IV0. 2397. Maandag A0. 1867. 2 December. BINNENLAND. LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden, per 3 maanden3.00. Franco per post3.85. Afzonderlijke Nommers0/10. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon-en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIEN. Van 1-6 regels 0.75; iedere regel meer0.125. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten van 1-4 regels/0.90; iedere regel meern 0.15. Toen nu juist een jaar geleden de nieuwe tamer na het zuiverings-proces der ontbinding bijeengekomen was, had het juichen in de nii- aisterieele organen, het Haagsche Dagblad, de Lijd, de Amsterdamsche Courant, geen einde. De radicalen, zoo heette het, waren geslagen, varen vernietigd; liet volk had uitspraak ge- aannieuw bloed was in de vertegenwoordiging ekoraen; eene krachtige, vaderlandslievende teerderheid zou nu voortaan het nationale linisterie ondersteunen en die stabiliteit aan e regeering geven, welke de koninklijke pro- lamatie als wensclielijk en noodzakelijk had oorgesteld. En nu? Lees nu diezelfde bladen en gij zult ze vol nden, wij zeggen niet van klachten, maar an verwijten en aantijgingen van de grofste jort tegen diezelfde vertegenwoordiging. Zij zoo heet het nu, deloyaal; zij wordt gedre- eu door blinde factiezucht; zij offert het be ug yan het arme vaderland aan vuig partij- elang op; zij bejegent met den gruwelijksten udank de regeering, die ons volksbestaan en n vrede van Europa gered heeft! "Wat is er dan in dit jaar gebeurd? Is er eene nieuwe Kamer gekomen? Hebben j radicalen een aantal der hunnen er in weten schuiven? Geenszins. De enkele wijzigingen, ie er in deze twaalf maanden in het personeel ïr Kamer zijn gekomen, hebben het karakter ïr vertegenwoordiging niet kunnen omkeeren. et is dezelfde Kamerdie toen hemelhoog ge- ezen werd eu die nu diep verguisd wordt. Een van beiden is dus slechts mogelijk: of lofzangen van 1866 zijn voorbarig geweest de regeering heeft nooit op het vertrouwen r meerderheid kunnen rekenen; óf de leden ir Kamer, die gekomen zijn om het ministerie ondersteunen, zijn door de ervaring van dit ïr er toe gebracht, om hun vertrouwen aan t ministerie te ontzeggen. Wij zijn benieuwd, welke van deze twee Hingen de ministerieele organen thans tot hunne zullen maken. Onze meening is, dat zoowel de eene als de dere oorzaak hier gewerkt heeft. De regee- ig heeft van den aanvang af geene krachtige erderheid in de Kamer gehad; en zij heeft ve door haar verkeerd beleid op het gebied q het buitenlandsch bestuurvan de ftnan- n en van de koloniën, een aantal leden, haar aanvankelijk niet ongenegen waren, zich vervreemd. egenover deze eenvoudige waarheid moeten 3 groote woorden en grove beschuldigingen stommen. Wie de gebeurtenissen der laatste weken met eenige aandacht gevolgd heeft, kon opmerken dat in de voorloopige verslagen een ongunstig oordeel werd uitgesproken niet alleen over het bedrijf van den minister van buitenlandsche zakenmaar vooral over de handelingen van den minister van financiën en over de houding van het geheele ministerie met betrekking tot de koloniale politiek. Men meende zelfs al te kunnen voorspellen dat, zoo al het IIIde hoofd stuk geen gevaar lieptoch de hoofdstukken Financiën en Koloniën waarschijnlijk zouden worden verworpen. Toen werd er door de ministerieele organen geroepen: de voorloopige verslagen beduiden niets; slechts een gering deel der leden van de Kamer heeft tot de samenstelling daarvan mede gewerkt; de radicale factie heeft, hoezeer zij in de minderheid is, het middel gevonden om hare denkbeelden daarin op den voorgrond te brengen Maar hoe nu dan? Bij de stemming van '27 November was de Kamer zoo voltallig als bij kans nooit; slechts een lid ontbrak, en nog wel een lid dat niet onder de onvoorwaardelijke aanhangers der regeering geteld kan worden. En nu heefttot elks verrassingde volle Kamer nog ongunstiger oordeel uitgesproken dan men uit de voorloopige verslagen had voor speld. Nu wordt weder de schuld geworpen op de schandelijke machinatiën der radicale factieop de knoeierij met de brieven van den heer Cre- mers. Is er armzaliger argumentatie denkbaar? Want zoo zij opgaat, dan moet men aanne men dat óf alle 38 leden die tegen stemden aan de knoeierij hebben deelgenomen, en er dus reeds eene welgesloten meerderheid tegen het ministerie bestond, óf dat verscheidene leden, die welgezind waren jegens het ministerie, zoo beginselloos en zoo onnoozel zijn geweest, dat zij zichniettegenstaande de waarschuwingen der ministers en van hunne vrienden, door eene knoeierij hebben laten omzetten. De eene onderstelling is even ongerijmd als de andere. Hoe men het ook keere of wende, de slot som kan geene andere zijn dan deze: Het ministerie heeft, ondanks het zuiverings proces van verleden jaar, nooit eene krachtige meerderheid in de Tweede Kamer gehad; het heeft door zijne daden zelve in het verloopen jaar het vertrouwen van een aantal leden, die aanvankelijk niet in de oppositie waren, ver beurd; het heeft eindelijk door zijne houding in het jongste debat zich zelf den doodslag toe gebracht. Zoo deze regeering geen stabiliteit verworven heeft, zij heeft het aan niemand te wijten dan aan zich zelve. LEIDEN, 30 November. Gedurende deze week zijn dagelijks in het werkhuis alhier opgenomen van 154 tot 175 volwassen personen en van 87 tot 104 kin deren. In de //Jaarboeken der vereeniging van vrienden der oudheidkunde in Rijnland" wordt op de volgende wijze verslag gedaan van eene door onzen stadgenoot den heer L. J. F. Jans sen, ingezonden verhandeling over eenige in eene terp te Wieuwerd gevonden gouden sieraden //Velen onzer (Duitsche) lezers zullen waarschijn lijk nooit het woord terp" hebben hooren noemen. Het zijn door kunst daargestelde ver hoogingen van den grond, waartoe aarde, mest en allerlei afval, ter hoogte van 1 tot 6, en met een omvang van 200 tot 1800 ellen, in zeer oude tijden schijnen gebruikt te zijn, en waaronder gereedschappen en andere voorwerpen, behoorende tot onderscheidene perioden der oud heid, bewaard zijn gebleven. De heer Dr. Wes- terhoff heeft een nauwkeurig onderzoek aange vangen naar den oorsprong en het doel dezer terpen, die in zekeren zin als tegenhangsters der Zwitserscbe paalwoningen kunnen beschouwd worden. De gouden sieraden, die men thans te Wieuwerd gevonden heeft, bestaan uit drie vin gerringen; een zeer schoon bewerkten gordel- gesp, met filigran-versieringvier voorwerpen, welke aan een oor- of halssieraad schijnen be vestigd geweest te zijndrie bracteaten" en 28 doorboorde munten, waarvan de jongste uit den tijd van Lotharius II dagteekenen. De heer Janssen geeft zeer belangrijke wenken omtrent de wijze, waarop deze kostbaarheden in een ruw-aarden pot op die plaats kunnen ge raakt zijn." De audientiën van het ministerie van justitie en administratie voor de zaken van den Roomsch-Katholieken eeredienst zullen op Woensdag en Donderdag, 4 en 5 December, niet plaats hebben. De openbare vergadering van den raad van state, afdeeling voor de geschillen van bestuur, zal plaats hebben, op Woensdag den 4den December 1867, des voormiddags te elf uren. Men schrijft uit 's-Hage aan de Arnb. CourantDe Moniteur Universe!' deelde on langs mede, dat zich in de Wester-Schelde, tegenover Bath, eene bevaarbare geul vormt, die veel dieper en korter als de tegenwoordige weg van Antwerpen naar de zee is, en dat wel als een gevolg der afdamming van de Ooster-Schelde. waardoor de voorspellingen der Nederlandsche en van het raeerendeel der vreemde ingenieurs in deze zaak volkomen worden bevestigd. Ik ben in staat dat heuglijke bericht niet alleen te kunnen bevestigen, maar ik mag er zelfs bij voegen, dat de vorming van de bedoelde geul geregeld voortgaat, zoo zelfs dat het zeer waar schijnlijk onnoodig zal wezen tot het aanleggen dier overigens onbeteekenende werken over te gaan, waarvan, volgens den Pruisischen inge nieur, den heer Hagen, wellicht tot bevordering

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1867 | | pagina 1