18 Juni. BIJBLAD Waarvoor een aantal boog, Men liet den achtbren Raad de keu» Van Middelbaar of Hoog. En zie, de Raad koos Middelbaar, Der Hoogeschool ten val, Doch toen eerst bleek recht zonneklaar Minerva's vriendental. Aan alle kanten was verzet, In Nut en school en huis, De achtbre Raad had lang geen pret En dacht: //ik heb abuis". Dra werd een voorstel ingediend Voorloopig voort te gaan Opdat zich vijand dus met vriend Intusschen kon verstaan. Na lang gepeins had men de zorg Van schrikkeldag geklaard, Zoodat de naam van Uilenborg Voor 't stadje werd bespaard. Er was nog een Gymnasium, Hieraan hield men zich vast, Daarmee werd het Palladium Behendig saamgepast. Ook kwam de Burgerschool tot stand, En zoo was 't drietal klaar, Doch strengelde éénzelfde band Het drietal aan elkaar. Drieéénheid was tot stand gebracht In IJsel's oude vest, Hoogleeraarstitelnooit gedacht, Gaf men voortaan ten best. Zoo vlood een tweetal jaren heen In ongestoorde rust, ksmet nit- jestdagen 't Studenten aantal was wel kleen Doch streefde voort met lust. Daar trof een onverwachte slag Het huis zoo pas gebouwd, Die, wat er ook gebeuren mag, De daders zeker rouwt. De Rector toch raakt met den Raad En 't Curatorium Aan 't kijven over goed en kwaad Voor het Palladium. Van Vloten, een doortastend man, Zegt zijn gevoelen rond, Het toezicht meent dat 't zoo niet kan //Van Vloten maakt 't te bont". //Het Athenaeum is te zwak, Voor zulke forsche taal, Van Vloten zij wat kalm en mak En niet steeds zoo brutaal." Toen reikt de Raad als zijn besluit, Door 't Curatorium //Berisping" aan den Rector uit Als testimonium. Van Vloten neemt den neus niet aan Maar protesteert met kracht, En ook Van Pesch treedt op de baan En uit een scherpe klacht. De Raad krijgt handen vol met werk: //Wie vraagde zulk een feit! Men stelle eindlijk paal en perk Aan die vermetelheid." //Van Pesch is door het stadsbestuur Gemaakt tot een Meneer, Want hij geniet, behalve huur, De Professoreneer." Een duchtig standje krijgt Van Pesch; Eén wil nog erger hoon Hij wil hem weren van de les Voor driemaand, zonder loon. Nauw is Van Pesch terecht gesteld, Of 't Curatorium Komt voor den achtbren raad gesneld Met het postscenium. Het //Naschrift" geeft gelegenheid, Waarop slechts werd gewacht, 't Ontslag te brengen op 't tapijt, Van Vloten toegedacht. Van Vloten's zaak schijnt hachelijk, Doch houdt hij moedig stand; De boel wordt recht belachelijk Voor een gezond verstand. behoorende bij het LEIDSCH DAGBLAD van 15 juni 1867 N°. 2253. TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Zitting van 15 Juni. Voortzetting der beraadslagingen over de traktements-ver- hooging der inlandsche hoofden en wel over onderafd. 114. Het voorstel der regeering strekt tot beperkte afschaffing der dien sten. Het amendement-Rochussen wil de som verminderen en de traktements-verhooging geheel losmaken van ae afschaffing of beperking der heerediensten; terwijl het amend.-Van de Putte integendeel de som wil verhoogen met uitdrukkelijke af schaffing der heerediensten. De hr. Keuchenius verdedigt het amend.- V. d. Putte, dat handhaving in zich bevat van eene belofte, dooreen vorst van Oranje gedaantot verlichting eener zwaar gedrukte bevolking. De heer Bichon zal tegen de beide amendd. stem men. De heer Saaymans Vader is voor het behoud der heere diensten. De heer 's Jacob betwijfelt of de bevolking gebaat zal worden door het amend -Van de Putte. De heer van Lijnden gelooft dat het beste is zich neder te leggen bij het regeringsvoorstel. De heer Stieltjes bestrijdt de gevolgtrekking van den heer Voorthuysen, dat zij die tegen het amend.-V. d. Putte stemmen niets vour den Javaan zouden overhebben. De min. van koloniën ontraadt de aanneming van het amend.-Rochussen en acht het amend.-V. d. Putte in strijd met het staatsbelang. Bij aanneming van dat amend, zou hij het wetsontwerp intrekken. De heer Rochussen verdedigt nader zijn amend. De heer Thorbecke gaf den min. in overweging eene andere redactie voor te stellen. De min. kon zich daarmee niet ver- eenigen omdat hij daarin de strekking zag om de ongeoorloofde heerediensten onmiddellijk te doen ophouden. De heer Thorbecke stelde daarop die wijziging bij wijze van amendement voor welk amend, door den heer Keuchenius wordt bestredenter wijl de heer Godefroi zich daarmede wel kon vereenigen, als zijnde het in harmonie met de mem. van toel. des ministers. De heer Fokker is voor het amend.-Van de Putte. De heeren Van Nispen en W. van Goltstein verdedigen het amend.-Thor becke, dat door deu voorsteller nog eenigzins gewijzigd wordt. Na verschillende replieken werden de beraadslagingen gesloten. Leiden, Boekdrukkerij van A. W. SIJTHOFF. IIAIiBL Prijs der Advertentiën. Van 1-6 regels f 0.75; iedere regel meer f 0.12®. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten van 1-4 regels f 0.90; iedere regel meer f 0.15. Ingezonden. terdamte 8 u. 30 m 10 u. 17 m.; 1 u. 55 m.; 3 u. 52 m., 10 u. 26 m.; 11 u. 55 m.; 3 u. 1 ra.; 4 u. 57 m.; 7 a. 45 ra.; 9 a. 56 ra. ochtend te 4 a., overige dagen te 5 u.; van Arasterdam (Binnen in Zondags buiten dienst. Van Leiden naar Gouda Zondag 7 u., i. 45 m., overige dagen 10 u. en 5 u. 30. aven) naar Amsterdam: Maandag ochtend te 4 u., overige dagen te 5 u., 4 u., overige dagen te 5 u., 's nam. te 3 u. Zondags buiten dienst.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1867 | | pagina 5