INGEZONDEN.
De maatschappij tot exploitatie der staats
spoorwegen schijnt eene onvermijdelijke cata
strophe te gemoet te gaan. Heeft dit inderdaad
plaats, en moet dientengevolge de staat zelf die
-exploitatie op zich nemen, dan volgt,daaruit zoo
danige vermeerdering van werk voor het depar
tement van binnenl. zaken, dat eene splitsing
van het departement onvermijdelijk wordt.
In dien stand van zaken verdient de vraag
overweging, hoe die splitsing ten meesten nutte
van het land zou worden volbracht
Gewoonlijk denkt men daarbij aan de oprich
ting van een afzonderlijk ministerie van openbare
werkenmaar zou het niet raadzamer zijn om
deze gelegenheid aan te grijpen om een zelfstan
dig ministerie van openbaar onderwijs in het
leven te roepen
Er zou veel aan te voeren zijn tegen het eerste
denkbeeld.
Een minister van onderwijs is in onzen tijd
veel meer een onmisbaar element in een kabi
net dan een minister van openbare werken. De
eerste geeft als politiek persoon kracht aan een
bewind, de ander is bloot een man van admi
nistratie.
Aan het hoofd van een afzonderlijk departe
ment van openbare werken zal men allicht een
technicus willen plaatsen, en de vrees, die meer
malen is geuit, dat dit zou leiden tot al te
groote opdrijving der kosten van dien tak van
kekeer, die vrees schijnt niet ongegrond.
Buitendien zou er veel aan te voeren zijn
tegen de onttrekking van de administratie van
waterstaat en spoorwegen aan het bewind van
den minister, die met het binnenlandsch bestuur
belast is; en daarentegen pleit alles voor de op
dracht van het beheer van het openbaar onder
wijs aan een deskundige, die door andere over
wegende staatszorgen niet op den duur wordt
belemmerd in de behartiging van dit steeds meer
en meer op den voorgrond tredend volksbelang.
Dit laatste springt zóo in 't oog, dat het niet
noodig is daarvoor argumenten bij te brengen.
Slechts dit zij herinnerd, dat de wet op het hoo-
ger onderwijs! waaraan zoo groote, zoo dringende
behoefte bestaat, nog geruhnen tijd achterwege
zal moeten blijven, als zij aan het departement
van binnenl. zaken zal worden behandeld, hoe
ijverig de minister ook zij die aan het hoofd
van dat departement staat; en dat het den mi
nister, die dagelijks met de détails van zoovele
takken van bestuur de handen vol heeft, volstrekt
onmogelijk is zijne onverdeelde aandacht te schen
ken aan het netelige vraagstuk van het lager
onderwijs.
Maar hoevele andere redenen zijn niet aan te
voeren om de instelling van een ministerie van
openbaar onderwijs in ernstige overweging te
nemen. De staat niet alleen, maar elk kabinet
heeft er belang bij.
Niet altijd is de man, die uitmuntend geschikt
is om zich met het binnenlandsch bestuur, met
waterstaat en soortgelijke zaken te belasten, ook
de aangewezen persoon voor al wat het onder
wijs betreft, en dit zal, blijft alles in éene hand
geconcentreerd, vaak ten nadeele van het staats
belang en tot bespotting van den actueelen toe
stand, als bijzaak worden beschouwd. Of de con
sciëntieuze man, die tegen dit koogstgewichtig
deel der hem aangeboden taak opziet, zal zich
wellicht ook niet met het ander gedeelte willen
belasten, waarvoor hij misschien boven elk ander
geroepen was.
En van een anderen kant is het niet te ont
kennen, dat het alles behalve gewenscht is, wan
neer b. v. eene wet op het hooger, of eene even-
tueele wijziging van die op het lager onderwijs,
die immers niet tot de onmogelijkheden behoort,
die op het punt stonden van in behandeling te
komen, weer naar het stof der archieven verwe
zen werden, omdat b. v. de minister niet geslaagd
was in het tot stand brengen eener wet op mi
litie of schutterijen.
De werkkring zou omvattend genoeg zijn,
wanneer naar dit nieuwe departement werden
overgebracht de volgende afdeelingen, die thans
op de begrooting van binnenl. zaken voorkomen
O n d e r w ij s.
Kunsten en wetenschappen.
Ned. Staatscourant en Staatsblad.
Armwezen.
Het tiende hoofdstuk der grondwet vat deze
onderwerpen samen.
Daarbij ware wellicht te voegenTelegraphie
en Posterijen, waardoor ook de minister van
financiën van een deel zijner al te veel omvat
tende taak zou worden ontlast.
Wij hopen van harte, dat bij de regeling,
die niet uitblijven kan, de zaak in ernstig
beraad worde genomen.
TIJDSCHRIFTEN, DAGBLADEN ENZ.
Het December-nommer van //de Gids" bevat:
Een artikel van Mr. P. P. van Bosse over de
staatsbegrooting voor 1868. Het vervolg der
bijdrage van Mr. D. J. Mom Visch over Alexis
de Tocqueville. Eene nalezing en nabetrach
ting" van den heer S. Gorter over de schilde
rijen-tentoonstelling, die in den voorzomer '67
te Amsterdam in Arti et Amicitiae gehouden
is, onder den titeleene tentoonstelling van
oude kunst." Eene belangrijke //proeve van In
dische rechtzinnigheid" naar aanleiding van den
//Yedanta," een der Indische theosophische stel
sels, door Mr. P. A. S. van Limburg Brouwer.
Eene geestige schets van Bern. Koster Jr., ge
titeld Duitsche liefde," die in dramatischen
vorm eene beschouwing bevat van het door
Max Muller uitgegeven boekjeDeutsche
Liebe." In het bibliographisch album komen
o. a. voor beoordeelingen vanW. L. de Sturler,
catalogue descriptif des espèces de bois, etc" en
//H. Schlegel et Franijois Pollen, Recherches
sur la Faune de Madagascar etc." door prof.
Miquel; //De romantische werken van Mr. J.
van Lennep", door P. A. de C.
Het December-nommer van //de Tij dspie-
gel" bevat: Eene beoordeeling van de laatste
vertaling der apocryphe evangeliën door de
HH. Yan Cleeff en Hofstede de Groot Jr. Het
vervolg op de korte beschouwing der partijen
in de Tweede Kamer", handelende over de liberale
partij en den tiers-parti. Een algemeen politiek
overzicht der maand. Eene historische studie
van Mr, L. Eduard Lenting over het wordings
proces van den Gelderschen landdag." //Lieve
rijmpjes en wat meer," eene beoordeeling
van versjes van J. P.' Heije en anderen. //De
Yondelsfeesten in de hoofdstad", door Dr. Jan
ten Brink. Het Suum Cuique" bevat een
artikel van E. C. Euklaar over Het tijdschrift
voor Ned. Indië en het batig slot;" de //brie
venbus," het tweede schrijven van Dr. G. van
Gorkom over Ds. Cramers de illusie der mo
derne richting."
BUITENLAND.
Belgie. De stad Brussel zal eene leening van
25 millioen fr. uitgeven, bestemd om voor een
deel de werken tot verbetering van de rivier
de Senue, welke, gelijk men weet, die stad
doorsnijdt en niet door helderheid uitmunt.
Den 4den December, des morgens te 7
uren, is te Mechelen, in 75jarigen ouderdom,
overleden de kardinaal Engelbert Sterckx, aarts
bisschop van Mechelen en primaat der Belgische
kerk. Hij was een man van concilianten geest
en genoot de hoogachting van alle partijen. In
1838 was hij door paus Gregorius XYI tot kar
dinaal benoemd. Men noemt als zijn opvolger
mgr. De Mérode, oud pro-minister van wapenen
te Rome.
Pbuisen. De heer Yon Yirchouw heeft in het
Huis van afgevaardigden het voorstel gedaan, om
te besluiten de strafwet in de nieuwr verkregen
provinciën spoedig toe te passen tot wering van
de openbare speelbanken.
Engeland. In het Huis der Lords heeft graaf
Russell het onderwijs ter sprake gebracht. Hij
gaf eenige mededeelingen betreffende het staats
onderwijs op de lagere scholen. Er zijn 11,000
kerspelen in Engeland, waar de staat niets voor
het onderwijs doet. De spreker trad in eene
geschiedenis van het lager onderwijs in Enge
land, in verband met de geschiedenis der schei
ding van kerk en staat daar te lande. Hij wilde
uitgemaakt zien: 1°. dat het Huis van oordeel
is, dat het onderwijs van de kinderen uit den
werkmansstand in Engeland en Wallis uitbrei
ding en verbetering behoeft; 2°. dat het Huis
van oordeel is, dat de regeering het onderwijs
van de middelklassen het best zal kunnen be
vorderen door te zorgen voor eene betere admi
nistratie der liefdadige instellingen voor onder
wijs; 3°. dat het Huis uitmake, dat het land
van de universiteiten van Oxford en Cambridge
meer nut kan hebben door de opheffing van
allerlei belemmerende bepalingen en 4°. dat de
benoeming van een minister van onderwijs door
de kroon, met eene plaats in het kabinet, vol
gens de meening van het Huis in het algemeen
belang zou wezen.
De hertog van Marlborough antwoordde met
te wijzen op den ongeschikten tijd, in deze bui
tengewone zitting, welken lord Russell gekozen
had, om met eene zoo gewichtige zaak bij het
Huis te komen; op verschillende onjuistheden
in de opgaven van den spreker en op hetgeen
reeds in de laatste jaren tot verbetering van
het volksonderwijs en meerdere vrijheid van het
universitair onderwijs gedaan is. Lord Russell
antwoordde korteïijk en het Huis besloot tot
de orde van den dag over te gaan.
Omtrent den storm, die op St.-Thomas ge
woed heeft, brengt de //Tamar" nadere bijzonder
heden mede. 114 personen waren als slachtoffers
van dien storm begraven. De stoomboot heeft
den 14den November het eiland verlaten; de
droefheid was er niet zoo groot als de eerste
berichten meldden.
Italië. Het is gebleken dat de monarchie
lang niet buiten gevaar heeft verkeerd. In den
nacht toch van den 2den op den 3den dezer
zijn te Florence eenige Mazzinistische samen
zweerders gearresteerd, waardoor men een koin-
plot op het spoor kwam, dat een algemeenen
opstand beoogde met het doel om de monarchie
omver te werpen. In alle Italiaansche steden
waren comité's gevestigd, en het plan was bij
het leger en onder de werklieden zeer gepropa-
gandeerd. Zou hiermede in verband staan het
besluit, dat bij de opening van het parlement,
op den 5den dezer, eene troonrede zou worden
uitgesproken, doch niet door den koning in per
soon? Evenals men dit van de koningin van
Engeland gezegd heeft, is het mogelijk, dat ko
ning Yictor Emmanuel beducht is, zich in het
publiek te vertoonen.
Men verneemt dat de Britsche regeering
er bij het kabinet van Florence op heeft aan
gedrongen, om vóór het nemen van een besluit
in overweging te nemen of in de tegenwoor
dige omstandigheden eenig voordeel voor Italië
uit eene conferentie is te trekken. Gelijke waar
schuwingen zijn den generaal Menabrea van
andere kanten gezonden. Yoorts wordt gemeld,
dat de overeenkomst door de Fransche regeering
met een Engelsch huis gesloten tot aanleg eener
telegraphsche gemeenschap tusschen Civita-Yec-
chia en de Fransche kust, te Florence stof tot na
denken heeft gegeven. Iedereen toch weet, dat
zulk een werk niet in eenige weken kan gereed
zijn en Frankrijk heeft daarmede bedoelingen,
welke slechts van staatkundigen aard kunnen
zijn. Dit neemt evenwel niet weg, dat het ant
woord van Italië, gunstig zal zijn, omdat in de
tegenwoordige omstandigheden de regeering wel
niet ander3 kan.
Rome. Het //Giornale di Roma" bevat aposto-