N°. 2382. Donderdag A0. 1867. 14 November. Prijs dezer Courant. Deze Courant wordt dagelijksniet uit zondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Prijs der Advertentiën. DE DUITSCHE EENHEID. Terwijl thans aller blik op Italië is gevestigd, waar wij gebeurtenissen hebben zien plaats grijpen, die in bare ge volgen misschien tot de gewichtigste voorvallen der wereld historie te rekenen zijn, arbeidt te Berlijn, in het minis- terieele kabinet, een man onafgebroken voort aan een werk, waarmede zijn geest jaren lang vervuld is geweest en waar aan hij zijn naam wil verbinden, een werk, waarover de wereldgeschiedenis misschien nog eerder en zeker niet min der luide zal spreken. Men moge over Yon Bismarck denken zooals men wil, hij is onbetwistbaar een groot staatsman. Wij willen ons niet verdiepen in de vraag, welke de stand van zaken zou wezen, zoo de eene of andere gebeurtenis tot een ander resultaat had geleid, zoo b. v., in casu, de kroon prins van Pruisen niet tijdig genoeg op het slagveld van Sa- dowa was aangekomen om de zege te beslissen. Zulke onder zoekingen geven niet veel en Yon Bismarck rekende buiten toevalligheden om. Zijn vertrouwen was dat van een waar staatsman. Hij kende zijn volk. Wel ontging het hem niet, dat bijna geheel Duitschland tegen Pruisen was gekeerdmaar hij wist, dat Oostenrijk geen winst zou doen met zijne bondgenoo- ten. Eenheid, dat zoo onmisbaar vereischte bij geallieerden in een oorlog, ontbrak ten eenenmale in het vijandelijke kamp. Elk handelde voor zich, zoo hij al handelde. Besluiteloos heid heerschte overal, terwijl de drang der omstandighe den meer dan ooit vastberadenheid eischte. Een der bond- genooten maakte hierop eene uitzondering; het was Ha nover. De dappere soldaten van dit ongelukkige koninkrijk wilden zich door den vijand heenslaan, om de hand aan hunne broeders te reiken; doch de bondgenooten werkten niet mede om dit doel te bereiken, waarbij vooral ook zij groot belang hadden, en alzoo werd het bloed der Ha- noveranen, dat bij stroomen te Langensalza gevloeid heeft, nutteloos verspild. Terwijl er dus aan den eenen kant niets bestond dan //Zerrissenheit", wist Von Bismarck wat hij wilde éen geest bezielde de Pruisen en hunne weinige bondgenootenzij vertegenwoordigden eene idee, waarvoor hun hart gloeide, en Pruisen, of wat hier op hetzelfde neerkomt, Yon Bismarck was bij hen de drager van 'die idee. Ja, wat meer zegt, diezelfde idee had ook wortel bij Pruisens vijanden gevat. De bondswet was tegen Prui sen, en vandaar dat het bijna den geheelen Bond tegen zich had; maar de geest zegevierde over de wet die niet meer deugde. Oostenrijk had, 't is waar, ook van oudsher den steun der Zuid-Duitsche statendoch het was meer de steun der kabinetten dan van het volk. En dan rekende Von Bismarck nog op een voordeel, waarvan hij wist dat Pruisen het alleen bezat, het naaldgeweer, welks ver nielende werking in den oorlog tegen Denemarken was gebleken. Wij schrijven geene apologie van den bijna alvermo- genden minister. Hoe zouden wij dit kunnen, daar ook wij gelooven dat eerlijkheid de beste staatkunde is. Wij stellen echter eenige feiten in het licht en alleen de par tijdige mag daarvoor blind zijn. Welk een krachtigen stoot de Duitsche eenheid ook gekregen heeft door den oorlog in 1866, voltooid is zij nog niet. Hoe komt dit? Is het denkbeeld nog niet ge noeg gerijpt om het volledig uit te voeren? Waren 60 jaren want de idee kan gerekend worden haar ontstaan verschuldigd te zijn aan de Napoleontische heerschappij waren 60 jaren niet voldoende om een plan te verwezen lijken, waarmede eene natie, welke op het gebied van den geest heerscht zooals slechts éen volk der oudheid dit heeft kunnen doen, in haar waken en in haar droomen zich had bezig gehouden? Wij zullen ons niet vermeten op de laatste vraag een antwoord te geven. Genoeg zij het, dat Von Bismarck weerhouden werd om verder te gaan, doch niet om redenen die in Duitschland zelf te zoeken waren. Als zeker kan men zelfs aannemen, dat hij voor de hinderpalen van die zijde evenmin zou terugge deinsd zijn, als hij tot dusverre zich heeft laten weerhou den door de talrijke bezwaren, die hij in Pruisen zelf op zijn weg had ontmoet en waartegen hij inconstitutioneele handelingen en geweld overstelde; want het mag niet uit het oog worden verloren, dat Yon Bismarck niet geaar zeld heeft in de keuze der middelen. Hij had alleen het doel voor oogen, en niet zonder reden is hij de man van ijzer en bloed genoemd. Als gezant te Petersburg schreef hij reeds aan zijn minister, als ware deze gezant en hij zelf te Berlijn aan de ministerieele tafel gezeten, dat de rivaliteit tusschen Pruisen en Oostenrijk in Duitschland onhoudbaar was en dat daaraan een einde behoorde te komen; en het is meer dan waarschijnlijk dat hij te Parijs, hoe kort hij daar ook als gezant gefungeerd heeft, wel iets zal hebben geleerd. Is Yon ^Bismarck derhalve in 1866 niet teruggehouden door redenen, die men in Duitschland zelf heeft te zoeken, de houding van Frankrijk heeft hem tot staan gebracht. Op het verwijt, hem gedaan, dat hij halverwege heeft halt gehouden, erkende hij openlijk en openhartig (hij behoort niet tot eene school van staatslieden, die in geheimzinnig heid hunne kracht zoeken of die een échec voor eene over winning uitkramen), dat Pruisen niet verder had kunnen gaan, zonder al zijne veroveringen op het spel te zetten; en dit mocht geen goed patriot doen. Frankrijk was inderdaad te Sadowa reeds genoeg gesla gen, om zich eindelijk bij den overwinnaar aan te melden met een alternatief, waarvan het eene deel opgesloten lag in de preliminairen van Nicolsburg, en waarvan het andere deel //interventie" luidde. Doch Yon Bismarck wist ook van dien toestand meesterlijk partij te trekken. Beieren, Wurtemburg en Baden mochten niet ongestraft zich aan Oostenrijks zijde geschaard hebben en elk op zijne beurt geslagen zijn. Het grondgebied dier staten kon intact blij ven, maar niet zonder dat zij iet3 opofferden. Bereidvaardig hebben zij allen dat offer gebracht, in zoover men van be reidvaardigheid kan spreken, wanneer de overwonneling weet dat hij overgeleverd is aan den overwinnaar. En waarin bestond dit offer In een of- en defensief tractaat met Prui sen, in spijt van het recht dat in het vredesverdrag van Praag aan Oostenrijk was toegekend, om met de Zuid- Duitsche staten een bond op te richten. Dat tractaat werd langen tijd geheim gehouden en eerst onlangs door de ka mers in Baden en "Wurtemberg goedgekeurd; in Baden, waar men tegenwoordig met Pruisen dweept (misschien is het gevaar van Frankrijks nabijheid hieraan niet geheel vreemd), met de meestmogelijke //Hingebung", in "Wurtem berg, omdat men kwalijk eene andere keus hadBeieren zal nu ook wel volgen. Wat Saksen aangaat, zonder de krachtige tusschenkomst van Napoleon, uit dankbaarheid LEIDSCH DAGBLAD. Voor Leiden, per 3 maanden/1.95. Franco per post 2.80. Afzonderlijke Nommers0.05. Van 1-6 regels 0.75; iedere regel meer 0.12;. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten van 1-4 regels ƒ0.90; iedere regel meer 0.15.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1867 | | pagina 1