K°. 2257. Vrijdag A0. 1867. 21 Juni. Prijs dezer Courant. Deze Courant wordt dagelijksmet uit zondering yan Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Prijs der Advertentiën. Spoortreinen van Leiden naar 's-GravenhageDelftSchiedam en Rotterdam: te 8 u. 30 ra; 10 u. 17 ra.; I u. 55 ra.; 3 u. 52 m., 6 u. 9 m.; 8 u. 55 m.; 9 u. 42 m.; naar Haarlem en Amsterdamte 8 u. 35 m.; 10 u. 26 m.; 11 u. 55 m.; 3 u. 1 m.; 4 u. 57 m.; 7 u. 45 m.; 9 u. 56 n». Stoomboot Volharding van Leiden (Haven) naar Amsterdam: Maandag ochtend te 4 u., overige dagen te 5 u.; van Amsterdam (Binnen- Amstel) naar Leiden: Maandag nam. te 2 u. 30 m. overige dagen nam. te 3 u. Zondags buiten dienst. Van Leiden naar Gouda Zondag 7 u-» overige dagen 5 u. 30 m. en 1 u. 45 ra. Van Gouda naar Leiden: Zondag 4 u. 45 ra, overige dagen 10 u. en 5 u. 30. Nieuw© Stoombootdienst, langs de Haarlemmermeer, van Leiden (Haven) naar Arasterdam: dagelijks 's nam. te u.; van Amsterdam (Overtoom) naar Leiden: dagelijks 's morgens te 5 u. Zondags buiten dienst. Postbuslichtingen(Lakenhal, Katoenfabriek en Nieuwstraat) 7 u. 30 m., 10 u. 55 m.; 3 u. 35 m.; 7 u. 55; m. en op Zondag 10 a. 65 m. en 3 u. 35 m. O.-I. Landpost. 9, 16 en 25. W.-I. Mail 14 en voorlaatsten van elke maand. Rijkstelegraaf van 7 uren '»m, tot 9 uren 'sav. Spoorwegtelegraaf van 8 u. 'sm. tot 10 u. 30 ra. 'sav. Gemeentebestuur. Burgemeester en WethoudersMaandag en Donderdag te 11 uren. Commissie van fabricageWoensdag te 12. BurgemeesterDinsdag, Woensdag, Vrijdag en Zaterdag te 11. Presid. der Comm. van Fabricage Zaterdags van 111. Plaatselijke Seere* tarie, van 10—4. Thesaurie, van 92; Zaterdag van 912. De Gemeente-architect is te spreken op het Raadhuis, van 121. Kantoor der In- en Uitg. Rechten en Accijnzen van 91 en van46 uren; van's Rijks Dir. Belastingen, Maandag Dinsdag, Woensdag en Donderdag van 9—2; van Zegel en Registratie van 84; van de Hypoth. en het Kadaster van 9—4. De roeping van den gemeenteraad bepaalt zich hier te lande tot het waken voor de stoffelijke belangen der ge meente, en, zoo die taak hem door den wetgever is op gedragen het ten uitvoer leggen van zekere bepaalde wetten. De vraag of die wetten te liberaal of niet liberaal genoeg zijn, behoort niet tot zijne bevoegdheid. Integendeel, er wordt stilzwijgend veronderstelddat die vraag in den ge meenteraad nooit behandeld zal worden, en dat men al leen zal onderzoeken welke verplichtingen door de wet aan het gemeentebestuur zijn opgelegd. Men kan derhalve in het algemeen zeggen, dat de gemeenteraad geen politiek lichaam is, en dat, wanneer in eene vacature voorzien moet wordende politieke richting van den candidaat bui ten aanmerking moet blijven. Wij zouden ons gelukkig achten zoo wij ons door geene andere overwegingen behoefden te laten leiden bij het be handelen van de vraag, of het wenschelijk is al de leden uit onzen gemeenteraad, die dit jaar uitvallen, te herkie zen. Maar watindien onder hen gevonden wordendie meenen dat het hun vrij staat de loyale uitvoering eener wet te belemmeren, zoo die wet tegen hunnen wensch is tot stand gekomen? Wat vooral, wanneer de wet die zij bestrijden eene zoo belangrijke is, als die op het lager of die op het middelbaar onderwijs? Mogen, kunnen wij de candidatuur van zoodanige personen ondersteunen Wij moeten echter erkennen dat, zoo wij besloten hebben niet mede te werken tot het herkiezen vandeHH. Scheltemaen Cock, het er verre van af is, dat het ons even veel gekost zou hebben omtrent den eersten, als omtrent den tweeden, tot zoo danig besluit te komen. Dat de heer Cock in den Baad van veel nut kan zijn, is voor iedereen duidelijk gebleken. Hij is helder, scherpzinnig, bezit eene meer dan gewone mate van kennisen wacht zich, eene meening te uiten omtrent zaken die hem vreemd zijn, terwijl noch het eennoch het andere van den heer Scheltema kan gezegd worden. Doch in allen gevalle, het vele nut 't welk de een en het weinige dat de ander in den Baad zou kunnen stichtenkan onmogelijk opwegen tegen het onberekenbaar nadeel, dat aan de ge meente berokkend zou worden, zoo onze instellingen van openbaar onderwijs tot wegkwijning werden veroordeeld. En dat beide heeren dien weg uit willen, zal wel door niemand worden ontkend. weder in een eenigszins ander lichtdan dit van Pruisische zijde is geschied. Volgens die bescheiden toch is de groot hertog eenvoudig begonnen met onderzoek te doen naar de meening van graaf Von Bismarck over het recht van bezetting in Luxemburg, na de oplossing van den Duit- schen bond. Toen het antwoord maar steeds scheen uit te zullen blijven, werd de groothertog ongerust en deelde die ongerustheid aan den heer De Moustier medevooral om te weten, wat Frankrijk doen zou, ingeval Neder land, zonder eenige provocatie, van de zijde van Duitsch- land mocht bedreigd worden. Hierop heeft Frankrijk den afstand van Luxemburg gevraagd, niet uit begeerte naar uitbreiding van grondgebiedmaar eenvoudig om eene aanleiding te hebbenten einde tegen mogelijke pre- tensiën van Pruisen te kunnen opkomen. De heer De Moustier dacht er in de verte niet aan, dat die afstand zulk een storm zou kunnen opwekken en meende bepaald dat het kabinet van Berlijn, evenals dat van Londen, het feit eener inlijving van Luxemburg bij Frankrijk zonder tegenzin zou aannemen. Alles ging goed, toen de koning groothertog op eens het kabinet van Berlijn officieel van de zaak kennis gaf. Nu was het vuur ontstoken en in Duitschland de agitatie geboren, die graaf Von Bismarck noodzaakte eene vijandige houding tegenover Frankrijk aan te nemen. Leidsche belangen. Is het afsluiten van den toegang tot eene opgehaalde brugof liever tot de dieptedie dan geheel open isniet verplichtend? Deze vraag rees bij ons op, toen wij giste ren een man de brug over de Mare, tusschen de Bran dewijn- en Klaresteeg, zagen ophalen zonder dat hijom de veiligheid van kinderen en andere nieuwsgierigen te ver zekeren, iets anders deed, dan alleen met de hand zeer nonchalant een wenk te geven aan een troepje kleinen, dat lachend en met onvaste sprongen op de stijgende brug aanliep. Eenige heeren waren gedienstig genoeg, om met hunne parapluies, bijwijze van sluitboom, de kinderen van het water af te houden, totdat de brug weder was neergelaten. Zou de politie ook een antwoord op die eerste vraag kunnen geven, liever met daden dan met woorden BINNENLAND. Het supplement op het Gele boek, dat de documenten betreffende de Luxemburgsche quaestie bevatstelt die zaak LEIDEN, 20 Juni. LEIBSCH DAGBLAD Voor Leiden, per 3 maanden1.95. Franco per post2.80. Afzonderlijke Nommers0.05. Van 1-6 regels f 0.75iedere regel meer f 0.12fc Geboorte-, huwelijks- en doodberichten van 1-4 regels f 0.90; iedere regel meer f 0.15. Bij koninkl. besluit is tot kantonrechter te Beverwijk be: Lagerwey, thans griflier bij het kantongerecht aldaar.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1867 | | pagina 1