N°. 2238. Dinsdag A0. 1867. 28 Mei. Prijs dezer Courant. Deze Courant wordt dagelijksmet uit zondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Prijs der Advertentiën. Spoortreinen van Leiden naar 's-GravenhageDelft', Schiedam en Rotterdam: te 8 u. 30 m; 10 u. 17 m.; 1 u. 55 m.; 3 u. 52 m., 6 u. 9 in.; 8 u. 55 m.; 9 n. 42 ra.; naar Haarlemen Amsterdam: te 8 u. 35 m.; 10 u. 26 m.; 11 u. 55 m.; 3 u. 1 ra.; 4 u. 57 m.; 7 u. 45 m.; 9 u. 56 ni. Stoomboot Volharding van Leiden (Haven) naar Amsterdam: Maandag ochtend te 4 u., overige dagen te 5 u.; van Amsterdam (Binnen- Nieuwe Stoombootdienst, langs de Haarlemmermeervan Leiden (Haven) naar Amsterdam: Maandag ochtend te 4 u., overige dagen te 5 u., 'snam. te 3 u.; van Amsterdam (Overtoom) ftaar Leiden: Zaterdag ochtend te 4 u., overige dagen te 5 u., 'snara. te 3 u. Zondags buiten dienst. Wij deelen hier den tekst mede van het Londensche tractaat tot regeling der Luxemburgsche quaestie. De N. Rott. Cour. ontleent dit document aan de Köln. Zeit. In naam der Allerheiligste en Ondeelbare Drieëenheid. LEIDSCH DAGBLAD Voor Leiden, per 3 maanden1.95. Franco per post2.80. Afzonderlijke Nommers0.05. Van 1-6 regels f 0.75; iedere regel meer f 0.12'. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten van 1-4 regels f 0.90; iedere regel meer 0.15. Amstel) naar Leiden: Maandag nam. te 2 u. 30 m. overige dagen nam. te 3 u. Zondags buiten dienst. Van Leiden naar Gouda Zondag 7 u., overige dagen 5 u. 30 m. en 1 u. 45 ra. Van Gouda naar Leiden: Zondag 4 u. 45 ra., overige dagen 10 u. en 5 u. 30. //Zijne Majesteit de Koning der Nederlanden, Groothertog- van Luxemburg, in aanmerking nemende de verandering, ont staan in den toestand van het groothertogdomten gevolge van de losmaking der banden, waardoor het aan den vroegeren Duitschen bond verbonden was, heeft Hunne Majesteiten den Keizer der Franschen, den Keizer van Oostenrijk, de Ko ningin van Engeland, den Koning der Belgen, den Koning van Pruisen en den Keizer aller Russen uitgenoodigd om hunne vertegenwoordigers in eene conferentie te Londen te doen sa menkomen ten einde zich met de gevolmachtigden van Zijne Majesteit den Koning-Groothertog te verstaan omtent de nieuwe schikkingendie in het algemeen belang van den vrede te ma ken zijn. En gezegde Hunne Majesteitenna deze uitnoodiging te hebben aangenomen, hebben in gemeenschappelijke overeen stemming besloten te beantwoorden aan het verlangen, het welk Zijne Majesteit de koning van Italië heeft te kennen ge geven tot deelneming aan eene overwegingdie bestemd is om een nieuwen waarborg van zekerheid voor de handhaving der algemeene rust op te leveren. Hunne Majesteitendientengevolge in overeenstemming met den koning van Italië met dit doel een tractaat willende slui ten hebben tot hunne gevolmachtigden benoemdals volgt (NB. hier volgen de namen en titels der gevolmachtigden die na uitwisseling hunner brieven van volmacht, welke in goeden en geldigen vorm zijn bevonden, zijn overeengekomen omtrent de volgende artikelen: //Art. 1. Zijne Majesteit de koning der Nederlanden, groot hertog van Luxemburg, handhaaft de banden waardoor het genoemde groothertogdom verbonden is aan het Huis van Nas sau, krachtens de tractaten, door welke die staat geplaatst is onder de souvereiniteit van Zijne Majesteit den koning-groot hertog, zijne nakomelingen en opvolgers. //De rechten, die de agnaten van het Huis van Nassau, krachtens diezelfde tractaten, op de successie van het groot hertogdom bezitten worden gehandhaafd. De hooge contractee- rende partijen accepteeren deze tegenwoordige verklaring en ne men daarvan acte. //Art. 2. Het groothertogdom, binnen de grenzen, bepaald in de acte, die gevoegd is bij het tractaat van 19 April 1839, onder waarborg der hoven van Oostenrijk, Frankrijk, Groot-BrittanniëPruisen en Rusland, zal voortaan een voor altoos neutrale staat uitmaken. Het zal gehouden zijn diezelfde neutraliteit jegens alle andere staten in acht te nemen. De hooge contracteerende partijen verbinden zichhet in dit artikel vastgesteld beginsel van neutraliteit te eerbiedigen. Dat beginsel is en blijft geplaatst onder de sanctie van den collectieven waarborg der mogendheden, die dit tractaat on derteekenen met uitzondering van Belgiëhetwelk een neutrale staat is. //Art. 3. Het groothertogdom Luxemburg, volgens de ter men van het voorgaand artikel geneutraliseerd zijndezoo wordt de handhaving of de vestiging van versterkte plaatsenop zijn- grondgebied zonder noodzakelijkheideven als zonder doel. Dien tengevolge is er gemeenschappelijk overeengekomen om vast te stellen dat de stad Luxemburg, vroeger met betrekking tot het krijgswezen als bondsvesting beschouwdzal ophouden eene versterkte stad te zijn. //Zijne Majesteit de koning-groothertog behoudt zich voor, om in die stad het noodige aantal troepen te onderhouden om er te waken voor de handhaving der goede orde. //Art. 4. Overeenkomstig de bepalingen, vervat in de arti kelen 2 en 3, verklaart Zijne Majesteit de koning van Pruisen dat zijne troepenthans in de vesting van Luxemburg in gar nizoen liggende, bevel zullen ontvangen om over te gaan tot ontruiming dier plaats, onmiddellijk na de uitwisseling der ra- tiflcatiën van dit tractaat. Men zal gelijktijdig aanvangen met de wegruiming der artilleriede ammunitie en alle voorwerpen die een deel uitmaken der uitrusting der genoemde versterkte plaats. Tijdens deze operatie zal aldaar slechts een aantal troe pen blijven, die noodig zijn tot het waken voor de veiligheid van het oorlogsmaterieel en tot de verzending daarvan, die in den kortst mogelijken tijd zal worden ten einde gebracht. //Art. 5. Zijne Majesteit de koning-groothertog, krachtens de rechten van souvereiniteit, die hij ten aanzien der stad en vesting Luxemburg uitoefent, verbindt zich van zijn kant om de noodige maatregelen te nemen om de genoemde versterkte plaats in eene open stad te veranderen, door middel eener slechting, die Zijne Majesteit zal oordeelen genoegzaam te zijn tot voldoening van de inzichten der hooge contracteerende partijen, uitgedrukt in art. 3 van het tegenwoordig tractaat. De daartoe vereischte werkzaamheden zullen onmiddellijk na den aftocht van het garnizoen aanvangen. Zij zullen worden volbracht onder alle inachtneming der belangen van de inge zetenen der stad. //Zijne Majesteit de koning-groothertog belooft bovendien, dat de fortificatiën der stad Luxemburg voortaan niet zuilen hersteld worden en dat aldaar geen militair etablissement on derhouden of opgericht zal worden. //Art. 6. De mogendheden, onderteekenaars van het te genwoordig tractaat, constateeren dat, daar de ontbinding van den Duitschen bond gelijkelijk medebrengt de losma king der banden, waardoor het hertogdom Limburg collec tief met Luxemburg aau genoemden bond gehecht was, hieruit volgt, dat de betrekkingen, waarvan in de artike len III, IV en V van het tractaat van 19 April 1839 melding wordt gemaakt, tusschen het groothertogdomea^%e- kere territoriën behoorende tot het hertogdom LimJ»tfrg, heb ben opgehouden te bestaan, zullende de genoemdfe territoriën een integreerend deel van het koninkrijk der Nederlanden blijven uitmaken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1867 | | pagina 1