Maandag 6 Mei. W" No. 2219. Ao. 1867. LEIDSCH DAGBLAD. Prijs dezer Courant. Voor Leiden, per 3 maanden 1.95. Franco per post2.80. Afzonderlijke Nommers0.05. Deze Courant wordt dagelijksmet uit zondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Prijs der Advertentiën. Van 1-6 regels f 0.75; iedere regel meer f 0.121-. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten van 1-4 tegels f 0.90; iedere regel meer f 0.15. die zich daaraan onttrekken wilde, geen 24 uren zou kun De discussiën, in de Eerste Kamer der Staten-G-eneraal op 29 April jl. over hoofdstuk IX der staatsbegrooting gehouden, waren, hoewel kort, niet van belang ontbloot. De heer Duymaer van Twist gaf een bij uitnemendheid helder vertoog over de quaestie van grondeigendom en grondbezit op Java, dat, zoo het bij de behandeling der cultuurwet in de Tweede Kamer ware gehouden, wellicht de strijdige meeningen verzoendhet misverstand opgehe ven, en zoo het in een amendement ware geformuleerd, die wet, zonder dat hare beginselen of bedoelingen eenige schade leden, zou gered hebben. Niet minder helder was wat die spreker vervolgens bijbracht over deu waren zin van art. 56 van het regeerings-reglementwaarvan hij de vroe ger door hem gegevene, alleen rationeele en eenig moge lijke verklaring, verdedigde, dat de handhaving der cul tures, niet die van het cultuurstelsel', wordt voorge schreven. Het zou toch klare onzin zijn, indien dezelfde wet te gelijk instandhouding van het cultuur stelsel, d. i de bestaande inrichting van gouvernements-cultures, en den overgang tot een toestand voorschreefwaarin de tus- schenkomst van het gouvernement kan worden ontbeerd. Maar volkomen doet de heer Van Twist ons zien dat de cultures kunnen worden gehandhaafd, èn, zoolang dit noodig is, door het cultuurstelsel, èn bij overgang tot een anderen toestand, wanneer de tijd daarvoor is aange broken, zoodat niets aan de voorbereiding en bevordering van dien anderen toestand in den weg staat. De heer Van Twist zal den minister steunenwanneer hij dien weg be treden wilen verklaart inmiddels de intrekking goed te keuren van het besluitwaarbij de aanleg van nieuwe koffietuinen binnen 4 palen afstands van de dessa's der cultuurplichtigen beperkt werd, omdat, naar zijn inzien, daardoor een te groote greep in de koffiecultuur werd ge daan. Het verwondert ons evenwel, dat de heer Van Twist hierbij niet dieper getreden is in de omstandigheden die tot dit besluit aanleiding hebben gegeven, en de andere zijde der quaestie geheel buiten aanmerking heeft gelaten welke de invloed moet zijn op de gezondheid der Javaan- sche bevolking, nu, zoo spoedig na het beruchte schorsings besluit ten aanzien der vrijstelling van den inlander van verplichte diensten voor zijne hoofdenweder een maat regel wordt ingetrokkendie in 't belang der bevolking genomen en reeds afgekondigd was. Het besluit zelf willen wij niet verdedigen, en wij zouden wellicht de voorkeur geven aan het denkbeeld van den heer Van Twist, in de andere Kamer ook door den heer Stieltjes geopperdom de koffieplantende bevolking niet te betalen naar een zoo- genaamden marktprijs, die voor geheel Java dezelfde is, maar naar den tijd en den arbeid voor de productie gevorderddie naar gelang der omstandigheden eindeloos ver schilt. Zulk eene regeling zou inderdaad beter dan het in getrokken besluit aan de bezwaren der koffiecultuur te ge- moet komen; maar zoo zij minder diep ingreep in de cul tuur zelve, zij zou vermoedelijk nog vrij wat dieper in grijpen in het batig slot. Ten laatste bleef de heer Van Twist aandringen op eene regeling der voorwaarden voor deuit- oefening van particuliere industrie op de gronden van den inlander, met andere woorden op eene cultuurwet, zooals de heer Mijer er eene had toegezegd en die hij zoo onver mijdelijk had verklaarddat, naar zijn zeggeneen minister, nen levenmaar waarvan de met hem geheel homogene minister Trakranen maar niet schijnt te willen hooren. Na een klein intermezzo, waarin de heer Messchert van Vollenhoven, naar aanleiding eener uitdrukking in het verslag der commissie van rapporteurs, op de bevordering van christelijke beschaving onder de Javanen aandrong, werd de kalme, zaakrijke, van grondige kennis en gerijpt nadenken getuigende rede van den heer Van Twist gevolgd door eene philippica van den heer Hartsen tegen de toepas sing van liberale denkbeelden op het beheer der O.-Ind. bezit tingen, die door hare opgeblazenheid en zinledigheid daarmede het sterkste contrast vormde. Het is moeilijk bij het lezen dier rede de vraag te onderdrukken, wat den heer Hartsen het recht geeft op zoo hoogen en beslissenden toon te spreken over zoo gewichtige en teedere belangen. Een langdurig ver blijf in de koloniënmet ruime gelegenheid om de bevol king in haar doen en denken gade te slaan Een leven gewijd aan de studie der koloniale aangelegenhedenaan de ernstige toetsing en vergelijking van officieele en niet officieele berichten? Noch het één noch het ander. Al de fraaie woorden van den redenaar berusten op napra- terijen worden gekroond door verminkte citaten. Jhr. Hartsen heeft in het artikel van den heer Du Hailly in de Eevue des Deux Mondes den lof der conser vatieve koloniale politiek gevonden, op dezelfde wijze als Ds. Ten Kate, in een zijner gedrukte preeken, den wan delenden Jood in Ezechiël vond, t. w. door eenige uit haar verband gerukte zinsneden tot een nieuw geheel te ver eenigen waardoor zij een zin ki'ijgen aan welken de schrij ver nooit gedacht had. 't Was toch waarlijk wat erg om zulk eene handelwijze op een zoo algemeen gelezen tijd schrift als de Eevue des Deux Mondes toe te passen. De koloniale conservatieven zouden wijs doen zoo zij zich een ander en voorzichtiger woordvoerder kozen. Ten laatste nam de minister het woord, die zich eeniger- mate schijnt hersteld te hebben van de wankelmoedigheid waarin de strijdige eischers omtrent het erfpachtsontwerp hem gebracht hadden, en nu moedig a la bar be van Jhr. Hartsen verklaard heeft, dat het geheel in zijn con servatief stelsel past en tot uitvoering van art. 60 van het regeerings-reglement gevorderd wordt. Wat de minister tegenover de vertoogen van den heer Van Twist over den grondeigendom en den zin van art. 56 gesteld heeft, is zwak en weinig beteekenend. De goedkeuring der intrek king van 't vier-palen-besluit deed hem natuurlijk genoe gen, en hij toonde zich niet afkeerig van het denkbeeld om de koffieplanters naar tijd en arbeid, in plaats van naar hun product te beloonen, ofschoon hij alle te ne men maatregelen, natuurlijk, van het resultaat der enquête over de koffiecultuur afhankelijk stelde. Voor het bewijs dat het loon der koffieplantende bevolking thans zeer voldoende is, hadden wij van den minister beter argu menten verwacht, dan een beroep op een rapport over Pasoeroean. Want dat in die residentie de koffiecultuur welvaart verspreidt en volkscultuur is geworden, is van algemeene bekendheid, en ook door den ergstenjzijand van het koffiestelsel nooit weersprokenmaar zn^is onge- lukkigerwijze de eenige residentie, waarvan mêfl dit ge tuigen kan. Op de vragen van den heer Van. Twist om trent de regeling der particuliere industrie opgronden der

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1867 | | pagina 1