N°. 2379.
Maandag
A0. 1867.
II November.
Deze Courant wordt dagelijksmet uit
zondering van Zon- en Feestdagen,
uitgegeven.
Lelden, 9 November.
Het was den 3den October, dat het eerste telegram uit
Florence werd afgezonden om de eerste geruchten aan
gaande het uitbreken van een opstand in den Kerkelijken
Staat over te brengen; en het is den 3den November ge
weest, dat het gevecht bij Montana de laatste kansen der
opstandelingen den bodem heeft ingeslagen en aan de be
weging een einde heeft gemaakt. Er is dus eene maand
voorbijgegaan met het werven van troepen, het verzenden
van diplomatieke dépêches, het organiseeren eener Fransche
en eener Italiaansche interventie, het innemen van sterk
ten, het dooden van een menigte manschappen en
ten slotte is alles toch weder op het oude teruggekomen.
Wei staat het voortdui'end verblijf der Franschen te Rome,
omtrent wier vertrek nog niets bepaald is, er ons borg voor,
dat er nog het een of ander moet gebeuren, dat men eene
definitieve regeling der Romeinsche quaestie zal noemen,
maar of dat wel iets van groot gewicht zal wezen, mag
zeer worden betwijfeld.
Het denkbeeld toch eener conferentie, dat Frankrijk
bij hangende quaesties gaarne met een zekeren trots opwerpt,
schijnt met weinig enthousiasme door de mogendheden te
zijn ontvangen. Spanje en Portugal daargelaten, heeft
Oostenrijk alleen er zich geheel voor verklaard, maar aan
gezien de Oostersche quaestie voor die mogendheid de be
langrijkste is en de Italiaansche door haar op den tweeden
rang wordt geplaatst, zoo zou zij niet ongenegen zijn dat
vraagstuk ook maar op den achtergrond te schuiven en
liever de Turksche zaken op die conferentie te regelen.
Wanneer er dus door andere mogendheden op wordt aange
drongen, zooals dat meer bij conferentiën en congressen
geschied is, dat de zaak waarvoor de vergadering belegd
wordt, maar ook die alleen en geene andere, in behande
ling mag komen, dan is het licht mogelijk, dat ook Oosten
rijks ijver bekoelt en Frankrijks prachtig idee van eene
Europeesche conferentie in het water valt.
Wanneer ze dan zoo geheel alleen tegenover de quaestie
staat, die ze zelf in het leven heeft geroepen, dan zal de
Fransche regeering misschien nog ten slotte overgaan tot
een middel, dat zij uitstekend vindt waar het hare eigen
belangen geldt, dat ze met veel vrucht iu haar eigen land
toepast en ook bij kleine annexatiën wel toegepast heeft,
maar dat zij in den Kerkelijken Staat schijnt af te keuren,
omdat het haar daar te radicaal zou werken, nl. eene
algemeene volksstemming. De voorloopige uitslag van het
plebescit in sommige steden van het pauselijk gebied doet
toch reeds vermoeden, waarop die maatregel zou uitloopen.
En het kabinet van Parijs heeft te veel de clericale partij
ontzien en te veel de wensc'hen dier partij ingewilligd om
iets anders te doen dan wat eene voorloopige bevestiging
van het wereldlijk gezag des pausen ten gevolge zou kun
nen hebben.
Of keizer Napoleon nu ten slotte, nadat hij den H.
Vader gered zal hebben, zijn eigen roem en grootheid
zegevierend uit die verwikkelingen zal zien te voorschijn
treden, is zeer de vraag. Heel roemrijk en edel kan het
toch niet heeten, dat zijn leger te Rome in het geheim de pau
selijke soldaten tegen het uitgeputte leger van Garibaldi
gesteund heeft, toen zij op het punt stonden van terug te
wijken. En het wereldlijk gezag heeft niet zooveel sympa
thieën in de Fransche natie, dat het volk zijn keizer ver
eeren zal, alleen omdat hij dat gezag weder voor eenigen
tijd heeft gesauveerd. Aan Italië voelt Frankrijk zich daar
entegen te zeer gehecht, dan dat het den keizer hierom
zou kunnen verheerlijken, dat hij dat land in zijne ont
wikkeling heeft belemmerd, in zijne kracht te laag geschat
en in zijne bedoelingen miskend. En nog zijn de ultra-
montaansehe bladen woedend, omdat zij zien, dat hunne
pogingen om het kabinet van Parijs tegen de Italiaansche
regeering op te zetten, niet in die mate gelukt zijn, dat
het tot een bepaalden schok tusschen die beide mogend
heden is gekomen.
BINNENLAND.
Gisteren, dat is nauwelijks eenige dagen na den dood
des schrijvers, is bij den boekhandelaar D. J. Couvée ah-
hier verschenen een boekje van den hoogleeraar P. O. van
der Chijs, getiteld: //Het munt- en penningkabinet der Leid-
sche hoogeschool in 1867". Het is, blijkens het voorbericht,
opgesteld om bij het publiek meer belangstelling voor die
belangrijke verzameling op te wekken en om meerdere be
zoekers naar dit kabinet te lokken, door hen vooraf bekend
te maken met hetgeen er te vinden is. Na eene inleiding
over de geschiedenis van het munt- en penningwezen, die
tevens eenige aanwijzingen bevat betreffende den tegen-
woordigen toestand der numismatische wetenschap, en waarin
de geschiedenis van het kabinet der Leidsche hoogeschool
wordt verhaaldvolgt een overzicht van al de exemplaren,
die in de Leidsche verzameling te vinden zijn. Dit over
zicht splitst zich in twee historische afdeelingen, waarvan
de eene de //oude numismatiek", de andere, de grootste,
//de munten en penningen der middeleeuwen en van den
tegenwoordigen tijd" behandelt. Verder is het geographisch
ingericht en bespreekt achtereenvolgens de munten en pen
ningen der verschillende landen, waarbij natuurlijk een aan
tal ophelderingen van geschiedkundigen en numismatischen
aard voorkomen.
Ieder die eenigszins in de zaak belang stelt zal zich ge
wis dit boekje aanschaffen, waarvan de schrijver veel ver
wachtte voor de meerdere bekendheid van het publiek met
de aan zijne directie toevertrouwde verzameling. Wij herin
neren er aan, dat het ook bij Robert, den custos van het
kabinet, te verkrijgen is.
Wij vernemen dat met Mei a. s. van hier zullen
vertrekken de tirailleur-kompagnieën van het 4de reg. inf.
naar Haarlem, benevens 3 batterijen van het reg. veld
artillerie naar 's-Hage en 1 batterij naar Arnhem. Daar
entegen zullen hier in garnizoen komen van het 4de reg. inf.:
de staf 'en 1 linie-komp. van het 3de bat. uit Gouda, en
2 linie-komp. van het 2de bat. uit Delft.
Gedurende deze week zijn dagelijks in het werkhuis
alhier opgenomen van 145 tot 159 volwassen personen en
van 76 tot 90 kinderen.
Bij kon. besluit zijn in het reglement op de kon. mil.
academie te Breda een paar wijzigingen gebracht, ten ge
volge waarvan een cadet, die een zijner kameraden, jonger
dan hij in leeftijd of in studiejaren, mishandelt of zulk eene
mishandeling toelaat, van de academie wordt verwijderd,
terwijl de maatregel van het tijdelijk detaeheeren bij de
korpsen van het leger alleen bij zeer ernstige overtredin
gen wordt toegepast en door den minister bevolen op voor
dracht van den gouverneur, na gehouden overleg met den
raad van toezicht, voor niet langer dan een jaar.
Bij gelegenheid dat Mr. F. de Greve gisteren zijne
25jarige dienstvervulling herdacht als lid van den hoogen-
raad, eerst als raadsheer, toen als vice-president, eindelijk
als president, heeft niet alleen Z. M. de koning den jubi
laris een blijk van waardeering zijner verdiensten geschon
ken. Ook de hoogenraad heeft gemeend hem een blijk van
bijzondere sympathie te moeten geven, tot uitdrukking
van de hoogschatting, die het collegie hem toedraagt. Eene
commissie uit den hoogenraad, bestaande uit den vice-pre
sident, twee leden, den procureur-generaal, benevens den
griffier, had zich ten dien einde te halfeen naar de wo-
ning van den president begeven, om hem van harte geluk
te wenschen met den heuglijken dag, dien hij mojeht
beleven, en hem tevens als aandenken een fraaien zilvêrén
beker, versierd met het beeld der gerechtigheid, aa^ttë
bieden. YkL /*-*'•
LEIDSCU
DAGBLAD.
Prijs dezer Courant.
Voor Leiden, per 'i maanden1.95.
Krauco per post 2.80.
Afzonderlijke Nommerso.Oö.
Prijs der Advertentiën.
Van 1-6 regels 0.75; iedere regel meer 0.13*
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten van
1-4 regels ƒ0.90; iedere regel meer O 15.