31^ O., te 4 uren 28°, 's namiddags te 5 uren 27°, 's avonds te 8 26°, te 10 uren 25°. Maandag 's nachts te 12 uren 23", te 3 uren 22°. 's morgen te 5 uren 21°, te 8 uren 21°,'s namiddags te 12 uren 29°, te 4 uren 24°, Z. O. KOLONIËN. Het vervoer op den spoorweg Samarang Vorstenlanden van den lOden tot uit. Augustus is boven verwachting voordeelig geweest, wan neer uien in het oog houdt, dat het geopende gedeelte als het ware in het open veld uitloopt, zonder stad of dorp als einddoel. Gedurende die 20 dagen toch zijn reeds een en een half milli- oen pond vrachtgoederen vervoerd. De technische moeilijkheden, die zich door den aard van den grond hebben opgedaan, beduiden niet veel, daar de baan nu tot aan Kedoeng-Djatie voor loco motieven bereikbaar is, en men dus beter mate riaal dan steenen en ballast kan aanvoeren, om den kleigrond te vervangen. Minder gunstig staat het met de verbetering der gemeenschap van Samarang niet de reede. Zooals men weet, zou de voltooiing van het havenkanaal in het laatst van October worden aanbesteed. Deze aanbesteding nu is, gelijk men trouwens verwacht had, mislukt. Niemand heeft zich als inschrijver aangemeld. Men zegt dat de onduidelijkheid in vele kardinale punten van het bestek iedere inschrijving onmogelijk moest maken. Volgens een gouvernements-besluit van den 3den October zou een ingenieur worden aangewezen, speciaal om met de havenwerken te Samarang belast te worden, en is last gege ven om de noodige onderzoekingen te doen, zoomede projecten, begrootingen van kosten en bestekken op te maken, om openbare aanbeste dingen te beproeven voor de uitdieping der geul in de bank en in de rivier en voor het onder houd der vereischte diepte, totdat de nieuwe haven gereed zal zijn. Men berichtte voor het afdrukken van de mail-editie der dagbladen (29 October) van Sa marang, dat de werkzaamheden aan de geul be gonnen waren; doch men verwachtte er niet veel goeds van, daar de westmousson was inge vallen. Toen de aanbesteding was mislukt, hebben de Samarangers door den heer Van Delden, lid van de firma Reynst en Vinju, den gouver neur-generaal een request doen overhandigen, waarin verzocht werd alsnu ten minste onmid dellijk de werkzaamheden aan het nieuwe haven kanaal door den waterstaat te laten aanvangen. Het antwoord is geweest, dat men te Batavia wachtte op een project, dat de resident zou indienen, en dat nog moest worden goedgekeurd. Het N. Bat. Hbl. geeft in zijn overzicht den ongunstigen indruk terug, dien de para graaf der troonrede betredende Nederlandsch Indië, in de koloniën moet gemaakt hebben, en bespreekt al wat voor de oplossing der koloniale quaestie van een conservatief bewind is te wach ten of niet te wachten. Batavia heeft eenig vertoon opgeleverd van officieele optochten. Soleiman Bader Oei Alarn Sjah, sultan van het rijk van Lingga, Riouw en onderhoorigheden, een der gew ichtigste vazallen van ons gouvernement, en de afgezan ten van Salaparang (Lombok) hebben den gou verneur-generaal bezocht. Met minder staatsie heeft de kommandant van het leger de gewone inspectie in de Vor stenlanden gedaan. De Java-Bode" zegtDoor een Engelsch schip moet in Straat Banka eene goede vondst zijn gedaan. Naar wij toch van goederhand ver nemen, zoude het aldaar drijvende hebben ge vonden een verlaten, doch overigens volkomen hecht en sterk schip, met eene rijke lading aan thee. Men vermoedt dat het schip, na vastge raakt te zijn, door den kapitein, wiens vrouw en kinderen aan boord schijnen te zijn geweest, alsmede door het scheepsvolk is verlaten en la ter, bij hoogeren waterstand, weder van zelf vlot is geraakt. Het schip moet naar Anjer zijn opgebracht en wordt eerstdaags hier verwacht. Het gouvernement heeft gedurende de eerste 10 maanden van het jaar voor ongeveer zeven millioen aan wissels getrokken op het ministerie van koloniën. Bij ordonnantie van den G.-G. is onder nadere bekrachtiging der wet een krediet geo pend van 150 mille ter aanvulling van den post van f 125,000, bij art. 721, onderafdeeling 112, afdeeling H: //Pensioenen en andere uitgaven van algemeenen aard," uitgetrokken voor onvoor ziene uitgaven, ten gevolge waarvan die post is gebracht op f 275,000. Yan de Westerafdeeling van Borneo wordt geschreven, dat de berichten, uit het Sintangsche ontvangen, zeer bevredigend zijn. De onderwor pen bevolking heeft op verschillende wijzen blij ken gegeven, dat het met hare onderwerping wel gemeend is. Op de boven Melawi is de indruk, dien do jongste expeditie gemaakt had, blijvend. Zij, die nog niet onderworpen waren, zooals Abang, Adam en Wa Senella, de schoon vader van Pangeran Mas, deden daartoe de noodige stappen. In de overige gedeelten van dit gewest is de stand van zaken over het alge meen bevredigend. TIJDSCHRIFTEN, DAGBLADEN ENZ. Het December-nommer der Yaderlandsche letteroefeningen bevat o. a.: Een belang rijk stuk van den heer E. Epkema over //Handel en kolonisatie op Madagascar." //De Arbeid en de arbeiders" door J. Coronel, naar aanleiding van Levi's //Wages and Earnings of the Working Classes, London 1867." Eene beoorbeeling der //Emanatie-leer" van A. J. Vitringa, door H. C. Lahr. Eene beoordoe- ling van J. W. Stmatmau's //De stichting des Christendoms enz." door H. E. Stenfert Kroese. De heer P. Bruyn heeft in zijne //Losse schet sen" van buitenlandsche letterkunde ditmaal Henri Taine behandeld. De twaalfde aflevering der Wetenschap pelijke Bladen bevatEen stuk uit de //Quar terly Review" over Parijs en het Parijsche leven, getiteld: //Nieuw Babel." Een stuk van John Wilson uit de //Eortnightly Review" over //De gedenkschriften van Guizot." Een paar bladzijden uit hetzelfde Engelsche tijdschrift overgenomen, van John Morley, over//het ano niem schrijven in de dagbladen." Een stuk uit //Die Grenzboten" van Wilhelm Lang over Massimo d'Azeglio, //Een Italiaansch Staatsman" uit de eerste helft dezer eeuw. N°. 12 van Het Leeskabinet bevat o. a.: Eene historische novelle van Anastasius, geti teld: //Adolf van Gelder te Hesdin en te Na men." Eenige bijzonderheden omtrent den Wartburg en het gedenkfeest, aldaar den 28sten Augustus 11. gevierd, onder den titel van //Een gedenkfeest in Thuringen," met eene plaat, voor stellende Eisenach en den Wartburg. //De doortrapte heks, eene avontuur te Dieppe." //Mengelingen" en verder het //Bibliographisch album." B UI T E N L A N Pruisen. Vrijdag had te Berlijn eene alge- meene vergadering plaats van de kiesvereeniging van de //Fortschrittpartei," die door ongeveer 2000 personen werd bijgewoond. Er werden eenige besluiten aangenomen, waarbij o. a. werd aangedrongen op eene wijziging der bondscon- stitutie, dat de staat de arme klassen zou te hulp komen door vermindering der indirecte belas tingen en verkorting van den diensttijd, zelf standige volksscholen enz., en ten slotte op het behoud van den vrede. Men zegt, dat de bondskanselier eene belang rijke wijziging van het toltarief voorbereidt. Frankrijk. De rede van den heer Rouher in het wetgevend lichaam, waarin deze het groote woord heeft uitgesproken: //Nooit zal Italië Rome bezitten", heeft in de officieele kringen te Parijs veel misnoegen verwekt. Men beweert zelfs, dat de keizer er zeer verstoord over is, en hiervoor bestaat eenige grond als men be denkt, dat de vorst de rede van den heer De Moustier heeft gelezen vóór zij werd uitgespro ken en dat deze dus zijne denkbeelden uit drukte. Het schijnt dat de heer Rouher zich door zijn gevoel heeft laten medeslepen. Men zegt, dat het rijk van dezen vice-keizer nu niet lang meer duren zal. Men verwijt den minister van staat niet alleen den grond van zijne rede, in de hoogste mate onstaatkundig, maar ook den vorm daarvan. En inderdaad, wanneer men twintigmaal heeft gezegd.- //wij zullen onze troepen niet uit Mexico terugroepen," //nooit zal Juarez Mexico binnen treden," heeft men het recht niet meer te roe pen, zoo als Rouher gedaan heeft: //Nooit zal Italië zich van Rome meester maken." Wel zwaait de //Constitutionnel," tegen ver wachting, den minister Rouher veel lof toe, maar toch bevat dit blad ook eene nieuwe phrase, waarin het regeerings-prograinma wordt gere sumeerd: //Het vrije pausdom naast het onaf hankelijk Italië." Men beweert, dat deze phrase van den keizer zei ven afkomstig is. Donderdag is de zaak behandeld van de personen, die op het kerkhof Montmartre ge arresteerd zijn. Zij werden verdedigd door den heer Ernest Picard. Een feit, dat een diepen indruk op het publiek gemaakt heeft, is, dat een protestantsch predikant, de heer Montandon, door een politie-agent gearresteerd is, //omdat deze uit de gelaatstrekken en gebaren van dezen had meenen op te maken, dat hij de demon stration afkeurde!" Engeland. In de zitting van het Heerenhuis heeft lord Derby het besluit betreffende de onkos ten der Abyssinische expeditie, 't welk reeds in 't Lagerhuis aangenomen is, toegelicht. Lord Ellenborough betwijfelde de wijsheid der expe ditie. Lord Russell sprak ten gunste der onderneming en verzocht, dat men bij de be oordeeling der regeering niet vergeten zou, in welke moeilijke positie zij zich bevond. Het be sluit is daarop aangenomen. Lord Russell heeft verder de aandacht geves tigd op de dépêche van den heer De Moustier, waarin gezegd wordt, dat de Fransehen Civita- Yecchia niet verlaten kunnen, voordat de veilig heid van den paus gewaarborgd is. Zoo de waar borging van het wereldlijk gezag ten grondslag moet liggen aan de conferentie, zeide lord Rus sell, dan zal nooit een Engelsch minister aan deze deel kunnen nemen. Lord Derby herhaalde hierop zoowel het ant woord van lord Stanley als de Fransche uitnoo- diging zelve. Ik weet niet, zeide hij, welke stappen verder door Frankrijk bij andere mogendheden gedaan mogen zijn, maar aan ons gouvernement is geene mededeeling gedaan van zoodanige dé pêche van den heer De Moustier, als door lord Russell bedoeld wordt. In het Lagerhuis heeft lord Stanley Za terdag verklaard, dat hem niets bekend was van plannen aangaande eene Fransche kolonie in Abyssinië. Hij voegde er bij dat bij Engeland volstrekt geen gevoel van jaloezie of wantrou wen jegens Frankrijks invloed en goede diensten bestaat, maar dat de regeering zich integendeel verheugt, te kunnen zeggen dat Engeland met Frankrijk op den besten voet staat. In antwoord aan den heer Griffith verklaarde de minister, niet in herhaling te willen treden van hetgeen reeds is gezegd ten aanzien eener conferentie. Ofschoon hij toestemde, dat de daarbij bedoelde quaestie van groot belang voor Europa was, bestond er evenwel bij hem geen vooruit zicht op eenig goed resultaat van zoodanige

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1867 | | pagina 2