is; misschien zal men zelfs beweren, dat de burgerij die verhooging wenscht. "Wij, voor ons, protesteeren bij voor baat tegen zulk eene verklaring. Wij zijn overtuigd, dat, zoo de heeren Scheltema en Cock herkozen wordenzij herkozen worden niettegenstaande hun ijveren tegen goedkoop onderricht en dewijl men het gevaar als geweken beschouwt. Evenwel achten wij het allerwenschelijkstdat de burgerij thans, nu zij daartoe gelegenheid heeft, zich onmiskenbaar verklare tegen het verhoogen der schoolgel den. Zij zal dit doen als zij de twee aftredende heeren en vooral als zij den heer Scheltema, niet herkiest. Wij willen herhalen, hoewel wij weten dat wij daarmee de zaak, die wij voorstaan, benadeelen, dat de heer Cock in andere opzichten een goed lid van den Gemeenteraad is, en dat hijware hij niet zoo stellig voor het verhoo gen der schoolgelden met al de kwade gevolgen daaraan verbonden, verdienen zou herkozen te worden. Hij toont belangstelling in de aangelegenheden der stadhij geeft zich de moeite om ze grondig te leeren kennenhij advi seert met oordeel en zonder aanmatiging. Hoewel hij in het staatkundige geenszins tot onze partij behoort, zouden wij ons tegen zijne herkiezing niet hebben verklaardindien op dit oogenblik de zaak van het onderwijs niet in de allereerste plaats in aanmerking kwam. Om die reden, alleen om die reden, ontraden wij zijne herkiezing. Met den heer Scheltema is het een geheel ander geval. Ook afgezien van zijn voorstel tot verhooging der school gelden, achten wij zijne herbenoeming niet wenschelijk. Wij erkennen gaarne en volmondigdat hij een ijverig lid van den Eaad is, doch zijn ijver gaat niet met oordeel gepaard en doet daarom geen goed, maar kwaad. Getuige zijne plannen betreffende het belastingstelsel der gemeente. Niets van hetgeen hij heeft voorgesteld en met bovenmatigen ijver aangedrongen, heeft de proef kunnen doorstaan. Ge heel verschillend van den heer Cock verliest hij meestal de matiging uit het oog en slaat hij een toon aan, die slechts verbitteren kan. Ook om deze reden ontraden] wij zijne herkiezing ten sterkste. Wij weten het, wij hebben het reeds ondervonden, dat onze tegenpartij onzen raad aan andere drijfveeren zal toeschrijven; dat zij die verklaren zal uit sympathie of antipathie met de oude of met de nieuwe Gemeente-com missie waaraan wij ten eenemale vreemd zijndat zij ons verdacht zal pogen te maken door ons te beschuldigen van bijoogmerken, van pogingen om deze of geene kerkelijke partij aan ons te verbinden. Wij weten het, en wij ver wonderen er ons niet over. Die zoo handelen toonen, dat zij van nabij bekend zijn met de hartstochten, waardoor een gedeelte onzer burgerij bewogen wordt. Maar door die hartstochtendie elk goed burger zoo veel in hem is tot bedaren tracht te brengente prikkelen en op te wekken, toonen zij tevens wie zij zijn en wat zij bedoe len. Wij zullen hen niet weerleggen. Wij herhalen een voudig, dat wij de herkiezing ontraden van den heer Cock omdat hij het onderwijs in onze gemeente duur wenscht te makenvan den heer Scheltema om dezelfde reden en bovendien omdat hij in den Gemeenteraad niet op zijn plaats is. BINNENLAND. LEIDEN, 10 Juli. Z. M. de koning zal den 15den dezer voor onbepaalden tijd naar het Loo vertrekken. H. M. de koningin heeft, vergezeld van den Wur- tembergschen minister van buitenlandsche zaken en eenige dames, de tentoonstelling van voortbrengselen en werk tuigen van visscherijen te 's-Hage bezocht. De audiëntie van den minister van oorlog zal op Don derdag, den llden Juli a. s., niet plaats hebben. De minister van financiën heeft den 2den dezer vast gesteld de 264ste staatsloterij. Zij bestaat uit 20000 loten, 10000 prijzen en 2 premiën. De collecte wordt geopend op Maandag 29 Juli en gesloten op Zaterdag 10 Augustus daaraanvolgende. De trekking van de eerste klasse zal aan vangen 26 Augustus 1867, terwijl de laatste 100 nummers worden getrokken op Zaterdag 16 November 1867. In de residentie is aangekomen onze buitengewone gezant en gevolmachtigd minister bij de Vereenigde Staten, Mr. Roest van Limburg, met gevolg. De Amerikaansche gezant bij ons hof, generaal Hugh Ewingis van zijne buitenlandsche reis in de residentie te ruggekeerd. Nadere inlichtingen uit 's-Hage bevestigen, wat de Middelburgsche Courant, tot rectificatie van ons vroe ger bericht omtrent de wet op het hooger onderwijsheeft medegedeeld. Dat de theologische faculteit zou komen te vervallenschijnt echter minder juist te zijn. De leerstoelen voor kerkgeschiedenis, exegese enz. zouden blijven bestaan alleen het onderwijs in de dogmatiek zou overgelaten wor den aan de verschillende kerkgenootschappen. Zoolang ech ter de wet niet bij de Tweede Kamer is ingediendis om trent een en ander niets met zekerheid te zeggen. Het geruchtdat ook den heer Andreae de portefeuille van koloniën is aangebodenschijnt onwaar te zijn. Daar entegen hebben er nog voortdurend conferentiën plaats met den heer Hartsen. De voorwaarden door dien heer gesteld, namelijk de terugroeping van den heer Mijer, zou vooralsnog een onoverkomelijke hinderpaal zijn. Het te Amsterdam gevestigd hoofdbestuur der Nederlandsche Koraalvereeniging heeft een prijs uitgeloofd voor eene handleiding tot het leeren zingen van meerstem mige koralengelijk die door de vereeniging worden in het licht gegeven. Die handleiding, berekend voor hen, die geene muzikale kennis bezitten, moet zijn volledig, doch beknopt en algemeen verstaanbaarde voorbeelden zooveel mogelijk ontleend aan de koralendoor de vereeniging uit gegeven; de omvang liefst ongeveer vijf vel, in klein 8°. De antwoorden worden ingewacht vóór 15 December 1867 bij den voorzitter der vereeniging, Prof. A. D. Loman, te Amsterdam. Als prijs voor de beste (mits voldoende) handleiding wordt de som van ƒ150 uitgeloofd. Bijzon derheden worden medegedeeld in het meer uitvoerige door de vereeniging uitgegeven programma. Den 15den dezer zal een eskader, bestaande uit het vlaggeschip //Adolf Hertog van Nassau", de stoomschepen de "Valk, Zoutman, Cura9ao en het Metalen Kruis, en het ramtorenschip Prins Hendrik gereed zijn om een kruis tocht te ondernemen. Het gisteren te Rotterdam geveilde barkschip//Tol lens", groot '711 tonnen of 376 lasten, is voor 30,800 verkocht. Men meldt uit Deventer, dat eenige ingezetenen Dr. J. van Vloten tot lid van den gemeenteraad zullen kiezen. Men schrijft uit Dalfsen, dat aldaar in de laatste dagen veel wol is aangevoerd. De qualiteit overtreft die van het vorige jaar en de pi-ijzen zijn tamelijk hoog ge- loopen. De opbrengst der Geldersche aardappelen moet zeer bevredigend zijn. Ze worden te Brakel tegen ƒ4,15 het mud afgeleverd. Donderdag jl. had te Bergen-op-Zoom, buiten de Steenbergsche poort, het volgende ongeluk plaats. Iemand, op spreeuwen jagende], die daar in den kersentijd den hoveniers veel schade berokkenen, had de onvoorzich tigheid een hovenier nagenoeg de volle laag iu het onder lichaam te schieten, zoodanig dat de man, vader van vijf nog jeugdige kinderen, in een zorgbarenden toestand ver keert; de wonden zijn gelukkig niet doodelijk, maareven wel zeer pijnlijkmen schat de hagels, die naar binnen ge drongen zijnop ruim zeventig. Eene goede les voor hen die niet gewoon zijn met geweren om te gaan. Op den 21sten Augustus aanst. zal er aan den ster renhemel een verschijnsel te zien zijn, dat, voor zooverre bekend isslechts 2malen is aanschouwd. De planeet Jupi ter namelijk zal op den avond van dien dag zonder eene harer manen aan den hemel staan, en zulks gedurende 2 volle uren. Yan de vier manen, die deze planeet vergezel len staan er op dien avond drie voor de schijf der planeet en zijn dus voor ons onzichtbaar, terwijl eene er achter staat, in de schaduw, zoodat deze zich evenzeer voor ons oog verbergt. BUITENLAND. Z. M. Leeft tot adjunct-commies bij het depart, van binnenl. zaken benoemd A. J. Fehr en J. H. Varenkamp. De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier Dinsdag des na middags te 5 uren 62°, Wind: N. W., des avonds te 8 uren 58°, le 10 uren 56°. Woensdag morgen te 5 uren 53°, Z O., te 8 uren 57°,'s middags te 12 uren 66°, N. O., te 4 uren 66°. Pruisen. In de Pommersche stad Pollnow werd graaf "Von Bismarck onlangs, toen hij zich naar zijn aldaar gelegen landgoed begaf, met een regen van bloemen en onder de toejuichingen der bevolking ontvangen. Yolgens een Duitsch blad zou hij dientengevolge gezegd hebbenDe vrien delijke ontvangst heeft mij niet weinig in verlegenheid gebracht, want ik weet zeer goed, hoe ik mij als impopu-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1867 | | pagina 2