BUITENLA N D. particulier aldaar gekocht is, bestemd zou zijn tot verblijfplaats van den koning van Ilanover, voor wiens rekening het zou zijn gekocht. Dinsdag 1.1. hebben de Ylaamsche letter kundigen Conscience en Yersnaeyen een spreek beurt vervuld in de vergadering van het depar tement der Maatschappij tot Nut van 't Alge meen te Utrecht. Na afloop der vergadering werd aan beide sprekers in het gebouw voor kunsten en wetenschappen eene serenade gebracht door de liedertafel Aurora," bij welke gelegen heid zij door de heeren Prof. Yreede, Schubart, president van het hoofdbestuur van het //Nederl. Rederijkers-Yerbond", en J. v. d. Wall Bake, president van Aurora," werden gecomplimen teerd. Men heeft te Deventer vernomen, dat de spoorweg Meppel-Heerenveen in het begin der volgende maand voor het publiek openge steld zal worden. Zr. Ms. raderstoomschip Banka", onder bevel van den luitenant ter zee der 1ste klasse A. W. Keuchenius, heeft in den voormiddag van den 25sten dezer de reede van Plymouth verlaten, om zijne reis naar Oost-Indië voort te zetten. Z. M. heeft eerv. ontsl. den gepens. kol. J. W. Sesseler als militie-commissaris in het 1ste militie- distr. der prov. Zuid-Holland, en tot mil.-comm. aldaar ben. den luit.-kol. II. N. C. baron van Tuyll van Serooskerken. Voorts A. L. F. T. van der Wijck, gepens. maj. der artill. te Arnhem, en F. T. van der Wijck, ontv. der dir. bel., in- en uitg. rechten en acc. te Ommen, met hunne wettige af stammelingen in den Nederlandschen adel verheven ben. tot griff. bij het kantouger. te LTsselstein Mr. J. Vosmaer, adv. te Utrecht; eerv. ontsl. Jkr. Mr. W. J. Junius van Hemert als off. van just, bij de arr.-rechtb. te Almelo. Voorts opgeh. het kantoor der dir. bel. en acc. te Buren en dit gevoegd bij het kantoor te Gcldermalsen c. a., onder voortdu rend beheer van J. P. Francken. De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier Vrijdag des namiddags te 5 uren 31°, Wind: N. O., des avonds te 8 uren 31°, te 10 uren 32°. Zaterdag 's nachts te 12 uren 32°, te 3 uren 32°, 's morgens te 5 uren 33°, Z. O., te 8 uren 33°, 's namiddags te 12 uren 35°, te 4 uren 35°, Z. W. Belgie. Het schijnt, dat de heer Rogier de opdracht des koniugs om een nieuw kabinet samen te stellen, niet zal kunnen aannemen. Duitschland. In het Wurtemburgsche huis van afgevaardigden is eene reformbill ingediend, krachtens welke dat huis uit 94 leden zal be staan, waarvan er 04 bij directe verkiezingen zullen worden verkozen en 24 leden uit de hoogst aangeslagenen terwijl er 0 kerkelijke leden zul len worden verkozen. De eerste kamer bestaat uit 50 leden, waarvan er 10 bij decreet worden benoemd. Pruisen. Vreeselijk moet de ellende zijn, die in de oostelijke provinciën heerscht. De nood der landbevolking is zoo hoog, dat de onge- lukkigen zelfs geen mos of wier en niets meer vinden wat een schijn van voedsel geeft. Tot nog toe houdt de regeering zich voor elk ver zoek om bijstand doof. Oostenrijk. De //Wiener Zeitung" van gis teren bevat twee keizerlijke rescripten eene aan den heer Yon Beust en eene aan graaf Andrassy. In eerstgenoemd stuk wordt de heer Yon Beust ontheven van het presideeren van den minister raad voor de in den rijksraad vertegenwoordigde koninklijke landen. De keizer zegt, dat hij in volle mate in de genoegdoening kan deelen, waarmede Yon Beust op het afgeloopeu tijdperk kan terugzien, waarin het hem door zijne on vermoeide werkzaamheid is gelukt de taak te vervullen, waarvan de keizer het moeilijke vol komen beseft. Onder erkenning van zijne met goed gevolg bekroonde bemoeiingen, begroet de keizer met groote tevredenheid hetgeen is tot stand gebracht. De keizer draagt aan den heer Yon Beust op, om de noodige maatregelen te nemen, dat het rijks-ministerie voor buitenl. zaken, oorlog en financiën zijne grondwettige werkzaamheid beginne. Tevens benoemt de keizer den baron Yon Becke tot rijks-minister van finan ciën en draagt aan Yon Beust en den luitenant- generaal baron Yon John op, om de ministeriën van buitenl. zaken en van oorlog, die hun vroe ger waren toevertrouwd, als rijks-ministers te blijven besturen. In het rescript aan graaf Andrassy wordt aan dezen van de hierboven gemelde besluiten kennis gegeven; en hem den welverdienden dank be tuigd voor zijne met goed gevolg bekroonde medewerking tot het tot stand brengen van het vergelijk en voor zijne krachtige ondersteu ning waardoor hij heeft bijgedragen tot het ver vullen dezer moeilijke en gewichtige taak. Frankrijk. De personen die van deelneming aan een geheim genootschap beschuldigd waren, zijn veroordeeld, de hoogleeraar Accolon tot een jaar gevangenisstraf, de heeren Naquet, Yerlière en Chouteau tot 15 maanden gevan genisstraf en 5 jaren ontzetting van burger rechten, de overigen tot 3 maanden gevange nisstraf. De discussiën over het wetsontwerp be treffende de legerorganisatie zijn nog niet ge ëindigd en worden heden voortgezet. Onder scheidene amendementen in verschillenden zin zijn verworpen. In de zitting van Dinsdag 1.1» heeft de minister van oorlog, de maarschalk Niel, o. a. gezegd: //Het Franschevolk is altijd fier geweest; het leger draagt daarvan het ken merk. Frankrijk mag niet lang de gevaren dragen, die een dreigend aanzien zouden erlangen. Frankrijk geeft de voorkeur aan een oorlog boven eene verlenging der ongerustheid. Met een goed georganiseerd leger heeft Frankrijk niets te vreezen van zijne naburen. En deze rust en zekerheid zal den handel, industrie en landbouw bevorderen." Gisteren heeft de minister van staat, de heer Rouher, die over alle mogelijke onderwerpen weet te spreken, het woord genomen om een amendement van den heer Louvet te bestrijden, waardoor de reserve der marine met 240,000 en van het leger met 60,000 man verminderd zou worden, ten gevolge van het facultatief stellen van het aangaan van een huwelijk in de twee laatste dienstjaren bij de reserve. De mi nister nu meende, dat het tegenwoordige effec tief, dat volgens het amendement-Louvet ook voor het vervolg blijven zou, onvoldoende was. Nadat het amendement door den heer Buffet was verdedigd en nadat ook de heer Chesnelong meer of min in dienzelfden geest had gesproken, is het verworpen met 177 tegen 81 stemmen. Eenige notabiliteiten der liberale partij, waaronder de heeren Berryer, Marie, Jules Favre, Desmarets enz. hebben een fonds bijeen gebracht, waaruit een prijs van 2000 franken zal worden 'toegekend aan den schrijver der beste brochure, waarin voor de Fransche natie de ware gedragslijn zal worden afgebakend, om zich bij de verkiezingen het volledig genot der wetgevende souvereiniteit te waarborgen. De mededingers naar dien prijs moeten hunne ge schriften inleveren voor den lsten Maart 1868. De gezondheidstoestand van den heer Lamartine blijft voortdurend zorgwekkend. Men verwacht dat het spoedig met hem kan afloo- pen. Met den heer Sainte Beuve gaat het iets beter. Engeland. Berichten uit Abyssinië melden, dat de troepen zoo spoedig mogelijk diep land waarts intrekken, aangezien zij op vele mij len van de kust zeer met gebrek aan voedsel en water te worstelen hebben. Er heerscht vrij wat insubordinatie onder die manschappen, die uit Bombay zijn gekomen, doch de olifanten maken een geweldigen indruk op de Abyssinische be volking. De onderkoning van Egypte gedraagt zich zeer vriendelijk jegens de Engelschen, doch verlangt niets liever dan hen te zien vertrek ken. Hij heeft dan ook aan koning Theodorua geschreven, om hem over te halen de gevan genen los te laten. Doch deze heeft hen inte gendeel met zich uit zijn verbrande hoofdstad weggevoerd. De Engelschen slaan alle aanbie dingen van den onderkoning van Egypte af om hunne onderneming in het oog der Abyssiniërs niet te compromitteeren. Den 20sten dezer zou de opperbevelhebber der expeditie uit Bombay naar Abyssinië vertrekken. Officieele berichten van den 13den dezer maand melden, dat de gevangenen te Magdala eene goede gezondheid genieten. Er blijft voortdurend te Londen en elders onrust heerschen wegens het stille werken der Fenians. Hier en daar wordt buskruit gevon den. Reeds zijn 30,000 buitengewone politie agenten te Londen beëedigd. De Times" meldt, dat de heer Bernstorti door den koning van Pruisen is benoemd tot gezant te Londen voor den Noord-Duitschen Bond en voor Pruisen. Italië. Wel heeft de heer Menabrea de op dracht des konings tot samenstelling van een nieuw kabinet aangenomen, maar de France" zegt bericht uit Florence te hebben, dat de generaal bij de vorming van een ministerie groote moeilijkheid ontmoet in het vinden van een opvolger voor den heer Gualterio, den mi nister van binnenl. zaken. Men gelooft dat de heer Menabrea zich van ieder definitief besluit onthouden zal tot aan de wederbijeenkomiug der kamer. Zoo dan opnieuw een ongunstig votum wordt uitgebracht, zou men waarschijnlijk tot ontbinding der kamer overgaan. Uit de stemlijsten van de Italiaansche kamer blijkt, dat de minderheid meerderheid zou zijn geweest, indien zij, die men in Italic de katho lieken noemt, voor den minister hadden gestemd. Sommigen echter, als d'Ondes Reggio, graaf Crotti (dezelfde, die eerst weigerde den eed af te leggen, maar dit later deed en die thans liet bekende voorstel deed, tot handhaving van het wereldlijk gezag), Castellani enz., stemden met de linkerzijde tegenanderenConti, Saugui- netti, Masis, Salvazo, enz., onthielden zich aan de stemming. Indien zij zich voor het ministerie hadden verklaard zou het voorstel van Mena brea met eene meerderheid van ongeveer vijftien stemmen zijn aangenomen, terwijl het thans met eene meerderheid van twee stemmen werd verworpen. De Florentijnsche correspondent van //Le Temps" noemt hun gedrag zeer onstaat kundig, in zooverre zij oorzaak werden, dat de overwinning behaald is door hen, die het gedrag van Garibaldi niet zoo scherp wilden zien afgekeurd, door anderen, die, het ministerie als reactionnair beschouwende, zoo spoedig mo gelijk het beleid in andere handen wenscheu, door nog anderen, die Rome ook wel door an dere dan zedelijke" middelen zoeken te ver werven. Maar hoe kon b. v. graaf Grotti zich verklaren voor een voorstel, dat aldus begon: //De kamer, nota nemende van de verzekering van het ministerie, dat het nationaal programma, waarbij Rome tot hoofdstad van Italië is ver- verklaard, ongeschonden zal worden gehand haafd," enz. Tot zulk eene verklaring konden mannen van zijne overtuiging onmogelijk mede werken, zonder oneerlijk te worden. Zij //moesten" tegen stemmen, derhalve onwillens de partij ondersteunen, die nog verder van hunne over tuiging staat dan het ministerie Menabrea. Eigenlijk is hun fout dan ook eene andere, namelijk deze, dat zij reeds een gedeelte hunner overtuiging hebben opgeofferd door in de Ita liaansche kamer zitting te nemen. Daardoor veroordeelden zij zich zelveu, om óf nu en dan tot nieuwe transactiën te komen, óf juist hen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1867 | | pagina 2