BINNENLAND. BUITENLAND. Met belangstelling zien wij de debatten te gemoet. Welke houding de kamer zal aannemen tegenover bet kabinet Ri- casoli, wij zullen het weldra weten. Zal het Romeinsche vraagstuk niet weder aan de orde gesteld worden? Maar de miuister, die verklaard heeft nooit de aanspraak op Rome als hoofdstad te zullen laten varen, moet ook gezegd heb ben //wij zijn niet voornemens naar Rome te trekken, wij zullen Rome tot ons laten komen, en in afwachting daarvan het vraagstuk vooreerst laten rusten." Over de Luxemburgsche quaestie niets nieuws. De min. Tornaco is wederom naar den Haag ontboden en de on derhandelingen worden voortgezet. LEIDEN, 3 April. G-isteren beeft, zooals wij vroeger aankondigden, Mr. G-. M. van der Linden zijn pleidooi voorgedragen voor de geïntimeerden in zake de procedurebetreffende het beheer van de kerkelijke goederen en fondsentoebehoorende aan de Ned. Herv. gemeente alhier. De rechtsvraag is eigenlijk: kan de kerkeraad of een handvol leden der gemeente bevoegd zijn, in een sedert 1809 bestaanden toestand verandering te maken? Is het reglement van 7 Januari 1816zijn de provinciale reglementen van 1819 en 20, is het gezag van de algemeene synode geldig, te Leiden even als voor het geheeleRijk? Zij zijn verbindend voor al de gemeenten zegt de jurispru- deïitie. Het gezond verstand bevestigt dat, of alles valt uit een. Pleiter zou ook van zijne zijde alles vermijden wat de bestaande spanning zou kunnen vermeerderen. Het ware wenschelijk geweest dat de welwillende zachtzinnige toon, die de pleidooien van den tegenpleiter had geken merkt, steeds in Leiden bij deze zaak had geheerscht. Maar wat is daar gebeurd Men is zoover gegaan dat men de oude leden in gedrukte stukken heeft beschuldigd van verduistering van effecten, waaraan zich zouden heb ben schuldig gemaakt Yan Alphen, Yan Limburg Stirum en Buyskes, die overleden zijn. De aanleiding van het geschil ligt in 1846toen de heer Rodel Nyenhuis van zijn kerkelijk recht gebruik maakte, tegen het beroep van een predikant, naar zijn inzien niet zuiver in de leer, wat hem gerekend is tot doodzonde. Be zwaar tegen diens benoeming als lid der gemeente-commis sie, om zijn orthodoxie. De kerkeraad kon niet zien, dat een orthodox man ook kon letten op het lekken van goten en het witten van kerkenen weigerde op grond van die on verdraagzaamheid de benoeming te doen erkennen door de gemeente. De kerkeraad wilde vervolgens verandering van het reglement, de gemeente-commissie was niet van die meening. Scheuring en spanning in de gemeente. De kerkeraad heeft een verslag uitgegeven met een motto Laat ons najagen wat tot vrede en stichting dient," waarop beter pastte Matth. 23 vs. 3. In de hoogste mate revolu- tionnair was zijn gedrag. Men handelde als in de Eransche revolutie. Zoo heeft men te Leiden gehandeld, zie de pro clamatie aan de burgers. Pleiter verdedigt de interventie. De commissie wilde tee kenen van leven geven. Alles komt neder op de vraag: of de eischeresse een wettig bestaan heeft Zoo neendan is de eisch niet ontvankelijk. Zij moet bewijzen: 1°. de wettigheid van het reglement, 2°. de wettigheid der be voegdheid. De oude gemeente-commissie heeft een erkend bestaan; de nieuwe moet het hare bewijzen. Pleiter geeft een schets van het collecteeren en het be- heeren bij de zoogenaamde oude of doode en de nieuwe of levende commissie. Het Ned. Herv. kerkgenootschap is onderworpen aan het Synodaal reglement van 1816het is zonder dat statuut ondenkbaar en bestaat niet. De ker keraad ontstaat niet uit de gemeente, maar heeft zijn wortel in het reglement 1816. Dat reglement is de grond wet der Ned. Herv. kerk. Men mag de denkbeelden van de laatste tien jaren niet toepassen op hetgeen er in 1816 plaats greep. Yolgens art. 92 zijn de prov. reglementen door den koning vastgesteld. Art. 1 der prov. reglementen heeft tot beginsel algemeene organisatie van de kerkelijke bezittingen der gemeenten en dus voor Leiden verbindend. Leiden heeft dat reglement aangenomen, want krachtens dat reglement is behoud van het bestaande gevraagd en verkregen. Het reglement van 1809 is voor Leiden speciaal gedeelte van het kerkelijk recht. Pleiter beantwoordt de tegenpartij. 1°. als er zijn ver bindende reglementen kan de kerkelijke gemeente geen autonomie bezitten. 2°. het burg. wetb., als het te pas komt verwijst naar de instellingen. 3°. het gemeentefonds is geen eigendom van de gemeente. 4°. de stoffelijke be langen zijn altijd afzonderlijk beheerd van de geestelijke belangen, het reglement van 1809 heeft gegolden als gel dig en de gemeente-commissie evenzoo. De gemeente had rechtens geen autonomie. Napoleon heeft evenmin autono mie gewettigd. Bestaat er autonomie, dan is zij vervallen door de organisatie van 1816 en 1819. 5°. de verordenin gen, de rechtspraak, het gevoelen van hooger besturen zijn in tegenspraak met de autonomie, 6°. het synodaal reglement van 1851 en de koninklijke reserves bekrachti gen de afscheiding van stoffelijk en geestelijk beheer. 7°. als de kerkeraad verkeerdheden ontdekt in de administra tie moet hij daarvan kennis geven bij het klassikaal be stuur, dat dit aanbrengt bij het prov. kerkbestuur, 't welk zich in verband stelt met het prov. collegie. Pleiter gaat over tot de beschouwing van het reglement van 1861: a. de benoeming van vijf leden eener commissie; b. de stemming over het reglement; c. de protesten der gemeenteleden; d. 42 hebben gestemd voor de verkiezing van notabelene. de kerkeraad heeft geen bevoegdheid te bepalen wie stemgerechtigd is. Ten slotte betoogd pleiter dat de commissie niet kan opkomen voor de gemeente en resumeert de punten van zijn pleitrede. De voortzetting der pleidooien is bepaald op Maandag 8 April, 's voormiddags te 11 uren. Tot adjunct-brandmeester aan de stads-spuit N°. 8 al hier is benoemd voor den tijd van 3 jaren de heer Hen drik de Yos, in plaats van den heer J. H. Carlier. Z. K. H. de piffns van Oranje is bij de plechtige opening der Parijsche tentoonstelling tegenwoordig geweest, na in het keizerlijk paviljoen den keizer en de keizerin te hebben opgewacht, 's Avonds heeft Z. K. H. een groot diné op de Tuilerieën bijgewoond. Donderdag zal in den Schouwburg te 's-Hage //Don Pasquale" en //la Belle Hélène" worden opgevoerd. Gisteren had te Utrecht de plechtige uitreiking- plaats van het vaandel, door eenige aanzienlijke jongeda mes voor het studenten-vrijwilliger-korps vervaardigd. Te twee uren marcheerden de scherpschutters in uniform van de Botermarkt naar het gebouw van Kunsten en Weten schappen, waar zij werden opgewacht door de dames do natrices, den commissaris des konings en andere autori teiten, benevens door den staf en de officieren der schut terij. Na verschillende vaderlandslieende toespraken werd het vaandel overgereikt en verliet het korps onder luide toejuichingen de zaal, om door de stad eene promenade te maken. Des avonds is aan de dames eene serenade ge bracht. Wij vernemen uit Zutfen, dat zich aldaar een vrij willig artilleriekorps heeft gevormd. Te Utrecht zijn aangekomen en naar 's rijks vee artsenijschool overgebracht zes Bretagner-koeien en één stier. Te H a r 1 in g e n heeft Maandag-avond een zware brand gewoed. De oliefabriek van den heer Harmens is geheel een prooi der vlammen geworden. Ongeveer 1200 werklieden werken ijverig door, om den dam in de Ooster-Schelde te voltooien. Het pakwerk is over de geheele breedte van het zoogenaamde Diep reeds zoo goed als gelegd. Eenige jachtliefhebbers uit Arnhem hebben in het Yierholterbosch bij Apeldoorn 4 herten geschoten. Bij Zr. Ms. besluit is aan Mr. W. J. C. Putman Cramer, op zijn daartoe gedaan verzoek, ontslag verleend als rechter-plaatsv. in de arr.- rechtb. en als notaris te Zutfen en aan Mr. J. G. van der Scbaaff als auditeur bij den schuttersraad der dienstd. schutterij te Doesborgh, ter wijl als zoodanig benoemd is R. A. W. baron van Heeckeren, post.-dir. aldaar. Z. M. heeft benoemd tot 2den luit.-kwartiermeester: bij het lste reg. inf. den serg. A. M. Brandenburgvan het 5de reg.; bij het 2de reg. inf. den serg. J. H. Bakker, van het 4de reg.; bij het 3de reg. inf. den fourrier L. A. Vink, van het 7de reg.; bij het 4de reg. inf. den serg. F. E. E. Klapp, van het 2de reg.; bij het 5de reg. inf. den serg. J. A. Kroef, van het 6de reg.; bij het 6de reg. inf. den serg. N. H. Mispelblom van Altena, van het korps, en den serg.-titulair J. Warnsinck, van het 5de reg.; bij het 8ste reg. inf. den serg. C. L. D. Mounier, van het lste reg. vest.-art., en den serg.-titul. J. L. Neder- burghvan het 3de reg. vest.-art.; in zijnen rang overgeplaatst, bij het reg. grenadiers en jagers, den 2den luit.-kwartierm, H. A. J. Kuyper, van het 5de reg. infanterie. De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier Dinsdag des na middags te 5 nren 47°, Wind: N. W., des avonds te 8 uren 45°, N. W., te 10 uren 38°. Woensdag morgen te 5 uren 43°, N. W., te 8 uren 46°, 's middags te 12 uren 50°, N. W., 's namiddags te 4 uren 48°, N. W. Zwitserland. Heinrich Zwingli, de laatste afstam meling van den hervormer, is onlangs te Zurich overle-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1867 | | pagina 2