öffIgiëêle berichten. doening, dat de regeering reeds talrijke adhaesiën heeft ontvangen en dus allen grond heeft om een gelukkig resul taat te wachten. Algemeen wordt te Parijs in die voldoe ning gedeeld en alleen omtrent Engeland en Pruisen waren nog twijfelingen aanwezig. Mmisterieele wijzigingen worden meestal dooreeuige gewichtige benoemingen gevolgd. Het schijnt dat er altijd eenige personen zijn, die in zulk een geval schadeloos ge steld moeten worden voor de vervlogene hoop op een mi- nisterieelen zetel. Zoo schijnt de heer Oscar de Vallei, ad vocaat-generaal bij het hof der Seine, zijn vroegeren ambt genoot den heer Pinard diens promotie tot minister van binuenlandsche zaken zeer te misgunnenmen zegt dan ook, dat er voor den heer De Vallei eene benoeming tot lid van den raad van state gereed ligt. Als zijn opvolger in de genoemde rechterlijke betrekking noemt men den heer Templier, een der advocaten van de Parijsche balie. Men spreekt voorts van de benoeming des heeren Da- veyrier, sectie-voorzitter van den raad van state, tot senator. Zijne functiën in den staatsraad zouden worden opgedra gen aan den heer Genteur; terwijl men ten slotte verze kert, dat de heer Haussman zijne betrekking van prefect der Seine zal behouden. Engeland. Eergisteren is, na lange discussiën over de Abyssinische expeditie, de aanvrage der regeering voor een krediet van twee raillioen pd. st. goedgekeurd. In diezelfde zitting van het Lagerhuis heeft de heer Layard gezegd, dat de heer Cameron benoemd is tot consul te Massowah, aan gezien Frankrijk het voornemen had om een etablissement aan den ingang van de Roode Zee op te richten. Italië. Is het in Rome rustig, in het zuidelijk deel van het koninkrijk Italië is men in dat opzicht minder geluk kig. Uit Napels wordt geschreven, dat de Napolitaansche pers nog altijd zeer opgewonden is tegen het ministerie en zelfs tegen de monarchie. Het dagblad //Roma," dat tot hiertoe eene gereserveerde houding had in acht genomen, spoort thans tot eene revolutionnaire handeling aan. Men vreest dat de Bourbonsgezinden en de ultra-republikei nen de handen ineen zullen slaan. Ook van Sicilië ont vangt men zeer ongunstige berichten. De staat van zaken aldaar is zeer ernstig, en de opgewondenheid der gemoe deren heeft haar toppunt bereikt. Garibaldi is reeds weder naar zijn geliefd Caprera teruggebracht. Het oorlogschip Esploratore was hiermede belast. Men weet dat de gezondheidstoestand van den generaal dezen maatregel heeft veroorzaakt. Rome. De Fransche troepen gaan voort van Rome op Civita-Vecchia terug te trekken en zich daar in te sche pen. Volgens berichten uit Parijs zou heden de eerste brigade naar Frankrijk terugkeeren, terwijl de divisie- Dumont voorloopig in de pauselijke staten zou blijven. Evenwel behelst een bericht uit Rome, dat de geheele divisie van generaal Dumont bevel heeft ontvangen om zich naar Civita-Vecchia te begeven, ten einde aldaar naar Frankrijk scheep te gaan. Het 29ste en 59ste regiment van linie zouden gisteren aldaar aan boord gaan. Het 80ste regiment zou heden volgen. De rust schijnt geheel en al binnen Rome hersteld en gevaren van buiten schijnen vooreerst niet te duchten. Ook Italiaausche bladen, o. a. de Opinione, weerspreken bepaald alle geruchten omtrent nieuwe openbare of ge heime bewegingen van roodhemden. Ten einde de Hei lige stad geheel en al te zuiveren van hetgeen er nog mocht zijn overgebleven, heeft de directeur der Romeinsche politie last gegeven, dat alle vreemdelingen, die binnen den tijd der laatste vier maanden te Rome verblijf heb ben genomen, zich moeten vertoonen, om aangaande de redenen van hun verblijf voldoende opheldering te geven. Bij gebreke daarvan zullen zij over de grenzen gezet worden. GEMENGDE BERICHTEN. De Salut Public" deelt het volgende merkwaardige voorval uit Givers medeDezer dagen hooide men 's morgens vroeg angstkreten en nu en dan een woest gehinuik of gebrul, welke verwarde en onheilspellende ge luiden afkomstig waren uit een stalling en kleine binnenplaats, in gebruik van zekeren vrachtrijder. De buren kwamen bijten en besloten het ter rein te openen. Een vreeselijk schouwspel vertoonde zich aan hun oog. Een der paarden van den vrachtrijder, een jong, vurig ros, van kloek stel, verscheurde zijn meester. Het dier had hem woest gebeten, hem in den schouder gegrepen, en hoe meer de ongelukkige zich verweerde, hoe ge weldiger het paard hem schudde; het verwondde hem bloedig en schopte en trapte hem met de voorhoeven. Db buren grepen hooivorken, stokken en wat hun maar voor de hand kwam, en vielen daarmede het paard aan. Het gelukte hun eindelijk den deerlijk gehavenden man te verlossen en het paard naar den stal terug te voeren. Daar wachtte hen een nieuw, onverwacht tooneel. Van de beide andere paarden des vrachtrijders, stond het eeu rustig aan de ruif te eten, maar het andere lag bloedend en zieltogend, ten gevolge van verregaande mishandeling, op den grond. Een zijner oogen hing lillend aan een zenuw uit het hoofd. In een woord, het arme dier was stervende en bleek op de onmenschelijkste wijze met een of ander zwaar werktuig geslagen te zijn. De toedracht der geheele zaak was als volgt: De vrachtrijder, een hardvochtig man en ruw dronkaard, had di-n vorigen avond, nog zwaarder beschonken dan gewoonlijk, op den weg tusscben Mornant en Givers, besloten zijn oudste paard, dat naar zijn gevoelen niet meer zooveel kon verdieueu als het voeder kostte, maar af te maken Hij had het arme dier afgespannen, aan een boom gebonden, en toen met een ijzeren koevoet in den blinde er zou lang op toegeslagen tot het nederstortte. Daarop was hij zelf in den limoen gaan loopen en had zijn karretje huiswaarts gesleept. Maar hij had in zijn dronkenschap het oude paard wel gruwelijk mis handeld, doch niet gedood, en het was eindelijk weer wat bijgekomen, had zich weten op te richten en was nu met het krieken van den dag den welbekenden weg naar stal opgesukkeld. De dronkaard had de deur niet gegrendeld en het paard kon haar dus openstooten, waarna het zijn oude plaats op den stal weder had ingenomen. De twee andere paarden be groetten hun ouden makker met een vroolijk gehinnik. Dit wekte den dronkaard, die in een hoek zijn roes lag uit te slapen. Hij stond op, en wel verre dat het gezicht van zijn jammerlijk verminkt slachtoffer, het welk zich zoo vol vertrouwen weer onder zijn bereik op stal begeven had. hem vermurwde, ontstak hij in toorn, nam opnieuw, ziedend van kwaad heid, den koevoet en begon zijn beulswerk voort te zetten. Maar dit too neel maakte het jonge paard dat er naast stond woedend. Het rukte zich los en kwam zijn ouden kameraad te hulp, greep den onmenschelijken meester in den rug, sleurde hem van zijn slachtoffer af, den stal uit naar de binnenplaats en zou hem daar gewis voor zijne wreedheid met den ontzettendsten dood gestraft hebben, waren de buren niet te hulp geko men om hem, ofschoon reeds in bijna hopeloozeu toestand verkeerende, te verlossen." Burgerlijke stand van Leiden, van den 2Isten tot en met den 27steu November 1S67. SSevalIen G. Kramp geb. Hannaart Z. E. A. Starkenburg geb. Peters D. M. H. van Zijp geb. De Wild Z. D. L. Stikkelorum geb. Oostveen Z. M. H. van der Drift geb. Lamboo Z. M. Lot geb. Cornielje D. C. Rijken geb. Ligtvoet D. C. Schuller geb. Schouten D. J. G. Pont geb. Lips D. J. Verhoeven geb. Ar- bouw Z. M. Griffioen geb. Van Zijp Z. D. tweel. J. de Mey geb. Vijlbrief Z. W. Visser geb. Veelings D. E. F. Pechtgeb. Blom D. M. M. Peperkorn geb. Possemeyer Z. W. Stol geb Cedron D. A. van den Burg geb. De Kier Z. C. H. Baki geb. Pfeiffer D. J. M. de Vrind geb Van den Berg Z. G. S. van Well geb Kur- vers Z. S. O. Colin geb. Dee D. L Fonteyn geb. Wertheim Z. K. S Bottemanne geb. De Neve D. D. tweel. C. van Kampen geb. Schild I). C. M. Schlömann geb. Jongeneel Z. C. Stouten geb. Van Egmond 1). J. van Tongeren geb. Turenhout Z. J. E Labree geb. Kosters D. P. M. Develing geb. Van Zijp Z. J. C. Biesot geb. Van Leeuwen D. A. Dolmans geb. Van der Vlugt Z. C. A. van Haarlem geb Omvlee i). H. E. Hakkaart geb. Hoefnagel D. Geblind: W. J. Biegstraaten jm. en J. Breedeveld jd. J. J Dok jui. en C. Vogelenzang jd. E. A. F. Meijers jm. en J. W. van den Berg jd. J. Haasbeek jm. en W. S. Choufoer jd. J. Staken burg wedr. en C. Dekker wed. B. Tegelaar wedr. en N Hoefsmit jd J. A, Rodbard wedr. en M. H. Werst jd. Overleden Th. van den Bos Z. 4 in. C. Holswilder wed. D. de Ridder 86 j. J. Veekmans 75 j. W. Rosier W. 69 j M. P. Coblensway D. 14 j. F. A. Schmitt W. 63 j. P. Weytiug 56 j. M. A. Vergunst D. bijna lj. C. Klein D. 5 m. E. Ba- velaar D. 3 m. H. Colpa 1). 1 j. en 4 m. P. Schuurman, geb. De Vrind 28 j. J. J. Duk Z. 3 m. J. Oudshoorn W. 89 j. P. H. van Beijeren Bergen en Henegouwen 3 j. TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAaL. Zitting van heden. De heer Storm van 's Gravesande interpelleert de regeering over de woorden, voorkomende in de verklaring van den min. van binnenl. zaken van eergisteren//omtrent het behoud van den vrede." Spr. vraagt wat de regeering hiermede bedoeld heeft en motiveert tevens de door hem tegen de begrooting uitgebrachte stem, als zijnde niet tegen de regeering gericht geweest. De min. van binnenl. zaken meent dat zijne woorden een voudig, ondubbelzinnig genoeg zijn geweest en alleen bedoeld hebben, dat de regeering de voorname reden der afstemming heeft gezocht in de critiek der leden over het regeeringsbeleid van den min. van buitenl. zaken. De heer Storm meent, dat de regeering beter had gedaan van te spreken van een //verschil over het regeeringsbeleid ten opzichte der buitenl. aangelegenheden." Hierna wordt behandeld de credietwet betreffende het dep. van justitie. Na discussie wordt deze met algem. stemmen aan genomen. Voorts zijn aangenomen de wetsontwerpen1°. begrooting we gens den arbeid voor de gevangenen voor 18672°. aanvulling der regeling van het loods- en bakenwezen op eenige rivieren; 3°. bekrachtiging van provinciale belastingen 4°. verlenging van den termijn, gedurende welken de wet nopens buitengewone maatregelen tot afwending van de veeziekte van kracht isen 5°. nadere beslissing der grensscheiding tusschen de gemeenten Beerta en Finsterwolde.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1867 | | pagina 3