N°. 2309. Woensdag A®. 1867. 21 Augustus. Prijs dezer Courant. Deze Courant wordt dagelijksmet uit zondering van Zon- en Feestdagen uitgegeven. Prijs der Advertentiën. Spoortreinen van Leiden naar 's-GravenhagcDelft, Schiedam en Rotterdam: te 8 u. 30 ra 10 u. 17 m.; 1 n. 55 m.; 3 u. 52 m., Stoomboot Volharding van Leiden (Haven) naar Arasterdam: Maaudag ochtend te 4 u., overige dagen te 5 u.; van Amsterdam (Binnen» Arastel) naar Leiden: Maandag nam. te 2 u. 30 m. overige dagen nam. te 3 u. Zondags buiten dienst. Van Leiden naar Gouda Zondag 7 overige dagen 5 u. 30 m. en 1 u. 45 ra. Van Gouda naar Leiden: Zondag 4 u. 45 m., overige dagen 10 u. en 5 u. 30. Nieuwe Stoombootdieust, langs de Haarlemmermeer, van Leiden (Haven) naar Amsterdam: Maandag ochtend te 4 u., overige dagen te 5 u., '6nam. te 3% u.; van Amsterdam (Overtoom) naar Leiden: Zaterdag ochtend te 4 u., overige dagen te 5 u.,'3 nam. te 3 u. Zondags buiten dienst. Postbuslichtingen: (Lakenhal, Katoenfabriek en Nieuwstraat) 7 u. 30 ra., 10 u. 55 m.; 3 u. 35 m.; 7 u. 55 m. en op Zondag 10 u. 55 m. en 3 u. 35 ra. O.-I. Landpost. 9, 16 en 25. W.-I. Mail 14 en voorlaatsten van elke maand. Rijkstelegraaf van 7 uren 'sm. tot 9 uren 'sav. Spoorwegtelegraaf van 8 u. 'sm. tot 10 u. 30 ru. 'sav. Gemeentebestuur. Burgemeester en WethoudersMaandag en Donderdag te 11 uren. Commissie van Fabricage, Woensdag te 12. BurgemeesterDinsdag, Woensdag, Vrijdag en Zaterdag te 11. Presid. der Comm. van Fabricage Zaterdags van 111. Plaatselijke Secre tarie, van 10—4. Thesaurie, van 9—2; Zaterdag van 912. Tie Gemeente-architect is te spreken op het Raadhuis, van 121. Kantoor der In- en TJitg. Rechten en Accijnzen van 9—1 en van 46 uren; van 's Rijks Dir. Belastingen, Maandag Dinsdag, Woensdag en Donderdag van 9—2; van Zegel en Registratie van 84; van de Hypoth.. en het Kadaster van 94. Het heeft den minister van onderwijs in Frankrijk, Duruy, goed gedacht om het professoraat in het volken recht aan de hoogeschool te Straatsburg op te heffen en er een tweeden hoogleeraarsstoel in het Romeinsche recht voor in de plaats te stellen. Ziedaar een goede greep. De maatregel is van groot praktisch nut, en de minister had geen vijftig regels noodig gehad om te betoogen dat het volkenrecht eene hoogst onvruchtbare wetenschap is. Hoe heeft men 't juist te Straatsburg nog zoo lang kunnen laten doceeren! We wachten nu dagelijks het bericht, dat de leerstoelen in het volkenrecht aan alle Pruisische academiën zullen opgeheven worden. Rusland zal spoedig volgen. Vermoedelijk zullen de hoogleeraren zelve, over tuigd dat zij in de beschaafde negentiende eeuw met hunne verouderde stellingen een mal figuur makenhuD eervol ontslag verzoeken, ten einde naar de binnenlan den van Afrika te gaanwaar men ze misschien nog aan- hooren kan. Wij hopen dat onze minister van binnenlandsche zaken bij de regeling van het hooger onderwijs hierop gelet zal hebben. Zoo'n professor in het volkenrecht minder, ge steld dat we ons de weelde zouden veroorloven er aan elke academie één op na te houden, bezuinigt nog al. Wij houden niets van vruchtbare wetenschappen. Daarom laten we, volgens den regel dat veel kleintjes één groote maken, zoovele vakken als mogelijk is door denzelfden persoon onderwijzen; verschillende halve vruchtbaarheden maken ééne vruchtbaarheid. Daarom willen we niet we ten van leerstoelen in de nieuwere taal en letterkunde, in de aardrijkskunde, e tutti quanti. Wat doet men er mede Maar het afschaffen van de studie van het volkenrecht heeft voor ons nog een bijzonder nut. We hebben kolo niën, en het zou kunnen zijn dat deze of gene onverlaat in een toga ging verkondigen, dat we den Javanen onrecht aandeden. En wat zou er dan van het batig saldo worden als iedereen in 't vervolg dit ook zoo ging begrijpen! Laten die geleerde heeren liever betoogen hoe uitmuntend de Romeinen van hunne koloniën partij wisten te trekken. Bovendien, we zijn eene kleine natie, en het zou toch eens kunnen zijn, dat deze of gene hongerige adelaar lust ge voelde ons, arme schaapjes, in te slokken. Dat zou heel akelig zijn. Maar gelukkig dan toch, als we nooit van volkenrecht gehoord hebben. Dan weten we niet beter of 't hoort zoo. Men schrijft uit Enschedé aan de N. Rott. Cour.: Klachten over den fabriekarbeider, zijne zorgeloosheid, dwaze spilzucht, uithuizigheid enz. zijn aan de orde van den dag. Men tracht die gebreken weg te nemen door aan sporingen tot spaarzaamheid in publieke bladen als anders zins. Het vruchtelooze dier pogingen wordt met den naam van onhandelbaarheid bestempeld. Hierin ligt de kwaal niet, maar eenig en alleen in de weinige, of liever in het algeheele gemis van zedelijke ontwikkeling van den werk man. Het kind van den fabriekarbeider wordt met zijn vijfde jaar naar school gezonden en blijft die, dikwijls nog zeer gebrekkig, tot zijn achtste of negende jaar bezoe ken, als wanneer het naar de fabriek gezonden wordt. Hoe verre nu een kind op dien leeftijd, zelfs bij gelukkige vermogens, ontwikkeld is, behoeft niet uiteengezet te wor den; nauwelijks is het vertrouwd met de beginselen van het lezen. De ouders (op weinige uitzonderingen na) beschouwen hiermede hunne zedelijke verplichting volbracht, en hun eenig streven is voortaan alleen daarop gericht, van hun kind het meest mogelijke tijdelijke voordeel te trekken. Dit kan echter niet als een verwijt opgevat wor den; zij hebben, jong zijnde, geene andere behandeling ondervonden; ook is hun van kindsbeen af geleerd, geld en veel geld te verdienen, als het hoogste, ja eenige le vensdoel te beschouwen. Met zijn vijftiende en zestiende jaar is de jeugdige fabriekarbeider gewoonlijk zelfstandig de betrekking tusschen ouders en kinderen houdt dan in den regel ook op. "Wel blijft hij nog in het ouderlijke huis, doch zonder daarvan in den eigenlijken zin een lid uit te maken; hij betaalt kostgeld en beschikt over zijne overige verdiensten naar welgevallen. Door het voorbeeld geleerd, leeft hij van de hand in de tand, verteert heden wat heden verdiend is en laat de zorg voor den dag van morgen aan den lieven God over. Woorden en nogmaals woorden, zullen dien verderfelijken kanker nimmer uitroeien; goed degelijk on derwijs en moréele ontwikkeling kunnen hierin alleen, en dan nog slechts zeer langzaam, eene heilzame verbetering te weeg brengen. De firma C. T. Stork en Comp., te Hengelo, is hierin reeds vóór eenige jaren op eene lofwaardige wijze voorge gaan; aan hare fabriek is eene school verbonden, waar de onderwijzer, door haar bezoldigd, uitsluitend belast is met het onderwijs der fabriekskinderen in het lezen, schrijven en rekenen, terwijl de meisjes bovendien onderwijs in het naaien en breien ontvangen. Ook hier heeft men vóór eenige maanden de hand aan den ploeg geslagen; maar wij vreezen echter op eene zeer ondoelmatige wijze, en waar door het beoogde doel niet zal bereikt worden. De fabrieks kinderen beneden 15 jaar, ten getale van circa 300, ont vangen namelijk 's morgens gedurende één uur onderwijs,,, in eene der openbare lagere scholen. Die kinderen beschou wen over het algemeen dat schoolgaan als een dw$Ug of eene uitspanning, uitmuntend geschikt om allerlei- katte- kwaad uit te voeren en het geduld van den ondèrwijzer op eene zware proef te stellen. Met den besten ^vil der lEIDSCU DAGBLAD Voor Leiden, per 3 maanden1.95. Franco per post2.80. Afzonderlijke Nommers0.05. Van 1-6 regels 0.75iedere regel meer ƒ0.126. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten van 1-4 regels ƒ0.90; iedere regel meer 0.15. 6 u. 9 m.; 8 u. 55 m.; 9 u. 42 ra.; naar Haarlem en .Amsterdamte 3 u. 35 m.; 10 u. 25 m.; 11 u. 55 m.; 3 u. 1 ra.; 4 u. 57 m.; 7 u. 45 m.; 9 u. 56 m.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1867 | | pagina 1