N°. 2802. Dinsdag A°. 1867. 18 Augustus. Prijs dezer Courant. Deze Courant wordt dagelijksmet uit zondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Prijs der Advertentiën. Stoomboot Volharding van Leiden (Haven) naar Amsterdam: Maandag ochtend te 4 u., overige dagen te 5 u.; van Amsterdam (Binnen- Amstel) naar Leiden: Maandag nam. te 2 u. 30 m. overige dagen nam. te 3 u. Zondags buiten dienst. Van Leiden naar Gouda Zondag 7 u.> overige dagen 5 u. 30 m. en 1 u. 45 m. Van Gouda naar Leiden: Zondag 4 a. 45 m., overige dagen 10 u. en 5 u. 30. Nieuw© Stoombootdienst, langs de Haarlemmermeer, van Leiden (Haven) naar Amsterdam: Maandag ochtend te 4 u., overige dagen te 5 u., 'snam. te 3% u.; van Amsterdam (Overtoom) naar Leiden: Zaterdag ochtend te 4 u., overige dagen te 5 u.,'s nam. te 3 u. Zondags buiten dienst. Rijkstelegraaf van 7 uren 'sm. tot 9 uren 'sav. Spoorwegtelegraaf van 8 u. 'sm. tot 10 u. 30 ra. 'sav. Gemeentebestuur. Burgemeester en WethoudersMaandag en Donderdag te 11 uren. Commissie van Fabricage, Woensdag te 12. Burgemeester, Dinsdag, Woensdag, Vrijdag en Zaterdag te 11, Presid. der Comm. van Fabricage Zaterdags van 111. Plaatselijke Secre tarie, van 10—4. Thesaurie, van 9—2; Zaterdag van 912. Be Oemeente-architect is te spreken op het Raadhuis, van 121. Was er in eene stad als Harlingen" vraagt het Rot- terd. Weekblad //niemand te vinden, die burgemeester kon of wilde zijn? Dat is ongeloofelijk en de gemeente wet schrijft voor, dat de burgemeester uit de ingezetenen moet gekozen worden, eene bepaling van welke alleen in het belang der gemeente mag worden afgeweken. Is het nu in het bewijsbaar belang van Harlingen, dat er een klerk baron of niet van de secretarie te Leiden moest gehaald worden, om dien aan 't hoofd der gemeente te stellen? Wij trekken het ten sterkste in twijfel en zouden durven wedden, dat juist alleen het baronschap de sleutel tot de geheele zonderlinge vertooning is. De nieuwe burgemeester zou nog op de secretarie zitten, in dien hij kortweg Jan Pietersen of Kees Willemsen of zoo iets heette." Men leest in het N. Bat. Handelsblad: Er is, door eene bijzondere beschikking der Voorzienig heid, één volk op aarde, dat veel meer voortbrengt dan het voor zich zelf noodig heeft of zonder verregaande over daad kan gebruiken. Het voorbeeld staat alléén in de ge schiedenis, en het is te meer merkwaardig, omdat dit volk zich van andere volken bijzonder onderscheidt door traag heid, luiheid en onverschilligheid. Dit wonder schijnt dan ook minder ten voordeele van dit volk zelf te geschieden dat het niet waardig zoude zijn, dan ten behoeve van een ander, buitengewoon godsdienstig, ijverig en edelmoedig volk, dat niettegenstaande al deze eigenschappen het éénige volk is, dat door eigen arbeid niet genoeg kan voortbren gen om in eigen behoeften te voorzien. Voorwaar eene schoone, eene heerlijke beschikking, en die ons wel tot innige dankbaarheid en tevens tot gepaste zelfverheffing stemmen moet, wanneer wij bedenken, dat het wonder baarlijk voortbrengende volk het Javaansche, en het won derbaarlijk hulpbehoevende volk het Nederlandsche is. Wel zijn er kwaadgezindendie het wonder durven ont kennen, en die volhouden dat de overvloed van Java niet in waarheid bestaat, en dat de énorme sommen jaarlijks naar Nederland overgemaakt inderdaad onttrokken worden aan de welvaart en de ontwikkeling der bevolking van dit eiland doch men behoeft dien lasteraars slechts de uitspraken van een Rochussen, een Wintgens, een De Brauw en andere menschenvrienden voor te houden, om heu te dwingen tot de erkentenis, //dat in alle behoeften van Indië met milde hand wordt voorzien"dat de inland- sche bevolking tot den hoogst mogelijken graad van wel vaart en tevredenheid gekomen is onder een stelsel, dat "a,ari 00} om harentwil slechts het overtollige en daarom schadelijke heeft afgenomen; dat Indië volmaakt gelukkig zijn zoude zonder de verfoeilijke drukpers, die trouwens y alle weldenkende ambtenaren in diepe minachting is. r zijn ook anderen, vuige gewinzoekers of geweten- looze avonturiers, die beweren dat het beneden de waar digheid van het Nederlandsche volk zoude zijn, om ge voed te worden door de geldelijke toelagen van een ander volk, en telkens door zijn ministers te hooren verklaren datzonder deze toelagen een staatsbankroet onvermijdelijk zoude zijn doch deze lieden verdienen geen ernstig antwoord. Is het niet genoeg, dat een edelaardige Yan der Hucht of Zinnicq Bergman met mannelijke trouwhar tigheid uitroept: //Ook ik, Mijnheer de voorzitter, hecht aan de Indische duiten!" Wat zulk een man niet beneden de waardigheid zijner natie acht, kan niet vernederend voor haar zijn. Bovendien is de éénige bedoeling der te genstanders van het batig slot (dit weet iedereen die het ongeluk heeft deze vuige lieden van naderbij te kennen) 's lands kas in Indië voor zich zelve te vermeesteren om om den inhoud later in weelde en zwelgerij in het Wil lemspark of aan Duitsche badplaatsen te gaan verteeren. G-enoeg van zoo ongerijmde bezwaren: het feit staat vast dat Ned.-Indië de opbrengst van zijn arbeid zelf niet noodig heeft, en daarom een belangrijk gedeelte dier op brengst overmaakt aan Nederland, dat van eigen arbeid alleen niet zou kunnen leren. En nu geven wij in overweging eene meeting te hou den, waarvan het voorzitterschap kan worden aangeboden aan Zijne Exëllentie, onzen op dat terrein ervaren gou verneur-generaal, om de plechtige verklaring af te leggen, dat wij voor ons en onze broeders in Nederlandwenschen afstand te doen van een zoodanig gedeelte van het batig slot van dit loopend jaar 1867, als benoodigd zal zijn om de thans geleden schaden geheel te herstellenen door het uitvoeren van groote werken van openbaar nut aan de ge drukte nijverheid in de residentie Djocjacarta ter hulp te komen. Behoeven wij te schetsen, met hoe algemeene geestdrift, met hoe luide toejuiching het bericht van zulk een edel moedig besluit in Nederland zal worden ontvangen Men is in staat er een standbeeld op te richten voor den land voogd, die toonen zal 's lands eer zoo wel begrepen en de edelmoedigheid des Nederlandschen volks naar waarde geschat te hebbenZelfs de verstokte heer Keuchenius zal eene motie voorstellen tot goedkeuring van de handelwijze der Indische regeering, die bij acclamatie aangenomen zal worden. Welaan dan, landgenootenlaat ons niet aarzelen de handen inéén te slaan voor deze goede zaak. Eene com missie tot voorbereiding en regeling der meeting worde be noemd, de hooggeschatte medewerking van Z. Exc. den gouverneur-generaal worde ingeroependat toespraken en adressen worden gereed gemaakt. En laat r""d'i ,diV vn1 gende mail onze broeders in Nederland met ding verrassen, dat een aanzienlijk gedeelte slot tot herstel der onheilen, door de aardj) Juni veroorzaakt, zal worden aangewend. LEIDSOH DAGBLAD. Yoor Leiden, per 3 maanden1.95. Franco per post2.80. Afzonderlijke Nommers0.05. Yan 1-6 regels 0.75; iedere regel meer 0.12s. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten van 1-4 regels 0.90; iedere regel meer 0.15. Spoortreinen van Leiden naar 's-GravenhageDelft', Schiedam en Rotterdam: te 8 u. 30 m.; 10 u. 17 m.; 1 u. 55 m.; 3 u. 52 m., 6 u. 9 m.; 8 u. 55 m.; 9 u. 42 m.; naar Haarlemen Amsterdam: te 8 u. 35 m.; 10 u. 26 m.; 11 u. 55 ra.; 3 u. 1 ra.; 4 u. 57 m.; 7 u. 45 m.; 9 u. 56 ra. Postbuslichtingen: (Lakenhal, Katoenfabriek en Nieuwstraat) 7 u. 30 m., 10 u. 55 m.; 3 u. 35 m.; 7 u. 55 m. en op Zondag 10 u. 55 m. en 3 u. 35 m. O.-I. Landpost. 9, 16 en 25. W.-I. Mail 14 en voorlaatsten van elke maand. Kantoor der In- en Uitg. Rechten en Accijnzen van 9—1 en van 46 uren; van's Rijks Dir. Belastingen, Maandag Dinsdag, Woensdag en Donderdag van 9—2; van Zegel en Registratie van 84; van de Hypoth. en het Kadaster van 9—4.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1867 | | pagina 1