Dineren. ineel, dat zoo voedzaam is. Jammer nu maar, dat, toen die collecte voor St.-Kitts bijna was afgeloopen, men den ramp, loor den orkaan op het Nederl. eiland St.-Martin veroor- aakt, vernam want, om nu wederom eene collecte te hou- lea, dat zou moeilijk wezen en men zou bijna zeker zijn, iyeinig of niets te ontvangen, 't Zou anders wèl besteed liju geweest aan de inwoners van St.-Martin, want zij moeten door den orkaan zeer veel geleden hebben. BUITEN LAND. Heden vergadert de kamer in de afdeelingen tot het benoemen van verschillende commissiën. De markiezin van Queensberry, wonende op het eiland Wight, heeft eene expresse naar Manchester gezonden om aan de vrouw van Larkin, een der gehangen Eenians, eene som van 300 pd. st. ter hand te stellen. Te Londen heeft gisteren eene treurprocessie plaats gehad, waaraan 3000 personen hebben deelgenomen. Er werd eene lijkrede gehouden, waarbij de drie Eenians werden herdacht, die Zaterdag den dood op het schavot ondergingen. Gisterenavond moest er nog eene meeting plaats hebben. De politie kwam niet tusschen beiden, maar was op alles voorbereid. OFFICiEELE BERICHTEN^ De algemeene beraadslagingen zijn gevoerd over hoofdstuk III der staatsbegrooting voor 1868 (Buitenl. zaken.) De heer Blom heeft betoogd, dat er over de uitlegging van het tractaat met Engeland nopens de Kust van Guinea ver schil zoude bestaan tusschen Nederland en Engeland. De heer Geertsema heeft, in eene uitvoerige rede, met be roep op brieven, in het bezit van den oud-minister vau buiten! zaken, den heer Cremers, en welke de spr. ter bureele van den voorzitter overlegde, de beschuldiging, door den min. van buitenl. zaken jl. Zaterdag tegen de vorige regeering ingebracht (de ongunstige ontvangst der nota-Cremers aan den voormaligen Duitschen bond bij Pruisen en de oproeping van lichtingen militie, als uitvloeisel van vrees voor de gevolgen dier nota) krachtig wederlegd. De heer Heydenrijck, voor de begrooting, in weerwil dei- onderwijs-quaestie, heeft inlichting gevraagd omtrent de indem- nisatie van handelaren met Japan en 's ministers antwoord aan de uitnoodiging tot deelneming aan eene conferentie nopens de Romeinsche zaken. Na verdediging van 's min. beleid door de heeren Insinger en Haffmans, en bestrijding door de heeren Zijlke, Yan der Linden en Van Eek, heeft Z. Exc. de min. van buitenl. zaken de sprr. beantwoord, en verklaard, nog geen antwoord te hebben gegeven op de uitnoodiging van Erankrijk. De quaestie der indemnisatie aan Japansche handelaren was in ernstig on derzoek. De heer De Brauw heeft met den min. afgekeurd, dat de heer Cremers de door den heer Geertsema medegedeelde brie ven niet in het archief van het ministerie heeft gelaten. De heer Stieltjes, voornemens de begrooting aan te nemen, zou, op grond van die brieven, in verband met 's min. verklaringen op jl. Zaterdag, de begrooting verwerpen. Na nog eenige dis- cussiën zijn de alg. beraadslagingen gesloten. Vergadering van 23 November. In eene avondzitting te 7 uren geopend en door 21 leden bijgewoond (afwezig de Heeren Van der Hoeven, Van Laat hoven, Kneppelhout en Meerburg) heeft de Gemeenteraad de behandeling van de begrooting voor 1868 voortgezet en afge daan. De subsidiën aan de godshuizen, in het hoofdstuk Arm wezen, lokten eene uitvoerige discussie uit. Onderscheidene leden betoogden, dat het hoog bedrag van die subsidiënwelke meer dan de helft van den hoofdelijken omslag uitmaken, een kanker was voor de gemeente-finantiën en dat het alzoo hoog tijd werd te onderzoeken, op welke wijze die subsidiën zouden kunnen vervallen. Andere leden, ofschoon de geopperde bezwa ren niet ontkennende, beweerden dat men in deze met voor zichtigheid moest te werk gaan en verklaarden zich daarom tegeu. het voorstel, door Burg. en Weth. naar aanleiding 7an het actie-verslag ingediend, om nu reeds alle subsidiën met vijf percent te verminderen en daarmede jaarlijks voort te gaan, totdat deze posten geheel van de begrooting zouden kunnen vervallen. Ten slotte vereenigde zich de vergadering met een voorstel van den heer Goudsmit, om voor 1868 nog geene ver andering te brengen in de subsidiën, maar aan eene bijzondere commissie op te dragen om na overleg met de betrokken ker kelijke besturen, aan den Baad mede voorstellen te doen om trent die subsidiën. In het tweede hoofdstuk der uitgaven was het vooral de post van 1500, //Toelage aan de eigenaren van den schouwburg," welke aanstoot gaf en zeer breedvoerig bespro ken werd. Velen waren van oordeel, dat, aangezien met het uitzicht op die toelage het kapitaal was bijeengebracht, voor het herstel van den schouwburg noodig, op den Baad althans de zedelijke verplichting rustte die toelage te bestendigen. An deren deze meening bestrijdendewaren van oordeeldat, nu men er op uit was zooveel mogelijk bezuiniging in te voeren ten einde den druk der belastingen te verminderen, een subsidie voor den schouwburg moeilijk konde worden verde digd. De meerderheid heeft zich niettemin verklaard voor het behoud van de toelage. Bij de begrooting van de ontvangsten betoogde de heer Tol lens de wenschelijkheid, om, als in andere gemeenten, van de schepen die deze plaats bezoeken, kaai- en havengeld te heffen. Dit denkbeeld, door sommige leden ondersteundwerd krachtig bestreden door anderen, naar wier oordeel de Baad hoogst onverstandig zoude handelen, wanneer hij dus dat vrij verkeer ging belemmeren. Als groote binnenlandsche markt moet, naar het oordeel van die sprekers, Leiden alles vermijden wat het verplaatsen van de scheepvaart zou kunnen ten gevolge hebben. De winst van de gasfabriek, voor 25,000 uitgetrokken, werd op voorstel van den heer Scheltema ƒ20,000 hooger gesteld, maar daartegenover onder de uitgaven gebracht eene som van 5000, bestemd om een deel van de winst tot aankoop van kapitaal te besteden. Een ander voorstel van hetzelfde lid om de inkomsten ook te verhoogen met de som, welke in het vorige jaar als winst van de gasfabriek te laag was geraamd, vond daarentegen bij de meerderheid geen bijval. Ten slotte is de hoofdelijke omslag voor 1868 bepaald op 83,000, en dus op ruim veertig duizend gulden minder dan aanvankelijk was voorgesteld. ADVERTENT1EJN. Er bestaat eene goede gelegenheid voor HH. Studenten of particulieren om gezamenlijk te «Slncresj. Ook geeft men tliné's buiten 'shuis. Adres bureau dezer courant N°. 15. Frankrijk. In het wetgevend lichaam heeft eene kleine discussie plaats gehad betreffende de orde, waarin de twee toegestane buitenlandsche interpellatiën elkander zouden opvolgen. De kamer heeft ten slotte beslist, dat op Maan dag den 2den December een begin zou gemaakt worden met de beide interpellatiën over Rome, terwijl die over Duitschland en Italië daarna in behandeling zouden komen. Evenwel schijnen de redenaars niet bemoeilijkt te zullen worden, wanneer zij zich eens van het terrein der eene quaestie op dat der andere mochten begeven. Reeds Vrijdag a. s. zal de heer Ch. Dupin in den senaat zijne interpellatie mogen houden betreffende de aangelegenhe den, die op de verhouding van Frankrijk tot Italië invloed hebben gehad. In het wetgevend lichaam heeft de heer d'Audelarre nog eene aanvraag ingediend tot eene inter pellatie, strekkende om te verkrijgen dat het gouverne ment, met het oog op de buitengewone duurte der levens middelen, een ontwerp van wet indiene tot afschaffing van art. 1 der wet van 1861 (opcenten op de buitenlandsche granen). Er is wel reeds een decreet met dat doel inge diend, maar volgens de bepalingen der wet van 1861 is eene wet noodig. Engeland. Zooals reeds per telegraaf bericht is, zijn Zaterdag-morgen de drie Eenians te Manchester geëxecuteerd. Het schijnt dat bovenal de houding der deputatie van werk lieden bij het departement van binnenlandsche zaken de regeering ontstemd heeft. De rust is te Manchester niet verstoord geworden. Alle mogelijke voorzorgen waren trou wens genomen, ook voor de persoonlijke veiligheid van den ouden scherprechter, dien men gedreigd had te zullen dood schieten, zoo hij zijn werk volvoerde. Een dikke mist heeft trouwens de meeste nieuwsgierigen verhinderd de terecht stelling ten uitvoer te zien brengen. Nog wachtten velen de afkondiging der gratie, toen alles reeds lang was afge loopen. Eerste Huwelijks-Afkondiging te Leiden, den 24sten November 1867. D. van Dommelen jm. 27 j- en G. van der Waals jd. 30 j. J. Piket jm. 26 j. en J. van Waardenburg jd. 27 j. W. Steyn jm. 27 j. en M. J. Siljee jd. 22 j. D. Lipse wedr. 48 j. en J. Bonte wed. 47 j. L. Cohen jm. 39 j. en B. de Leeuw jd. 21 j. J. Sloots jm. 28 j. en E. C. C. van der Klugt jm. 25 j. RECHTSZAKEN. ïn de correctioneele zitting der Rechtbank te Leiden van Maandag 25 November is veroordeeld H. H. H. te Rotterdam, wegens diefstal, veroordeeld tot eene gevan genisstraf van twee maanden. TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Zitting van heden. GEMEENTERAAD.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1867 | | pagina 3