A". 1867.
Donderdag
2 Mei.
Prijs der Advertentiën.
U'. j&'V* A'-Sv
No. 2216.
DAGBLAD.
Prijs dezer Courant.
Voor Leiden, per 3 maanden1.95.
Franco per post2.80.
Afzonderlgke Nommers0.05.
Deze Courant wordt dagelijksmet uit
zondering van Zon- en Feestdagen
uitgegeven.
Van 1-6 regels f 0.75iodere regel meer 0.121-.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten van
1-4 regels f 0.90; iedere regel meer 0.15.
Spoortreinen van Leiden naar 's-GravenhageDelft, Schiedam en Rotterdam: te 8 u. 30 m.; 10 u. 17 m.; 1 u. 55 ra.; 3 u. 52 m.,
6 u. 9 m.; 8 u. 55 m.; 9 u. 42 m.; naar Haarlemen Amsterdam: te 8 u. 35 m.; 10 u. 26 m.; 11 u. 55 m.; 3 u. 1 ra.; 4 u. 57 m.; 7 u. 45 m.; 9 u. 56 m.
Stoomboot Volharding van Leiden (ligplaats Haven) naar Amsterdam: Maandag ochtend te 4 u., de overige dagen te 5 u.; van Amsterdam
(ligplaats Binuen-Amstel) naar Leiden: Maandag nam. te 2 u. 30 m., de overige dagen nam. te 3 u. Des Zondags buiten dienst.
Nieuwe Stoombootdienst van Leiden (ligplaats Haven) naar Amsterdam: Maandag ochtend te 4 u., de overige dagen te 5 u., 's nam. te 3 u.; van
Amsterdam (ligplaats Overtoom) naar Leiden: Zaterdag ochtend te 4 u., de overige dagen te 5 u., 's nam. te 3 u. Des Zondags buiten dienst.
Postbuslichtingen aan de Lakenhal, Katoenfabriek en op de Nieuwstraat: 's morg. te 7 u. 30 m. en te 10 u. 55 m.; 's namidd. te 3 u.
35 m.; 's avonds te 7 u. 55 m. en op de Zondagen alleen te 10 u. 55 m.'s morg. en te 3 u. 35 m.'s nam.Oost-Indische Landpost. Over
Southampton, 1 en 17; over Marseille, 9, 16 en 25 van elke maand. West-Indische den 14den en voorlaatsten van elke maand.
Rijkstelegraaf. Dagelijks geopend van 7 uren 'sm. tot 9 uren 'sav. Spoorwegtelegraaf dagelijks van 8 u. 'sm. tot 10 u. 30 m.
Zittingen van het Gemeentebestuur. Gemeenteraad, op onbepaalde tijden. Burgemeester en WethoudersMaandag en Donder
dag te 11 uren. Commissie van Fabricage, Woensdag te 12 uren. BurgemeesterDinsdag, Woensdag, Vrijdag en Zaterdag te 11 uren.
President der Commissie van Fabricage des Zaterdags van 111 uren. Bureau der Plaatselijke Secretarieopen dagelijks van 104 uren.
Thesaurie, alle werkdagen, behalve Zaterdag, van 92 uren; Zaterdag van 912 uren. De Gemeente-architect is te jspreken op het Raad
huis, eiken werkdag 's morgens van 121 uren.
Kantoor der In- en Uitgaande Rechten en Accijnzen dagelijks J van 91 uren en van 46 uren; van/s Rijks
Directe Belastingen, Maandag, Dinsdag, Woensdag en Donderdag van 92 uren; van iZegel en Registratie dagelijks van 84
urenvan de Hypotheken en het Kadaster van 9—4 uren.
Dat er in ons nommer van gisteren een scheidingstee-
ken is uitgelaten tusschen ons eerste en tweede hoofdarti
kel (bl. 2 kol. 1 na regel 5), zullen onze lezers wel opge
merkt hebben.
Wij hebben reeds gemeld, dat 11. Zaterdag-avond de van
Amsterdam komende trein bij het station te Haarlem op
een verkeerd spoor geraakt en ten deele gederailleerd is. De
reizigers hebben daarbij geen letsel gekregenomdat de trein
gelukkig nog maar een kleinen vaart had. Zij zijn er met
den schrik en een vervelend oponthoud van anderhalf uur
in het station te Haarlem afgekomen.
Wij zouden dan ook niet op de zaak terugkomen, in
dien wij het niet nuttig oordeelden bij deze gelegenheid
een verzoek te richten aan onze spoorwegdirectiën.
Van eene stoornis op de baan wordt natuurlijk per te
legraaf naar alle stations der lijn bericht gezonden en van
de oorzaak waarschijnlijk ook. Maar het schijnt dat aan het
dienstdoend personeel op de stations de verplichting tot
volstrekte geheimhouding is opgelegd. Althans zoowel bij
deze gelegenheid als bij het ongeluk, dat op den tweeden
Pinksterdag van het vorig jaar bij Veenenburg voor
viel luidde het antwoord op alle vragen//wat er gebeurd
was?" eenvoudig en onveranderlijk: //wij weten het niet."
Dat is eene bekrompene en onverstandige handelwijze. Zij
die aan het station gekomen zijn om vrienden of betrek
kingen af te halen, worden daardoor in onzekerheid en
spanning en, daar het gerucht altijd de dingen vergroot,
in angst gebracht. Waarom wordt niet bij elke zoodanige
stoornis eenvoudig de waarheid aan het publiek medege
deeld Indien men b. v. Zaterdag-avond aan het station
alhier in de wachtkamer een papier had aangeplakt met
de woorden: //De trein heeft oponthoud te Haarlem; geen
ongelukken gebeurd," of iets dergelijks, dan had men veel
noodelooze bezorgdheid kunnen voorkomen.
Het was voor de Eerste Kamer niet gemakkelijk, om bij
het ter sprake komen der staatsrechtelijke quaestie, die
door de motie-Keuchenius en de daarop gevolgde ontbin
ding der Tweede Kamer in het leven geroepen is, iets nieuws
of zelfs iets hoogst belangrijks te zeggen. De min. van bin-
nenlandsche zaken achtte het eerste, zelfs na het hooren
van zes redevoeringenonmogelijk. Toch dunkt onsdat in
het scherpzinnig en logisch betoog van den heer Duymaer
van Twist eenige hoogstverrassende en tot op zekere hoogte
zoo goed als nieuwe zinsneden voorkomen. Wij bedoelen
vooral hetgeen door dien afgevaardigde gezegd isnaar
aanleiding zijner derde stelling: //de grondwet heeft niets
voorgeschreven, noch omtrent den vorm, waarin, noch
omtrent de gelegenheid, waarbij elke Kamer der Sta-
ten-G-eneraal hare meening omtrent regeeringsdaden kan
uitspreken." Men herinnert zich, dat door sommigen en
bovenal door den geachten hoofdredacteur van het Volks
blad beweerd is en nog steeds beweerd wordtdat de motie
een ongrondwettige vorm van critiek is, en dat de Ka
mer, wil zij daden 'van het kabinet afkeuren, zich van
het door de grondwet aangegeven middel, nl. het adres
aan den koningmoet bedienen. Deze meening isdunkt
ons, door den heer Duymaer van Twist in weinige woor
den volkomen wederlegd, toen hij zeide:
//Ik stem volkomen toedat wanneer eene der beide Kamers
tot den koning wil spreken, zij dat doen moet in den vorm
van een eerbiedig adres. Maar wanneer nu eene der beide Ka
mers critiek uitoefenende over regeeringsdadenniet wil spre
ken tot den koning, maar tot de ministers, is haar
dat verboden? Zoo ja, waar? Wanneer eene der beide Kamers
in het algemeen een votum wil uitbrengen, zonder het woord
bepaald tot iemand te richten, is haar dit verboden? Zoo ja,
waar? Of, wanneer de grondwet (in art. 113) aan de Kamers
het recht geeft van tot den koning te spreken, is haar daar
door dan het recht ontnomen om tot de ministers te spreken,
of om zelfs in het algemeen hare meening door een besluit te
uiten
Even helder komt ons het betoog van dien afgevaardigde
voorwaar hij de meening ontwikkeltdatzoo het prestige
van de kroon eenigszins is bedreigd gewordendit gevaar
niet is te zoeken in de critiek der Tweede Kamer, maar
veeleer in de wijze, waarop de regeering die critiek heeft
opgevat. De heer Duymaer van Twist zeide nl:
//Wanneer de raad of medewerking (van het kabinet) wordt
gegrond op het beweren, dat een besluit, waarbij de regee
ringsdaden van ministers worden gecritiseerdde grondwet
schendt, de rechten der kroon aanrandt, dan heeft die raad
of medewerking de strekking (ik zeg niet de bedoeling) om de
werking der ministerieele verantwoordelijkheid te verl^attfffifi^
daardoor de onschendbaarheid des konings aan teAande^ju
alzoo de vastheid van den troon te ondermijnen." U[{ff
ff :<is.