ITrij dag-middag omstreeks kalfVijf, toen zij wisten dat de gevangenen ziek op de binnenplaats be vonden, dat stuk uit den muur te kunnen doen springen en alzoo aan de gevangenen de gelo- enheid te geven om zich op straat te begeven, en gevolge der ontvangen waarschuwing, liet en dien middag echter de gevangenen niet op plaats. Reeds eenige dagen te voren had de politie in de buurt der gevangenis verdachte ersonen gezien, doch nog niets waargenomen, recht gaf om tusschen beide te komen, rijdag-middag kwamen twee mannen door de traat, dragende een kofter op een berrie. Eenige ckreden verder volgde een persoon als heer ekleed. De mannen zetten de berrie neer, deden en kofter open en plaatsten een vat tegen den muur der gevangenis. De vierde persoon nam uit zijn zak eenige opgerolde strookjes papier, stak een daarvan aan, plaatste het in het spond- gat van het vat en toen het bleef branden, liepen allen hard weg. Een politie-agent, die een heel eind verder op straat zich bevond, werd door een voorbijganger opmerkzaam gemaakt op hetgeen plaats greep. Hij had slechts den Jtijd om eenige schreden te doen, eene vrouw, die in de nabijheid stond, te waarschuwen, toen de slag volgde. Het was juist het oogenblik, dat de beambten der gevangenis met bevreem- 'rding aan een der bovenramen van een huis in de straat een aantal personen gewaar werden, die met nieuwsgierigheid naar beneden en over den muur der gevangenis zagen. "Wat er van die personen geworden is, weet men niet. Eene vrouw tegenover de gevangenis zag het neerzetten en aansteken van het kruit. Een jongentje stond bij het vat stil, trok eens aan het wasdoek, dat er over gehangen was, doch merkte het vlam metje niet op. Juist viel het haar in, wat de inhoud van 't vat zou kunnen zijn, en vloog zij op, toen de ontploffing volgde. In de'straat werd een ander politie-agent, die de twee man nen en de vrouw zag vluchten, juist nederge- worpen toen hij den man en de vrouw tegen hield. Hij werd echter niet bewusteloos en kon de beide personen, die ook omvergeworpen wer den, meester blijven. De andere man, die het kruit gedragen had, werd ook gevat. Doch degeue, die er de lont in gestoken had, schijnt ontsnapt te zijn. De drie gevangenen worden in de gevangenis van Clerkenwell zelf bewaard. De vrouw, die dagelijks den Eenian Casey be zocht, die daar ook in arrest zit, poogde toen zij in haar cel zat zich te verworgen, doch men heeft dit bij tijds bemerkt en haar de hand boeien aangedaan. De verwoesting, die de ontploffing ten gevolge heeft gehad, is vreeselijk. En toen de vuur zuil, die eerst opsteeg uitgedoofd en de rook, die de geheele straat vervulde, opgetrokken was, zag men uit alle huizen gekwetsto personen Ïom hulp en redding roepen vrouwen met be bloede kinderen vluchtten op straatjammerend liepen mannen radeloos heen en weder, vragende naar hunne kinderen, klagende dat zij alles ferloren hadden. De gekwetsten werden naar pnderscheidene hospitalen vervoerd. Drie zijn er gestorven. Yan do overigen liggen de meesten in gevaarlijke ijlkoorts. In een hospitaal zijn 32 gewondenin een ander zes. In de zieken zaal der gevangenis zelf zijn ook een zestal op genomen. De muur der gevangenis is omgestort ver eene ruimte, die van boven vijftig en van inderen drie el bedraagt. Op de binnenplaats sick niemand en het gebouw zelf is iet beschadigd. De brand-brigade heeft ijverig ;ekolpen. I De koningin heeft aanstonds een brief ge- jonden naar het wijkbestuur van Clerkenwell hare sympathie te betuigen met de gewon en naar hun toestand te vernemen. Deze den bevinden zich tamelijk wel, en men gelooft dat allen in het leven zullen blijven. De ster, de keten, de overige insigniën der orde van den Kouseband zijn Donderdag j.l. aan den sultan gezonden. De diamantpn die deze insigniën versieren, zijn van het zuiverste water, de bewerking is keurig. Italte. In de zitting van de kamer der afge vaardigden van Zaterdag 11. heeft de grootze gelbewaarder verklaard, dat hij van de kamer een duidelijk votum verwacht, omtrent de hou ding van het gouvernement. De heer Corte heeft daarop betoogd, dat de partij van beweging de oorzaak is geweest van de Fransche interventie. Hij achtte het noodig dat de discussiën werden voortgezet tot er meer licht zou zijn verspreid over al wat met deze zaak in verband staat. De heer Minghetti zeide, dat, zonder in aan merking te nemen of de September-conventie nog voor Italië bestaat, keizer Napoleon verklaard had dat zij voor Frankrijk nog wel bestond. Hij geloofde ook dat de oorzaak van het voorgeval lene niet moest gezocht worden in de conventie zelve, maar in hare schending. Hij las hierbij een brief van lord Palmerston ten gunste der con ventie. In den verderen loop zijner rede sprak hij over de redenen waarom de Romeinen niet kon den beantwoorden aan het verlangen van Gari baldi. Men moest op loyale wijze zien wat de ondervinding zou leeren ten aanzien van het pauselijk gezag tegenover de pauselijke onder danen. Dit moest geschieden met vertrouwen op vrijheid en vooruitgang. De spreker keurde het goed dat het ministerie de uitnoodiging tot deel neming aan eene conferentie had aangenomen, maar hij twijfelde toch of die conferentie wel kon plaats hebben en kon slagen. Yoor't overige meende hij dat de regeering zich ten doel moest stellen, om ten spoedigste een einde te maken aan de Fransche interventie. Hij wees op de gevaren, die uit een langeren duur daarvan zou den ontstaan en gaf ten slotte te kennen, dat eene slechte binnenlandsche politiek de oorzaak is geweest van eene verkeerde staatkunde ten opzichte van het buitenland. De heer Coppino verdedigde echter het mi nisterie Ratazzi. Hij ging na wat het gevoelen in het land was, toen -< dit ministerie aan het bewind was. Hij sprak tevens over de houding die de drukpers toen aannam, hoe zij de bevol king aandreef en het kabinet gebrek aan stout heid verweet. De beweging van Garibaldi werd, zijns inziens, ondersteund door het land, en het ministerie had, toen het van de Fransche inter ventie onderricht werd, besloten naar Rome te gaan, om te beletten dat eene andere gewapende macht er zou komen. Hij ging verder de gezind heid van Frankrijk na, en kwam ook tot de couclusie, dat het wereldlijk en geestelijk gezag van den paus met elkander onvereenigbaar zijn. Te Parijs sprak men van drie //étapes" der re volutie, terwijl men te Florence geloofde, dat deze drie //étapes" de reactie zijn. Ten slotte verklaarde hij het tegenwoordige kabinet niet te kunnen ondersteunen, omdat het de nationale waardigheid niet genoeg beschermt tegen de woorden en handelingen der Fransche regeering. Volgens het Fransche blad//le Temps" zou de heer De Nigra eerstdaags tot ambassadeur te Londen benoemd worden en te Parijs zal ver vangen worden door denbeer Yisconti-Yenosta. Eerste Kanier der Staten-Generaal. Zitting van deden. In de ten halfdrie geopende zitting zijn zon der discussie met algemeene stemmen aange nomen: vijf wetsontwerpen tot wijziging der hoofdstukken V, I YB, IY A, II en YII B der staatsbegrooting van I860, zoomede dat tot ver hooging der begrooting van de algemeene lands drukkerij, dienst 1866. De voorzitter deelt mede dat de commissie van rapporteurs gereed is met hare verslagen nopens de ontwerpen tot wijziging der wet van 19 April 1867 (voorzieningen omtrent veetyphus) en tot verlenging van den termijn gedurende welken de wet van 17 October 1865, houdende buitengewone maatregelen omtrent besmettelijke zjekten, enz. van kracht blijft. Ze zullen worden gedrukt en rondgedeeld, en de discus sie daarover is bepaald op morgen te 2 uren. Nog is do commissie van rapporteurs gereed met de verslagen over de ontwerpen tot defini tieve vaststelling der hoofdstukken I, II en YII /I en de wet op de middelen voor 1868 en die tot voorloopige vaststelling der hoofdstuk ken III, IY .4, IY B, YII C, V, YI, VIII, YII B, IX en X der staatsbegrooting voor 1868. Is besloten die verslagen te doen drukken en rond- deelen en dat de discussie, in dezelfde orde als hierboven is opgenoemd, zal plaats hebben op Donderdag a. s te 11 uren, met dien verstande dat voor hoofdstuk binnenl. zaken over de be grooting der staatsspoorwegen en na dat hoofd stuk over het ontwerp tot verhooging van hoofd stuk V (exploitatie staatsspoorwegen) zal wor den beraadslaagd. Daarna is de vergadering tot morgen ge scheiden. ACADEMIE. Leiden, 17 Dec. Bevorderd tot doctor in de artsenijbereidkunde, de heer E. A. van der Burg, phil. natur. Dr., met stellingen. GEMEENTERAAD. Vergadering van den Gemeenteraad van Ley- den, op Donderdag 19 December 1867, 's namid dags te twee uren. Onderwerpen1°. Benoeming van vier leden in de plaatselijke Schoolcommissie. 2°. Eerste suppletoir kohier der plaatselijke directe belas ting, dienst 1867. 3°. Adres van het Gemeen tebestuur van Alkemade, tot ondersteuning van het plan tot den aanleg van een kunstweg tus schen beide gemeenten. 4°. Adres van eenige ingezetenen dezer gemeente, ter bekoming van het regt yan opstal op een gedeelte der Ruïne en guarantio Yan aflossing en renten van het kapitaal, benoodigd voor het aldaar op te rigten gebouw voor tentoonstellingen, enz. 5°. Voorstel tot overname van het gebouw der gymnastiek- school. 6°. Yoordragt tot vaststelling van het maximum van den onderstand, voor 1868. 7°. Adressen om tegemoetkoming in de kosten hun ner kleeding bij de schutterij, vana. G. P. Schmitz; b. J. J. Holtz. 8°. Verzoeken om af schrijving van plaatselijke directe belasting, van: a. P. Cordua; b. G. P. ten Sande, voor wijlen den heer M. G. ten Sande. 9°. Staat van af schrijving en toevoeging op de begrooting voor 1867, van de Yereenigde Gast- en Leprooshui zen. 10°. Begrootingen voor 1868, van: a. het R. Cath. Armbestuur; b. Vrouwen Kraammoe- ders; c. het Gereformeerde Minne- of Arme Oude Mannen en Vrouwenhuis; d. de Yeree nigde Gast- en Leprooshuizen en de Gemeente- Apotheek. RECHTSZAKEN. Gewezen vonnissen in strafzaken door het kantongerecht te Leiden op den 9den Dec. 1867. 1 wegens het snijden van riet in den Vliet zon der consent van het Hoogheemraad schap van Rijnland. 5 het baggeren in den Rijn zonder con sent van het Hoogheemraadschap van Rijnland. 1 zonder aanleiding te hebben gescholden. 1 het rijden door de Yrouwesteeg in verkeerde richting. 1 het werpen van vuilnis op straat. 1 het werpen van vuilnis in het water. 1 op straat vuur ongedekt te dragen. ADVERTENTIEN. Behooilijk gejustificeerde vorderingen ten laste van den Heer A. LE ROY worden tot 15 Januarij 1868 betaald ten kantore van den No taris FORMIJNE te Hossurn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1867 | | pagina 3