgens te 5 uren 27°, N. O., te S uren 28°, 's namid
dags te 12 uren 28°, te 4 uren 25°.
BUITENLAND.
Belgie. De //Etoile Beige" verneemt uit eene
geloofwaardige bron, dat de ministerieele crisis
ten einde loopt en tot eene verandering van
leden van het ministerie zal leiden. De heer
Frere Orban is bij den koning ten gehoore
ontvangen.
Yolgens de //Indépendance" zou het ontslag
der heeren Rogier, Yandenpeereboom en Goet-
hals aangenomen, doch zou dit ten aanzien van
den heer Yan der S tichelen nog onbeslist zijn,
terwijl de heeren Frère Orban en Bara hunne
portefeuilles zouden behouden. Naar hetgeen
het blad er bijvoegt, zouden de nieuwe minis
ters reeds benoemd zijn.
Ook in België is de ministerieële crisis
geëindigd en het nieuwe kabinet als volgt sa
mengesteld: De heer Frère Orban, voorzitter
van den ministerraad en tevens belast met de
portefeuille van finantiën; de heer Pirmez bin
nenlandsche zaken; de heer Jamar openbare
werken, de heer Yanderstichelen buitenlandsche
zaken, de heer Benard oorlog en de heer Bara
justitie. Zooals men ziet zijn, behalve den heer
Frère de heeren Yanderstichelen en Bara aange
bleven. Alleen heeft eerstgenoemde de porte
feuille van openbare werken met die van buiten
landsche zaken verwisseld.
Pruisen. //Berlijn wordt eene wereldstad!"
roept een Berlijnsch correspondent der //Köln.
Zeitung" uit en tracht dit te constateeren door
de volgende mededeelingBij de op 3 dezer
afgeloopen volkstelling is voorloopig gebleken,
dat het aantal ingezetenen der hoofdstad 683,673
bedraagt. Hierbij komthet korps diplomatique,
uitmakende in alles 369 personen, de bevolking
te water 2,060, in de kazernes en andere mili
taire gebouwen 16,308; totaal 702,437. Bij de
telling van 1864 bedroeg het totaalcijfer 632,379,
zijnde alzoo in den tijd van drie jaren eene
vermeerdering van 70,058.
Frankrijk. De Nieuwjaarsdag heeft natuurlijk
in het paleis der Tuileriën de gewone receptiën
weder opgeleverd. De Pruisische gezant, de heer
Yon der Goltz, heeft tevens den keizer zijne
geloofsbrieven overhandigd als gezant van den
Noord-Duitschen bond en bij die gelegenheid
o. a. het volgende gezegd: //Door de Noord-
Duitsche constitutie aangewezen, om den Noord-
Duitschen Bond te vertegenwoordigen in zijne
internationale betrekkingen, wenscht de koning
van Pruisen innig de handhaving en ontwikke
ling van de goede verstandhouding en het on
derling vertrouwen tusschen Frankrijk en de
geconfedereerde staten. Dit verlangen is tevens
in overeenstemming met de gevoelens van op
rechte vriendschap, welke de koning jegens den
persoon van Uwe Majesteit koestert. De beve
len des konings schrijven mij voor, om in dien
geest mijne functiën te vervullen." De keizer
heeft daarop het volgende geantwoord//In uwe
nieuwe betrekking als vertegenwoordiger van
den Noord-Duitschen Bond geeft gij mij op
nieuw de verzekering van do gevoelens van
vriendschap, waarmede de koning van Pruisen
jegens mij is bezield. Ik zeg u daarvoor dank.
Yan mijne zijde maak ik met genoegen van
deze gelegenheid gebruik, om te wijzen op de
goede verstandhouding, welke tusschen de beide
gouvernementen bestaat. Ik verzoek u den ko
ning met deze mijne gevoelens bekend te maken
Daar ik in de gelegenheid ben geweest, om de
bijzondere bekwaamheden, die u onderscheiden,
naar waarde te schatten, twijfel ik er niet aan,
dat gij, even als vroeger, al uwe pogingen in
werk zult stellen, om tusschen de twee landen
die vriendschappelijke verstandhouding te hand
haven, welke het onderpand is van hunne wel
vaart en een waarborg voor den vrede van
Europa."
De indruk, zoowel door de woorden van den
keizer, als door die van den gezant teweegge
bracht, kan zeer gunstig genoemd worden. Alle
dagbladen hebben zich in dien zin uitgelaten.
In onderscheidene bladen van de provin
cie komen dezer dagen zeer oorlogzuchtige op
stellen voor, die blijkbaar uit dezelfde bron af-