N°. 2204. 17 April. Woensdag A0. 1867. Deze Courant wordt dagelijks, met uit zondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Prijs der Advertentiën. Spoortreinen van Leiden naar 's-GravenhageDelft, Schiedam en Rotterdam: te 7 u. 55 m; 10 u. 1 m.; 12 u. 41 m.; 8 u. 37 m 6 u. 6 m.; 9 n. 5 m.; naar Haarlem en Amsterdam: te 8 u. 43 m.; 11 u. 43 m.; 2 u. 42 m.; 4 u. 45 m.; 9 u. Stoomboot van Leiden (Ligplaats Haven) naar Amsterdam, Maandag ochtend te 4 u., de overige dagen te 5 u.; van Arasterdam (Ligplaats Öinnen-Amstel) naar Leiden, Maandag nam. te 2% u., de overige dagen nam. te 3 u. Des Zondags buiten dienst. Postbuslichtingen aan de Lakephal, Katoenfabriek en op de Nieuwstraat: 's morg. te 7 n. 50 m. en te 10 u. 50 m.; s narnidd. te 3 u. 35 m.; 's avonds te 7 u. 55 m. en op de Zondagen alleen te 10 u. 50 m. en 3 u. 35 m. 's namiddags. Oost-lnd.isch.6 LandpOSt. Ovar Southampton, 1 en 17; over Marseille, 9, 16 en 25 van elke maand. West-Indische den 14den en voorlaatsten van elke maand. Rijkstelegraaf. Dagelijks geopend van 7 uren 'sm. tot 9 uren 'sav. Spoorwegtelegraaf dagelijks van 8 u. 'sm. tot 10 u. 30 ra.av. Zittingen van het Gemeentebestuur. Gemeenteraad op onbepaalde tijden. Burgemeester en IPethouders, Maandag en Donder dag te 11 uren. Commissie van Fabricage, Woensdag te 12 uren. BurgemeesterDinsdag, Woensdag, Vrijdag en Zaterdag te 11 uren. President der Commissie van Fabricage des Zaterdags van 111 uren. Bureau der Plaatselijke Secretarieopen dagelijks van 104 uren. Thesaurie, alle werkdagen, behalve Zaterdag, van 92 uren; Zaterdag van 912 uren. Be Gemeente-architect is te spreken op het Raad huis, eiken werkdag 's morgens van 121 uren. Kantoor der In- en Uitgaande Rechten en Accijnzen dagelijks van 91 uren en van 46 uren; van 's Rijks Directe Belastingen, Maandag, Dinsdag, Woensdag en Donderdag van 92 uren; van Zegel en Registratie dagelijks van 8 4 urenvan de Hypotheken en het Kadaster van 9—4 uren. Dit is nog niet genoeg. In een ingezonden stuk wordt er bijgevoegd: //Wij zullen zulk geschrijf niet karakteriseerenmaar wel aan de redactie aanraden om zich eens de moeite te geven, om bij de heeren Esser, De Vassy en Rollan- det te informeeren, hoeveel men moet betalen om iemand op zestigjarigen leeftijd een som gelds te bezorgen, waar door hij onbezorgd kan leven." Op deze wijs redeneert en polemiseert de heer Montagne. Hij zegt in datzelfde nommer //dat er tusschen hem en de mo dernen (waartoe hij ons rekent) verschil bestaat van begrip over alles wat zedelijkheideerlijkheid of goede trouw moet kenmerken." Door zijne handelwijs staaft hij deze bewe ring volkomen. Wij zullen ons verder niet met hem inlaten. De Eerste Kamer het is meer opgemerkt heeft hare eigenaardige gewoonten. Soms verwerpt zij een wets ontwerp, als niemand er om denkt; dan weder houdt ze eene onverwachte discussie over 't een of ander puntdat als uit de lucht komt vallendaarentegen doet ze soms in een half uurtje een ontwerp af, waarop de Tweede Kamer da gen lang hare aandacht vestigde. De Eerste Kamer komt ook niet na een recesevenals de Tweede Kamer's mid dags bijeen, maar 's avonds, en ze houdt soms zittingen die beginnen om halfelf, in plaats van om elf uren. Z» heeft nog meer liefhebberijen, ook op letterkundig gebied. Zoo streeft ze naar eene herhaling van de bekende omzet tingen van het: Belle marquise, vos beaux yeux me font mourir d'amour, uit Molières Bourgeois Grentilhomme. Alleen ze toont zich vaardiger dan de maitre de philosophie, want deze wist den zin slecht» vijfmalen om te keeren, en zij, gebruik makende van den rijkdom onzer taaldie verschillende woorden aanbiedt van gelijke beteekenis, gaat veel verder. Voor de curiositeit deelen wij de verslagen mede, die door de commissiën van rapporteurs uit de Eerste Kamer op 13 dezer over negen wetsontwerpen werden uitgebracht Zij luiden aldus: Er zijn in de afdeelingen geene bezwaren tegen dit wet» foor stel gerezen. Tegen dit wetsvoorstel zijn geene bedenkingen gemaakt. Tegen dit ontwerp van wet bestonden geene bedenkingen Er zijn geene bedenkingen tegen dit ontwerp van we)Taan gevoerd. Tegen dit wets-ontwerp zijn geene aanmerkingen gemaakt,, LEHM DAGBLAD Prijs dezer Courant. Voor Leiden, per 3 maandenf 1.95. Franco per post 2.80. Afzonderlijke Nommers0.05. Van 1-6 regels f 0.75iedere regel meer/ 0.125. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten raa 1-4 regels f 0.90; iedere regel meer f 0.15, Wij gevoelen geen lust en geene roeping out met den gewezen redacteur van dit Dagblad te polemiseeren, en wij gelooven dat onze lezers dit ook niet zullen verlangen. Wij hebben daarom indertijd het onnauwkeurige verhaal dat hij van de redenendie tot zijne aftreding geleid hebben gegeven heeftvolstrekt niet tegengesproken. Er was geen haast bij de zaakde heereu Montague en SijthofF waven beiden van ouds bij onze stadgenooten bekend. En wij voor zagen dat de redacteur van het Nieuwe Leidsche Dagblad zoo wij hem slechts lieten begaan, weldra zelf de beste rechtvaardiging zou leveren van bet besluit van onzen uit gever, om niet langer aan hem de redactie van het Dagblad toe te vertrouwen. Onze verwachting is niet teleurgesteld. Het Nieuwe Leid sche Dagblad telt thans 31 nommers, en die zijn meer dan voldoende om den lezer in staat te stellen van te oordee- lenof er al dan niet redenen bestonden om den mandie zoo schrijft, te verzoeken de redactie van het Dagblad neer te leggen. Uit den rijkdom van voorbeeldenwaaruit men zijn rede neer- en schijftrant kan leeren kennenkiezen wij er slechts één, dat ons zelf betreft. Wij willen aan den smaadwaarmee hij anderen bejegent-geene ruchtbaarheid geven door hem te weerleggen. Onze lezers herinneren zichwat wij over den afstand van Luxemburg om geld geschreven hebben. Zij kennen den geest en de strekking van dat artikel. Uit liefde en eer bied voor het roemrijke stamhuis van onzen koning, ver klaarden wij ons tegen eene onvoorzichtige en onkiesche handelwijs, die in alle buitenlandsche bladen ten kwade werd geduid, en die den roemrijken naam van Oranje in de achting van Europa benadeelen zou. Wij verklaarden dat de koning van Nederland geen grooter inkomen kon behoe ven, dan het volk bereid was hem op te brengen. //Kon onze koning (zeiden wij) overeenkomstig zijn rang niet leven van het inkomen dat het volk hem heeft toegewezen, dat hij het verklare. Het volk is bereid zooveel zijn vorst be hoeft hem op te brengen." Hoort nu hoe de heer Montagne dit artikel toelicht. De tijd was zeker te kortdat men het artikel illustreerde met een product van de houtgraveerschool. Men had dan een koning met een geuzennap er bij kunnen plaatsen en tot onderschrift: ER bedelt." 1 LL K*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1867 | | pagina 1