te Eszlingen, die door de jury bekroond werd, is bestemd
voor den spoorweg langs den oever van den G-anges, en
zal over weinige maanden door de wateren van den heili
gen stroom in beweging worden gebracht.
Volgens welk een kolossalen maatstaf men alles be
rekenen moet, wat met de wereldtentoonstelling te Parijs
in verband staat, diene de volgende opgave van 't geen
er op één Zondag, in een restauratie-omnibus op het veld
van Mars, geconsumeerd werd, namelijk: 2000 pd. rund-
vleesch, 400 pd. kalfsvleesch1160 pd. schapenvleesch
120 kippen, 40 hammen, 96 worsten, 400 pd. zuurkool,
24,000 pd. brood en 7000 flesschen wijn. Hierbij dient
opgemerkt te worden, dat deze restauratie-omnibus geacht
wordt te zijn ingericht voor wie juist niet over ruime mid
delen beschikken kunnen.
De reform-meeting in Hyde-Park werd door 10,000
personen bijgewoond, en is in volmaakte rust afgeloopen.
Lord Bussel's amendement om den census van 10 pd. st.
voor personen, die bij anderen inwonen, te hestellen, is
aangenomen.
ADVERTENTIES
BUEGEMEESTEE en WETHÖUDEES van LEYDEN
doen te. weten, dat eerlang zal worden overgegaan tot de
benoeming van twee Hulponderwijzers aan de open
bare school voor meer uitgebreid lager onderwijs der 1ste
klasse, voor jongens, als:
a. een van de 2de klasse, in het bezit eener acte van
bekwaamheid als Hoofdonderwijzer en, bij voorkeur,
ook voor de wiskunde, tegen genot eener jaarwedde
van ƒ700;
b. een lsten van de 3de klasse, met eene acte voor de
Fransche taalop eene jaarwedde van 600.
Zijdie tot de vervulling van een dezer betrekkingen
bevoegd zijn en daarvoor wenschen in aanmerking te ko
men, worden uitgenoodigdhunne bewijsstukken van be
kwaamheid en goed zedelijk gedrag, vóór of op 10 Augus
tus e. k., aan Burgemeester en Wethouders portvrij in te
zenden.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
STOFFELS, Weth. 1. B.
v. PUTTKAMMEB, Secretaris.
Leyden, 30 Julij 1867.
BUEGEMEESTEE en WETHOUDEES van LEYDEN
doen te weten, dat eerlang zal worden overgegaan tot de
benoeming van een lsten Leeraar voor de Nederland-
sche taal- en letterkunde, de geschiedenis en
geographie, aan de gemeente-instellingen voor hooger
en middelbaar onderwijs, op eene jaarwedde van ƒ1600.
Zij, die tot de vervulling dier betrekking bevoegd en ge
negen zijn, worden uitgenoodigd, daarvan te doen blijken
bij een op zegel geschreven adres, vóór of op 20 Augustus
ek., onder overlegging der vereischte getuigschriften, aan
Burgemeester en Wethouders portvrij in te zenden.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
STOFFELSWeth. 1. B.
v. PUTTKAMMEB, Secretaris.
Lbyden, 5 Augustus 1867.
Engeland. In het hoogerhuis is de reformbill bij de derde
lezing met algemeene stemmen aangenomen.
Turkije. De sultan werd Maandag te Butschuk, giste
ren te Varna en heden te Konstantinopel verwacht. Bij
zijne terugkomst aldaar zullen drie dagen lang feestelijk
heden plaats hebben, alsook eene illuminatie en een bal,
door den grootvizier te geven.
Gbiekenland. Te Athene wordt verhaald, dat op Candia
onder de Turken eene samenzwering tegen het leven van
Omer Pacha is ontdekt en dat vele arrestatiën hebben plaats
gehad.
Bumenie. De hospador heeft aan de Europeesche con
suls eene audiëntie geweigerd om over het onrecht te
spreken, den Joden in zijne staten aangedaan. De hospa
dor is een prins van Hohenzollernde Pruisische joden
haat paart zich hier dus aan de leer, dat de vorst niet voor
zijn volk is. Wat kan het een Pruis schelen of er een
tiental Israëlieten worden verdronken!
Ameeika. Volgens sommige berichten zouden zoowel de
Fransche als de Belgische gezant in Mexico gefusilleerd zijn.
I Niet ver van Fort-Larned, in den Noord-Amerikaan-
schen staat Nieuw-Mexico, is door de Indianen eene meeren-
deels uit katholieke geestelijken bestaande karavaan over
vallen, bij welke gelegenheid de bisschop van Santa-Fé
met tien zendelingen omgebracht en zes liefdezusters door
de Apachen of Comanchen weggevoerd zijn. De bisschop,
een Franschmanwas eerst kort geleden met de vermoorde
zendelingen en de zusters uit Frankrijk in de unie aange
komen. Men vleit zich nog dat dit bericht zal blijken geheel
of gedeeltelijk onwaar te zijn.
Azie. Ook in het Hemelsche Eijk weet men van ge
frankeerde en ongefrankeerde brieven en gebruikt men
daartoe gestempelde couverten. Het groene couvert met
roode letters draagt het volgende opschrift: //Daar hier
voor 10 kopecken betaald zijn, kan deze brief over alle
bergen en zeeën gaan." Deze prachtige verklaring betee-
kent, dat de brief tot over de grenzen gefrankeerd is.
Op een wit couvert met roode letters staat: //Door de
betaling van 2 kopecken loopt deze brief tot aan de gren
zen en de zeed. w. z. binnenslands gefrankeerd. Het ro
zenkleurige couvert met donkerroode karakters behelst:
Moge de Hemel den adel en den rijkdom zegenen." Deze
formule is het teeken van vrije port voor de ministers en
stadhouders der provinciën.
INGEZONDEN.
Daar de volgende mededeeling, ontleend aan een schrijven uit Delft,
misschien niet onbelangrijk i», nu wij hier eene commissie hebben voor
de bewaring van voorwerpen van waarde of belangrijk voor de oudheid
kunde en de geschiedenis der kunst, *ou ik er gaarne een onderge-
ichikt plaatsje voor ingeruimd zien in uw veelgelezen blad. X.
De verzameling van Delftsche oudheden, die na de tentoonstelling van
1863 werd aangelegd, is aedert dien tijd belangrijk toegenomen. Wanneer
vele particulieren niet liever hunne antiquariacbe schatten onder zich be
hielden, zou zij ongetwijfeld veel meer bevatten, dan tot hiertoe het ge
val is. Evenwel gaven velen van hunne belangstelling blijk en vereerden
menig voorwerp aan de collectie, waarvan de beschrijving later zal ver-
achijnen. Eenige voorwerpen, die door ingezetenen van Delft werden ge
schonken, wil ik hier opgeven. Goed voorgaan, doet goed volgen, en
wanneer het -grijze Delft" hare antiquiteiten tracht te verzamelen en
toont hare oude geschiedenis niet te willen begraven of vergeten, zal het
Leidsch Atheen" voorzeker niet achterblijven om de - magna facta pa
trum in alle opzichten, door de daarvan nog bestaande - monuments"
te bewaren en ten toon te stellen, voor eiken - goeden Patriot" nog luider
en krachtiger te doen spreken, dan de uitvoerigste beschrijving ooit ver
mag te doen.
Behalve eenige oude schuttersvaandels hellebaarden en andere voor
werpen, die op bovengemelde tentoonstelling aanwezig waren en in den
catalogus soo duidelijk mogelijk werden beschreven, hebben de HH. C.
Hoekwater, L. A. van Berekel, F. Heukensfeldt, P. van Woerden, K.
J. Bottema, om van andere donateurs niet te gewageu, vele, zeer be
langrijke voorwerpen geschonken, die het bewijs leveren, dat ook bier te
Delft veel verscholen is, waarvan de waarde öf niet geheel gekend öf te
gering geschat wordt. Zoo zijn er in de collectie eenige gevelsleenen
haardsteenensteenen versieringen, van poorten en huizen voorhanden,
die voor de topographie en de locale geschiedenis der stad van het grootste
belang zijn. Een Romeinsche steenpot of urn, die in Augustus in den
omtrek der voormalige Waterslootsche poort werd opgebaggerd, is nog zóó
gaaf, alsof zij pas de pottenbakkers werkplaats had verlaten; te gelijk
werd op dezelfde hoogte een steenen kop ter diepte van ongeveer 3 ellen
opgegravan, die weleer ter versiering van gezegde poort had gediend en
een krijgsmanshoofd uit de 2de helft der I6de eeuw (getuige het met een
veer prijkende hoedje) voorstelt. Een plateelbakkersproefbestaande in
eern schotel, een zoutvat en een bierkanis, helaas, het eenige specimen van
de oudtijds zoo van waarde Delftsche industriedie in het buitenland be
ter is vertegenwoordigd dan in haar bakermat. Jammer, dat de papieren
en registers van het St. Lucasgilde niet meer te vinden zijn, zoodat zelfs
de geschiedenis van het Delftsche porselein in het duister moet blijven.
Een met vele arabeskeu versierd rookpijpje, om toeback uyt te drincken";
een steenen breikannetje, met de portretten van MazimiliaanKarei
V en Philips II, waaruit het Delftsche bier, weleer even -beroemd
als het aardewerk en de lakens, menig dorstig hart heeft gelaafd;
eern steen boven den ingang van het voormalige rasphuis, rampzalige ge-
dachtenisse, geplaatst, een kalf niet het beroemde, dat in 1573 of
'74 werd geschoten en waarvan de Delvenaars 'niet Delf/enaars) hun ver
eerenden, aan -goede vigilancie," te danken bijnaam ontleenen maar een
balk, waarschijnlijk van het St. Lucasgilde afkomstig, waarop o. a. te lezen
staat: -Non egent qui sani sunt medico, sedqni malè habent," welke
spreuk minder voor de doctoren en medicinen" dan wel voor de pa
tiënten" geschreven is; ziedaar eenige opgaven. Ik zou hier van eene
zeer interessante verzameling van Delftsche drukken kunnen gewagen,
waarvan de catalogut, tot 1866, is uitgegeven, maar dit behoort minder
tot het doel van een oudheidkundig Museum, waar vooral voorwerpen
van steen, ijzer, hout enz. eene plaats moeten vinden. Evenwel kan ik
verzekeren, dat het verzamelen van oude drukken zeer goede vruchten
voor de vaderlandsche geschiedenis oplevert: menige voorrede van een
anders onbelangrijk boek bevat dikwijls bijzonderheden, die men elders te
vergeefs zal zoeken.